[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De opschalingskorting op het gemeentefonds

Schriftelijke vragen

Nummer: 2021D31479, datum: 2021-08-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z14719).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z14719:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2021Z14719

Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de opschalingskorting op het gemeentefonds (ingezonden 31 augustus 2021).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 25 augustus 2021 over de opschalingskorting op het gemeentefonds?1

Vraag 2

Voor welke bedragen is de opschalingskorting op het gemeentefonds doorgevoerd in de begrotingsjaren 2015 tot en met 2020?

Vraag 3

Voor welke bedragen is de opschalingskorting ingeboekt voor de begrotingsjaren 2021 en later?

Vraag 4

Op basis van welke raming van de efficiencywinst voor gemeenten is de opschalingskorting berekend?

Vraag 5

Heeft de reële efficiencywinst voor gemeenten zich ontwikkeld in overeenstemming met de raming?

Vraag 6

Hoe verhoudt de opschalingskorting zich tot de voorgenomen herijking van het gemeentefonds?

Vraag 7

Deelt u de mening van de VNG, dat de opschalingskorting niet voldoet aan de wettelijke normen voor uitnamen uit het gemeentefonds van artikel 2 Financiële-verhoudingswet en artikel 108 Gemeentewet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u daaraan?

Vraag 8

Bent u bereid de opschalingskorting ook in 2022 te bevriezen op het niveau van 2019? Zo nee, waarom niet?


  1. Brief Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan Minister-President Mark Rutte, 25 augustus 2021, in afschrift aan de beheerders van het Gemeentefonds en de Minister van Financiën.↩︎