[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Homogene Groep Internationale samenwerking 2022 (HGIS-nota 2022)

Homogene Groep Internationale samenwerking 2022 (HGIS-nota 2022)

Brief regering

Nummer: 2021D31830, datum: 2021-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35926-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35926 -1 Homogene Groep Internationale samenwerking 2022 (HGIS-nota 2022).

Onderdeel van zaak 2021Z14833:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021–2022
35 926 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2022 (HGIS-nota 2022)
Nr. 1

HGIS nota 2022

Ontvangen 21 september 2021

Inhoudsopgave

Leeswijzer
Inleiding: Nederland en de wereld in 2022
HGIS 2022 naar beleidsthema's
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
Bijlagen
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2021
Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2022
Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2021-2026, realisatie ODA-prestatie 2020 en raming ODA-prestatie 2021-2026
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2022
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2022

Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken





Geachte voorzitter,

Graag bied ik u de HGIS-nota 2022 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geĂŻllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geĂŻntegreerd en coherent buitenlandbeleid.


De Minister van Buitenlandse Zaken

Tomde Bruijn

Leeswijzer

Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.

De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt de Tweede Kamer geĂŻnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over ‘Nederland’ of ‘Nederlands’ wordt daarmee bedoeld: ‘(van) het Koninkrijk der Nederlanden’, tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Opzet HGIS-nota 2022

HGIS-Beleidskader

De HGIS-nota 2022 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2022. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de internationale paragrafen van overige begrotingen. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2022 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht. Met ingang van 2021 geldt voor de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) een nieuwe artikelnummering. In deze nota wordt de nieuwe artikelnummering aangehouden. Waar van toepassing is dit aangegeven met een voetnoot.

Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.

In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2022 voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2021 zijn gepresenteerd. Een drietal onderwerpen wordt specifiek toegelicht, namelijk het Nederlands mensenrechtenbeleid, handel en duurzaamheid en gezondheidssystemen. Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiĂ«le inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Deze tabel zal de realisatiecijfers van 2020, en de ramingen van 2021 en 2022 bevatten. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.

Bijlagen

Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:

Bijlage 1 Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2021 en HGIS nota 2022
Bijlagen 2a en 2b Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement
Bijlage 3 Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema
Bijlagen 4 en 5 Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio
Bijlage 6 Geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2021-2026
Bijlage 7 Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2022 gepresenteerd
Bijlage 8 Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2022 op het terrein van migratie

Landen-bijlage (bijlage 5): De HGIS-nota en het HGIS-jaarverslag bieden het overzicht van de in het BHOS-beleid aangekondigde verschuivingen van ODA-middelen naar de focus-regio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting.

Om de bijlagen op een logische wijze te presenteren, is ten opzichte van de voorgaande HGIS-nota's een wijziging aangebracht in de volgorde van de bijlagen. De bijlagen ODA-plafond (voorheen bijlage 3) en non-ODA uitgaven per beleidsthema (voorheen bijlage 6) zijn omgewisseld.

Inleiding: Nederland en de wereld in 2022

Nederland en de wereld in 2022

In 2022 zullen de gevolgen van de COVID-19 pandemie nog volop merkbaar zijn. De wereld werkt hard om zich hieraan te ontworstelen. Door de pandemie heeft een aantal trends in het buitenlandbeleid zich het afgelopen jaar versneld of duidelijker gemanifesteerd. Deze situatie duurt voort zolang de vaccinatiegraad in delen van de wereld achterblijft. Ook in 2022 zal COVID-19 daarom een belangrijke context vormen voor de wereld waarin Nederland zich beweegt en zorgen voor schokken en ontwrichting in het buitenland. Ook de directe invloed van het buitenland op het binnenland is hiermee duidelijker dan ooit. De COVID-19 pandemie heeft naar verwachting een blijvende impact op de internationale verhoudingen.

De internationale verhoudingen zijn in toenemende mate complex geworden en de internationale rechtsorde staat steeds meer onder druk. De wereld lijkt op te schuiven naar een multipolair systeem van machtsblokken waarbij het recht van de sterkste steeds vaker zegeviert. Autocratische stemmen klinken luider op het wereldtoneel en kritische geluiden worden gesmoord door arrestaties van politieke figuren en onderdrukking van dissidenten. Hier moet een stevig democratisch geluid tegenover staan. Juist nu is effectieve internationale en multilaterale samenwerking van groot belang voor Nederland; voor internationaal herstel van de COVID-19 pandemie en de gevolgen ervan op gebied van vrede en veiligheid, maar ook op het gebied van democratie en mensenrechten. Het hernieuwde internationale engagement van de VS op het multilaterale toneel is hierbij een belangrijke steun in de rug. Deze ontwikkelingen tonen bovendien aan hoe belangrijk een brede en diplomatieke voetafdruk is gebleken en zal blijven voor een open samenleving en open economie die Nederland is. Het kabinet zet in op een effectief, op regels gebaseerd multilateraal systeem, met goed functionerende en toekomstbestendige multilaterale organisaties.

Tegelijkertijd zijn er internationaal ook andere grote uitdagingen: de urgentie voor klimaatactie groeit, conflicten en ontheemding duren voort en de geopolitieke spanningen nemen verder toe, mede als gevolg van een steeds assertievere opstelling van China, met consequenties voor de positie van internationaal opererende Nederlandse bedrijven in internationale waardeketens.

Herstel en ontwikkeling

Het jaar 2022 zal in het teken staan van een duurzaam herstel van het internationale verdienvermogen van Nederland en een sterke internationale concurrentiepositie voor onze bedrijven. In ontwikkelingslanden en opkomende economieën is de crisis voorlopig nog niet ten einde. COVID-19 is daar niet alleen een gezondheidscrisis, maar ook een economische crisis met verstrekkende gevolgen. Eerder geboekte vooruitgang bij het terugdringen van armoede is deels verloren gegaan, mensenrechten en maatschappelijke ruimte staan in veel landen onder druk, en ook de schuldendruk stijgt.

Om de COVID-19 pandemie mondiaal te bedwingen is wereldwijde toegang tot vaccins, diagnostiek en beschermende middelen cruciaal. Nederland blijft zich dus inzetten voor een solidaire verdeling van deze middelen door het internationaal coördinatiemechanisme Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het vaccinprogramma COVAX te steunen, ook via de EU.

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) – gericht op preventie en het vergroten van weerbaarheid – blijven het kader voor de Nederlandse inzet, in samenwerking met andere overheden, partners uit het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven en internationale organisaties.

Goed functionerend postennet

Dankzij een goed functionerend postennetwerk kan Nederland de eigen belangen in het buitenland waarborgen, niet alleen in de steden waar de grote multilaterale onderhandelingen plaatsvinden, maar ook in de hoofdsteden. Burgers helpen en allianties smeden doe je immers niet alleen in Brussel en New York, maar juist ook in Rome, Rabat, Wenen en Wellington. Nederland heeft baat bij goed opgeleide diplomaten ter plekke die Nederlanders helpen, Nederlandse standpunten toelichten en onze belangen rechtstreeks behartigen. Dat doet het kabinet ook in 2022.

HGIS 2022 naar beleidsthema's

De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige uitgaven, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2022 komt uit op omstreeks EUR 6,2 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 4,8 miljard als Official Development Assistance (ODA). In onderstaande overzichten zijn de totale uitgaven per beleidsthema schematisch weergegeven voor de totale HGIS, voor de ODA uitgaven specifiek en tenslotte voor de non-ODA uitgaven.

Figuur 1 Totale HGIS uitgaven per beleidsthema (x EUR 1.000)

Figuur 2 ODA uitgaven HGIS per beleidsthema (x EUR 1.000)

Figuur 3 non-ODA uitgaven HGIS per beleidsthema (x EUR 1.000)

Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2022, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota is een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en inkomsten ODA en non-ODA betreft.

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Versterking multilateralisme

Het kabinet zet in op een fit for purpose multilateraal system, met goed functionerende en toekomstbestendige multilaterale organisaties. In lijn daarmee is het Ministerie van Buitenlandse Zaken met een nationale exercitie bezig om in kaart te brengen of en hoe het multilateralisme kan worden versterkt. In deze exercitie worden onder meer risico’s voor Nederland in kaart gebracht, prioriteiten gesteld voor wat betreft de hervorming van multilaterale instellingen en de Nederlandse inzet geformuleerd voor wat betreft de wijze waarop de internationale multilaterale orde kan worden versterkt, in lijn met de inzet van de Europese Commissie.

Mensenrechten

Het kabinet staat voor een doelgerichte en effectieve manier om bij te dragen aan verbetering van de naleving van de rechten van de mens. Het kabinet spant zich in voor het behoud en versterking van de instellingen die de universele mensenrechten bevorderen conform de zes vastgestelde prioriteiten van het Nederlands mensenrechtenbeleid. De intensivering van het mensenrechtenbeleid die in 2017 is ingezet, richt zich ook in 2022 in het bijzonder op drie van die prioriteiten, te weten: vrijheid van meningsuiting, inclusief online en met speciale aandacht voor de versterking van de positie en veiligheid van journalisten, 2) vrijheid van religie en levensovertuiging, 3) gelijke rechten voor LHBTI’s.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 49.795 6.863 50.345 17.509 48.495 16.859
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 68.526 35.081 63.502 37.555 63.402 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 6.558 0 18.785 0 11.425 0
Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 0 0 0 0
JenV
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 586 0 802 0 802 0
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 0 0 200 200 200 200
91.01.02 WIPO 225 0 380 0 380 0
91.01.02 Europol en Eurojust 12.987 0 22.771 0 22.771 0
IenW
17.01 Luchtvaart (ICAO) 938 0 1.311 0 1.311 0
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 381 0 1.358 0 1.081 0
SZW
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 8 0 9 0 9 0
VWS
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 2.200 0 2.521 0 657 0
Totaal 142.204 41.944 161.984 55.264 150.533 54.614

Financiële instrumenten

BZ

  1. Bijdragen (verdragscontributies) aan de VN, de bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Internationaal Strafhof (ICC) en het International Impartial and Independent Mechanism (bewijsvergaringsmechanisme Syrië; IIIM).
  2. Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender en interseks personen (LHBTI) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid.
  3. Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
  4. Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon, het Internationaal Strafhof en het Vredespaleis. Ten aanzien van het Vredespaleis heeft Nederland een verantwoordelijkheid voor goede huisvesting van het Internationaal Gerechtshof van de VN en het Permanent Hof van Arbitrage. Omdat het Vredespaleis verouderd is en bovendien asbest bevat, dient het te worden gerenoveerd. Voor de financiering van deze renovatie zijn binnen de Rijksbegroting voor de komende jaren middelen gereserveerd.

JenV

  1. Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).
  2. Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
  3. Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.
  4. Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

IenW

  1. Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:
  1. Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).
  2. Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).
  3. Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).
  4. Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)
  5. Bijdrage aan de Donaucommissie
  6. Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

SZW

  1. Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS). Voor 2020 werd de bijdrage aan het CASS gefinancierd door I&W. Nu het CASS budgettair onafhankelijk is geworden van de Centrale Rijnvaart Commissie (CCR), valt de bijdrage onder de verantwoordelijkheid van SZW.

VWS

  1. Bijdrage aan het aCBG voor het bij de komst van de EMA afgesloten Memorandum of Understanding

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling door het voorkomen en terugdringen van gewelddadig conflict en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, vredesopbouw en legitieme staatsstructuren. Tevens het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd.

De wereld zal naar alle waarschijnlijkheid ook het komende jaar onveiliger worden. Dreigingen nemen toe en zijn diverser en onvoorspelbaarder van aard. Conflictvoering manifesteert zich niet alleen in wapens maar ook in valuta, technologie, economische druk, informatie en data. Onderliggende drijvende kracht van deze situatie is doorgezette geopolitieke verschuiving richting multipolaire wereld die samengaat met een technologische revolutie. Het kabinet blijft daarom inzetten op Voorkomen, Verdedigen en Versterken, zoals vastgelegd in de in 2018 GeĂŻntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS), aangevuld door de Kamerbrief over de veranderende veiligheidsomgeving uit oktober 2018 (Kamerstuk 33 694, nr. 22), alsook conform de tussenrapportage die in april 2020 aan de Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33 694, nr. 57). Gezamenlijk vormen deze documenten de kabinetsinzet op het gebied van internationale veiligheid.

Beleidsinzet toegelicht

GBVS

De dertien doelstellingen zoals geformuleerd in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) 2018-2022 blijven onverminderd relevant. De tussenrapportage laat zien dat de analyse en strategische keuzes nog steeds actueel zijn, maar dat het dreigingsbeeld verandert. Effectief kunnen omgaan met dit veranderd dreigingsbeeld vraagt om een integraal veiligheidsbeleid. Het kabinet heeft daarom besloten de voorbereidingen te starten ten behoeve van een all-hazard rijksbrede veiligheidsstrategie, eind 2022 te publiceren, die de interne en externe veiligheidsdimensie met elkaar zal verbinden en aandacht heeft voor zowel ‘safety’ als ‘security’ aspecten. Vanzelfsprekend worden de doelstellingen zoals geformuleerd in de Nationale Veiligheidsstrategie (NVS) en de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) meegenomen in de doelstellingen van de Rijksbrede Veiligheidsstrategie. De grondslag voor de RbVs zal worden gevormd door een periodieke geïntegreerde risico-/dreigingsanalyse, die elke 3 jaar zal verschijnen. De RbVs zal de nationale veiligheid van het gehele Koninkrijk beslaan. Het voornemen is RbVs iedere 6 jaar te laten verschijnen. Daarmee loopt de RbVs in de pas met de Europese strategische veiligheidscyclus.

Migratie

Voor Nederland blijft het een prioriteit om binnen de Europese Unie tot een robuust, voorspelbaar, crisisbestendig en betrouwbaar migratiemanagementsysteem te komen. Het Europees asielsysteem moet waarborgen dat iedereen die daar recht op heeft, bescherming krijgt, en zij die dit recht niet blijken te hebben effectief terugkeren. Tevens zullen lidstaten zich meer moeten inspannen om secundaire migratiestromen binnen de EU tegen te gaan. Daarvoor is het nodig meer grip te krijgen op wie de Unie binnenkomt, met name door een verplichte grensprocedure voor migranten die asiel aanvragen. Dit komt ook het functioneren van Schengen ten goede.

Budget Internationale Veiligheid

Missies en operaties zijn onderdeel van een bredere inzet, verbonden met de prioriteiten van het Nederlandse buitenland- en veiligheidsbeleid. Naast de politiek-strategische redenen die aan de Nederlandse bijdrage ten grondslag liggen zoals de bescherming en verdediging van de belangen van het Koninkrijk en het bondgenootschappelijk grondgebied, zijn deze bijdragen ook van belang voor de ontwikkeling van het eigen personeel. Ook in 2022 spant het kabinet zich in om voldoende flexibiliteit te behouden voor mogelijke inzet in het kader van rechtsstaatontwikkeling en migratie; conflictpreventie; missies en operaties in crisissituaties en de inzet van de krijgsmacht in het kader van nieuwe dreigingen vanuit de oost- en zuidflank. Dit betekent dat ook in 2022 besluitvorming over verlenging van bestaande bijdragen aan missies en operaties en eventuele bijdragen in het kader van Ă©Ă©n van de drie hoofdtaken van Defensie iedere keer weer een zorgvuldige afweging zal blijven vergen.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 16.458 3.000 14.140 0 14.085 0
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15.430 0 15.070 0 14.670 0
02.03 Wapenbeheersing 7.670 2.793 12.544 3.252 10.794 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 167.539 64.286 190.439 75.167 214.625 70.917
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26.200 10.480 30.165 11.929 29.822 11.929
BHOS
04.01 Humanitaire hulp 470.807 468.912 392.017 391.000 438.017 437.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 157.560 157.560 177.000 177.000 162.000 162.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 208.965 208.965 202.279 202.279 215.135 215.135
JenV
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 7.753 7.753 8.600 8.600 8.600 8.600
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 200 0 414 0 414 0
Defensie
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 127.381 0 213.182 3.000 182.785 0
09 Algemeen Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 460 0 19.540 0 15.000 0
Totaal 1.206.423 923.749 1.275.390 872.227 1.305.947 908.833

Financiële instrumenten

BZ

  1. Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
  2. Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.
  3. Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS. De projecten en programma’s zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.
  4. Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.
  5. Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.
  6. Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds spitst zich toe op een select aantal thema’s en landen en kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op het gebied van preventie van gewelddadig extremisme, ontmijning en early warning, early action. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals het uitzenden van experts via de civiele missiepool (CMV), training voor Afrikaanse peacekeepers (GPOI), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
  7. Het Makandra-programma is naar aanleiding van het amendement van het lid Sjoerdsma c.s., het amendement van het lid Van Helvert c.s. en een hoogamtelijke interdepartementale missie gestart (zoals geĂŻntroduceerd in Kamerstuk 20 361, nr. 194). Dit programma is gericht op technische assistentie aan Suriname met als doel het versterken van de rechtsstaat, het verbeteren van goed bestuur en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische groei.
  8. Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten.

BHOS

  1. Niet-geoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA, het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp;
  2. Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA);
  3. Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs;
  4. Nederland subsidieert via het subsidiebeleidskader ‘Migratie en Ontwikkeling 2019-2022’ activiteiten gericht op opvang en bescherming in de regio.
  5. Nederland steunt programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.
  6. Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden.
  7. Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.
  8. Bevordering van een beter functionerende rechtsorde wordt geheel gefinancierd via een aantal grote, internationaal opererende organisaties op het gebied van democratisering, lokaal bestuur, politieke partijen en parlementen samen met lokale organisaties. Via de landenprogramma’s van ambassades worden zowel bijdragen als subsidies vertrekt.

JenV

  1. In opdracht van het kabinet voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamenwerking en de bijbehorende strategische agenda. De politie zet hiervoor verschillende instrumenten in.

Defensie

  1. Voor een overzicht van de missies en operaties wordt verwezen naar de begroting van het ministerie van Defensie.

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces en in de bilaterale relaties met Europese partners is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Beleidsinzet toegelicht

Europese samenwerking

Bij veel van de vraagstukken waar Nederland de komende periode voor staat, speelt de EU een essentiële rol. Denk aan klimaatverandering, digitalisering, migratie, interne veiligheid en defensie. Deze vraagstukken blijven urgent, ook tijdens de COVID-19-crisis en de herstelfase. Het economisch en werkgelegenheidsherstel moet gepaard gaan met verduurzaming en digitalisering. Voor al deze uitdagingen geldt dat een handelingsbekwame Unie van groot belang is.

Relatie EU en het VK

Nu de Brexit-akkoorden (het Terugtrekkingsakkoord en de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK) formeel in werking zijn getreden, zal het kabinet zich in 2022 blijven inzetten voor volledige implementatie van de gemaakte afspraken. Het VK blijft ook na Brexit voor Nederland een belangrijke partner en bondgenoot, zowel bilateraal als multilateraal. De belangen voor Nederland in de relatie met het VK zijn groot. Op onder andere economisch gebied, op het gebied van buitenlands- en veiligheidsbeleid, maar ook consulair-maatschappelijk met een grote Nederlandse gemeenschap in het VK. Samen met bedrijven, kennisinstellingen en andere partners zullen we als overheid onze bilaterale relatie post-Brexit verder vormgeven. Daarbij blijft transparantie, consultatie en coördinatie in EU-kader van belang, gelet op de status van het VK als voormalig EU-lidstaat.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 0 0 0 0 469.124 393.391
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 224.729 224.729 191.123 191.123 133.750 133.750
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10.502 4.201 10.500 4.200 10.500 4.200
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.474 0 6.404 0 4.517 0
03.05 Europese vredesfaciliteit 0 0 18.882 0 24.277 0
Toerekeningen
EU-begroting 405.600 329.867 421.305 345.572 0 0
Totaal 645.305 558.797 648.214 540.895 642.168 531.341

Financiële instrumenten

BZ

  1. Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Carïbisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert, tot 2021. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financieringvan de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden.Voor de financiering van programma’s in LGO is met ingang van 2021 een apart budget voorzien onder de EU-begroting. De aflopende bijdragen aan het EOF in 2022 en de jaren daarna betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF.
  2. Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
  3. Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandpolitiek terrein.
  4. Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.
  5. Bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EVF) voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen. De faciliteit dient ter versterking van het EU extern optreden en, conform de Nederlandse inzet, een bijdrage te leveren aan een meer geĂŻntegreerde benadering van conflicten en crises binnen het EU-buitenlandbeleid.

Toerekening

  1. De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven "Nederlandse aandeel" van de begroting van de Europese Commissie. Hiervan worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Het merendeel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geĂŻntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Consulaire dienstverlening

De COVID-19 pandemie heeft het belang van goede en moderne consulaire dienstverlening verder onderstreept. In 2022 zullen de effecten van de pandemie nog steeds zichtbaar zijn in het consulaire domein. Zolang het coronavirus niet overal ter wereld onder controle is, zullen mogelijke reisrestricties en de gezondheidssituatie in een land ervoor zorgen dat de vraag naar reisadviezen hoog blijft. Daarnaast is de verwachting dat het aantal reisbewegingen niet direct zal herstellen naar het niveau van voor de pandemie. Dit betekent o.a. dat de aantallen visumaanvragen langzaam zullen herstellen, maar waarschijnlijk niet tot het niveau van 2019, met navenante gevolgen voor de visumopbrengsten.

Cultuur internationaal

Kunst en cultuur geven betekenis en vorm aan onze relaties; ook wanneer deze moeizaam zijn. Ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill omdat je elkaar door cultuur leert kennen, begrip voor elkaar krijgt en expertise uit kan wisselen. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dat met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangrijke landen in de rest van de wereld. Culturele samenwerking ondersteunt daarnaast andere prioriteiten van buitenlandbeleid en speelt onder meer een belangrijke rol in de dialoog met landen als Rusland, China en Marokko. In 2022 wordt daarnaast gestuurd op intensievere culturele samenwerking met Indonesië (d.m.v. de vernieuwing van een aflopend MoU) en Suriname. De impact van de COVID-crisis op bestaande netwerken en samenwerkingscapaciteit in het buitenland vormt voor het ICB de komende periode een speciale uitdaging.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 22.987 0 20.441 0 9.031 0
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 19.822 0 22.992 0 18.467 0
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6.133 0 7.771 0 7.475 0
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 31.302 6.786 24.436 2.136 18.511 136
OCW
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 506 0 480 0 480 0
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 0 6.017 0 6.017 0
Totaal 85.367 6.786 82.137 2.136 59.981 136

Financiële instrumenten

BZ

  1. Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen;
  2. Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties;
  3. Consulaire dienstverlening, waaronder het verstrekken van reisdocumenten, opmaken van akten en verklaringen, behandelen aanvragen van visa, legaliseren van documenten en het uitvoeren van verificatieonderzoeken.
  4. Loket buitenland: opzetten van een one-stop shop voor overheid gerelateerde zaken voor Nederlanders die in het buitenland verblijven.
  5. Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.
  6. Ondersteuning van initiatieven in vier landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.
  7. Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Dat kunnen ook activiteiten zijn voor COVID-19 ondersteuning.
  8. Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
  9. Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd
  10. Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.

OCW

  1. Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van OCW en Buitenlandse Zaken. In de periode 2021-2024 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:

    1. een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;
    2. het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;
    3. het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de BHOS-agenda in de focusregio’s.
  2. Voor de verwezenlijking van bovenstaande doelen wordt gekozen voor een meerjarige strategische inzet op 23 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (o.a. diplomatieke posten, fondsen en Dutch Culture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden.

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Algemeen

Verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd en versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Daartoe werkt Nederland aan een duurzaam handels- en investeringssysteem inclusief Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie en aan versterking van de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.

Beleidsinzet toegelicht

Mondiale ketenverduurzaaming

De COVID-19 pandemie heeft zwaktes in wereldwijde handelsketens blootgelegd en de noodzaak tot verduurzaming van waardeketens en verantwoord ondernemen onderstreept. Nederland blijft daarom wereldwijd streven naar duurzame en verantwoorde productie van goederen en diensten. Daarbij ziet het kabinet een rol voor zowel de private sector en maatschappelijke organisaties als voor overheden. Bijzondere aandacht blijft uitgaan naar specifieke ketens als textiel, cacao en palmolie. Hierin zet Nederland in op het bevorderen van leefbaar loon en het tegengaan van kinderarbeid en ontbossing. Het kabinet blijft diverse organisaties steunen om verder te werken aan de transitie naar duurzame ketens. In 2022 wordt het in 2021 herziene Nationaal Actieplan Bedrijfsleven en Mensenrechten verdere ingevuld en uitgevoerd.

Toekomstbestendig handels- en investeringssysteem

Internationale handel is essentieel voor post-COVID economisch herstel. Nederland blijft zich bilateraal, in EU-verband en multilateraal inzetten voor versterking van het op regels gebaseerde internationale handelssysteem, onder meer via hervorming van de WTO. Daarnaast zal handelspolitiek in 2022 in het teken staan van het vergroten van de weerbaarheid van de EU, het creëren van een internationaal gelijk speelveld voor het bedrijfsleven, meer toezicht op de naleving van EU-handelsakkoorden (zowel bilateraal als multilateraal) en verdere verduurzaming van het EU-handelsbeleid.

Handel en duurzaamheid

De relatie tussen handel en duurzaamheid zal verder versterkt worden, onder andere door verdere verduurzaming van toekomstige EU-handelsakkoorden waar Nederland zich voor inzet. Samen met Frankrijk heeft Nederland hiervoor ideeën aangedragen die de Europese Commissie deels heeft overgenomen. De Commissie werkt in 2021 en 2022 aan de herziening van het «15-punten actieplan voor handel en duurzame ontwikkeling», waarbij Nederland zich zal inspannen om die ideeën daarin op te nemen. Multilateraal kan verduurzaming van handel gerealiseerd worden door een sterkere focus hierop binnen de WTO, onder andere door een discussie te entameren over productiestandaarden in relatie tot handelspolitiek en door het lanceren van een handel & klimaat initiatief.

Economische veiligheid

Door geopolitieke spanningen, waaronder de competitie tussen de VS en China, en technologische ontwikkelingen zijn economie, politiek en veiligheid sterker verweven geraakt. De COVID-19 crisis en de toenemende geopolitisering van de internationale economie hebben aanleiding gegeven om onderzoek te doen naar strategische afhankelijkheden in waardeketens en het behoud van toegang tot strategische goederen en diensten. De uitkomsten hiervan zullen onder meer worden gebruikt voor de Nederlandse inzet in de discussie over open strategische autonomie die nu in EU-verband plaatsvindt.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 24.590 17.351 28.556 19.425 31.525 21.425
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 127.922 0 97.976 0 86.665 0
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 416.637 414.667 412.419 410.139 432.009 429.729
EZK
1.55 Opdrachten 11 0 161 0 161 0
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.484 0 2.741 0 2.752 0
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.871 0 2.781 0 2.560 0
Totaal 573.515 432.018 544.634 429.564 555.672 451.154

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Contributies aan internationale organisaties zoals OESO en WTO.
  2. Programma's ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  3. Via verschillende kanalen wordt bijgedragen aan de bestrijding van kinderarbeid.
  4. Uitgaven ten behoeve van de bestrijding kinderarbeid vallen onder MVO en beleidsondersteuning ODA. Er wordt ingezet op drie terreinen: Een bijdrage aan de International Labour Organisation; subsidies via het door RVO uitgevoerde Fonds Bestrijding Kinderarbeid en een subsidie aan de Alliantie Stop Kinderarbeid.
  5. De regeling Starters International Business (SIB) bestaat uit individuele coaching-, missie- en kennisvouchers voor startende mkb-ondernemingen die de stap willen maken naar buitenlandse markten.
  6. Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.
  7. Inzet op het terrein van (jeugd)werkgelegenheid met als hoofddoel het

    creëren van toekomstperspectief, middels fatsoenlijk werk en inkomen,

    voor 200.000 jongeren in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, West-

    Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika. In lijn hiermee is het subsidieprogramma LEAD (Local Employment in Africa for Development) verlengd.

  8. Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties.

EZK

  1. Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Universal Postal Union (UPU), de International Telecommunications Union (ITU) en de internationale organisaties Metrologie. Deze internationale organisaties hebben betrekking op postovergangen, radiofrequenties en metrologie.
  1. Bijdrage aan het permanente ondersteunende bureau van European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT).
  1. Een jaarlijkse donatie aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.
  1. Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de World Intellectual Property Organization (WIPO).

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Algemeen

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale klimaatactie

Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor mens, natuur en milieu en vraagt om een mondiale aanpak. Nederland blijft daarom in 2022 internationaal actieve klimaatdiplomatie voeren om de uitvoering van het Akkoord van Parijs te versnellen. De nadruk ligt op gebieden waar Nederland het grootste verschil kan maken, zoals klimaatweerbaarheid in Afrika, de energietransitie in Azië en bosbehoud in de tropen. Nederland zet daarom onder meer in op ambitieuze en effectieve EU-wetgeving, gericht op het voorkomen van ontbossing en bosdegradatie. Ook zorgen we dat Nederlandse vertegenwoordigingen, waar opportuun, concrete ondersteuning kunnen bieden voor een versnelde energietransitie. Daarnaast vraagt Nederland internationaal aandacht voor meer financiering voor klimaatadaptatie, private klimaatfinanciering en vergroening van het beleid van multilaterale banken. Tot slot is het, mede dankzij de Nederlandse klimaatdiplomatie, de inzet van de gehele Europese Unie een uitstootreductie van 55% in 2030 te realiseren en om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te zijn.

WASH

Ook in 2022 wil Nederland blijvende en inclusieve toegang tot drinkwater- en sanitaire voorzieningen en hygiëne (WASH) bevorderen. Deze voorzieningen dragen bij aan een goede gezondheid en bleken cruciaal om COVID-19 in ontwikkelingslanden in te dammen. Met publiek ontwikkelingsgeld als hefboom voor private en andere vormen van financieringfinancieringneemt het financieringstekortfinancieringstekort voor SDG 6 (schoon water en sanitatie) af. Zo draagt Nederland bij aan het Global Acceleration Framework (SDG 6).

Partners voor Water

Ook in het komende jaar wordt uitvoering gegeven aan de in 2016 gestarte subsidieregeling van het programma Partners voor Water (PvW) 2016–2021. Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de (interdepartementale) Nederlandse Internationale Water Ambitie (NIWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de vier ministeries BZ, EZK, LNV en IenW samenwerken. Voor de uitvoering van het programma PvW 2016–2021 is mandaat verleend aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het budget is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en een deel voor samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie. In 2020 is aanvullend HGIS-budget van EUR 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de eindfase (2020 t/m 2022) van het programma, waarin met 15 partnerlanden invulling wordt gegeven aan de Memoranda of Understanding die in lijn zijn gebracht met de NIWA.

Internationaal werken aan groene en slimme mobiliteit, klimaatadaptatie en circulaire economie

De inzet van het kabinet is erop gericht om het Nederland van vandaag én morgen bereikbaar, leefbaar en duurzaam te houden, en afwenteling te voorkomen. Afwenteling kan gaan over het verschuiven van het probleem naar later (volgende generaties), naar elders (andere landen) of naar andere problemen (bijvoorbeeld van klimaat naar biodiversiteit). De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen, die samen de Agenda 2030 vormen, zijn daarbij het kader. In deze context zet het kabinet zich in voor een klimaatadaptieve en duurzame infrastructuur en leefomgeving, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie. Deze ambities worden ondersteund door gerichte inzet in de internationale arena, middels strategische samenwerking met sleutelorganisaties zoals UNEP, WHO en ITF. Daarbij is de inzet zo veel mogelijk gericht op het benutten van synergie in de aanpak van milieu- en klimaat, bijvoorbeeld waar het gaat om de circulaire economie. Europese en internationale inzet op deze ambities biedt daarnaast economische kansen, stimuleert slimme groene investeringen, creëert banen en bevordert zo de Nederlandse innovaties en kennis die ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
02.01 Voedselzekerheid 342.282 342.282 325.447 325.447 328.672 328.672
02.02 Water 196.249 196.249 187.895 187.895 188.619 188.619
02.03 Klimaat 211.466 210.358 236.754 235.604 259.589 258.439
IenW
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 13.751 0 19.319 0 12.397 0
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid 245 0 200 0 0 0
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 8.990 0 7.093 0 5.052 0
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 866 35 5.277 35 3.387 35
EZK
4.55 Opdrachten 275 0 687 0 285 0
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.239 0 1.972 0 1.624 0
LNV
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1 9.358 4.114 11.857 4.585 11.107 4.585
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties2 1.847 0 2.045 0 1.714 0
Totaal 786.568 753.038 798.546 753.566 812.446 780.350
  1. In 2020 betrof dit artikel 11.95.
  2. In 2020 betrof dit artikel 12.95.

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van de voedselproductie.
  2. Belangrijkste activiteiten op het gebied van ecologisch houdbare voedselsystemen zijn het SNV-programma Climate Resilient Agriculture For Tomorrow, CRAFT), het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO), het in 2020 gestarte Dryland Sahel Programma in West-Afrika en het programma met de Consultative Group on International Agricultural Research CGIAR.
  3. Via het Netherlands Food Partnership (NFP) en het SDG-partnerschap programma draagt Nederland bij aan het versterken van kennisnetwerken.
  4. Binnen de Nederlandse inzet om klimaatverandering tegen te gaan staan adaptatie en weerbaarheid voorop. Hiervoor worden onder andere bijdrages gedaan aan programma's op het gebied van water, voedselzekerheid en ontbossing.
  5. Het blijft ook nodig kennis te ontwikkelen over de relatie tussen klimaatverandering, ontwikkelingssamenwerking en armoede. Daartoe wordt onder andere samengewerkt met WRI, PBL en de Commissie MER.
  6. Het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) versterkt de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering en draagt bij aan emissiereductie.
  7. Om klimaatdiplomatie te ondersteunen doet Nederland een bijdrage aan de Global Environment Facility, het Groene Klimaatfonds en de Climate Investment Funds. Nederland draagt voorts bij aan UN Environment (UNEP).
  8. Nederland benadrukt het belang van de transitie naar een circulaire economie voor het behalen van de klimaatdoelen.
  9. Nederland zet in op internationale multi-stakeholder partnerschappen om verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden te vergroten en de klimaat-impact ervan te verkleinen.

IenW

  1. Uitvoering van Partners voor Water
  2. Uitvoering Blue Deal, een internationaal programma van 21 waterschappen. Het doel van het programma Blue Deal heeft als doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water. De focus ligt op het bieden van hulp, maar ook op het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren.
  3. Op het terrein van milieu en klimaat draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties inzake milieuaangelegenheden, zoals aan UNEP, UNECE, het International Resource Panel (IRP) en het International Transport Forum (ITF). Tevens zijn er middelen gereserveerd voor de Nederlandse bijdrage in de gebruiksvergoeding van het Estec / Galileo Reference Center (GRC).
  4. Op grond van wet- en regelgeving en internationale afspraken betaalt Nederland contributiegelden aan de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF). Deze intergouvernementele organisaties zijn van groot belang voor internationale samenwerking op het gebied van weer, klimaat, modelontwikkeling en data.

EZK

  1. Opdrachten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP).
  2. Bijdragen en contributies aan internationale organisaties waardoor Nederland een actieve participatie heeft in diverse internationale energie- en klimaatgerelateerde organisaties en netwerken.

LNV

  1. Er zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de jaarlijkse contributies voor internationale organisaties (EUR 10,9 miljoen). De grootste contributie die hieruit bekostigd wordt, is die aan de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) (EUR 8,3 miljoen). Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor kleinere contributies aan verschillende internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Program (UNEP) (EUR 0,3 miljoen).

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Algemeen

Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door bij te dragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toeroepen aan de verspreiding van hiv/aids. Daarnaast wordt er ingezet op de bevordering van gendergelijkheid en vrouwenrechten. Tevens wordt er bijgedragen aan de versterking van het onderwijs en waarmee wordt bijgedragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren, een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek. Tenslotte wordt door het bevordering en bescherming van politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties bijgedragen aan de versterking van het maatschappelijk middenveld. Dit draagt bij aan het versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen

Beleidsinzet toegelicht

Gendergelijkheid

Het Nederlandse internationale genderbeleid behoudt in 2022 de volgende doelstellingen: (1) het versterken van politieke participatie en leiderschap van vrouwen; (2) het versterken van economische participatie en empowerment van vrouwen; (3) het tegengaan van (seksueel) geweld tegen vrouwen en meisjes; en (4) het versterken van de rol van vrouwen in conflictpreventie en vredesopbouw. Nederland draagt hieraan bij via het derde EU Gender Actie Plan (GAP) en het vierde Nationaal Actieplan 1325 (NAP). Ook blijft Nederland zich in 2022 uitspreken voor ratificatie en implementatie van de Istanbul Conventie en tegen gender-gerelateerd geweld. Daarnaast dragen de strategische partnerschappen onder het vorig jaar gelanceerde SDG5 fonds in 2022 bij aan de doelen van de Generation Equality Forum Actiecoalitie van Feminist Movements and Leadership (2021-2026). Ook pleit het kabinet op internationale fora en via bilaterale contacten voor politieke en financiële steun aan (Zuidelijke) vrouwenrechtenorganisaties.

Gezondheidssystemen

De COVID-19 pandemie onderstreept het belang van een sterke en veerkrachtige gezondheidssector. Nederland zal in 2022 extra aandacht besteden aan het veerkrachtiger maken van gezondheidszorgsystemen, bijvoorbeeld door met innovatieve financiering efficiëntie te vergroten, en de coördinatie op landenniveau en de samenwerking met eindgebruikers van gezondheidsdiensten te verbeteren.

Ook de basisgezondheidszorg staat in veel ontwikkelingslanden onder druk. Dit leidt tot meer ongeplande (tiener-)zwangerschappen en moeder- en kindsterfte, en tot verminderde toegang tot hiv- en aidspreventie en -behandeling. Om de doelstellingen voor Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) te behalen blijft Nederland in 2022 inzetten op het overeind houden en versterken van basisgezondheidszorg, door onder meer de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO), UNFPA (United Nations Population Fund), GFF (Global Financing Facility for Every Woman, Every Child) en maatschappelijke organisaties te steunen. Daarbij ziet het kabinet lokaal eigenaarschap als fundament voor samenwerking tussen lokale overheden en de WHO en andere partijen.

Om de pandemie mondiaal te bedwingen is wereldwijde toegang tot vaccins, diagnostiek en beschermende middelen cruciaal. Nederland blijft zich dus inzetten voor een solidaire verdeling van deze middelen door het internationaal coördinatiemechanisme Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het vaccinprogramma COVAX te steunen, ook via de EU.

Onderwijs, werkgelegenheid en jongeren

Het blijft voor het kabinet van belang om te werken aan perspectief voor jongeren in de focusregio’s, zoals uiteengezet in de strategie Youth at Heart. Investeringen in kwaliteitsonderwijs worden in 2022 gecontinueerd, onder andere via het Global Partnership for Education (GPE) en Education Cannot Wait (ECW). Onderwijs voor meisjes krijgt daarbij bijzondere aandacht.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 423.151 421.654 525.316 523.825 529.119 527.508
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 49.239 49.239 54.405 51.405 51.643 51.643
03.03 Maatschappelijk middenveld 195.272 195.272 166.666 166.666 197.644 197.644
03.04 Onderwijs 79.762 79.762 74.050 74.050 69.550 69.550
OCW
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 54.299 46.884 55.519 47.953 55.519 47.953
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 126 0 292 0 342 0
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 0 0 0 0 0
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 454 454 454
VWS
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 6.868 0 3.868 0 3.868 0
Totaal 812.229 796.138 883.443 867.226 911.012 897.625

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA, UNAIDS, GFATM, UNICEF, GAVI, GFF/WB).
  2. In de samenwerking met regionale en lokale organisaties in West-Afrika, wordt sterker ingezet op de samenhang tussen SRGR en andere sociale thema’s zoals onderwijs en gender.
  1. Via het Accountability fonds worden lokale partners direct gesteund. Het Voice-fonds, geeft de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem in tien geselecteerde landen en ondersteunt leeftijd-gediscrimineerde groepen.
  2. Met een bijdrage aan Generation Unlimited (GenU) wordt de emancipatie van jongeren en het versterken van hun vaardigheden bevorderd, zodat deze beter aansluiten op de arbeidsmarkt.
  3. Via het Global Partnership for Education (GPE) steunt Nederland onderwijsbeleid en structurele veranderingen in ontwikkelingslanden.
  4. De respons op COVID 19 zal naar verwachting ook in 2022 aandacht vergen. Nederland draagt via verschillende kanalen bij aan de Access to COVID 19 Tools Accelerator (ACT-A). Naast solidaire toegang tot vaccins via COVAX legt Nederland daarbij ook nadruk op versterking van zorgsystemen in ontvangende landen.
  5. Education Cannot Wait (ECW) steunt onderwijs in fragiele, humanitaire en (post-)conflictsituaties.
  6. Het Orange Knowledge Programme (OKP), wordt voortgezet en in de focusregio’s geïntensiveerd. OKP is een geïntegreerd programma, gericht op individuele en institutionele kennisontwikkeling binnen lokale prioritaire thema’s.

OCW

  1. Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
  2. Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

VWS

  1. In 2019 is door VWS een meerjarig partnerschap programma met de

    WHO gestart met als doel om samenwerking op de vraagstukken van

    antimicrobiële resistentie, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,

    niet-overdraagbare ziekten (NCDs), veiligheid van geneesmiddelen

    en medische hulpmiddelen en effectieve gezondheidssystemen

    te bevorderen.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale Financiële Instellingen

Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.

Focusregio's

Nederland continueert de verschuiving van het zwaartepunt van de nationale ontwikkelingssamenwerking naar West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). In de Sahel blijven de inspanningen gericht op armoedebestrijding en het verbeteren van het toekomstperspectief van de jeugd, met name meisjes. In 2022 is Nederland nauw betrokken bij de uitvoering van de EU-Sahel strategie en de internationale inzet ter ondersteuning van de G5-Sahel. Ook zet Nederland in op een eerlijke, effectieve politieke dialoog met autoriteiten in de regio over het belang van goed bestuur en van een geĂŻntegreerde inzet op het bevorderen van veiligheid, rechtsstaat en ontwikkeling. De steeds veranderende conflictdynamiek en de gevolgen daarvan voor vredesopbouw, humanitaire hulp en ontwikkeling maken de inzet in de Hoorn van Afrika complex. Binnen de EU-strategie voor de Hoorn van Afrika richt Nederland zich vooral op democratische transities, inclusieve ontwikkeling, het tegengaan van marginalisering van groepen en het bestrijden van corruptie en nepotisme.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS
05.01 Multilaterale samenwerking 214.821 214.821 191.824 191.824 151.410 151.410
05.02 Overig armoedebeleid 67.698 63.310 96.832 82.189 107.314 96.665
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 0 19.526 19.526 16.851 16.851
Financiën
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 69.296 69.296 0 0 22.355 22.355
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 41.059 41.059 0 0 19.978 19.978
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 71.295 71.295 44.200 44.200 219.550 219.550
04.52.01 Technische assistentie 1.013 0 1.818 0 1.817 0
Eerstejaarsopvang asielzoekers
Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening) 492.792 492.792 0 0 0 0
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 0 0 264.391 264.391 307.472 307.472
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 0 0 31.773 31.773 28.924 28.924
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 0 0 10.297 10.297 9.316 9.316
Totaal 957.974 952.573 660.661 644.200 884.987 872.521

Financiële instrumenten

BHOS

  1. Bijdragen aan de begrotingen van de Internationale FinanciĂ«le Instellingen en VN-instellingen en fondsen via middelenaanvulling, kapitaalverhoging en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden.
  2. Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.
  3. Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.

Financiën

  1. Bijdragen aan de begroting van de Internationale FinanciĂ«le Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.
  2. Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.
  3. Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

Eerstejaarsopvang asielzoekers

  1. Dit betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met ingang van 2021 is de toerekening zichtbaar bij JenV en OCW.

Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

Algemeen

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Beleidsinzet toegelicht

Het postennet; onze oren en ogen van de wereld

Het belang van een sterk postennetwerk voor Nederland is onverminderd groot. Dat wordt zichtbaar bij hulp en repatriĂ«ring van Nederlanders, het verstrekken van informatie aan Nederlandse bedrijven inclusief het organiseren van (online) handelsmissies en bijeenkomsten, de intensieve contacten die nodig zijn om het EU-beleid op diverse terreinen vorm te geven en op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en opkomen voor mensenrechten. Door globalisering zijn kansen en mogelijkheden voor burgers en bedrijven gecreĂ«erd, maar is tegelijkertijd de ongelijkheid tussen en binnen landen toegenomen. De vertegenwoordigingen van Nederland spelen hierop in. Het netwerk van ambassades, permanente vertegenwoordigingen, consulaten-generaal, ambassadekantoren, Netherlands Business Support Offices (NBSO), Netherlands Foreign Investment Agency’s (NFIA) en honoraire consulaten is voor het Koninkrijk belangrijk om onze slagkracht in het buitenland te behouden. In tijden van oplopende spanningen en uitdagingen op onder meer het terrein van mensenrechten, (irreguliere) migratie en (cyber)veiligheid is meer en meer behoefte aan creatieve coalitievorming en zijn antennes ter plaatse onontbeerlijk.

Diplomatie is ingewikkeld mensenwerk, vaak op het scherpst van de snede en met een stevige impact op het dagelijks leven in Nederland. Individuele diplomaten maken op belangrijke momenten het verschil. Omdat ze de juiste mensen kennen, lokale gewoontes begrijpen, creatieve compromissen bedenken en altijd oog houden op Nederlandse belangen en waarden. Dat doet Nederland wereldwijd, meestal achter de schermen, niet zelden onder hele moeilijke omstandigheden en daarbij moeten we soms scherpe keuzes maken over hoe we de beschikbare capaciteit zo effectief mogelijk inzetten. Onze diplomatieke posten, die worden bemenst vanuit alle departementen, zijn Rijksbrede dienstverleners; voor het hele Koninkrijk en voor alle ministeries.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 0 0 11.748 0 2.868 0
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 806.524 277.767 941.962 318.546 881.241 305.546
JenV
91.01.01 Eigen personeel/attachés 2.242 0 2.058 0 2.058 0
BZK
02.01 Nationale veiligheid 308 0 314 0 418 0
11.01 Centraal apparaat (attachés) 205 0 209 0 209 0
OCW
95.01 Eigen personeel/attachés 148 0 409 0 409 0
FIN
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.127 0 1.152 0 1.152 0
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 0 371 0 371 0
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.142 0 1.167 0 1.167 0
DEF
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 18.526 0 21.549 0 21.699 0
10 Centraal apparaat 0 0 0 0 0 0
11 Geheim 4.613 0 6.500 0 5.000 0
IenW
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 3.035 0 2.831 0 2.340 0
EZK
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 5.145 0 10.280 0 9.617 0
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 11.867 0 13.004 0 12.583 0
40 Apparaat (attachés) 1.090 0 0 0 0 0
LNV
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés) 12.283 0 0 0 0 0
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) 0 0 19.670 0 18.668 0
50 Apparaat (attachés) 5.352 0 2.162 0 2.162 0
SZW
96.20 Apparaatsuitgaven (attachés) 526 0 619 0 782 0
VWS
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 1.290 0 1.275 0 1.275 0
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 1.427 0 1.000 0 0 0
Totaal 877.221 277.767 1.038.280 318.546 964.019 305.546

Financiële instrumenten

BZ

  1. Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.
  2. De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Diverse ministeries

  1. Uitgaven ten behoeve van attachés van verschillende ministeries. Het attaché-netwerk biedt Nederland permanente aanwezigheid in de wereld waarin attachés kansen identificeren en creëren, voorzien in informatie en kennis, relaties onderhouden en bouwen met verschillende partners, en de belangen van Nederland behartigen. Diverse ministeries zijn via vak-attachés vertegenwoordigd in het buitenland.
  1. Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

Bijlagen

Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2021

HGIS-uitgaven
Stand Miljoenennota 2021 6.039,6 6.211,5 6.172,2 6.232,9 6.373,9 0,0
Macrobijstellingen (BNI/BBP-mutaties) 173,7 326,2 365,9 395,6 415,7 440,1
Eindejaarsmarge 175,2 19,2 1,1 0,0 0,0 0,0
Overboekingen van/naar HGIS ‒ 31,1 ‒ 17,9 ‒ 3,6 5,5 8,7 6.844,41
Intertemporele kasschuiven ‒ 268,8 ‒ 245,0 99,0 160,8 254,0 0,0
Desalderingen 1,7 ‒ 7,2 ‒ 27,1 ‒ 2,4 0,5 0,4
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2022 (1) 6.090,3 6.286,8 6.607,5 6.792,4 7.052,8 7.285,0
HGIS-ontvangsten
Stand Miljoenennota 2021 164,6 160,0 155,0 152,6 152,1 0,0
Desalderingen en overboekingen 1,7 ‒ 7,2 ‒ 27,1 ‒ 2,4 0,5 42,61
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2022 (2) 166,3 152,7 127,9 150,2 152,6 148,9
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten (1-2) 5.924,0 6.134,0 6.479,6 6.642,2 6.900,2 7.136,1
  1. Inclusief extrapolatie van het voorgaande jaar.

Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting

V Buitenlandse Zaken
01 Versterkte internationale rechtsorde
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 49.795 6.863 50.345 17.509 48.495 16.859 48.495 16.859 48.495 16.859 48.495 16.859 48.495 16.859
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 68.526 35.081 63.502 37.555 63.402 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 6.558 18.785 11.425 10.858 10.296 10.225 10.225
02 Veiligheid en stabiliteit
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 16.458 3.000 14.140 14.085 14.085 14.085 13.740 13.740
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15.430 15.070 14.670 14.620 14.275 13.600 13.251
02.03 Wapenbeheersing 7.670 2.793 12.544 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 167.539 64.286 190.439 75.167 214.625 70.917 213.657 70.917 212.867 70.917 218.977 74.417 218.977 74.417
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26.200 10.480 30.165 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929
03 Effectieve Europese samenwerking
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 469.124 393.391 512.115 436.382 512.428 436.695 537.428 461.695 537.428 461.695
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 224.729 224.729 191.123 191.123 133.750 133.750 100.313 100.313 100.000 100.000 75.000 75.000 75.000 75.000
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 10.502 4.201 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200 10.500 4.200
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.474 6.404 4.517 4.788 4.788 4.598 4.598
03.05 Europese vredesfaciliteit 18.882 24.277 32.369 40.462 44.059 44.959
04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 22.987 20.441 9.031 9.031 12.531 12.631 12.631
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 19.822 22.992 18.467 17.945 15.809 15.037 15.037
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6.133 7.771 7.475 7.475 7.500 8.794 8.794
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 31.302 6.786 24.436 2.136 18.511 136 18.511 136 17.761 136 17.761 136 17.761 136
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 0 11.748 2.868 40.523 76.317 101.557 122.401
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 806.524 277.767 941.962 318.546 881.241 305.546 842.895 305.546 863.899 305.546 865.102 301.046 865.844 301.046
Totaal 1.484.649 635.986 1.651.249 661.417 1.987.079 977.535 2.002.298 987.089 2.066.131 987.089 2.101.622 986.089 2.123.759 986.089
VI Justitie en Veiligheid
31 Nationale politie
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 7.753 7.753 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 586 802 802 802 802 802 802
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 0 0 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200
36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 200 414 414 414
37 Migratie
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 264.391 264.391 307.472 307.472 299.754 299.754 298.043 298.043 293.350 293.350 291.969 291.969
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement
91.01.02 Europol en Eurojust 12.987 22.771 22.771 22.771 22.771 22.771 22.771
91.01.02 WIPO 225 380 380 380 380 380 380
91.01.01 Eigen personeel/attachés 2.242 2.058 2.058 2.058 2.058 2.058 2.058
92 Nog onverdeeld
Totaal 23.993 7.753 299.616 273.191 342.697 316.272 334.979 308.554 332.854 306.843 328.161 302.150 326.780 300.769
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
02.01 Nationale veiligheid 308 314 418 523
11.01 Centraal apparaat (attachés) 205 209 209 209 209 209 209
Totaal 513 0 523 0 627 0 732 0 209 0 209 0 209 0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
01.75 Primair onderwijs; Bijdragen aan medeoverheden
03.70 Voortgezet onderwijs; Bekostiging
01 Primair onderwijs
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 31.773 31.773 28.924 28.924 27.401 27.401 26.640 26.640 26.640 26.640 26.640 26.640
03 Voortgezet onderwijs
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 10.297 10.297 9.316 9.316 8.826 8.826 8.581 8.581 8.581 8.581 8.581 8.581
06 Hoger Beroepsonderwijs
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07 Wetenschappelijk Onderwijs
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 54.299 46.884 55.519 47.953 55.519 47.953 55.519 47.953 55.519 47.953 55.519 47.953 55.519 47.953
08 Internationaal onderwijsbeleid
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 126 292 342 342 342 342 342
08.76 Internationaal onderwijs Bijdragen (inter)nationale organisaties: attachés
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 0 0 0 0 0 0
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 506 480 480 480 480 480 480
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 6.017 6.017 6.017 6.017 4.617 4.617
16 Onderzoek en wetenschappen
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454
16.71 Onderzoek en wetenschappen; Attaché China
95 Apparaatskosten
95.01 Eigen personeel/attachés 148 409 409 409 151 151 151
Totaal 63.208 50.211 108.114 93.350 104.334 89.520 102.321 87.507 101.057 86.501 99.657 86.501 99.657 86.501
IXB Financiën
01 Belastingen
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.127 1.152 1.152 1.152 1.152 1.152 1.152
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 371 371 371 371 371 371
04 Internationale financiele betrekkingen
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 69.296 69.296 0 0 22.355 22.355 22.090 22.090 0 0 0 0 0 0
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 41.059 41.059 0 0 19.978 19.978 19.740 19.740 19.358 19.358 0 0 0
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 71.295 71.295 44.200 44.200 219.550 219.550 266.480 266.480 324.236 324.236 376.686 376.686 376.686 376.686
04.52.01 Technische assistentie 1.013 1.818 1.817 1.817 1.817 1.817 1.817
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.142 1.167 1.167 1.167 1.167 1.167 1.167
Totaal 185.303 181.650 48.708 44.200 266.390 261.883 312.817 308.310 348.101 343.594 381.193 376.686 381.193 376.686
X Defensie
01 Opdracht inzet
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 127.381 213.182 3.000 182.785 184.952 187.120 188.083 188.323
08 Defensie Ondersteuningscommando
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 18.526 21.549 21.699 22.385 20.723 20.723 20.723
09 Algemeen Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 460 19.540 15.000
11 Geheim 4.613 6.500 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
Totaal 150.980 0 260.771 3.000 224.484 0 212.337 0 212.843 0 213.806 0 214.046 0
XII Infrastructuur en Waterstaat
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 13.751 19.319 12.397 12.279 11.252 11.252 11.252
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid 245 200
17.01 Luchtvaart (ICAO) 938 1.311 1.311 1.311 1.311 1.311 1.311
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 381 1.358 1.081 1.081 1.081 1.081 1.081
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 8.990 7.093 5.052 5.844 5.344 4.844 4.344
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 866 35 5.277 35 3.387 35 3.387 35 3.387 35 3.387 35 3.387 35
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 3.035 2.831 2.340 2.320 2.189 2.189 2.189
Totaal 28.206 35 37.389 35 25.568 35 26.222 35 24.564 35 24.064 35 23.564 35
XIII Economische Zaken en Klimaat
1 Goed functionerende economie en markten
1.55 Opdrachten 11 161 161 161 161 161 161
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.484 2.741 2.752 2.752 2.752 2.752 2.752
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 5.145 10.280 9.617 9.417 8.965 8.965 8.965
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 11.867 13.004 12.583 12.322 10.895 10.895 10.895
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.871 2.781 2.560 2.514 2.514 2.514 2.514
4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening
4.55 Opdrachten 275 687 285 335 335 335 335
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.239 1.972 1.624 1.624 1.624 1.624 1.624
40 Apparaat (attachés) 1.090
Totaal 23.982 0 31.626 0 29.582 0 29.125 0 27.246 0 27.246 0 27.246 0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
21 Land- en tuinbouw1
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés) 12.283
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 9.358 4.114 11.857 4.585 11.107 4.585 11.107 4.585 11.107 4.585 11.107 4.585 11.107 4.585
22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken2
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.847 2.045 1.714 1.714 1.714 1.714 1.714
24 Uitvoering en toezicht
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) 19.670 18.668 18.668 18.668 18.668 18.668
50 Apparaat (attachés) 5.352 2.162 2.162 2.162 2.162 2.162 2.162
Totaal 28.840 4.114 35.734 4.585 33.651 4.585 33.651 4.585 33.651 4.585 33.651 4.585 33.651 4.585
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 8 9 9 9 9 9 9
96.20 Apparaatsuitgaven (attachés) 526 619 782 782 782 537 537
Totaal 534 0 628 0 791 0 791 0 791 0 546 0 546 0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 2.200 2.521 657
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 6.868 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868
10.01.01 Personeel
10.01.02 Materieel
10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés)
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 1.290 1.275 1.275 1.275 1.275 1.275 1.275
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 1.427 1.000
Totaal 11.785 0 8.664 0 5.800 0 5.143 0 5.143 0 5.143 0 5.143 0
XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking
01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 24.590 17.351 28.556 19.425 31.525 21.425 30.781 19.175 30.388 19.175 28.296 19.175 28.531 19.175
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 127.922 97.976 86.665 84.665 84.165 84.165 84.165
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 416.637 414.667 412.419 410.139 432.009 429.729 389.410 387.130 372.857 370.577 385.350 383.070 385.350 383.070
02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
02.01 Voedselzekerheid 342.282 342.282 325.447 325.447 328.672 328.672 328.554 328.554 329.688 329.688 339.295 339.295 339.295 339.295
02.02 Water 196.249 196.249 187.895 187.895 188.619 188.619 187.367 187.367 188.026 188.026 193.714 193.714 193.714 193.714
02.03 Klimaat 211.466 210.358 236.754 235.604 259.589 258.439 213.549 211.994 214.310 212.755 220.873 219.318 220.873 219.318
03 Sociale vooruitgang
03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 423.151 421.654 525.316 523.825 529.119 527.508 424.578 422.967 426.899 425.288 446.784 445.173 426.784 425.173
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 49.239 49.239 54.405 51.405 51.643 51.643 51.667 51.667 51.743 51.743 52.439 52.439 52.439 52.439
03.03 Maatschappelijk middenveld 195.272 195.272 166.666 166.666 197.644 197.644 197.242 197.242 197.434 197.434 199.206 199.206 219.206 219.206
03.04 Onderwijs 79.762 79.762 74.050 74.050 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550
04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling
04.01 Humanitaire hulp 470.807 468.912 392.017 391.000 438.017 437.000 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 157.560 157.560 177.000 177.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 208.965 208.965 202.279 202.279 215.135 215.135 210.195 210.195 212.795 212.795 235.243 235.243 235.243 235.243
05 Multilaterale samenwerking en overige inzet
05.01 Multilaterale samenwerking 214.821 214.821 191.824 191.824 151.410 151.410 164.792 164.792 173.450 173.450 184.616 184.616 184.616 184.616
05.02 Overig armoedebeleid 67.698 63.310 96.832 82.189 107.314 96.665 79.546 73.878 94.394 88.870 93.236 87.870 93.236 87.870
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 19.526 19.526 16.851 16.851 530.225 530.225 662.063 662.063 772.703 772.703 984.163 984.163
Totaal 3.186.421 3.040.402 3.188.962 3.058.274 3.265.762 3.152.290 3.494.138 3.385.736 3.639.779 3.532.414 3.837.487 3.732.372 4.049.182 3.943.832
LXXXVI Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis 53.000
55.02 Reservering kasschuif IDA
Totaal 53.000
Toerekeningen
EU-begroting 405.600 329.867 421.305 345.572
Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening) 492.792 492.792
Totaal 898.392 822.659 421.305 345.572 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
TOTAAL UITGAVEN 6.086.806 4.742.810 6.093.289 4.483.624 6.286.765 4.802.120 6.607.554 5.081.816 6.792.369 5.261.061 7.052.785 5.488.418 7.284.976 5.698.497
  1. In 2020 betrof dit artikel 11.
  2. In 2020 betrof dit artikel 12.

Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting

V Buitenlandse Zaken
2 Veiligheid en stabiliteit
10 Doorberekening Defensie diversen 242 242
40 Restituties contributies 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
3 Europese samenwerking
30 Restitutie Raad van Europa 158 250 250 250 250 250 250
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders 7.381 9.200 9.200 9.200 21.000 21.000 21.000
20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 13.448 21.100 23.200 34.300 45.600 51.500 51.500
40 Doorberekening Defensie diversen 74 74 74 74 874 874 874
41 Ontvangsten verkeersnotificaties 338 200 200 200 200 200 200
5 Geheim
10 Geheim
7 Apparaat
10 Diverse ontvangsten 41.696 74.180 63.180 32.280 32.280 32.280 32.280
11 Koersverschillen 12.738
Totaal 75.833 106.004 97.104 77.304 101.204 107.346 107.346
IXB Financiën
04.50.03 Ontvangsten IFI's 4.086 2.180 1.998 1.954 1.876 1.719 1.639
Totaal 4.086 2.180 1.998 1.954 1.876 1.719 1.639
X Defensie
01.01.01 Internationale inzet/BIV 6.173 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407
Totaal 6.173 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407
XIII Economische Zaken en Klimaat
01 goed functionerende markten/04 Een doelmatige energievoorziening 343
Totaal 343 0 0 0 0 0 0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
11 Voedselzekerheid 13
Totaal 13 0 0 0 0 0 0
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling
1.10 ontvangsten internationaal ondernemen 25.767 3.264 3.264 3.264 3.264 3.264 3.264
1.30/40 ontvangsten DGGF 7.258 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
5 Multilaterale samenwerking en overige inzet
5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen 33.824 24.668 24.134 20.960 16.174 15.002 11.712
5.21 Ontvangsten OS 18.344 21.176 21.176 21.176 24.426 21.176 21.176
5.22 koersverschillen 23.655
Totaal 108.848 52.108 51.574 48.400 46.864 42.442 39.152
TOTAAL ONTVANGSTEN 195.296 161.699 152.083 129.065 151.351 152.914 149.544

Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 42.932 32.836 31.636 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 33.445 25.947 25.847 V-01.02
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 6.558 18.785 11.425 V-01.03
Algemeen 55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 0 LXXXVI-55.02
JenV 33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 586 802 802 VI-33.03.10
91.01.02 WIPO 225 380 380 VI-91.01.09
91.01.02 Europol en Eurojust 12.987 22.771 22.771 VI-91.01.07
IenW 17.01 Luchtvaart (ICAO) 938 1.311 1.311 XII-17.01
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) 381 1.358 1.081 XII-18.01
SZW 02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 8 9 9 XV-02.24
VWS 02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg 2.200 2.521 657 XVI-02.11
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 0 0 0 XVI-04.40
Subtotaal 100.260 106.720 95.919
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 13.458 14.140 14.085 V-02.01
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15.430 15.070 14.670 V-02.02
02.03 Wapenbeheersing 4.877 9.292 7.542 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 103.253 115.272 143.708 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 15.720 18.236 17.893 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 1.895 1.017 1.017 XVII-04.01
JenV 33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 0 0 0 VI-31.02.21
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 200 414 414 VI-36.02.58
Defensie 01.01.23 Internationale inzet (BIV) 127.381 210.182 182.785 X-01.01.01
09 Algemeen Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 460 19.540 15.000 X-09.01
Subtotaal 282.674 403.163 397.114
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 0 0 75.733
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 6.301 6.300 6.300 V-03.03
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.474 6.404 4.517 V-03.04
03.05 Europese vredesfaciliteit 0 18.882 24.277 V-03.05
Toerek. EU-begroting 75.733 75.733 0 Toerekening
Subtotaal 86.508 107.319 110.827
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 22.987 20.441 9.031 V-04.01
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 19.822 22.992 18.467 V-04.02
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6.133 7.771 7.475 V-04.03
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 24.516 22.300 18.375 V-04.04
OCW 08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 506 480 480 XIII-08.77
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 6.017 6.017 XIII-14.71
Subtotaal 78.581 80.001 59.845
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 7.239 9.131 10.100 XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 127.922 97.976 86.665 XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.970 2.280 2.280 XVII-01.03
EZK 1.55 Opdrachten 11 161 161 XIII-11.55
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.484 2.741 2.752 XIII-11.95
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.871 2.781 2.560 XIII-13.95
Subtotaal 141.497 115.070 104.518
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.03 Klimaat 1.108 1.150 1.150 XVII-02.03
IenW 11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 13.751 19.319 12.397 XII-11.01
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid 245 200 0 XII-14.01
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal 8.990 7.093 5.052 XII-19.02
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 831 5.242 3.352 XII-23.01
97.01 IenW-brede programmamiddelen 0 0 0 XII-97.01
EZK 4.55 Opdrachten 275 687 285 XIII-04.55
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 1.239 1.972 1.624 XIII-04.95
LNV 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1 5.244 7.272 6.522 XIV-21.95
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties2 1.847 2.045 1.714 XIV-22.95
Subtotaal 33.530 44.980 32.096
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 1.497 1.491 1.611 XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 0 3.000 0
03.04 Onderwijs 0 0 0 XVII-03.04
OCW 07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 7.415 7.566 7.566 VIII-07.70/76
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 126 292 342 VIII-08.71
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 0 0 VIII-08.76
VWS 09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 6.868 3.868 3.868 XVI-09.12.10
Subtotaal 16.091 16.217 13.387
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.02 Overig armoedebeleid 4.388 14.643 10.649 XVII-05.02
Financiën 04.52.01 Technische assistentie 1.013 1.818 1.817 IX-04.52.01
04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 0 0 IX-04.50.01
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 0 0 0 IX-04.50.01
04.55.01 Technische assistentie subsidies 0 0 0 IX-04.55.01
Subtotaal 5.401 16.461 12.466
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 05 Geheim 0 0 0 V-05.01
06 Nominaal en onvoorzien 0 11.748 2.868 V-06.01
07 Apparaat 528.757 623.416 575.695 V-07.01
Div. dept. Attachés 70.697 84.570 79.910 Div. Begrotingen
Subtotaal 599.454 719.734 658.473
Totaal non-ODA 1.343.996 1.609.665 1.484.645
  1. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.
  2. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 12.95.

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 6.863 17.509 16.859 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 35.081 37.555 37.555 V-01.02
JenV 33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 0 200 200 VI-33.03.39
Subtotaal 41.944 55.264 54.614
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 3.000 0 0 V-02-01
02.03 Wapenbeheersing 2.793 3.252 3.252 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 64.286 75.167 70.917 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 10.480 11.929 11.929 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 468.912 391.000 437.000 XVII-04.01
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 157.560 177.000 162.000 XVII-04.02
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 208.965 202.279 215.135 XVII-04.03
04.04 Noodhulpfonds 0 0 0 XVII-04.04
JenV 31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 7.753 8.600 8.600 VI-31.03.21
Defensie 01.01.23 Internationale inzet (BIV) 0 3.000 0 X-01.01.23
Subtotaal 923.749 872.227 908.833
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 0 0 393.391 V-03.01
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 224.729 191.123 133.750 V-03.02
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 4.201 4.200 4.200 V-03.03
Toerek. EU-begroting 329.867 345.572 0 Toerekening
Subtotaal 558.797 540.895 531.341
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 6.786 2.136 136 V-04.04
Subtotaal 6.786 2.136 136
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 17.351 19.425 21.425 XVII-01.01
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 414.667 410.139 429.729 XVII-01.03
Subtotaal 432.018 429.564 451.154
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.01 Voedselzekerheid 342.282 325.447 328.672 XVII-02.01
02.02 Water 196.249 187.895 188.619 XVII-02.02
02.03 Klimaat 210.358 235.604 258.439 XVII-02.03
IenW 23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 35 35 35 XII-23.01
LNV 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)1 4.114 4.585 4.585 XIV-21.95
Subtotaal 753.038 753.566 780.350
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 421.654 523.825 527.508 XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 49.239 51.405 51.643 XVII-03.02
03.03 Maatschappelijk middenveld 195.272 166.666 197.644 XVII-03.03
03.04 Onderwijs 79.762 74.050 69.550 XVII-03.04
OCW 06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 VIII-06.70
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 46.884 47.953 47.953 VIII-07.70/76
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW 454 454 454 VIII-16.70
Subtotaal 796.138 867.226 897.625
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.01 Multilaterale samenwerking 214.821 191.824 151.410 XVII-05.01
05.02 Overig armoedebeleid 63.310 82.189 96.665 XVII-05.02
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 19.526 16.851 XVII-05.04
Financiën 04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 0 0 IXB-04.50.01
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 0 0 0 IXB-04.50.05
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 69.296 0 22.355 IXB-04.50.07
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 41.059 0 19.978 IXB-04.50.08
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 71.295 44.200 219.550 IXB-04.50.09
Toerek. Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening) 492.792 0 0 Toerekening
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 0 264.391 307.472 VI-37.02.20
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 0 31.773 28.924 VIII-01.70/75
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 0 10.297 9.316 VIII-03.70
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 07.01 Apparaat (personeel en materieel) 277.767 318.546 305.546 V-07.01
Subtotaal 277.767 318.546 305.546
Totaal ODA binnen HGIS 4.742.810 4.483.624 4.802.120
ODA buiten HGIS 4.725 4.725 4.725
TOTAAL ODA 4.747.535 4.488.349 4.806.845
  1. In 2019 en 2020 betrof dit artikel 11.95.

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2022

Zoals aangekondigd in de BHOS-nota Investeren in Perspectief, verschuift het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid in deze kabinetsperiode naar de focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de beoogde uitgaven per regio, uitgesplitst naar de beleidsthema’s van de BHOS-begroting.

De tabel hieronder toont bij elke regio eerst de landen waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting.

De in de tabel opgenomen inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op Ă©Ă©n land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut1. Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling nagegaan2, rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn. Deze indicatieve verdeling over landen en regio’s van de huidige portefeuille is vervolgens toegepast op de betreffende centrale thematische budgetten voor 2022.

Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaat- fondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties.

Bij de berekening is geen rekening gehouden met nieuwe initiatieven in de focusregio’s die nog in de loop van 2021 en in 2022 worden ontwikkeld. Daardoor is een zekere onderschatting van de verschuiving naar de focusregio’s mogelijk; deze beweging is nog in volle gang en krijgt met name bij nieuwe programma’s en nieuwe fases van bestaande programma’s z’n beslag.

Focusregio Sahel Burkina Faso 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.900
2.1 Voedselzekerheid 5.500
2.2 Water 5.000
3.1 SRGR en HIV/aids 5.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.600
Totaal 28.500
Mali 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 3.500
2.2 Water 8.000
3.1 SRGR en HIV/aids 16.400
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 13.900
Totaal 42.800
Niger 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.000
2.1 Voedselzekerheid 5.500
2.2 Water 5.000
3.1 SRGR en HIV/aids 10.200
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.500
Totaal 28.200
Nigeria 2.1 Voedselzekerheid 4.200
Totaal 4.200
Senegal 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
Totaal 1.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 2.732
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 8.989
2.1 Voedselzekerheid 23.677
2.2 Water 14.975
2.3 Klimaat 10.225
3.1 SRGR en HIV/aids 18.481
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 551
3.3 Maatschappelijk middenveld 20.778
3.4 Onderwijs 5.344
4.2 Opvang en bescherming in de regio 8.858
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 506
Totaal 115.115
219.815
Focusregio Hoorn van Afrika Ethiopië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.500
2.1 Voedselzekerheid 40.000
2.2 Water 13.000
3.1 SRGR en HIV/aids 20.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.500
Totaal 83.000
Kenia 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.200
2.1 Voedselzekerheid 1.850
2.2 Water 2.550
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.250
Totaal 6.850
Oeganda 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 18.000
3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 10.000
Totaal 39.000
Regionaal Hoorn van Afrika 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.000
Totaal 2.000
Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 5.250
Totaal 6.250
Somalië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 12.500
Totaal 14.500
Zuid-Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.650
2.1 Voedselzekerheid 7.050
2.2 Water 8.395
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 800
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 9.500
Totaal 28.395
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.833
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 17.072
2.1 Voedselzekerheid 30.655
2.2 Water 11.828
2.3 Klimaat 6.750
3.1 SRGR en HIV/aids 41.783
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.104
3.3 Maatschappelijk middenveld 32.322
3.4 Onderwijs 11.743
4.2 Opvang en bescherming in de regio 38.297
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.264
5.1 Multilaterale samenwerking 16
Totaal 206.669
386.664
Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika Egypte 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 600
2.1 Voedselzekerheid 2.000
2.2 Water 4.000
3.1 SRGR en HIV/aids 2.200
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 800
Totaal 9.600
Irak 2.2 Water 2.000
Totaal 2.000
Jemen 2.2 Water 4.150
3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.000
Totaal 20.150
Jordanië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 7.350
2.1 Voedselzekerheid 3.000
2.2 Water 3.900
Totaal 14.250
Libanon 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 6.000
Totaal 6.000
Palestijnse Gebieden 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
2.2 Water 10.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.200
Totaal 18.700
Tunesië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 4.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.500
Totaal 11.500
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.733
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 8.673
2.1 Voedselzekerheid 5.664
2.2 Water 4.529
2.3 Klimaat 2.268
3.1 SRGR en HIV/aids 5.629
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.544
3.3 Maatschappelijk middenveld 17.569
3.4 Onderwijs 3.475
4.2 Opvang en bescherming in de regio 80.351
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 19.426
Totaal 158.861
241.061
Overig Afrika Benin 2.1 Voedselzekerheid 9.500
2.2 Water 3.750
3.1 SRGR en HIV/aids 7.000
Totaal 20.250
Burundi 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.200
2.1 Voedselzekerheid 18.100
3.1 SRGR en HIV/aids 5.400
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.000
Totaal 27.700
Democratische Republiek Congo 3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 800
Totaal 800
Ghana 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.800
2.1 Voedselzekerheid 1.800
2.2 Water 1.000
Totaal 4.600
Mozambique 2.1 Voedselzekerheid 6.500
2.2 Water 10.100
Totaal 16.600
Regionaal Afrika 3.1 SRGR en HIV/aids 10.000
Totaal 10.000
Regionaal Grote Meren 2.1 Voedselzekerheid 10.500
2.2 Water 5.500
2.3 Klimaat 3.500
3.1 SRGR en HIV/aids 4.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 8.200
Totaal 32.200
Rwanda 2.1 Voedselzekerheid 1.400
2.2 Water 700
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.780
Totaal 4.880
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 2.733
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 29.922
2.1 Voedselzekerheid 37.796
2.2 Water 19.040
2.3 Klimaat 14.442
3.1 SRGR en HIV/aids 59.152
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.649
3.3 Maatschappelijk middenveld 27.241
3.4 Onderwijs 17.306
4.2 Opvang en bescherming in de regio 5.939
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.535
Totaal 219.754
336.784
Overig Azië Afghanistan 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 30.000
Totaal 30.000
Bangladesh 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 3.000
2.1 Voedselzekerheid 4.000
2.2 Water 17.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
Totaal 25.000
Indonesië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 194
2.2 Water 600
2.3 Klimaat 390
3.4 Onderwijs 549
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 500
Totaal 2.233
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.633
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 26.333
2.1 Voedselzekerheid 19.396
2.2 Water 10.615
2.3 Klimaat 5.139
3.1 SRGR en HIV/aids 14.309
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 6.361
3.3 Maatschappelijk middenveld 37.468
3.4 Onderwijs 11.709
4.2 Opvang en bescherming in de regio 1.835
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.091
Totaal 137.890
195.123
Overige landen Suriname 3.3 Maatschappelijk middenveld 700
5.2 Overig armoedebeleid 20.583
Totaal 21.283
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 67
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 19.692
2.1 Voedselzekerheid 3.799
2.2 Water 2.298
2.3 Klimaat 4.208
3.1 SRGR en HIV/aids 6.878
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.866
3.3 Maatschappelijk middenveld 10.196
3.4 Onderwijs 3.082
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 84
Totaal 52.170
73.453
Niet gespecificeerd Wereldwijd Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 10.694
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 266.653
2.1 Voedselzekerheid 60.036
2.2 Water 20.189
2.3 Klimaat 211.516
3.1 SRGR en HIV/aids 280.076
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 14.168
3.3 Maatschappelijk middenveld 51.369
3.4 Onderwijs 16.343
4.1 Humanitaire Hulp 437.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio 26.720
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 60.300
5.1 Multilaterale samenwerking 151.394
5.2 Overig armoedebeleid 76.082
5.4 Nog te verdelen BNI en/of toerekeningen 16.851
Totaal 1.699.391
1.699.391
Totaal generaal 3.152.290

Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2021-2026, realisatie ODA-prestatie 2020 en raming ODA-prestatie 2021-2026

Berekening ODA-plafond 2021-2026 (bedragen in miljoenen EUR)
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Raming BNI 844.822 894.885 925.196 954.160 983.282 1.013.293
A : Basisbedrag 0,7% BNI 5.914 6.264 6.476 6.679 6.883 7.093
B: Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen en ontvangsten OS 48 44 44 44 44 44
C : Maatregelen Rutte II ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462 ‒ 1.462
D : Kasschuiven Rutte II ‒ 331 ‒ 475
E : Dichten tijdelijke dip door correctie kasschuiven Rutte II (Rutte III) 331 475
F : Intensivering OS/ODA Rutte III 100
G : Kasschuiven Wereldbank/IDA ‒ 165 ‒ 24
H : Overig (o.m Voorjaarsbesluitvorming en BIV) 54 ‒ 39 28 28 28 28
I: ODA-plafond 2021-2026 4.488 4.807 5.086 5.266 5.493 5.703
Realisatie netto ODA prestatie 2020 en Raming netto ODA-prestatie 2021-2026 (bedragen in miljoenen EUR)
2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026
Bruto ODA-totaal 4.752 4.488 4.807 5.086 5.266 5.493 5.703
Af: geraamde ontvangsten OS ‒ 49 ‒ 25 ‒ 25 ‒ 25 ‒ 25 ‒ 25 ‒ 25
Netto ODA (in miljoenen euro) 4.703 4.463 4.782 5.062 5.241 5.468 5.678
Raming BNI (in miljarden euro) 793,9 844,8 894,9 925,2 954,2 983,3 1.013,3
Netto ODA in % van het BNI 0,59 0,53 0,53 0,55 0,55 0,56 0,56

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen:

  1. Het uitgangspunt is 0,7% van het BNI.
  2. Aflossingen op ODA-leningen en overige ontvangsten worden hieraan toegevoegd. Deze worden jaarlijks bijgesteld. Het gaat daarbij om structureel ca. EUR 45 miljoen per jaar.
  3. Het kabinet Rutte II heeft verschillende structurele maatregelen doorgevoerd op het ODA-budget als gevolg waarvan het ODA-budget is verlaagd (met in totaal ongeveer EUR 1,4 miljard per jaar):

    1. Een taakstelling van EUR 1 miljard per jaar.
    2. Een ruilvoettaakstelling van EUR 49 miljoen per jaar.
    3. Het ODA-budget niet gecompenseerd als gevolg van de verwerking van ESA-20103 (een verlaging van ongeveer EUR 264 miljoen per jaar).
    4. De EKI-reservering4 is geschrapt (EUR 150 miljoen per jaar).
  4. Het kabinet Rutte III corrigeert voor de kasschuiven van het kabinet Rutte II. Hierdoor neemt het ODA-budget deze kabinetsperiode toe met EUR 118 miljoen in 2019 oplopend naar EUR 475 miljoen in 2022 en komt het ODA-budget vanaf 2022 weer op 0,7% BNI minus EUR 1,4 miljard, zoals afgesproken in het Regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst”. Het ODA-budget blijft de komende kabinetsperiode gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI.
  5. Zie toelichting onder D.
  1. Daarenboven zijn er in deze kabinetsperiode incidenteel extra middelen toegevoegd van in totaal EUR 1 miljard, verdeeld over de jaren 2018 t/m 2021.
  2. Het betalingsritme voor de Wereldbank (IDA) is in 2020 aangepast. Dit leidt tot een kasschuif.
  3. De regel overig bestaat uit een aantal budgettaire consequenties voor ODA zoals de voorjaarsbesluitvorming (o.a. de eindejaarsmarge) en de ontvlechting van het BIV in 2018.
  4. Bovenstaande maatregelen (A t/m H) resulteren in het totale ODA-budget.

Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2022

In 2009 zegden de rijke landen toe vanaf 2020 USD 100 miljard per jaar vrij te maken voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Deze collectieve toezegging werd in 2015 in Parijs herbevestigd. Een verdeling per donor werd niet overeengekomen. Er wordt in UNFCCC-verband gewerkt aan gemeenschappelijke richtlijnen voor de rapportage over klimaat­financiering. Het tijdens COP24 in Katowice overeengekomen Rulebook heeft daar richting aan gegeven. Het is de bedoeling dat de richtlijnen tijdens de 26e UNFCCC-klimaatconferentie (COP26) in najaar 2021 worden vastgesteld.

Internationale samenwerking op het terrein van klimaat richt zich op vergroting van de weerbaarheid van mensen en gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie) en het tegengaan van klimaatverandering (klimaatmitigatie). Hiertoe wordt door Nederland samengewerkt met het bedrijfs­leven, ngo’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en ontwikkelingsbanken. Als in de samenwerking met bedrijven en private investeerders met publieke middelen private financie­ring wordt gemobiliseerd, mogen deze private investeringen worden meegeteld als Nederlandse klimaatfinanciering. Om de omvang van die gemobiliseerde financiering te berekenen past Nederland een in OESO-verband ontwikkelde methode toe5.

Nederland heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een stijging van de publieke en private klimaatuitgaven. De verwachting is dat Nederland in 2022 EUR 620 miljoen aan publieke klimaat­financiering zal realiseren. Deze verwachting ligt boven de laatste realisatie ad EUR 592 miljoen in 2020. Daarnaast zal naar schatting EUR 640 miljoen aan private klimaat­financiering worden gemobiliseerd met (een deel van) de publieke inzet. Deze inschatting ligt boven de laatste realisatie ad EUR 592 miljoen in 2020.

Vanuit sub-artikel 2.3 (klimaat) zet Nederland in op ondersteuning van internationale klimaat­fondsen, bevordering van toegang tot hernieuw­bare energie, tegengaan van ontbossing en landdegradatie, vergroening van investerings- en handels­stromen en vergroting van kennis- en capaciteitsopbouw over de relatie tussen klimaat en ontwikkel­ing. Hiertoe is onder andere het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) opgezet.

Binnen het thema Voedselzekerheid zet Nederland in op duurzame productiviteitsverhoging en verster­­­king van weerbaarheid en adaptatie, wat tevens resulteert in lagere emissies. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering staat ook centraal binnen het thema Water met aan­­dacht voor verhoogde waterproductiviteit in de landbouw, verbeterd stroom­gebied­beheer en veilige delta’s, en klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen. Multilaterale ontwikkelings­banken (MDB’s), multilaterale klimaatfondsen als GCF en GEF, en VN-instellingen als UNDP, UN Environment, WFP, UNICEF en WHO ontplooien in hun programma’s klimaatrelevante activiteiten die Nederland met ongeoormerkte financiĂ«le bijdra­gen ondersteunt.

Ook levert een deel van bedrijfsleveninstrumentarium een bijdrage aan de vermindering van broeikasgasemissies en aan de versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing, het aanbieden van verzekeringen tegen de risico’s van klimaatverandering en de bevordering van innovatie. In lijn met motie Van der Lee6 wordt ingezet op verdere vergroening van de programma’s binnen begrotingsartikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen. Tot slot dragen de Strategische Partnerschappen met het maatschappelijk middenveld bij aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie, met name door te lobbyen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering, waarbij de belangen van de meest kwetsbare mensen voorop staan.

Met een deel van het publieke instrumentarium wordt private financiering gemobiliseerd door samen­werking met Nederlandse en internationale private partijen. Om deze financiering te meten werd in de resultatenmonitoring van het ministerie een indicator voor gemobiliseerde private financiering toegevoegd. Het grootste deel van de private financie­ring die aan Nederland kan worden toegerekend, wordt gerealiseerd door de MDB’s. Zoals gezegd zal naar schatting EUR 640 miljoen aan private klimaat­financiering worden gemobiliseerd met (een deel van) de publieke inzet. De realisatie in 2020 bedroeg EUR 592 miljoen in 2020 en EUR 864 miljoen in 2019. Dit verschil illustreert de grote jaarlijkse schommelingen en bijbehorende onzekerheid bij de inschatting van gemobiliseerde private financiering. De schommelingen en onzekerheid bij gemobiliseerde private investeringen zijn veel groter dan bij publieke klimaatfinanciering, zeker uitgedrukt in jaarschijven. Dit komt onder andere door de sterke invloed van wijzigende marktomstandigheden en doordat de tijdsduur van het sluiten van transacties met commerciĂ«le partijen bij elke deal anders is en de hoogte van de private investeringen vooraf niet bekend is. Zo bleek de gemobiliseerde private financiering veel gevoeliger voor de COVID-19 crisis dan de publieke klimaatfinanciering. In 2020 zijn veel projecten van bijvoorbeeld FMO vanwege de COVID-19 crisis gedeeltelijk stil komen te liggen; de verwachting is dat de achterstand in 2021 en 2022 wordt ingelopen. Vanwege de aanmerkelijke jaarlijkse schommelingen wordt een gemiddelde over 4 jaar als basis voor de inschatting van de gemobiliseerde private klimaatfinanciering voor 2022 gebruikt.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de klimaatfinanciering die in 2022 naar verwachting gerealiseerd zal worden. Per beleidsartikel van de BHOS-begroting wordt aangegeven welk deel van de totale middelen naar verwachting publieke klimaatfinanciering betreft.

Naar verwachting zal circa 25 procent van de publieke klimaatfinanciering worden uitgegeven aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie) en circa 45 procent aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie); de overige uitgaven, voornamelijk klimaatfinanciering via multilaterale instellingen, kunnen niet worden gespecificeerd naar deze doelstellingen.

Circa een-derde van de publieke klimaatfinanciering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als hoofddoelstelling hebben. De overige financiering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als nevendoelstelling hebben.

In het HGIS-jaarverslag over 2022 zal in een bijlage worden gerapporteerd over de werkelijk gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hieronder genoemde geschatte bedragen, zeker bij gemobiliseerde private klimaatfinanciering. Dat kan diverse oorzaken hebben, waaronder de omstandigheid dat bij de realisatie talrijke partners betrokken zijn, zoals de MDB’s, waarvan het beleid en de investeringen door de donoren gezamenlijk worden bepaald.

Begroting Begrotingsartikel Indicatie klimaat­uitgaven 2022 Indicatie klimaat­relevantie van begrotings­artikel (percentage)
BHOS 1.Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 65 12%
2.1 Voedselzekerheid 120 37%
2.2 Water 70 37%
2.3 Klimaat1 235 91%
3. Sociale vooruitgang 60 7%
4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling 20 3%
5. Multilaterale samenwerking en overige inzet 25 9%
Financiën IDA en IBRD 65 18%
Totale publieke klimaatfinanciering 660
Prognose gemobiliseerde private financiering
Indicatie private financiering 2022
Nederlandse klimaatfondsen en programma’s 85
Multilaterale ontwikkelingsbanken 340
FMO-A 130
Overige instrumenten en multidonorprogramma’s 85
Totale gemobiliseerde private financiering 640
  1. Dit begrotingsartikel omvat tevens duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2022

In deze bijlage worden de HGIS-uitgaven in 2022 op het gebied van (het tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp toegelicht. Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiĂ«le inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.

1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op eerstejaaropvang van asielzoekers uit DAC-landen, (irreguliere) migratie en opvang in de regio

Artikel Budget 2022
Totaal Wv. ODA
6.37.02 JenV begroting: toerekening eerstejaars-opvangkosten asiel 307 307
08.03.01 OCW toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs) 37 37
17.04.02 Migratiesamenwerking en ontwikkeling 34 34
Opvang in de regio 128 128

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland.

De eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland wordt conform richtlijnen van de OESO Development Assistance Committee (DAC) deels uit ODA-middelen gefinancierd. Deze uitgaven op de JenV- en de OCW-begroting worden aan ODA toegerekend. Wijzigingen van de hoogte van de toerekening lopen via het verdeelartikel op begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Het betreft uitgaven voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden (de zogenaamde DAC-landen). De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.

  1. JenV-begroting: In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven voor opvang van asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos. Daarnaast worden ook kosten voor tolken bij de IND, voorlichting van Vluchtelingenwerk Nederland en rechtsbijstandskosten deels toegerekend. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan ODA. Voor 2022 houdt het kabinet rekening met een totale asielinstroom van 30,000 (afkomstig uit DAC-landen en niet-DAC-landen), resulterend in een aan ODA toe te rekenen gemiddelde bezetting van 19,500 (uit DAC-landen) bij het COA. De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur. In 2023 zal een nacalculatie plaatshebben op basis van de in 2022 in werkelijkheid gerealiseerde cijfers.
  2. OCW-begroting: De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs zijn gebaseerd op in Nederland leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.

Opvang en bescherming in de regio

Wereldwijd blijf het aantal vluchtelingen en ontheemden stijgen. Als gevolg van de pandemie zijn deze mensen extra kwetsbaar en staan perspectief en zelfredzaamheid nog sterker onder druk. Via het Prospects partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank - dat in 2022 het vierde jaar ingaat – investeert Nederland in een duurzame aanpak van de langdurige crises van ontheemden in de SyriĂ«-regio en in de Hoorn van Afrika. De uitkomsten van de tussentijdse evaluatie van Prospects (2021) worden ingezet ten behoeve van van programmering en van de beleidsdialoog met partners, donoren en autoriteiten van betreffende landen. De lessen van de COVID-19 pandemie worden tevens in het programma meegenomen (bijv. online onderwijs voor vluchtelingen en gastgemeenschappen).

Migratiesamenwerking

Met de plannen voor een nieuw Pact voor Asiel en Migratie (september 2020) heeft de Europese Commissie een impuls gegeven aan internationale samenwerking op het gebied van migratie, zowel binnen als buiten Europa. Meer dan voorheen zal die samenwerking gezocht moeten worden om het Nederlandse migratiebeleid goed uit te kunnen voeren.

In 2022 zet Nederland de samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), de grootste uitvoerder van Nederlandse programma’s op het terrein van migratiesamenwerking, voort. Dat betreft enerzijds Nederlandse steun aan programma’s van de organisatie, en anderzijds Nederlandse inzet bij het sturen van de koers van de organisatie.

Samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de Koninklijke Marechaussee, de Nationale Politie en het Openbaar Ministerie blijft Nederland inzetten op stroomlijnen van de internationale aanpak van mensenhandel en –smokkel, langs de voor NL belangrijke migratieroutes.

2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn

Naast bovengenoemde middelen kan humanitaire hulp ingezet worden ten behoeve van vluchtelingen die besluiten hun land te verlaten wegens conflict of onveiligheid. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet. Daarom wordt in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen de begrotingsstand van het artikel genoemd.

Artikel Budget 2022
Totaal Wv. ODA
17.04.01 Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNWRA en WFP 370 369

Noodhulp en humanitaire diplomatie

De verwachting is dat de noden in 2022 opnieuw toenemen als gevolg van de COVID-19 crisis, door klimaatverandering en conflict. Nederland blijft zich committeren aan hulp voor mensen waar de nood het hoogst is, met flexibele en meerjarige financiering. Grotere effectiviteit en efficiĂ«ntie binnen het humanitaire systeem blijft een hoofddoel. In navolging van de in 2021 gelanceerde ‘Grand Bargain 2.0’ richt het kabinet zich in dat kader op grotere betrokkenheid en zeggenschap van lokale actoren en getroffen gemeenschappen. Ook zet het kabinet de inspanningen voort om geestelijke gezondheid en psychosociale steun (MHPSS) te integreren in de noodhulp, en om grensoverschrijdend gedrag in de internationale hulpverlening tegen te gaan.

De rol van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken van de VN (OCHA) bij het vergroten van de effectiviteit van humanitaire hulp zal een belangrijk punt zijn in het Nederlandse voorzitterschap (t/m juni 2022) van de OCHA donor support group (ODSG). De nadruk ligt op meer gezamenlijke programmering, uitvoering en financiering, met accent op het beter betrekken van lokale hulpactoren en op betere verantwoording jegens hulpontvangers.

Met ingang van 2022 worden verschillende Nederlandse bijdragen (onder meer aan de VN, Dutch Relief Alliance (DRA) en het Rode Kruis) vernieuwd, waarna in de beleidsdialoog bijzondere aandacht zal zijn voor lokalisering, integratie van MHPSS in crisisrespons en het tegengaan van seksuele exploitatie, misbruik en gender-based violence.

Altijd en overal staan in de Nederlandse diplomatieke inspanningen rond humanitaire crises wereldwijd centraal: bescherming van burgers, ongehinderde toegang voor hulpverlening, en eerbiediging van het internationale humanitaire recht.


  1. __Zo omvat de landenlijst voor private sector ontwikkeling een 70-tal landen en staat het Voice fonds (voor het versterken van de positie van gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen) open voor tien landen.↩

  2. __Voor activiteiten met budget kleiner dan EUR 1 miljoen is uitgegaan van een evenredige verdeling over de landen waarvoor de activiteit open staat↩

  3. __Toelichting ESA 2010: Door veranderingen in boekhoudkundige regels door de EU (European System of Accounts, ESA 2010) en een herziening van de bronnen voor het berekenen van het BNI door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het BNI in 2014 opwaarts bijgesteld. Omdat het een rekenkundige correctie van het BNI betrof heeft het kabinet er destijds voor gekozen deze BNI-bijstelling niet door te vertalen in een opwaartse bijstelling van het ODA-budget.↩

  4. __Toelichting EKI: Reserveringen voor exportkredietverzekeringen (EKI) zijn reserveringen voor de kwijtschelding van exportkredietschulden van ontwikkelingslanden. Deze schulden zijn ontstaan door investeringen of leveringen van Nederlandse bedrijven aan bedrijven in ontwikkelingslanden. De Nederlandse overheid staat hiervoor garant. Als de ontvangende partij niet betaalt, resulteert deze constructie in een schuld van de overheid van het ontwikkelingsland aan de Nederlandse overheid.
    Sinds 2015 wordt geen reservering meer opgenomen voor schuldkwijtschelding aan ontwikkelingslanden in het kader van EKI. Omdat de ODA-begroting destijds niet is gecompenseerd voor het wegvallen van de raming voor EKI-schuldkwijtschelding wordt een reeks van EUR 150 miljoen per jaar in mindering gebracht op het ODA-budget. Wanneer landen aanspraak doen op de EKI-schuldkwijtschelding, dan wordt dit achteraf aan de ODA-realisatie toegevoegd. Dit bedrag hoeft niet gecompenseerd te worden door bezuinigingen op andere ODA-uitgaven. Het gaat namelijk om een schuldkwijtschelding waarvan de uitgaven vaak al jaren eerder zijn gedaan.↩

  5. __Zie rapport ‘Dutch international private mobilised climate finance’ over 2020↩

  6. __Kamerstuk 35 830-XVII-6 d.d. 24 juni 2021↩