Reactie op het verzoek van het lid Van Houwelingen over de verenigbaarheid van andere functies met het Kamerlidmaatschap
Verenigbaarheid van functies met het Kamerlidmaatschap
Brief Kamer
Nummer: 2021D32405, datum: 2021-08-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35896-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35896 -4 Verenigbaarheid van functies met het Kamerlidmaatschap.
Onderdeel van zaak 2021Z15118:
- Indiener: V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 896 Verenigbaarheid van functies met het Kamerlidmaatschap
Nr. 4 BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Aan de leden
Den Haag, 16 augustus 2021
Op 14 augustus jl. heeft het lid Van Houwelingen van de fractie van Forum voor Democratie mij verzocht artikel 2.2 van het Reglement van Orde1 toe te passen. Dit omdat drie leden van de Kamer naar de mening van het lid Van Houwelingen een met het lidmaatschap van de Kamer onverenigbare functie zijn gaan vervullen.
Als Voorzitter ben ik van mening dat dit niet vaststaat en artikel 57, derde lid van de Grondwet zo geïnterpreteerd kan worden dat deze functies verenigbaar zijn in deze specifieke periode na de verkiezingen, tijdens de formatie. Ik constateer echter dat er een levendige discussie gaande is over toepassing van artikel 57 van de Grondwet en dat er verschillende interpretaties besproken worden. Dit blijkt uit berichtgeving van deskundigen, er zijn Kamervragen gesteld door de leden Marijnissen en Leijten van de SP en het kabinet heeft haar standpunt gegeven in de beantwoording van desbetreffende vragen (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3723).
Gezien deze discussie geef ik de Kamer dan ook mee dat bij meerderheid voorlichting van de Raad van State vragen tot de mogelijkheden behoort.
Indien de Kamer mocht oordelen dat een debat met het kabinet gewenst is, zal ik dat organiseren.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Bergkamp
Artikel 2.2 Verlies lidmaatschap
1. De Voorzitter waarschuwt een lid schriftelijk, indien hij van oordeel is dat dit lid een van de vereisten voor het lidmaatschap niet meer bezit of een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, en het lid de Kamer daarvan kennis had moeten geven.
2. Het lid kan de zaak binnen acht dagen na de waarschuwing aan het oordeel van de Kamer onderwerpen.
3. De Kamer oordeelt slechts over de zaak, nadat daarover verslag is uitgebracht door een daartoe in te stellen tijdelijke commissie.
4. De tijdelijke commissie hoort het lid, indien dat de wens daartoe te kennen geeft.↩︎