Lijst van vragen over de toezending van het eindrapport over de evaluatie grootprojectstatus HSL-Zuid (Kamerstuk 22026-517)
Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens
Lijst van vragen
Nummer: 2021D32452, datum: 2021-09-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D32452).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. van der Zande, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z11450:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-24 14:39: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-07-07 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-09-08 12:00: Toezending eindrapport over de evaluatie grootprojectstatus HSL-Zuid (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-12-09 12:00: Spoor, spoorveiligheid, ERTMS en internationaal spoorvervoer (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D32452 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat inzake de toezending van het eindrapport over de evaluatie grootprojectstatus HSL-Zuid (Kamerstuk 22 026, nr. 517).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Van der Zande
Nr | Vraag |
1 | Op welke wijze gaat u tot 2025 de benutting van de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-Zuid) verbeteren ten behoeve van de internationale bereikbaarheid? |
2 | Op welke wijze gaat u vanaf 2025 de benutting van de HSL-Zuid verbeteren ten behoeve van de internationale bereikbaarheid, mocht de marktverkenning uitwijzen dat het wenselijke bedieningsniveau niet of slechts ten dele met open toegang kan worden gerealiseerd? |
3 | Hoe gaat u bepalen of het «open toegang»-aanbod voor 2025 en verder voor de internationale verbindingen naar België voldoet of zou moeten worden aangevuld middels een concessie? Welke minimumbedieningseisen gaat u hiervoor hanteren? |
4 | Wat is uw inzet voor het internationale vervoer over de HSL-Zuid en naar Brussel voor de vervoerconcessie vanaf 2025, mocht dit niet of slechts ten dele met open toegang kunnen worden gerealiseerd? |
5 | Welke afspraken heeft u gemaakt met NS over de inzet van de Intercity's Nieuwe Generatie (ICNG’s) naar Brussel vanaf 2025? Op basis van welke verwachtingen heeft NS de ICNG’s voor België besteld? |
6 | Bent u in overleg met de Belgische overheid en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) over verdere verbetering van de benutting van de HSL-Zuid en de overige verbindingen van Nederland naar België? Zo ja, kunt u dit toelichten? |
7 | Welke verwachtingen heeft u van de door u genoemde ontwikkelingen op Europees niveau de komende jaren voor verdere versterking van het internationale personenvervoer per spoor, waarin de HSL-Zuid een belangrijke rol zal spelen? |
8 | Voorziet u een verbinding Antwerpen-Breda-Brabantse stedenrij (en eventueel verder)? Bent u voornemens deze verbinding op te nemen in de vervoerconcessie als deze niet wordt aangeboden met open toegang? |
9 | Hoe beoordeelt u uiteindelijk de verhouding tussen kosten en baten van de investeringen in de HSL-Zuid? |
10 | Hoe kunnen kabinet en Kamer de maatschappelijke kosten en baten van dit soort projecten voorafgaand en na de besluitvorming beter in beeld krijgen en houden? |
11 | Kunt u toelichten waarom deze aanvullende evaluatie niet is uitgevoerd door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, zoals eerder is toegezegd? |
12 | Waaruit bestond de betrokkenheid van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid bij deze aanvullende evaluatie? |
13 | Welke lessen voor huidige en toekomstige projecten trekt u uit deze evaluatie? |