[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Informatie over toezending van documenten uit het archief van de Commissie Dossier J.A. Poch

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

Brief regering

Nummer: 2021D32912, datum: 2021-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-VI-123).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35570 VI-123 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021.

Onderdeel van zaak 2021Z15358:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

Nr. 123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2021

Op 10 juni 2021 heb ik uw Kamer medegedeeld dat het archief van de Commissie Dossier J.A. Poch op 4 juni jl. aan mijn departement is overgedragen.1 Ik heb toen aangegeven dat het een zeer omvangrijk archief betreft. Inmiddels is gebleken, dat het archief minimaal 17.000 pagina’s beslaat. De documenten worden op dit moment doorgenomen om te bepalen welke documenten op grond van artikel 68 Grondwet aan uw Kamer kunnen worden verstrekt.

Mijn uitgangspunt is nog steeds dat deze verstrekking zo spoedig mogelijk zal plaatsvinden. Gelet op de omvang van het archief, de vele betrokken partijen en het feit dat het archief ook anderstalige documenten bevat, verwacht ik de documenten uiterlijk 1 december 2021 aan uw Kamer te verstrekken.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus


  1. Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3132↩︎