Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over onduidelijkheid bij gemaakte afspraken door banken inzake het vergoeden van spoofingfraude
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2021D33746, datum: 2021-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-4064).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z14727:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
4064
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid over onduidelijkheid bij gemaakte afspraken door banken inzake het vergoeden van spoofingfraude (ingezonden 31 augustus 2021).
Mededeling van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 16 september 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich mijn eerdere vragen over spoofingfraude?1
Vraag 2
Heeft u inmiddels een beeld bij hoe banken omgaan met het vergoeden van spoofingfraude; zijn er verschillen zichtbaar tussen banken in hoe wordt omgegaan met het vergoeden van spoofingraude?
Vraag 3
Herkent u het beeld dat met name ABN AMRO en de Volksbank, twee banken die nota bene in handen zijn van de Staat, minder snel tot (volledige) vergoeding van spoofingfraude overgaan dan andere banken? Zo ja, hoe verklaart u dat en wat vindt u daarvan?
Vraag 4
Klopt het dat ABN AMRO de afgelopen maanden bij afwijzingen van vergoedingen de omschrijving: «grof nalatig», heeft gehanteerd, terwijl dat begrip in de coulanceregeling niet nader gedefinieerd is?
Vraag 5
Hoe verklaart u dat het begrip «grove nalatigheid» niet nader gedefinieerd is in de coulanceregeling, terwijl het toch de nadrukkelijke afspraak was dat banken collectief nog nader zouden gaan uitwerken wanneer er sprake zou kunnen zijn van «grove nalatigheid» bij spoofing?
Vraag 6
Wat vindt u van de stellingname van ABN AMRO dat in het geval de bankpas en/of pincode aan de fraudeurs bekend zijn gemaakt er geen sprake is van spoofing en dat compensatie alleen mogelijk is als geld is overgemaakt naar een zogenaamde «kluisrekening» en niet bij andere varianten van spoofing? Is dit in lijn met de afspraken die hierover zijn gemaakt?
Vraag 7
Bent u bereid nog eens met de banken om tafel te gaan, daarbij te benadrukken dat, in lijn met de aangenomen motie over het compenseren van slachtoffers van spoofingfraude2, het zaak is dat slachtoffers zo veel als mogelijk gecompenseerd dienen te worden, en van dat gesprek verslag te doen aan de Kamer?
Mededeling
Hierbij bericht ik u dat ik de door het lid Van Nispen gestelde schriftelijke vragen over «onduidelijkheid bij gemaakte afspraken door banken inzake het vergoeden van spoofingfraude» (ingezonden op 31 augustus, met kenmerk 2021Z14727) niet binnen de door u gestelde termijn kan beantwoorden, omdat voor de beantwoording nadere afstemming vereist is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.