Motie van de leden Hijink en Bikker over voldoende extra financiële middelen voor zorgsalarissen vrijmaken in de eerstvolgende begroting
Infectieziektenbestrijding
Motie
Nummer: 2021D33861, datum: 2021-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1426).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.H. Bikker, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1426 Infectieziektenbestrijding.
Onderdeel van zaak 2021Z15782:
- Indiener: H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.H. Bikker, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-09-16 11:30: Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus (Plenair debat (overig)), TK
- 2021-09-16 22:59: Einde vergadering: STEMMINGEN (over moties ingediend bij het debat over de gang van zaken rondom de uitlevering van Julio Poch aan Argentinië, het tweeminutendebat Toekomst Tata Steel, het debat over de situatie in Afghanistan en bij debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1426 MOTIE VAN DE LEDEN HIJINK EN BIKKER
Voorgesteld 16 september 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel lonen in de zorgsector structureel lager zijn dan in de marktsector, zoals blijkt uit het SER-advies «Aan de slag voor de zorg»;
overwegende dat de Kamer met de aangenomen motie-Kwint (25 295, nr. 1233) de regering heeft opgeroepen om uiterlijk deze zomer in overleg met zorgpersoneel en hun vertegenwoordigers tot een plan te komen voor structurele waardering voor zorgverleners, waarin betere arbeidsvoorwaarden en een beter salaris worden gerealiseerd;
overwegende dat het onwenselijk is dat een concrete stap uitblijft in deze intensieve tijden voor de zorg en dat dit allermeest geldt voor het zorgpersoneel dat al jaren structureel minder verdient en minder perspectief heeft op groei dan in de marktsector en grote delen van de publieke sector;
overwegende dat het wenselijk is dat een concrete eerste stap wordt gezet en dat het kabinet zelf verschillende realistische varianten aanreikt in zijn reactie op het SER-advies in 2022;
verzoekt de regering, voldoende extra financiële middelen voor zorgsalarissen vrij te maken in de eerstvolgende begroting, te beginnen met 600 miljoen euro in 2022, opdat met name de grootste salariskloof wordt verkleind en een structurele loonsverhoging mogelijk wordt voor zorgpersoneel, daarvoor spoedig de benodigde voorbereidingen te treffen en de budgettaire dekking te vinden in verhoging van de vennootschapsbelasting,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hijink
Bikker