[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van der Laan en Van Meenen over het artikel 'Moslimcollege Beverwijk wil jongens en meisjes op school scheiden'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D34042, datum: 2021-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-4072).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z12999:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

4072

Vragen van de leden Van der Laan en Van Meenen (beiden D66) aan Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het artikel «Moslimcollege Beverwijk wil jongens en meisjes op school scheiden» (ingezonden 7 juli 2021).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 17 september 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3635.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Moslimcollege Beverwijk wil jongens en meisjes op school scheiden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het idee dat in Haarlem een nieuwe Islamitische school zou moeten komen, waarbij klassen gescheiden worden op basis van gender?

Antwoord 2

De initiatiefnemer van het Ghazali College heeft nog geen aanvraag ingediend – het gaat hier om een melding van een voorgenomen aanvraag. Voordat een initiatief leidt tot het daadwerkelijk stichten van een nieuwe school is er voor de initiatiefnemer nog een lange weg te gaan. Zoals het uw Kamer bekend is, zijn daarbij de eisen aan het stichten van een nieuwe school per 1 november 2020 aangescherpt (de wet Meer ruimte voor nieuwe scholen). In tegenstelling tot de situatie onder de oude wetgeving, stelt de nieuwe wet ook kwalitatieve eisen aan (oprichters van) nieuwe scholen. Mocht dit initiatief daadwerkelijk leiden tot een aanvraag tot het stichten van een nieuwe school, zal die aanvraag worden beoordeeld conform die nieuwe wettelijke eisen.

Vraag 3

In hoeverre bent u van mening dat gescheiden klassen op basis van gender bijdragen aan respect, tolerantie en acceptatie van het pluralisme in de samenleving?

Antwoord 3

Ik ben van mening dat het beter is voor leerlingen als ze les krijgen in gemĂȘleerd samengestelde klassen. Op die manier leren jongens en meisjes al vanaf jonge leeftijd met elkaar en met onderlinge verschillen om te gaan. Maar zoals uw Kamer bekend laat de Algemene wet gelijke behandeling (artikel 7, lid 2) ruimte voor onderscheid op grond van geslacht, mits er gelijkwaardige voorzieningen aanwezig zijn.

Als het gaat om het omgaan met verschillen is van belang dat sinds 1 augustus 2021 de nieuwe wet op de burgerschapsopdracht aan scholen van kracht is. Dat betekent dat iedere school in het funderend onderwijs leerlingen in staat moet stellen om te participeren in, en een bijdrage te leveren aan, de pluriforme, democratische Nederlandse samenleving. Sinds inwerkingtreding van deze wet worden aanvragen tot het stichten van een nieuwe school ook op deze aangescherpte burgerschapseis getoetst.

Vraag 4

In hoeverre bent u van mening dat een school zich met een beroep op de vrijheid van onderwijs zou mogen onttrekken aan de kerndoelen met betrekking tot burgerschap, seksuele voorlichting en seksuele diversiteit?

Antwoord 4

Geen enkele school mag zich onttrekken aan enig kerndoel, dus ook niet aan de kerndoelen met betrekking tot burgerschap, seksuele voorlichting en seksuele diversiteit.

Vraag 5

Bent u van mening dat een school, met een beroep op de vrijheid van onderwijs, homoseksualiteit mag afwijzen?

Antwoord 5

Zoals eerder met uw Kamer gewisseld, mag een school homoseksualiteit niet afwijzen – niet in een identiteitsverklaring, niet in hun toelatingsbeleid en niet in hun schoolcultuur.

Vraag 6

In hoeverre bent u van mening dat gescheiden klassen op basis van gender en het afwijzen van seksuele diversiteit in lijn is met een reeks recent door de Kamer aangenomen moties, waaronder de motie van de leden Kwint cs. en de motievan de leden Van den Hul en Jasper Van Dijk?2

Antwoord 6

De door de vraagstellers genoemde moties hebben beide betrekking op het respecteren van seksuele diversiteit, niet op het scheiden van jongens en meisjes. Zoals ik al heb aangegeven in de antwoorden op vraag 4 en 5 mag een school seksuele diversiteit niet afwijzen.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het scheiden van leerlingen op basis van gender en het schrappen van seksuele voorlichting zeer onwenselijk is?

Antwoord 7

Het schrappen van seksuele voorlichting op scholen is niet alleen onwenselijk, maar ook in strijd met de wet. Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 3 ben ik van mening dat het beter is voor leerlingen als ze les krijgen in gemĂȘleerd samengestelde klassen.

Vraag 8

Bent u voornemens om de aanvraag van het Ghazali College af te wijzen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 heeft de initiatiefnemer nog geen aanvraag ingediend. Mocht er daadwerkelijk een aanvraag worden ingediend, dan zal die beoordeeld worden volgens de wettelijke kaders.

Vraag 9

Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 9

Ja.


  1. De telegraaf, d.d. 3 juli 2021 (https://www.telegraaf.nl/nieuws/1468828187/moslimcollege-beverwijk-wil-jongens-en-meisjes-op-school-scheiden)↩

  2. Kamerstuk 35 352, nr. 31 en 30 420, nr. 274↩