Advies Afdeling advisering Raad van State
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2021D34484, datum: 2021-09-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2021Z14792:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-09-21 15:06: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-22 15:41: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-29 12:00: Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022 (35925-IV) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-10-12 17:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-10-13 10:15: Begroting Koninkrijksrelaties (IV) (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-10-14 16:30: Begroting Koninkrijksrelaties (IV) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-12-07 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W04.21.0240/I 's-Gravenhage, 13 september 2021
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 2 september 2021, no.2021001617, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen
bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der
Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,