De berichten ‘Meerderheid Nijmeegse politiek: vervuilende asfaltcentrale moet vertrekken’ en ‘Protest tegen asfaltfabriek zwelt aan; ook andere wijken én politiek in verzet’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D34912, datum: 2021-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z16190).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.B. Hagen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z16190:
- Gericht aan: S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: K.B. Hagen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z16190
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Meerderheid Nijmeegse politiek: vervuilende asfaltcentrale moet vertrekken» en «Protest tegen asfaltfabriek zwelt aan; ook andere wijken én politiek in verzet» (ingezonden 23 september 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de informatie uit een onlangs uitgelekt stuk dat de omstreden asfaltcentrale aan de Energieweg te Nijmegen mogelijk tot zeventien keer de hoeveelheid polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) uitscheidt dan volgens de norm mag?1 2 Zo ja, hoe oordeelt u hierover?
Vraag 2
Wat is de reden dat tot dit jaar voor het laatst de hoeveelheid PAK’s gemeten is in 2012?
Vraag 3
Op welke manier wordt de samenstelling van asfalt, welke wordt verwerkt in de betreffende fabriek, op voorhand gecontroleerd? Zijn hier de laatste jaren schadelijke stoffen gevonden? Zo ja, hoe kan het dat dit asfalt toch is verwerkt?
Vraag 4
Wat zijn de mogelijkheden voor het bevoegd gezag om het betreffende bedrijf tot de orde te roepen?
Vraag 5
Is de omgevingsdienst voldoende adequaat uitgerust om dergelijke schadelijke stoffen te meten wanneer nodig en is voldoende kennis aanwezig om bedrijven mogelijkerwijs aan te pakken wanneer dit nodig is?
Vraag 6
Op welke manier worden gemeenten, omgevingsdiensten en andere bevoegde gezagen ondersteund vanuit het Rijk wanneer overtredingen plaatsvinden om inwoners van Nederland te beschermen?
Vraag 7
Klopt het dat het betreffende bedrijf een mogelijke dwangsom tot maximaal 50.000 euro opgelegd kan worden? Hoe staat dit in verhouding met het vergrijp?
Vraag 8
Bent u het eens dat het noodzakelijk is voor bevoegde gezagen die vergunningen verstrekken voor de zware industrie, eveneens voor betreffende omgevingsdiensten, dat voldoende juridische kennis aanwezig is wanneer ingegrepen moet worden? Zo ja, is die kennis voldoende aanwezig?
Vraag 9
Zijn de normen die zijn vastgesteld voor de zware industrie passend voor een dichtbebouwde omgeving zoals Nijmegen?
Vraag 10
Wat is de reden dat de bewijslast voor schone productie en kosten voor toezicht liggen bij gemeenten en niet bij bedrijven met vervuilende productieprocessen? Wat is nodig om deze bewijslast bij het bedrijf zelf te leggen, waarbij zij dit proactief aantonen?