De Afghaanse heroïnehandel en de rol van Nederland
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D35099, datum: 2021-09-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z16321).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H. Bikker, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: G.J.M. Segers, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z16321:
- Gericht aan: Th.J.A.M. de Bruijn, minister van Buitenlandse Zaken
- Gericht aan: Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: M.H. Bikker, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G.J.M. Segers, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z16321
Vragen van de leden Bikker, Ceder en Segers (allen ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Justitie en Veiligheid over de Afghaanse heroïnehandel en de rol van Nederland (ingezonden 24 september 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Profits and poppy: Afghanistan’s illegal drug trade a boon for Taliban»?1
Vraag 2
Bent u bekend met de feiten zoals gesteld in het artikel, namelijk dat de Taliban in Afghanistan tussen 2018 en 2019 meer dan 400 miljoen dollar verdienden aan drugshandel en dat de inkomsten uit drugshandel optellen tot wel 60 procent van de totaalinkomsten van de Taliban?
Vraag 3
Welke verklaring kunt u geven voor het in het artikel gestelde dat ondanks de aanwezigheid van Westerse troepen de productie van papaver is gestegen tussen 2002 en 2014?
Vraag 4
Kent u de policy brief «De Nederlandse sleutelrol in de geglobaliseerde drugshandel en productie» van het instituut Clingendael?2
Vraag 5
Wat vindt u van de feiten gesteld in het artikel, namelijk dat de handel van in Afghanistan geproduceerde heroïne voor de Europese markt veelal via Nederland en Turkije loopt? Erkent u dat Nederland het belangrijkste overslagpunt is voor de Europese heroïnehandel, zoals de policy brief ook stelt?
Vraag 6
Hoeveel heroïne komt er vanuit Afghanistan naar Nederland, hetzij voor gebruik hier, hetzij voor distributie naar elders?
Vraag 7
Erkent u het gestelde in het Clingendaelrapport dat Nederland een aantrekkelijk land is voor de handel in heroïne vanwege ondermeer de kennis op het gebied van drugshandel en de aanwezigheid van XTC en andere synthetische drugs als ruilmiddel?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het niet ondenkbaar is dat Nederland met zijn hubfunctie in de heroïnehandel bijdraagt aan het verdienmodel van de Taliban in Afghanistan en daarmee aan de financiering van het Talibanregime? Deelt u vervolgens de mening dat dit een bijzondere verantwoordelijkheid voor Nederland met zich meebrengt in het ondergraven van dit verdienmodel van de Taliban?
Vraag 9
Welke maatregelen kan Nederland nemen om deze hubfunctie tegen te gaan en hierin verantwoordelijkheid te nemen, juist ook waar het de eerdergenoemde randvoorwaarden betreft zoals de aanwezigheid van synthetische drugs en de kennis en beschikking over precursoren (halffabricaten)?
Vraag 10
Bent u bereid om als Nederland ook Europees verantwoordelijkheid te nemen door met andere landen binnen de Europese Unie en Turkije in gesprek te gaan over mogelijk te nemen maatregelen om de handel in heroïne tegen te gaan en zo het verdienmodel van de Taliban verder te ondergraven?