[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Commerciële radio: rapport SEO en toelichting

Frequentiebeleid

Brief regering

Nummer: 2021D35235, datum: 2021-09-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24095-548).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24095 -548 Frequentiebeleid.

Onderdeel van zaak 2021Z16372:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

24 095 Frequentiebeleid

Nr. 548 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2021

In mijn brief van 8 juli 20211 heb ik u nader geïnformeerd over het overleg met de landelijke radiosector over het conceptrapport van SEO Economisch Onderzoek (SEO) met daarin opgenomen de bedragen die de landelijke commerciële radiopartijen verschuldigd zijn voor een verlenging van drie jaar.

Ik ben van plan op grond van artikel 3.15 van de Telecommunicatiewet (de wet), teneinde een optimaal gebruik van frequentieruimte te waarborgen, een marktconforme vergoeding in rekening te brengen bij het verlengen van de commerciële radiovergunningen. Om dit te berekenen heb ik SEO als onafhankelijk expert gevraagd om – in lijn met de al eerder door hen gehanteerde methodiek – de verlengingsprijzen te berekenen. SEO heeft bij de waardebepalingen van radiospectrum in de afgelopen jaren invulling gegeven aan het juridisch kader van de Telecommunicatiewet door de economische waarde te berekenen op basis van de zogenoemde opportuniteitskosten. Dit is de waarde die een efficiënte nieuwe toetreder toekent aan de vergunning, rekening houdend met de looptijd ervan. Deze waarde is tevens gelijk aan de uitkomst van een hypothetische veiling. De waarderingsmethode voor de verlenging van drie jaar moet zo dicht mogelijk aansluiten bij de eerder door SEO gehanteerde systematiek. Temeer deze systematiek is getoetst en goedgekeurd door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Methoden die hiervan afwijken zijn juridisch kwetsbaar.

Conform de procedure die ook is gevolgd bij de eerdere verlengingen van deze vergunningen zijn partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het conceptrapport van SEO middels een zogenoemde preconsultatie. Met het volgen van deze procedure wordt tevens recht gedaan aan de door uw Kamer op 3 juni 2021 aangenomen motie van het lid Grinwis c.s.2 waarin u mij verzoekt om in goede samenspraak met de sector, rekening houdend met de economische schade aan en krimp van de markt en op basis van transparante uitgangspunten, te komen tot een proportionele en daarmee maatschappelijk verantwoorde vergoeding.

In mijn brief van 11 november 20203 heb ik u laten weten dat voor het vaststellen van een verlengbaarheidsbesluit een deugdelijke motivering noodzakelijk is, ook als de grondslag voor een dergelijke verlenging gebaseerd gaat worden op het mitigeren van de effecten van de coronacrisis. Temeer omdat het bij de tijdelijke verlenging van de commerciële radiovergunningen gaat om een derde verlenging op rij, daar waar de wet uitgaat van het beginsel «veilen tenzij». Het berekenen van een proportionele vergoeding, op grond van artikel 3.15 van de wet, gebaseerd op objectieve uitgangspunten ligt in het verlengde daarvan aangezien ik naast een deugdelijke motivering van de verschuldigde bedragen ook gehouden ben aan een correcte toepassing van het staatsteunkader. De economische waarde van de vergunningen dient daarom (geheel) in het bedrag te worden uitgedrukt, zowel met het oog op doelmatig frequentiegebruik als om te voorkomen dat de verlenging kan worden aangemerkt als een verboden vorm van staatssteun aan de huidige vergunninghouders. Daarnaast is het belangrijk om verstoring van het gelijke speelveld (level playing field) te voorkomen. Een marktconforme verlengingsprijs dient daartoe.

Onder een proportionele en daarmee maatschappelijk verantwoorde vergoeding, die voldoet aan de regels van het staatssteunkader, versta ik dan ook een marktconforme vergoeding die conform de Telecommunicatiewet aansluit bij de reële waarde die deze vergunningen vertegenwoordigen.

Gedurende de afgelopen weken hebben er gesprekken plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de Verenging voor Commerciële Radio (VCR) en vertegenwoordigers van het Ministerie van EZK over het conceptrapport van SEO. Op 16 juli 2021 heeft de VCR eveneens een schriftelijke reactie ingediend op het conceptrapport. In grote lijnen komt deze reactie erop neer dat de VCR zich niet kan vinden in de uitkomsten van de door SEO gehanteerde methodiek om de verlengingsprijzen te berekenen. Zij stellen daarom een aantal andere, alternatieve methoden voor. De door de landelijke radiosector voorgestelde alternatieve methoden zijn echter geen van alle in lijn met de Telecommunicatiewet, de hierboven beschreven systematiek en laten zich dan ook niet kwalificeren als methoden die marktconforme vergoedingen tot stand brengen. Bovendien zijn de alternatieve methoden niet nader onderbouwd, zijn de gehanteerde uitganspunten onduidelijk en heeft de VCR (schriftelijk) het voorbehoud gemaakt dat – aangezien zij niet over de onderliggende data beschikt – de door haar aangedragen alternatieven wel moeten leiden tot een redelijke uitkomst voor alle te verlengen vergunningen.

De ingebrachte reactie van de VCR van 16 juli jl. heeft SEO dan ook geen aanleiding gegeven om een van de voorgestelde alternatieve methoden over te nemen of grote aanpassingen in het conceptrapport door te voeren. Conform mijn eerdere toezegging in de bovengenoemde brief van 8 juli 2021 doe ik u hierbij het rapport toekomen4.

Ik acht het van belang om nogmaals te benadrukken dat de in het rapport van SEO opgenomen verlengingsprijzen marktconform zijn en daarmee dus ook maatschappelijk verantwoord. De bedragen die partijen voor een verlenging van drie jaar verschuldigd zijn, kunnen ter illustratie in een bredere context geplaatst worden. Niet alleen relevant is de verlengingsprijs die partijen hebben betaald voor de afgelopen verlengingsperiode, ook een vergelijking met de bedragen die de landelijke partijen in 2011 hebben betaald voor een verlengingsperiode van zes jaar is daarbij van belang. Op deze wijze ontstaat een reëel beeld over de hoogte van de bedragen die partijen moeten afdragen.

Sky Radio A01 € 25.726.000,– € 2.544.000,– € 11.195.000,–
Veronica A02 € 12.720.000,– 1
Q-music A03 € 26.935.000.– € 2.758.000,– € 11.372.000,–
BNR A04
SLAM A05
Radio 538 A06 € 26.935.000,– € 2.324.000,– € 11.112.000,–
Radio 10 A07 2 € 859.000,– € 6.929.000,–
Sublime A08
100% NL A09
Totaal € 91.962.000,– € 8.485.000,– € 40.608.000,– 3

1 A2 is een geclausuleerd kavel waar geen verlengingsprijs meer voor in rekening wordt gebracht.

2 A7 is in 2011 uitgegeven via een veiling en is destijds dus niet verlengd.

3 Ook indien de bedragen voor een termijn van drie jaar opgeteld worden bij de bedragen die golden voor een termijn van vijf jaar blijven de betaalde bedragen voor een periode van acht jaar ver beneden de bedragen die partijen in 2011 verschuldigd waren.

Daarnaast acht ik het van belang dat de berekeningen van SEO zijn doorgevoerd aan de aan de hand van projecties van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor de groei van het bruto binnenlands product (en het bijbehorende prijspeil) in de periode tot en met 20255, waarbij SEO uitgaat van een conservatieve inschatting. De prognoses zijn echter dusdanig gunstig dat het verdienpotentieel van de ongeclausuleerde landelijke vergunningen voor de komende drie jaar circa het viervoudige is van hetgeen deze partijen moeten afdragen.

In de berekeningen van SEO zijn overigens ook de effecten van de coronacrisis op de advertentiemarkt verdisconteerd met als gevolg dat de bedragen hierdoor lager uitvallen. De bovengenoemde bedragen voor een verlenging met een termijn van drie jaar houden derhalve wel degelijk rekening met de economische schade aan en krimp van de markt waar de motie-Grinwis c.s. naar verwijst en zijn en op basis van transparante uitgangspunten tot stand gekomen. De conclusies uit het rapport van SEO neem ik daarom over.

Om de verlenging van de landelijke commerciële radiovergunningen tijdig te realiseren, is het noodzakelijk om zo spoedig mogelijk te starten met een aantal juridische processen om te komen tot de vaststelling van de ministeriële regelingen die nodig zijn om de verlenging voor individuele partijen mogelijk te maken. De consultatie van de ministeriële regeling waarin de verlengingsprijzen uit het rapport van SEO zijn vastgelegd, zal dan ook van start gaan. Eenieder is dan in de gelegenheid om een zienswijze in te dienen op de ontwerpregeling. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat recht wordt gedaan aan alle betrokken belangen, waaronder ook die van potentiële nieuwe partijen. Na weging van alle belangen zal ik, na de afronding van de consultatiefase, overgaan tot het vaststellen van de definitieve regeling.

Resumerend merk ik nog het volgende op. Alle commerciële radiopartijen zijn voor hun businessmodel sterk afhankelijk van advertentie-inkomsten als cruciale financieringsbron voor hun economische en creatieve activiteiten. De effecten van de coronacrisis, die ons allemaal raakt, heeft vorig jaar ook grote gevolgen gehad voor de commerciële radiopartijen door het tijdelijk teruglopen van die advertentie-inkomsten. Ik ben daarom conform de wens van uw Kamer overgegaan tot een tijdelijke verlenging voor een termijn van drie jaar.

Doel van deze tijdelijke verlenging is – conform de motie-Van den Berg6 – commerciële radiopartijen in de gelegenheid te stellen additionele financiering aan te trekken om zo de gevolgen van de coronacrisis te mitigeren en de continuïteit van de sector te waarborgen. Het tijdelijk verlengen van de commerciële radiovergunningen is geen geschikt middel om geleden verliezen c.q. geleden schade te vergoeden. De Telecommunicatiewet en de daarop gebaseerde jurisprudentie biedt hiertoe geen ruimte. De verlengingsprijzen moeten zijn gerelateerd aan omzet die nog moet worden gerealiseerd over een toekomstige periode.7

Over de hoogte van de verlengingsprijzen zijn ook Kamervragen gesteld. Deze zal ik afzonderlijk beantwoorden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer


  1. Kamerstuk 24 095, nr. 545.↩︎

  2. Kamerstuk 24 095, nr. 537.↩︎

  3. Kamerstuk 24 095, nr. 524.↩︎

  4. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  5. In zijn meest recente voorspellingen, voorziet het CPB voor 2021 een reële bbp-groei van 2,2% en voor 2022 een reële groei van 3,5%. De voorspelde ontwikkeling van het bijbehorende prijspeil is 1,5% in 2021 en 1,6% in 2022. Voor de jaren daarna wordt uitgegaan van de voorspellingen voor het tijdvak 2022–2025 uit de ramingen voor de middellange termijn van het CPB: een jaarlijkse groei van het reële bbp van 2,0% en van het bijbehorende prijspeil van 1,7%.↩︎

  6. Kamerstuk 24 095, nr. 519.↩︎

  7. Uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven: ECLI:NL:CBB:2007:BA2169.↩︎