[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad en de Westelijke Balkantop van 5 en 6 oktober 2021

Europese Raad

Brief regering

Nummer: 2021D35468, datum: 2021-09-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1725).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1725 Europese Raad.

Onderdeel van zaak 2021Z16489:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-20 Europese Raad

Nr. 1725 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2021

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan voor de informele Europese Raad en de Westelijke Balkantop van 5 en 6 oktober 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen

GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE INFORMELE EUROPESE RAAD EN DE WESTELIJKE BALKANTOP VAN 5 EN 6 OKTOBER 2021

Op dinsdag 5 en woensdag 6 oktober 2021 vinden een informele Europese Raad (ER) en een Westelijke Balkantop plaats in Slovenië. De ER zal naar verwachting spreken over Afghanistan, de relatie met China en handel. Aangezien dit een informele bijeenkomst is, kunnen ook andere actuele onderwerpen ter tafel komen. De Minister-President is voornemens deel te nemen aan beide vergaderingen.

Europese Raad

Afghanistan

Volgend op de discussie tijdens de informele RBZ die op 20 september jl. en marge van de AVVN plaatsvond1, spreken regeringsleiders tijdens de informele Europese Raad verder over de situatie in Afghanistan en de EU-inzet. Tijdens de genoemde RBZ zijn nieuwe Raadsconclusies over Afghanistan aangenomen, waarmee de EU haar inzet voor vrede en stabiliteit in Afghanistan en voor het blijven steunen van de Afghaanse bevolking herbevestigt. Tijdens de informele ER zal het kabinet erop aandringen om deze lijn te blijven uitdragen. Daarnaast zal het kabinet pleiten voor een gezamenlijke benadering in EU-verband, samen met gelijkgezinden, over het belang van veilige doorgang voor allen die Afghanistan in en uit willen reizen en over het respecteren van mensenrechten, in het bijzonder rechten voor vrouwen en meisjes. Het kabinet acht deze punten van groot belang en maakt zich zorgen over de berichten hierover sinds de machtsovername door de Taliban.

Het kabinet zal deze informele ER ook aanwenden om het belang te benadrukken van een internationale aanpak die onder meer gericht is op het respecteren van mensenrechten, het bevorderen van stabiliteit en het voorkomen dat Afghanistan een safe haven voor terroristische groepen wordt. Ook blijft het kabinet met andere landen in gesprek over het bijstaan van hen die in aanmerking komen om naar Nederland te komen, maar in Afghanistan zijn achtergebleven, en de mogelijkheid van een toekomstige presentie in Kaboel. Eventuele toekomstige aanwezigheid in Kaboel is afhankelijk van samenwerking met andere Europese landen en de veiligheidssituatie en mag niet gezien worden als een erkenning van de Taliban als legitieme vertegenwoordiger van het Afghaanse volk. Tot slot ondersteunt het kabinet de EU-inzet om de Afghaanse bevolking humanitaire hulp te blijven bieden in lijn met de humanitaire principes en het internationaal humanitair oorlogsrecht.

China

In navolging van de discussie tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken op 2 en 3 september jl.2 zullen de regeringsleiders verder spreken over de relatie tussen de EU en China. Zoals de Kamer bekend, is de EU zeer kritisch ten aanzien van China inzake de mensenrechten, de situatie in Hongkong, oneerlijke handelspraktijken, cyberaanvallen en de veiligheidssituatie in de Zuid-Chinese Zee. Deze uitdagingen vragen om een discussie over een eensgezinde koers van de EU en haar lidstaten.

Het kabinet vindt dat lidstaten elkaar waar mogelijk moeten bijstaan op het moment dat ze te maken krijgen met diplomatieke dwangmaatregelen vanuit China. Het kabinet vindt het daarnaast van belang om lidstaten die de eenheid doorbreken als EU te blijven aanspreken en te overtuigen van het belang van een eensgezinde EU-koers. Het kabinet zal tijdens deze informele Europese Raad benadrukken dat onze gedeelde belangen uiteindelijk groter zijn dan de individuele belangen van lidstaten.

De informele Europese Raad vindt plaats in de context van een steeds ingewikkelder wordende EU-relatie met China en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het kabinet acht het van belang dat de EU parallel aan de eensgezindheid en onderlinge EU-solidariteit blijft werken aan het vergroten van haar weerbaarheid over de volle breedte van de Europese agenda.

Ondanks de genoemde uitdagingen is het in het directe belang van de Unie om een werkbare relatie met China te onderhouden en de samenwerking te zoeken met China op zowel zaken van wederzijds belang als op mondiale uitdagingen, zoals het mondiale handelssysteem, klimaat (in aanloop naar de klimaattop in Glasgow) en wapenbeheersing. Om afspraken met China te kunnen blijven maken zijn contacten op het hoogste niveau instrumenteel. Het kabinet is er daarom voorstander van dat binnen afzienbare tijd wederom een EU-Chinatop wordt georganiseerd.

Handel

De regeringsleiders zullen tijdens de informele Europese Raad ook spreken over het Europese handelsbeleid. Het kabinet verwelkomt deze discussie en ziet het EU-handelsbeleid als een belangrijk instrument van de Unie dat een substantiële bijdrage levert aan Europese welvaart en weerbaarheid en de mondiale positie van de EU.

De inzet is en blijft daarom gericht op het versterken van het internationale, op regels gebaseerde handelssysteem. Het is voor het kabinet essentieel dat de voordelen van het open en op regels gebaseerde internationaal handelsstelsel worden behouden en een onnodige ontvlechting van waardeketens voorkomen wordt. Het Europees handelsbeleid moet bijdragen aan een mondiaal gelijker speelveld, de kansen voor het Europees bedrijfsleven vergroten, eenzijdige afhankelijkheden tegengaan en een duurzaam economisch herstel bevorderen.

Ook zet het kabinet in op het sterker verankeren van duurzaamheid (met name ten aanzien van milieu en arbeidsnormen) in zowel de bilaterale als de multilaterale handelsagenda. Daarbij steunt het kabinet het voornemen van de Commissie om de implementatie en naleving van duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden te versterken.

EU-Westelijke Balkantop

De top zal naar verwachting in het teken staan van de samenwerking met en tussen de Westelijke Balkan-landen op het gebied van onder meer economie, connectiviteit, klimaat, veiligheid en de gevolgen van de COVID-19-pandemie.

Tijdens de top zal naar verwachting een verklaring aangenomen worden waarin het EU-perspectief van de landen van de Westelijke Balkan wordt herbevestigd en waarin het belang van de rechtsstaat, mensenrechten en democratie in de regio benadrukt wordt. Ook zullen naar verwachting migratie, de strijd tegen de georganiseerde misdaad en corruptie en het belang van goed nabuurschap, verzoening en regionale samenwerking op de Balkan worden genoemd als prioriteiten voor de regio. Benadrukt zal worden dat de EU veruit de belangrijkste partner is voor de landen van de Westelijke Balkan. Daarnaast zal er ook aandacht besteed worden aan de plannen van de Europese Commissie om veiligheid en stabiliteit te vergroten en het fundament voor sociaaleconomische ontwikkeling te versterken.

Het kabinet hecht belang aan samenwerking met en tussen de Westelijke Balkan-landen op het terrein van de rechtsstaat, connectiviteit, migratie, veiligheid, stabiliteit en klimaat. Voortdurende aandacht voor hervorming van de rechtsstaat, alsmede de strijd tegen de georganiseerde misdaad en corruptie, is essentieel voor economische vooruitgang; dit creëert zekerheid en bevordert investeringen. Goed nabuurschap, verzoening en het afzien van polariserend taalgebruik blijft van groot belang voor stabiliteit in de regio. Zoals de Kamer bekend ondersteunt het kabinet het Europees perspectief van de landen van de Westelijke Balkan. Hiertoe hanteert het kabinet een strikte en faire benadering ten aanzien van uitbreiding.

Tot slot informeert het kabinet hierbij de Kamer eveneens over de officiële instemming van de Raad en het Europees Parlement met de EU Verordening over Instrument voor Pre-Accessie steun (IPA III)3 en zal de Verordening met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 in werking treden.


  1. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2407.↩︎

  2. Zie voor het verslag van deze Raad Buitenlandse Zaken Kamerstuk 21 501-02, nr. 2402.↩︎

  3. Zie BNC-Fiche Verordening Instrument voor Pre-toetredingssteun (IPAIII), Kamerstuk 22 112, nr. 2684.↩︎