[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad Algemene Zaken van 21 september 2021

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2021D35506, datum: 2021-09-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2408).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2408 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2021Z16497:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2408 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2021

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 21 september 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen

VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN 21 SEPTEMBER 2021

Op dinsdag 21 september vond een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. De waarnemend Minister van Buitenlandse Zaken was verhinderd om aan deze vergadering deel te nemen. Nederland werd vertegenwoordigd door de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU.

Prioriteiten Sloveens voorzitterschap

Het voorzitterschap verwees naar de informele RAZ van 22–23 juli jl., die voornamelijk in het teken stond van de presentatie en uitgebreide bespreking van de prioriteiten van het voorzitterschap. Het voorzitterschap gaf aan dat de prioriteiten grotendeels in lijn zijn met Commissievoorstellen zoals die door Commissievoorzitter Von der Leyen naar voren waren gebracht in de Staat van de Unie op 15 september jl. Het voorzitterschap stipte kort de 4 pijlers van het programma aan, met als eerste pijler de weerbaarheid, het herstel en de strategische autonomie van de EU. Het voorzitterschap benoemde dat er een belangrijke stap voorwaarts is gezet met de gezondheidsunie, en verwees hierbij naar de Health Emergency Preparedness and Response Authority (HERA) als door Commissie gepresenteerd op 16 september jl. Over dit voorstel komt uw Kamer een BNC-fiche toe. Daarnaast onderstreepte het voorzitterschap nadruk te willen leggen op een snelle implementatie van het EU-herstelinstrument Next Generation EU. Onder pijler 1 valt ook de inzet voor de eerste maanden van het voorzitterschap om een effectieve reactie op migratie- en veiligheidsuitdagingen te formuleren. Het voorzitterschap verwees naar de gebeurtenissen in Belarus en Afghanistan om te onderstrepen dat het van belang is om de EU beter voor te bereiden op toekomstige crises. De tweede pijler betreft de Conferentie over de Toekomst van Europa. Het voorzitterschap onderstreepte de noodzaak om na de start van het proces de aandacht te richten op de inhoud en te luisteren naar de visie van burgers. De derde pijler heeft betrekking op de Europese manier van leven. Het voorzitterschap herhaalde zijn toezegging de rechtsstaat centraal te stellen in zijn programma. In dit kader zal het in navolging van de twee voorgaande voorzitterschappen, de algemene en landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialoog op basis van het jaarlijkse Rechtsstaatrapport van de Europese Commissie voortzetten. Ook is het voornemens om de artikel 7-procedures tentatief te agenderen voor de Raad Algemene Zaken van 14 december 2021. Onder de vierde en laatste pijler werd een geloofwaardige en veilige EU toegelicht. In dit kader stond het voorzitterschap stil bij de inzet op het uitbreidingsproces met de Westelijke Balkan en het strategische belang hiervan. Uitbreiding is volgens het voorzitterschap niet alleen voor de partners nodig, maar ook voor de EU, vooral als de EU op het wereldtoneel meer verantwoordelijkheid wil nemen.

Geannoteerde agenda Europese Raad 21–22 oktober

Tijdens de bespreking van de geannoteerde agenda van de Europese Raad (ER) van 21 en 22 oktober a.s. spraken de lidstaten hun steun uit voor de geagendeerde onderwerpen: COVID-19, digitalisering, ASEM-Top, EU Oostelijk Partnerschaptop, COP-26 over klimaat en COP-15 over biodiversiteit. De rode draad in de discussie was de EU als mondiale speler. Over het belang daarvan was overeenstemming, maar over hoe dit uit te werken, bijvoorbeeld op het terrein van digitalisering en de samenwerking met internationale partners, liepen de standpunten uiteen. In het kader van deze discussie noemden enkele lidstaten het AUKUS-veiligheidspact. Ten aanzien van de top met het Oostelijk Partnerschap gaf een aantal lidstaten aan dat een goede voorbereiding van belang was en dat het nodig was om nieuwe impulsen te geven aan de relatie om deze goed te houden. Ten aanzien van de COP-26 en COP-15 was het breed gedeelde geluid dat de EU een voortrekkersrol vervulde en dat het zaak was zoveel mogelijk andere landen mee te krijgen. Nederland heeft in dit kader aandacht gevraagd voor klimaatadaptatie. Een aantal lidstaten gaf aan graag te spreken over de hoge energieprijzen tijdens de ER. Andere lidstaten zouden graag spreken over internationale handel. Ook waren er lidstaten die verder wilden spreken over migratie, voortbouwend op de ER van juni dit jaar.

EU-coördinatie COVID-19

Vicevoorzitter van de Europese Commissie Šefčovič leidde deze bespreking in en wees op het advies van de EMA en ECDC over een derde vaccinatie. Hij noemde dat er nu geen bewijs is om deze breed in te zetten, maar dat deze wel nodig kan zijn voor personen met een verzwakt immuunsysteem. Verder gaf hij aan dat er genoeg vaccins zijn om iedereen boven de 12 in de EU te vaccineren. In lijn hiermee heeft de Commissie vijf voorovereenkomsten afgesloten met producenten waarvan de vaccins momenteel beoordeeld worden door de EMA. Ten aanzien van internationale solidariteit gaf Commissaris Šefčovič aan dat de Commissie werkt aan drempelloze donatie aan derde landen, vanuit lidstaten en direct van de producent. Tot slot stond hij stil bij de herziening van Raadsaanbevelingen 1475 (beperkingen op het vrije verkeer) en 912 (inreisverbod). Lidstaten lijken alle voor herziening te zijn, maar over de toekomstige invulling lopen de ideeën uiteen. Nederland benadrukte in dit verband de criteria te willen aanpassen en daarbij elementen als vaccinatiegraad en ziekenhuisopnames mee te wegen. Tijdens de bespreking gaven lidstaten onder meer aan tevreden te zijn over de samenwerking op terrein van vaccininkoop en het Digitale Covid Certificaat (DCC). Nu was het zaak om met derde landen equivalentie van de DCC overeen te komen en herstelbewijzen te kunnen gaan verstrekken op basis van snelle antigeentesten. Verder werd er stilgestaan bij vaccinatietwijfel, desinformatie en de rol van sociale media hierbij. Tot slot werd kort ingegaan op het al dan niet voortzetten van het exportautorisatiemechanisme en of er andere manieren zijn om transparantie inzake export van COVID-19 vaccins te creëren.

Relatie EU-VK

De leden van de Raad Algemene Zaken stonden stil bij de stand van zaken van de relatie tussen de EU en het VK, waarbij de nadruk lag op de implementatie van het Protocol Ierland/ Noord-Ierland (hierna: Protocol). Vicevoorzitter van de Europese Commissie Šefčovič gaf een terugkoppeling van zijn bezoek aan Noord-Ierland en Ierland op 9 en 10 september jl. Dit bezoek onderstreept volgens hem de noodzaak om met alle betrokken partijen te zoeken naar praktische oplossingen voor de problemen zoals opgebracht door het VK en de Noord-Ierse gemeenschappen, binnen de kaders van het Protocol. Daarom zoekt de Commissie momenteel, in dialoog met het VK, naar technische oplossingen op verschillende onderwerpen, zoals sanitaire en fytosanitaire (SPS) controles, medicijnen en BTW. De Commissie spant zich hierbij in om tot gezamenlijke oplossingen te komen, maar zal daarbij tevens blijven benadrukken dat beide partijen zich dienen te committeren aan de overeengekomen internationaalrechtelijke verplichtingen. Indien een gemeenschappelijke uitkomst uitblijft, behoudt de Commissie zich het recht voor om verdere (juridische) stappen te nemen. De integriteit van de Interne Markt, de bescherming van de Goede Vrijdag (Belfast) Akkoorden en EU-eenheid blijven leidende principes in deze aanpak.

Nederland heeft, net als de andere lidstaten die het woord namen, steun uitgesproken voor de aanpak van de Commissie en het belang van dialoog met het VK door zowel de Commissie als de lidstaten. Daarbij heeft Nederland onderstreept dat het de aanpak van de Commissie kracht heeft bijgezet tijdens het bezoek van de Minister-President aan het VK op 17 september jl.

Wetgevend Programma: Annual Foresight Report en Letter of Intent

Vicevoorzitter Šefčovič presenteerde het 2021 Strategic Foresight Report: «The EU’s capacity and freedom to act». De mededeling staat in het teken van de open strategische autonomie van de EU. In deze mededeling zoomt de Commissie in op de geopolitieke dimensie van weerbaarheid (het thema van het Strategic Foresight Report van 2020). Vertrekpunt is de vraag wat het betekent om de open strategische autonomie en het mondiale leiderschap van de EU naar een hoger niveau te brengen in een meer en meer multipolaire wereldorde.1

Veel lidstaten, waaronder Nederland, complimenteerde de Commissie met het strategic foresight netwerk, dat wordt gezien als een nuttig instrument voor beleidsvorming. Ook was er een grote mate van eensgezindheid over de inhoud en analyse van het Strategic Foresight Report. Hoewel het concept «open strategische autonomie» nog niet door iedereen hetzelfde wordt uitgelegd, was er deze keer geen discussie over het concept als zodanig. Nederland onderstreepte het belang van analyseren van kwetsbaarheden, het vergroten van weerbaarheid en samenwerking, inclusief internationale samenwerking. En sprak tevens hoop uit dat de bevindingen van het rapport zullen neerslaan in wetgevingsprogrammering en bijdragen aan een collectief begrip van open strategische autonomie.

Vicevoorzitter Šefčovič gaf een korte toelichting op de Letter of Intent2 die Commissievoorzitter Von der Leyen aan de voorzitters van de Raad en het Europees Parlement zond op 15 september jl. in het verlengde van de Staat van de Unie. In reactie klonk in algemene zin waardering van de lidstaten. Zij gaven daarbij aan de definitieve voorstellen af te wachten. Het voorzitterschap schetste het vervolg in het kader van de wetgevende programmering. In oktober verschijnt het Commissiewerkprogramma waarover de Raad in het najaar zal spreken. Vervolgens zal het voorzitterschap namens de Raad met het Europees Parlement en de Commissie spreken om tot een gezamenlijke verklaring te komen inzake wetgevingsprioriteiten. De grondslag hiervoor staat in het Interinstitutioneel Akkoord Beter Wetgeven uit 2016.

Conferentie over de Toekomst van Europa

Het voorzitterschap gaf een presentatie over de ontwikkelingen rond de Conferentie over de Toekomst van Europa. Allereerst noemde het voorzitterschap de EU-burgerpanels, waarvan de eerste op 18–19 september in Straatsburg heeft plaatsgevonden. In totaal zijn er 4 panels, die ieder een cluster aan thema’s bespreken3; 1) Een sterkere economie, sociale rechtvaardigheid en werkgelegenheid, en onderwijs, cultuur, jeugdzaken en sport, en digitale transformatie; 2) Europese democratie, en waarden en rechten, rechtsstaat, veiligheid; 3) Klimaatverandering en milieu, en gezondheid; 4) De EU in de wereld, en migratie. In de eerste bijeenkomst van het eerste panel hebben 200 willekeurig geselecteerde burgers de eigen agenda en de prioriteiten vastgesteld. Elk panel zal 3 keer bijeenkomen, met als doel concrete aanbevelingen te doen voor de plenaire vergadering. Daarnaast ging het voorzitterschap in op de oprichting van werkgroepen. De meerderheid van lidstaten, waaronder Nederland, is van mening dat de Conferentie een slanke structuur moet hebben, en dat werkgroepen van waarde kunnen zijn in het faciliteren van de plenaire vergadering door het inhoudelijk voor te bereiden. De werkgroepen dienen echter niet als vervanging van de plenaire vergadering, en moeten de institutionele structuur van de Conferentie niet onnodig verzwaren. Binnenkort zal de Raad van Bestuur besluiten over de oprichting van werkgroepen, de deelname daaraan en de wijze van terugkoppeling aan de plenaire vergadering. Ook is in de Raad gesproken over de agenda van de plenaire vergadering van 22–23 oktober a.s., waar de Raad van Bestuur binnenkort over besluit. Naar verwachting zal tijdens de plenaire vergadering worden gesproken over de inbreng die tot dan toe geleverd is op het meertalig digitale platform. De Commissie zal op 15 oktober a.s. een rapport hierover publiceren, in navolging van het rapport dat 15 september jl. is gepubliceerd.4 Ook wordt er overwogen om in de plenaire vergadering te spreken over de activiteiten en burgerconsultaties in lidstaten, en de eerste uitkomsten daarvan. In de discussie gaven enkele lidstaten een samenvatting van de activiteiten en consultaties die zij nationaal organiseren in het kader van de Conferentie. Tot slot vroegen een aantal lidstaten aandacht voor de communicatie rond de Conferentie, om de zichtbaarheid en daarmee de deelname vanuit de samenleving te vergroten.

Meerdere lidstaten verwezen in hun interventie naar de transparency pledge5, een initiatief van Nederland, Duitsland en Denemarken. Via deze pledge zeggen betrokkenen vanuit het EP, de Raad en de Commissie toe om zich in te zetten voor meer transparantie in de EU en om transparantie aandacht te geven als onderwerp tijdens de Conferentie. Nederland onderstreepte dat dit een belangrijk initiatief is en dat het goed zou zijn als alle 27 lidstaten zich zouden aansluiten bij de pledge. Ook benadrukte Nederland dat de pledge niet iets eenmaligs moet zijn, maar dat het belang van transparante besluitvorming een onderwerp is waar structureel aandacht voor moet zijn. De pledge is vervolgens op 23 september jl. gelanceerd en door alle lidstaten, 37 leden van het EP en drie Commissarissen ondertekend.

In het commissiedebat over de Conferentie over de Toekomst van Europa van 12 mei jl. is toegezegd navraag te doen naar de kosten en financiering van de Conferentie. Uit deze navraag blijkt dat er vanuit de EU-instellingen geen gezamenlijk en aangewezen budget bestaat voor de Conferentie. De EU-instellingen financieren de activiteiten uit eigen bestaand budget. De EU-instellingen en lidstaten nemen ieder een deel van de kosten die tot dusver zijn gemaakt op zich. Zo dekt het Europees Parlement (EP) momenteel de kosten voor de plenaire vergaderingen, inclusief de kosten die samenhangen met het vertalen van de plenaire vergaderingen in Straatsburg. Lidstaten nemen de kosten voor reis- en verblijf van de nationale burgervertegenwoordigers naar bijeenkomsten in het kader van de Conferentie op zich. De Raad draagt onder andere tot dusver bij met vertalingen van documenten en tolken. Naar verwachting zullen deze vertaalkosten en de kosten voor het houden van de Europese burgerpanels de grootste kostenposten bedragen. Voor wat betreft dit laatste heeft de Europese Commissie een externe partij gecontracteerd, deze contracten zijn openbaar en in te zien op het digitale platform.6 De Commissie tracht de kosten zoveel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld door het hosten van Europese burgerpanels door universiteiten, zoals bijvoorbeeld Universiteit Maastricht, en gebruik te maken van het gebouw van het EP. Op nationaal niveau zijn lidstaten verantwoordelijk voor het financieren van de eigen nationale burgerconsultaties. In Nederland wordt dit gefinancierd uit de huidige begroting van Buitenlandse Zaken. Er zijn vanuit de regering geen additionele middelen voorzien voor het financieren van activiteiten van derden. Het kabinet is voorstander van een slanke vormgeving van de Conferentie en streeft naar zoveel mogelijk kostenefficiëntie.

AOB: EU-Zwitserland

Vicevoorzitter Šefčovič gaf een toelichting aan de Raad over de recente ontwikkelingen in de EU-Zwitserland relatie sinds het Zwitserse besluit eind mei van dit jaar om de onderhandelingen met de Europese Commissie over het Institutional Framework Agreement (IFA) te beëindigen. Momenteel is er geen sprake van heronderhandelingen over het IFA. Eurocommissaris Šefčovič gaf aan dat de EU gecommitteerd blijft in de zoektocht naar structurele oplossingen om de belangrijke bilaterale relatie te bestendigen, maar dat de bal nu eerst bij de Zwitsers ligt. Voor Zwitserse deelname aan EU-programma’s is het van belang dat Zwitserland zo spoedig mogelijk de betalingsachterstand voor bijdragen aan het EU-cohesiefonds wegwerkt. De lidstaten steunden de door de Europese Commissie uitgedragen EU-standpunten en benadrukten het belang van eensgezindheid.

AOB: terugkoppeling uitkomst EuroMed-9-top 17 september jl.

Ook werd teruggekoppeld over een recente top EuroMed 9, een groep Zuid-Europese en Mediterrane lidstaten die zaken van gedeeld belang bespreekt. Deze groep bestaat uit Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Kroatië, Malta, Portugal, Slovenië en Spanje. Op vrijdag 17 september jl. spraken de staatshoofden en regeringsleiders en Commissievoorzitter Von der Leyen elkaar in Athene. Zij spraken onder meer over klimaat. In dit kader is gesproken over het aankopen van blusvliegtuigen op EU-niveau en de stijgende energieprijzen. Ook spraken de leiders over het Turkse optreden in Varosha en het aangekondigde AUKUS-veiligheidspact.


  1. Uw Kamer gaat binnenkort conform de EU informatie afspraken een kabinetsappreciatie over deze mededeling toe.↩︎

  2. state_of_the_union_2021_letter_of_intent_en.pdf (europa.eu).↩︎

  3. https://futureu.europa.eu/pages/panels.↩︎

  4. https://futureu.europa.eu/pages/reporting.↩︎

  5. https://www.permanentrepresentations.nl/permanent-representations/pr-eu-brussels/documents/publications/2021/09/23/Transparency-pledge.↩︎

  6. https://futureu.europa.eu/pages/panels.↩︎