[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken CBR

Maatregelen verkeersveiligheid

Brief regering

Nummer: 2021D35719, datum: 2021-09-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29398-959).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -959 Maatregelen verkeersveiligheid.

Onderdeel van zaak 2021Z16597:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 959 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2021

Met deze brief wordt u geïnformeerd over de stand van zaken rond de reserveringstermijnen voor praktijkexamens bij het CBR en de voortgang op de acties naar aanleiding van het advies Verbetering Autorijscholenbranche. Tevens wordt u op de hoogte gebracht van enkele ontwikkelingen rond het onderwerp medische rijgeschiktheid, zoals de uitkomsten van de nationale raadpleging, de reactie op de brief van de Nationale ombudsman en de uitvoering van diverse moties en toezeggingen. Tot slot wordt in deze brief ingegaan op de controle op de veiligheidseisen voor lesbussen en de maatregelen die hiertoe worden genomen.

Taskforce Examenafname

Zoals toegezegd aan uw Kamer tijdens het notaoverleg CBR van 19 april (Kamerstuk 29 398, nr. 932), ontvangt u maandelijks de maandrapportage «corona-inhaalslag examens» van het CBR over het aantal theorie- en praktijkexamens en rijtesten dat is ingehaald, de actuele reserveringstermijn voor een examen en de slagingspercentages voor het praktijkexamen B. De meest recente rapportage treft u aan in bijlage 11. Het CBR besluit op basis hiervan of het nodig is om tijdelijke noodmaatregelen te treffen om de reserveringstermijnen voor praktijkexamens omlaag te brengen. Uit de maandrapportage van augustus blijkt dat er op dit moment geen aanleiding is om tijdelijke noodmaatregelen in te zetten.

Het streven is om in januari 2022 een gemiddelde reserveringstermijn voor het eerste B-praktijkexamen te realiseren van 10–14 weken en aan het einde van 2022 een gemiddelde reserveringstermijn van 7 weken (de reguliere kpi). De gemiddelde reserveringstermijn voor het eerste praktijkexamen B was eind augustus 6,4 weken. Bij de praktijkexamens B zijn tot en met augustus door extra inspanningen ruim 18.000 extra examens afgenomen. Ook bij de theorie-examinering is een forse inhaalslag gemaakt en zijn sinds de herstart ruim 131.000 examens extra afgenomen. De rijtesten zijn ook voor het grootste gedeelte ingehaald. In totaal zijn inmiddels bijna 143.000 theorie- en praktijkexamens en rijtesten ingehaald.

De verwachting van het CBR is dat de druk op de praktijkexaminering de komende periode verder toeneemt nu de zaalcapaciteit voor het theorie-examen vanaf 27 september stapsgewijs wordt opgeschaald. Tot die datum kon slechts de helft van de capaciteit van theorie-examenzalen gebruikt worden vanwege de geldende coronamaatregelen. Nu de volledige zaalcapaciteit weer kan worden gebruikt zullen de reserveringstermijnen bij theorie-examens snel dalen. Het CBR geeft in zijn rapportage aan te verwachten dat de druk op de praktijkexaminering daardoor verder zal toenemen nu er een grote inhaalslag wordt gemaakt bij de theorie-examinering. Hierdoor zullen de reserveringstermijnen voor de praktijkexamens naar alle waarschijnlijkheid oplopen. Uw Kamer zal via de maandrapportage op de hoogte gehouden worden over de actuele reserveringstermijnen.

Voortgang Advies Verbetering Autorijscholenbranche (advies de heer Roemer «Van rijles naar rijonderwijs»)

In het notaoverleg van 19 april 2021 is met uw Kamer besproken dat de korte termijn acties uit het advies van de heer Roemer worden uitgevoerd. Daarnaast is besproken dat dit kabinet de lange termijn besluitvorming voorbereidt. Daarmee wordt het volgende kabinet in staat gesteld een besluit te nemen over de opvolging van het advies.

In de Verzamelbrief rijvaardigheid en rijgeschiktheid van 17 juni 2021 (Kamerstuk 29 398, nr. 943) is uw Kamer geïnformeerd dat een projectgroep, bestaande uit ambtenaren van het Ministerie van IenW en OCW, is gestart met de voorbereiding van de besluitvorming voor het volgende kabinet. Deze projectgroep brengt stappen in kaart die genomen kunnen worden om het advies door te voeren. Daarbij wordt per stap in kaart gebracht wat de consequenties zijn voor de rijschoolbranche, consumenten, uitvoeringsorganisaties, wet- en regelgeving, financiën en hoe een eventuele implementatie eruitziet. Daarbij wordt samengewerkt met alle relevante partijen, waaronder de rijschoolbranche, het CBR en het IBKI.

In het notaoverleg CBR van 19 april 2021 is tevens toegezegd uw Kamer rond de zomer te informeren omtrent de voortgang van de korte termijn acties. De korte termijn maatregelen die vooruitlopend op de uitwerking van het advies van de heer Roemer zijn opgepakt, treft u onderstaand aan. Zij hebben betrekking op:

I. een pilot gericht op collegiaal toetsen door rijinstructeurs;

II. verbeteringen door exameninstituut IBKI (hierna: IBKI);

III. de verkenning van een keuring van de dubbele bediening in lesauto’s door de RDW; en

IV. de proeftuinen Beginnend Bestuurders.

I. In het advies staat het voorstel een collegiale toets in te voeren. In overleg met de rijschoolbranche en het CBR wordt hiervoor een pilot gestart. Deze is gericht op het «examengereed verklaren» van een kandidaat, zodat leerlingen zo goed mogelijk voorbereid aan het examen beginnen. De pilot wordt op dit moment voorbereid. Naar verwachting start deze in het najaar van 2021 en eindigt deze in het voorjaar van 2022.

II. Het IBKI heeft het reglement voor de theoretische bijscholingen vernieuwd, waardoor het toezicht hierop door het IBKI beter vorm krijgt. Ook heeft het IBKI conform het advies enkele praktische maatregelen getroffen om de vindbaarheid en toegankelijkheid van de zogenaamde bevoegdheidschecker2 op haar eigen website te vergroten. Het vermelden van de gerealiseerde slagingspercentages van rijinstructeurs waartoe wordt geadviseerd door de heer Roemer vergt een aanpassing van systemen bij het IBKI en het CBR en een wijziging van wet- en regelgeving. De projectgroep betrekt dit onderdeel bij de voorbereiding van de besluitvorming door het volgende kabinet.

III. Een andere korte termijn actie uit het advies van de heer Roemer is het onderzoeken van het invoeren van een verplichte keuring van dubbele bediening in lesauto’s en het houden van toezicht hierop. De RDW is gevraagd om op deze actie een uitvoeringstoets te doen. In het eerste kwartaal van 2022 levert de RDW deze uitvoeringstoets aan.

IV. Bij de proeftuinen beginnende bestuurder tot slot wordt ervaring opgedaan met modulair examineren en begeleid rijden in combinatie met een tweede praktijkexamen. Daarbij wordt onder meer ervaring opgedaan met het tussentijds aanbieden van een rijproef. Ook krijgt de leerling een tweede praktijkexamen (een assessment) zes maanden na het behalen van het rijbewijs. Deze proeftuinen beginnen naar verwachting in november van dit jaar.

Medische keuring van mensen met stabiel ziektebeeld

Tijdens het notaoverleg van 19 april 2021 heeft uw Kamer opgeroepen te onderzoeken wat de effecten zijn van het afschaffen van de medische herkeuring voor mensen met een stabiele aandoening.3 Er wordt met regelmaat afgewogen of bepaalde keuringen nodig zijn en of er geen andere manier van keuren mogelijk is waardoor burgers minder belast worden. Aan de hand van huidige wetenschappelijke inzichten uit adviezen van de Gezondheidsraad wordt dan bepaald of er een noodzaak is om mensen met specifieke aandoeningen medisch te keuren. Dit heeft de afgelopen tijd tot verschillende versoepelingen geleid, zoals onder meer het afschaffen van de rijtest voor mensen met een autismespectrumstoornis (hierna: ASS).4

Om uitvoering te geven aan de motie van uw Kamer wordt onderzocht welke aandoeningen een stabiel ziektebeeld kennen naar verloop van tijd. Het CBR is gevraagd om te inventariseren of er aandoeningen zijn die vrijwel altijd leiden tot een herkeuring en vrijwel nooit tot ongeschiktheid of volledige geschiktheid. In bijlage 2 vindt u een overzicht van deze inventarisatie5. Zo volgt uit dit overzicht dat in 2020 in 100% van de gevallen voor het hebben van een VAD (steunhart) of ICD (inwendige defibrillator) de aandoening leidde tot een herkeuring. Dit is conform regelgeving. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze cijfers slechts een indicatie betreffen, en daarmee geen compleet beeld vormen. De inventarisatie moet dan ook met voorzichtigheid worden gelezen. Zo heeft het CBR voor deze analyse enkel gekeken naar dossiers waar het één aandoening of één behandelvorm betreft. In geval van dossiers waar sprake is van meerdere aandoeningen of behandelvormen is niet te bepalen welke aandoening doorslaggevend is geweest voor het eindbesluit. Het CBR kijkt in die gevallen naar het gehele dossier.

De inventarisatie van het CBR wordt besproken met experts met een medische achtergrond of expertise in Verkeersveiligheid. Gekeken wordt of er aandoeningen of behandelvormen uit de analyse van het CBR komen die beschouwd kunnen worden als een ziektebeeld dat bij consistente behandeling stabieler wordt naar verloop van tijd. Voor die gevallen wordt een advies gevraagd over wat de gevolgen zijn van het afschaffen van de herkeuring of andere restricties voor de verkeersveiligheid, mits de Europese regelgeving ruimte laat voor wijziging van beleid. Begin 2022 wordt uw Kamer bericht over de voortgang.

Advies van de Gezondheidsraad over psychiatrische keuring bij ASS

In het advies van de Gezondheidsraad van 26 april 2021 over rijgeschiktheid bij ASS beveelt de Gezondheidsraad aan om de psychiatrische keuringen bij deze groep mensen volgens een gestandaardiseerde werkwijze en tegen een vast tarief uit te voeren en kwaliteitseisen voor de keurende psychiaters te formuleren.6 Zoals aangekondigd aan uw Kamer vindt eerst een gesprek plaats met de betrokken partijen.7 Deze gesprekken met het CBR en de NZa vinden in het vierde kwartaal van dit jaar plaats. Daarnaast is het CBR gevraagd om in gesprek te gaan met een groep keurend psychiaters om te inventariseren wat er nodig is om te komen tot een meer gestandaardiseerde werkwijze. Dit gesprek vindt tevens in het vierde kwartaal van dit jaar plaats. Uw Kamer wordt begin 2022 geïnformeerd over de uitkomsten van deze gesprekken.

Nationale raadpleging naar het stelsel medische rijgeschiktheid

Vorig jaar heeft wetenschappelijk onderzoekinstituut SWOV een rapport uitgebracht over het stelsel medische rijgeschiktheid.8 Uit het rapport blijkt dat het huidige stelsel adequaat functioneert, maar dat er alternatieven mogelijk zijn, zoals het afschaffen van de leeftijdskeuring, het introduceren van een periodieke screening, het invoeren van een wettelijke meldplicht en de medische keuring voor groep 1-rijbewijshouders door de eigen arts te laten uitvoeren.9 De alternatieven dragen mogelijk bij aan een verbetering van het huidige stelsel. Echter, dit vraagt wel om een concretiseringsslag. Dit jaar wordt onderzocht welke concrete mogelijkheden ter verbetering van het stelsel bestaan. De visie van het CBR op dit onderwerp wordt ook betrokken bij dit onderwerp.10 In maart 2021 is er een planning aan uw Kamer gestuurd betreffende dit traject.11

Aangezien het belangrijk is te weten wat de samenleving denkt over verschillende suggesties is gekozen voor een brede consultatie met een burgerpanel (een raadpleging). Ter voorbereiding van dit panel is in april 2021 de consultatie gestart met het betrekken van verschillende maatschappelijke organisaties, overheden en private partijen, zoals het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), het Openbaar Ministerie (OM), de rijscholenbranche, artsen, verzekeraars en anderen. Aan deze groepen is gevraagd welke van de concrete suggesties zij het belangrijkst vinden om mee te nemen in een raadpleging. Zelf hebben zij ook suggesties en aandachtspunten kunnen aandragen om het stelsel medische rijgeschiktheid te verbeteren. De opbrengsten van deze gesprekken vindt u in het verslag in de bijlage 312.

Aan de hand van het SWOV-rapport, de visie van het CBR op dit onderwerp en de gesprekken met de samenleving zijn er concrete suggesties uitgewerkt voor de raadpleging. Deze suggesties vormen een brede inventarisatie van de verschillende richtingen waarop het stelsel aangepast kan worden.

Vervolgens zijn de suggesties voorgelegd aan alle mensen in Nederland door een nationale raadpleging te organiseren. Het bureau Populytics heeft een interactieve website ontwikkeld (denkmeeoverkeuren.nl). Hierop kon iedereen die 18 jaar of ouder was van 23 juni 2021 tot en met 5 augustus 2021 laten weten wat zij vinden van de suggesties en het stelsel. Om mensen in staat te stellen een goed geïnformeerde mening te geven, is er veel informatie meegegeven op de website. Zo was er veel achtergrondinformatie te vinden over de verschillende suggesties, bijvoorbeeld over wat de verwachte effecten zouden zijn van het invoeren van de suggestie. Uiteindelijk hebben bijna 7000 mensen meegedaan aan de raadpleging. In bijlage 4 vindt u de uitkomsten van de raadpleging13.

De komende tijd worden de opbrengsten van de brede consultatie en de raadpleging bestudeerd. Gekeken wordt welke concrete maatregelen het stelsel kunnen verbeteren. Om hier een goede keuze in te maken, worden verschillende maatregelen ook getoetst op de criteria haalbaarheid, doelmatigheid en uitvoerbaarheid. Ook komen indicatoren als draagvlak en proportionaliteit aan bod. Dit sluit goed aan bij het advies van de Nationale ombudsman. De Ombudsman adviseert om bij het maken van beleid de uitgangspunten «eerlijk, begripvol en simpel» te hanteren. Verderop in deze brief (bijlage 6) volgt hierop een toelichting.

Verschillende maatregelen zijn gebundeld in scenario’s en een bureau toetst in hoeverre de maatregelen bijdragen aan deze criteria. Op die manier wordt duidelijk welke maatregelen wel of niet van toegevoegde waarde zijn. Zodra alle informatie beschikbaar is, wordt gekozen welke definitieve verbeteringen zich lenen om eventueel doorgevoerd te worden. Voor het uiteindelijke pakket maatregelen worden de effecten tevens in kaart gebracht. Begin 2022 wordt uw Kamer geïnformeerd als verbeteringen in beeld komen die bijdragen aan de verkeersveiligheid en die mensen niet onnodig belemmeren, en daarom besloten wordt het stelsel medische rijgeschiktheid aan te passen. Voorafgaand aan een eventuele implementatie vindt eerst een uitvoeringstoets door het CBR plaats.

Verschillende varianten voor de medische keuring bij het C/D-rijbewijs

In de reactie op het SWOV-rapport is uw Kamer geïnformeerd dat er verschillende varianten worden uitgewerkt voor de medische keuring van C/D-rijbewijshouders.14 Deze varianten worden uitgewerkt, omdat SWOV heeft aangegeven dat de huidige keuring vooral voor jonge beroepschauffeurs die geen medische indicatie hebben onnodig belastend is. In Nederland moeten C/D-rijbewijshouders namelijk iedere vijf jaar een medische keuring ondergaan om vast te stellen of «er nog steeds voldaan is aan de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid». Het CBR is gevraagd aan de hand van het SWOV-rapport alternatieven te verkennen voor de huidige keuring. In bijlage 5 vindt u de resultaten van de verkenning door het CBR15.

De komende tijd worden de varianten van het CBR bestudeerd en worden betrokken organisaties en chauffeurs benaderd om in kaart te brengen welke veranderingen wenselijk zijn. Begin 2022 wordt uw Kamer bericht over de uitkomsten hiervan.

Brief van de Nationale ombudsman over medische rijgeschiktheid

Op 22 juli 2021 heeft de Nationale ombudsman een brief gestuurd omdat dit jaar in een optimalisatietraject onderzocht wordt of het mogelijk is om het stelsel medische rijgeschiktheid te verbeteren.16 Hij wil voor dit traject drie aandachtspunten meegeven vanuit de klachten die hij ontvangt van burgers. De meeste klachten gaan over de lange wachttijden, gebrek aan uitleg over de reden van een medische keuring en de hoge kosten in relatie tot de kwaliteit en noodzaak van de keuring.

In de bijlage 6 vindt u mijn reactie op de punten die de Nationale ombudsman noemt17. De wachttijden bij de divisie rijgeschiktheid zijn op orde en het CBR is goed bereikbaar. In de communicatie naar de burger is wel verbetering mogelijk, zoals de uitleg over de reden van een keuring in de verwijsbrieven en duidelijke voorlichting over hoe lang van tevoren het rijbewijs verlengd moet worden. Het CBR voert dit punt ter verbetering inmiddels uit.

Met regelmaat wordt kritisch gekeken of bepaalde keuringen nodig zijn en of er geen andere manier van keuren is waarop burgers minder belast worden. Daarbij moet rekening gehouden worden met de Europese regelgeving op dit gebied.

Het signaal van de Nationale ombudsman over de kosten en de kwaliteit van de keuring zijn een aandachtspunt. Deze onderwerpen worden besproken met het Ministerie van VWS, het CBR, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de NZa. Begin 2022 wordt u geïnformeerd over de uitkomsten van dit gesprek.

Controle op veiligheidseisen bij lesbussen

Tot slot wordt u geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen omtrent de controle op de veiligheidseisen van lesbussen. In 2019 hebben de RDW en het CBR een aantal bijeenkomsten georganiseerd ter bespreking van de veiligheidseisen die gelden voor bussen die worden ingezet voor (categorie D-)opleidingen en examens (hierna: lesbussen). Uit een steekproef onder 75 lesbussen is namelijk naar voren gekomen dat ongeveer de helft van de gecontroleerde voertuigen niet voldoet aan de wettelijke toelatingseisen.

Aangezien deze lesbussen ook voor personenvervoer kunnen worden ingezet, wordt vaak bij rijlessen of -examens (tijdelijk) een extra stoel naast de bestuurder gemonteerd voor de rijinstructeur of examinator. Uit de streekproef is gebleken dat er met name niet wordt voldaan aan de veiligheidseisen gesteld aan de (extra) zitplaats van de rijinstructeur of examinator, de eisen betreffende de bevestiging van deze zitplaats, de bevestiging van de gordel en/of de inrichtingseisen voor de lesbus (bijvoorbeeld wanneer de extra stoel een vereiste doorgang belemmert). Indien niet wordt voldaan aan deze gestelde eisen bestaat bij een aanrijding een verhoogd risico dat de rijinstructeur of examinator letsel oploopt.

Om ervoor te zorgen dat de lesbussen wel voldoen aan de veiligheidseisen, is met het CBR en de RDW afgesproken dat rijschoolhouders tot en met 31 december 2022 de gelegenheid krijgen om hun lesbussen aan te bieden ter goedkeuring bij de RDW. Deze overgangsperiode is ingesteld om de sector voldoende tijd te geven om eventuele aanpassingen te (laten) doen aan de constructie van de bus en het proces van goedkeuring te doorlopen.

Als de lesbus voldoet aan de eisen, wordt de bus door de RDW goedgekeurd en krijgt deze in het kentekenregister de vermelding «Dit voertuig is (tevens) ingericht als lesvoertuig». Dit biedt het CBR de mogelijkheid om vanaf 1 januari 2023 bij het afnemen van rijexamens te controleren of het desbetreffende voertuig is goedgekeurd als lesbus en dus voldoet aan de wettelijke toelatingseisen. Als een lesbus niet voldoet aan de eisen, dan wordt deze vanaf 1 januari 2023 niet meer geaccepteerd voor het rijexamen. Opleiders (categorie D) die gebruik maken van lesbussen zijn inmiddels door het CBR en de RDW per brief geïnformeerd over de controle op deze veiligheidseisen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  2. Met de bevoegdheidschecker kan worden nagegaan of een instructeur bevoegd is op grond van de WRM 1993.↩︎

  3. Motie van de leden Geurts en Stoffer over mensen met een stabiel ziektebeeld ontslaan van periodieke keuringen, Kamerstuk 29 398, nr. 922.↩︎

  4. Kamerstuk 29 398, nr. 931.↩︎

  5. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  6. Bijlage bij Kamerstuk 29 398, nr. 931.↩︎

  7. Kamerstuk 29 398, nr. 931.↩︎

  8. Kamerstuk 29 398, nr. 890.↩︎

  9. Kamerstuk 29 398, nr. 890.↩︎

  10. Bijlage bij Kamerstuk 29 398, nr. 858.↩︎

  11. Kamerstuk 29 398, nr. 901, maart 2021.↩︎

  12. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  13. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  14. Kamerstuk 29 398, nr. 890.↩︎

  15. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  16. Brief van Nationale ombudsman over klachten medische rijgeschiktheid, 22 juli 2021.↩︎

  17. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎