Geannoteerde agenda informele Telecomraad 14 oktober 2021
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2021D36379, datum: 2021-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-875).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-875 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2021Z16910:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2021-10-06 10:00: Informele Telecomraad d.d. 14 oktober 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2021-10-12 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-10-13 11:00: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 875 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2021
Op 14 oktober vindt de informele Telecomraad plaats via videoconferentie. Bijgevoegd bij deze brief vindt u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de discussiepunten en de Nederlandse inzet hiervoor. Tevens informeer ik u graag over de laatste ontwikkelingen rondom de onderhandelingen ten aanzien van de Data Governance Act en over een Nederlands non-paper met de voorlopige inzet op de Data Act.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Geannoteerde agenda informele Telecomraad 14 oktober 2021
AI-verordening (Artificial Intelligence Act)
Beleidsdebat
Het voorzitterschap heeft voor de informele Telecomraad een beleidsdebat geagendeerd over de AI-verordening. De AI-verordening is op 21 april jl. door de Europese Commissie gepubliceerd. Het voorstel heeft als doel om ervoor te zorgen dat AI-systemen die op de Europese markt worden gebracht en gebruikt veilig zijn en in overeenstemming zijn met de geldende fundamentele rechten en waarden binnen de EU. Het streven is om zo een interne markt voor veilige en betrouwbare AI-systemen te faciliteren terwijl marktfragmentatie wordt voorkomen. Ook beoogt de verordening te zorgen voor juridische zekerheid om investeringen en innovatie in AI te faciliteren. Het BNC-fiche met de kabinetsreactie op deze verordening is op 31 mei jl. met uw Kamer gedeeld1. Het beleidsdebat zal zich richten op het juridisch raamwerk en de uitdagingen van effectieve implementatie van de AI-verordening.
Sinds de publicatie van het voorstel in april zijn de onderhandelingen in de Raad van start gegaan. De eerste reacties van lidstaten, waaronder Nederland, op de verordening zijn overwegend positief en er is steun voor de overkoepelende doelen van de verordening. Wel hebben lidstaten, net als Nederland, nog meerdere bezwaren en vragen, onder andere over de reikwijdte van hoog-risico en verboden AI-systemen, de praktische uitvoerbaarheid en haalbaarheid, en de relatie met bestaande wetgeving.
Waar het gaat om het juridisch raamwerk van de AI-verordening vindt het kabinet het wenselijk dat op EU-niveau geharmoniseerde regelgeving is voorgesteld om te borgen dat er betrouwbare AI-systemen, in overeenstemming met de geldende fundamentele rechten en waarden, de Europese interne markt op komen. Op die manier kunnen mogelijke grensoverschrijdende risico’s voor veiligheid en fundamentele rechten die AI-systemen met zich mee brengen gemitigeerd worden. Door alleen betrouwbare AI-systemen toe te laten op de interne markt heeft de EU het vermogen om met de AI-verordening wereldwijd de standaard te zetten. Dit kan bijdragen aan de versterking van het concurrentievermogen van de EU.
Het is vooralsnog lastig te beoordelen wat de uitdagingen zijn van effectieve implementatie, gelet op het feit dat de verordening een brede impact heeft op aspecten zoals innovatie, het mkb, toezicht en het maatschappelijk middenveld. Wel is voor het kabinet van belang dat de regeldruk die de verordening met zich meebrengt geen belemmering vormt voor innovatie en moeten administratieve verplichtingen lastenluw zijn, vooral voor mkb-bedrijven. De voorgestelde toegang tot regulatory sandboxes2 kan mkb-bedrijven, in combinatie met begeleiding door de toezichthouder, hierbij helpen. Verder zal het kabinet ook aandacht vragen voor het feit dat het bij de gehanteerde definities en formuleringen ontbreekt aan helderheid. Onduidelijke definities en formuleringen kunnen onzekerheid geven over wanneer een AI-systeem onder de reikwijdte van het voorstel valt en wanneer een organisatie kan worden aangemerkt als een «AI provider» (de aanbieder van een AI-systeem). Meerdere lidstaten hebben aangegeven dat de huidige beschrijving van hoog risico-toepassingen nog onvoldoende duidelijk en te ruim is, wat kan leiden tot overregulering en onnodige uitvoeringslasten. Het kabinet onderschrijft dit. Het blijft daarbij ook belangrijk om een goede balans te vinden tussen de mogelijkheden voor overheden om AI-systemen te gebruiken en ontwikkelen bij de uitvoering van hun taken en het beschermen van fundamentele rechten. Diverse lidstaten hebben in dit verband de vraag gesteld of bijvoorbeeld voor de rechtshandhaving niet een afzonderlijke regeling getroffen moet worden die recht doet aan de specifieke eisen en behoeften van het rechtshandhavingsdomein. De initiële inzet van het kabinet is gericht op het verduidelijken en aanscherpen van de in het voorstel gehanteerde definities, de voorziene werking van de verordening in de praktijk, en de relatie tot bestaande wetgeving. De Nederlandse inzet tijdens de informele Telecomraad zal plaatsvinden langs bovengenoemde lijnen.
Data Governance Act
Hoewel de Data Governance Act geen onderdeel is van de agenda van de informele Telecomraad, wordt uw Kamer hierbij geïnformeerd over de voortgang op dit dossier. Zoals aangekondigd in het verslag3 van de Telecomraad van 4 juni jl. heeft het Sloveens voorzitterschap voortvarend de onderhandelingen opgepakt. Op 1 oktober voorzien zij de agendering van de stemming over een onderhandelingsmandaat in de Raad, zodat direct daarna de trilogen kunnen aanvangen. Hoewel de compromistekst die het voorzitterschap wil agenderen op het moment van schrijven nog niet verspreid is, is Nederland op grond van de laatste ontwikkelingen in de onderhandelingen voornemens om het mandaat te steunen. Naar verwachting zal er namelijk op alle Nederlandse aandachtspunten, zoals geïdentificeerd in het BNC-fiche, een verbetering zijn gerealiseerd ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel. Dat betreft onder meer een verduidelijking ten aanzien van de reikwijdte van datatussenpersoondiensten, de invoering van een gedragscode voor organisaties die een data-altruïsmelabel willen voeren en een notificatieplicht bij ongeoorloofd gebruik van niet-persoonlijke data. In het verslag van de informele Telecomraad zal uw Kamer geïnformeerd worden over de uitkomst van de stemming over het onderhandelingsmandaat.
Data Act
De Europese Commissie zal naar verwachting in het vierde kwartaal van dit jaar een voorstel voor een Data Act presenteren. In mei jl. heeft de Commissie een Inception Impact Assessment 4 gepresenteerd waarin het de doelen en beleidsopties voor de Data Act schetst. De Commissie beoogt een eerlijkere data-economie te creëren door toegang tot en het gebruik van data te verbeteren. In reactie op de consultatie van de Commissie heeft het kabinet een non-paper opgesteld om bij te dragen aan de discussie in Europa over de Data Act. U vindt het non-paper bijgevoegd5 bij deze geannoteerde agenda dat onder andere is gebaseerd op de Nederlandse visie op datadeling tussen bedrijven6 uit 2019, de inzichten uit de Verkenning van verplichtingen inzake datadeling in de technologiesector die 18 maart jl. naar uw Kamer is gezonden7 en op de eerder geformuleerde inzet van Nederland bij de evaluatie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming omtrent het vergroten van de mogelijkheden voor gegevensoverdraagbaarheid8. Het kabinet ziet de Data Act als een kans om de grip op gegevens voor personen en bedrijven te versterken en om concurrentie en innovatie verder te stimuleren. Daarnaast is het ook belangrijk dat er aandacht is voor de ontwikkeling van de benodigde standaarden om datadeling mogelijk te maken en voor het belang van privacy, veiligheid en gegevensbescherming bij de ontwikkeling daarvan. Het non-paper roept de Commissie verder op om door middel van de Data Act bij te dragen aan de overdraagbaarheid van persoonsgegevens9.
Kamerstuk 22 112, nr. 3129↩︎
Regulatory sandboxes zijn gecontroleerde omgevingen waar de ontwikkeling, het testen en het valideren van AI-systemen worden gefaciliteerd voordat deze op de markt worden gebracht of in gebruik worden genomen.↩︎
Kamerstuk 21 501-33, nr. 869↩︎
Data Act & amended rules on the legal protection of databases (Europa.eu)Data Act & amended rules on the legal protection of databases (europa.eu)↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Kamerstuk 26 643, nr. 594↩︎
Kamerstukken 32 637 en 26 643, nr. 449↩︎
Kamerbrief over aanpassingen UAVG en evaluatie AVG Kamerstuk 32 761, nr. 151, p. 18; dit standpunt vloeit voor uit de eerdere Kamerbrief over bescherming van de horizontale privacy Kamerstuk 34 926, nr. 8, p. 8↩︎
De Minister voor Rechtsbescherming heeft tijdens het commissiedebat bescherming persoonsgegevens van 20 mei 2021 aan het lid Koekkoek (VOLT) toegezegd het belang van gegevensoverdraagbaarheid mee te nemen in de inzet van het kabinet ten aanzien van de Digital Services Act (Kamerstuk 32 761, nr. 192). De Data Act biedt mogelijkheid horizontaal – en dus niet slechts ten aanzien van de onder de Digital Services Act vallende diensten – tot een verbeterde effectuering van het recht op gegevensoverdraagbaarheid uit artikel 20 AVG te komen.↩︎