Antwoord op vragen van de leden Bikker en Segers over de motie Bikker c.s. inzake hybride onderwijs
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D36480, datum: 2021-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-114).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z15111:
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: M.H. Bikker, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G.J.M. Segers, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
114
Vragen van de leden Bikker en Segers (beiden ChristenUnie) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de motie Bikker c.s. inzake hybride onderwijs (ingezonden 8 september 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 1 oktober 2021).
Vraag 1
Heeft het gesprek met de MBO Raad, de Vereniging Hogescholen en VSNU over hybride onderwijs mogelijk maken voor studenten met een ondersteuningsbehoefte, mantelzorgers of chronisch zieke studenten inmiddels plaatsgevonden, zoals verzocht in de motie-Bikker c.s?1
Antwoord 1
Naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de coronamaatregelen d.d. 13 augustus jongstleden is de ondersteuning van studenten of medewerkers, die om welke reden dan ook risico’s zien of belemmeringen ervaren nu er meer fysiek onderwijs wordt gegeven, bestuurlijk aan de orde geweest in het gesprek met de sectorraden. In een volgend bestuurlijk overleg zal ik, zowel aan sectorraden als aan studentenorganisaties, vragen wat de ervaringen in deze tot nu toe zijn. Daarnaast is dit onderwerp na ambtelijke overeenstemming opgenomen in de servicedocumenten 5.2 respectievelijk 11.0 in het mbo2 en hoger onderwijs3. Deze servicedocumenten worden altijd afgestemd met sectorraden, vakbonden en studentenorganisaties. Hiermee heb ik uitvoering gegeven aan de motie van het lid Bikker c.s.
Vraag 2
Bent u ervan overtuigd dat zoveel mogelijk wordt gedaan om deze groep studenten komend collegejaar ook veilig onderwijs te laten volgen? Zo ja, welke concrete oplossingen voor deze groep studenten heeft het gesprek opgeleverd? Zo nee, wat gaat u met deze bevindingen doen?
Antwoord 2
Onderwijsinstellingen hebben de afgelopen periode laten zien dat zij er veel aan doen om een veilige en inclusieve onderwijsomgeving voor studenten en medewerkers te bewerkstelligen. Daarbij schenken zij ook aandacht aan specifieke groepen, zoals nieuwe studenten, kwetsbare studenten en internationale studenten. Specifiek ter ondersteuning van studenten die extra ondersteuning nodig hebben is door de Landelijke Werkgroep Studentenwelzijn een handreiking4 ontwikkeld die hiervoor concrete handvatten biedt. De concrete oplossingen of acties voor deze groepen kunnen per instelling – of zelfs per opleiding of cursus – verschillen. De oplossingen kunnen zowel fysieke als digitale oplossingen betreffen. Ik hoop dat de aandacht voor de ondersteuningsbehoefte van deze studenten ook na corona wordt vastgehouden.
Vraag 3
Waar ervaren mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten knelpunten in het toegankelijk maken van het onderwijs voor deze groep studenten? Wie vindt u verantwoordelijk voor het oplossen van deze knelpunten en op welke termijn?
Antwoord 3
Het belangrijkste knelpunt is de organiseerbaarheid van onderwijs, wanneer gewenst is om dit zowel fysiek als digitaal te laten plaatsvinden. Ik kan nu niet van docenten vragen om een zowel volledig fysiek als volledig digitaal onderwijsprogramma aan te bieden. Dit kan een zeer intensieve werklast zijn, waar uw Kamer ook terecht aandacht voor heeft gevraagd. Er is meer onderzoek nodig om te onderzoeken hoe dit in het toekomst wel mogelijk kan zijn. Ik zie het daarom op dit moment als verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling om per student op zoek te gaan naar een passende oplossing. Daarbij zou het uitgangspunt moeten zijn dat een oplossing snel gevonden wordt, zodat studievertraging wordt voorkomen. In sommige gevallen kan hybride onderwijs daarin een oplossing bieden, maar in andere gevallen kan het ook zijn dat andere oplossingen worden gezocht om het veiligheidsgevoel voor deze studenten of medewerkers fysiek op locatie te vergroten. Onderwijsinstellingen worden niet aan het onmogelijke gehouden. Instellingen in het mbo en hoger onderwijs worden voor passende oplossingen ondersteund door het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) en op diverse webpagina’s5.
Vraag 4
Bent u bekend met de verhalen van studenten bij wie de opleiding niet bereid is om veilig hybride onderwijs te bewerkstelligen? Op welke wijze heeft u zicht op deze groep studenten?
Antwoord 4
Ik ben bekend met de verhalen dat opleidingen in sommige gevallen hybride onderwijs niet inzetten als oplossing voor deze groep studenten. Ik zie structureel hybride onderwijs echter niet als enige oplossing, zoals in de antwoorden op vraag 2 en 3 aangegeven. Het belangrijkste is dat een passende oplossing voor de betreffende student(en) wordt gevonden. Veel van de casussen kunnen – gelukkig – binnen de onderwijsinstelling worden opgelost. Ik houd nauw contact met de studentenorganisaties en belangenorganisaties om signalen op te vangen en acteer hier indien mogelijk op.
Vraag 5
Bent u bekend met verhalen van studenten die wanneer zij niet fysiek aanwezig mogen zijn vanwege de maximale groepsgrootte van 75, niet de mogelijkheid krijgen om via een livestream het college te volgen op hetzelfde moment en aangewezen zijn op een opname achteraf op een ander moment? Wat vindt u daarvan? Hoe houdt u zicht op de inrichting van het hybride onderwijs?
Antwoord 5
Dit signaal was niet bij mij bekend. De belemmering van de maximale groepsgrootte van 75 in het onderwijs is in het kabinetsbesluit van 14 september6 jongstleden afgeschaft. Instellingen hebben mogelijk nog tijd nodig om deze versoepeling in praktische zin door te voeren. Met deze versoepeling hoop ik dat differentiaties in de wijze waarop onderwijs wordt gegeven voor een groep studenten worden vermeden. Het is van belang dat alle onderwijsonderdelen voor iedere student toegankelijk blijven.
Vraag 6
Heeft u contact met studentenorganisaties en belangengroepen als Ieder(in) om tijdig problemen op te sporen en waar mogelijk te voorkomen? Waar kunnen studenten die in gesprek met hun school of universiteit nog geen passende veilige oplossing vinden voor het volgen van onderwijs, hulp vinden?
Antwoord 6
Ik heb ongeveer wekelijks contact met verschillende studentenorganisaties. Ook worden er vanuit OCW geregeld gesprekken gevoerd met belangengroepen als Ieder(in) en ECIO. Bovendien ontvang ik dergelijke signalen ook via de Landelijke Werkgroep Studentenwelzijn. Uiteraard hoop ik van harte dat studieadviseurs, tutoren of vakcoördinatoren oplossingen kunnen vinden voor de betreffende studenten. Mochten er in specifieke casussen geen passende oplossingen worden gevonden, kunnen studenten contact opnemen met de studentenorganisaties (ISO, LSVb, JOB) of de andere belangenorganisaties zoals Ieder(in) of ECIO. Zij kunnen de student adviseren, hen wijzen op hun rechten als student en indien nodig signalen bij de onderwijsinstelling of bij mij afgeven zodat gezamenlijk tot een oplossing kan worden gekomen.
Vraag 7
Ziet u mogelijkheden om docenten bij het bieden van hybride onderwijs te ondersteunen, zodat niet het onmogelijke wordt gevraagd en heeft u ook hierover het gesprek gevoerd? Welke beleidsvoornemens heeft u op dit punt?
Antwoord 7
De keuze voor een onderwijsvorm wordt op de onderwijsinstelling zelf gemaakt, passend bij de onderwijsdoelstellingen van de betreffende opleiding. Als gekozen wordt voor hybride onderwijs is het van belang dat de betrokken docenten hiervoor vanuit hun bestuur de juiste handvatten aangereikt krijgen. Zoals eerder benoemd is meer kennis nodig over hybride onderwijs en de manieren waarop dit kwalitatief goed kan worden georganiseerd. Hierover ga ik graag met de sectoren in gesprek. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren al wel grote stappen gezet in de kennis over blended onderwijs. Hierbij denk ik niet alleen aan kennis vanuit de coronacrisis, maar ook aan de investeringen vanuit de kwaliteitsafspraken, het versnellingsplan en de ontwikkeling van nieuwe digitale leermaterialen die bijvoorbeeld vanuit SURF worden aangeboden. Deze ontwikkelingen zullen worden aangevuld met de lessen over afstandsonderwijs die in een thema-onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs7 worden opgenomen. Het uitgangspunt blijft dat digitale vormen van onderwijs enkel dienen te worden ingezet als dit ten goede komt aan de toegankelijkheid of flexibiliteit van het onderwijs, waarbij als voorwaarde geldt dat digitale onderwijsvormen niet ten koste gaan van de onderwijskwaliteit of hieraan juist evident een bijdrage levert.
Vraag 8
Wat vindt u van de eerste berichten dat studenten vanwege het niet kunnen bieden van veilig onderwijs wordt aangeraden om het uitstellen van hun studie met een halfjaar of een jaar te overwegen?
Antwoord 8
Het kan niet zo zijn dat enkel het uitstellen van de studie als oplossing door de instelling wordt aangereikt. Studievertraging voor studenten zou ik zoveel mogelijk willen voorkomen. Het is begrijpelijk dat er nog studenten of medewerkers zijn die om gezondheidsredenen nog aarzeling of angst hebben om de anderhalve meter afstand niet meer te hanteren. Ik heb naar instellingen de verwachting uitgesproken dat zij vanuit gezond verstand en vanuit wederzijds respect komen tot passende oplossingen voor deze studenten of medewerkers. Het onderwijs is sinds 30 augustus met mitigerende maatregelen en zonder de anderhalvemeterafstandsnorm mogelijk en wordt veilig geacht. Daarbij heeft het kabinet breed opgeroepen respect te hebben voor elkaars ruimte en de keuzes die door eenieder worden gemaakt om het veiligheidsgevoel te vergroten. Ik zie geen aanleiding om aan te nemen dat er geen andere oplossingen voor deze studenten kunnen worden gevonden.
Vraag 9
Welke boodschap heeft u voor studenten voor wie het nu onzeker is of zij wel onderwijs kunnen genieten?
Antwoord 9
Ga in gesprek met een studieadviseur, tutor of vakdocent. Ik heb het volste vertrouwen dat zij zullen meedenken en zullen zoeken naar een oplossing die zowel voor de student als de onderwijzers organiseerbaar is. Ik vind het van belang dat het onderwijs toegankelijk blijft voor een zo groot mogelijke groep studenten. Mochten de gesprekken op de onderwijsinstelling niet leiden tot een passende oplossing, kunnen studenten advies inwinnen bij studentenorganisaties, die vanuit hun onderwijskennis studenten ondersteunen.
Kamerstuk 25 295, nr. 1407↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/07/10/servicedocument-mbo-aanpak-coronavirus↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/07/10/servicedocument-ho---aanpak-coronavirus-covid-19↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/brochures/2020/07/16/handreiking-studentenwelzijn-in-coronatijd/handreiking-studentenwelzijn-juli-2020.pdf↩︎
www.hogeronderwijstoegankelijk.nl en www.mbotoegankelijk.nl↩︎
Kamerstuk 25 295, nr. 1422 Stand van zaken COVID-19↩︎
De resultaten van dit onderzoek komen naar verwachting medio oktober 2021 beschikbaar↩︎