Compliance Dopingautoriteit met Wereld Anti-Doping Code
Toekomstig sportbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D36515, datum: 2021-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30234-287).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -287 Toekomstig sportbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z16979:
- Indiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-10-13 10:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-10-26 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-02 17:00: Onderdeel Sport en Bewegen van de begroting VWS 2022 en aanverwante zaken (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 287 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2021
Ik heb u bij brief van 27 augustus 20211 gemeld dat het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) van mening is dat de Dopingautoriteit op één punt niet (volledig) voldoet aan de eisen in de Wereld Anti-Doping Code (WAD Code).
In die brief heb ik toegezegd u nader te informeren na 14 september 2021, wanneer het WADA-bestuur daar een besluit over genomen heeft. Met deze brief informeer ik u over de inhoud van dit besluit en de gevolgen ervan, en de vervolgstappen die door mij en de Dopingautoriteit zullen worden genomen.
Besluit en gevolgen
Tijdens de bestuursvergadering van 14 september heeft het WADA-bestuur besloten om de Dopingautoriteit op een lijst te plaatsen van antidoping organisaties die voor wat betreft hun implementatie van de WAD Code extra gevolgd worden, de zogenaamde watchlist.
De Dopingautoriteit heeft daarmee nog vier maanden de tijd, tot 14 januari 2022, om het punt waarvan WADA van mening is dat de Dopingautoriteit niet voldoet in lijn te brengen met de Code. Het betreft hier de positionering van de Bezwaarcommissie Nationaal Dopingreglement (BND), zoals ik nader heb beschreven in mijn brief van 27 augustus 2021. Als het de Dopingautoriteit op die datum niet is gelukt, volgt automatisch een brief vanuit WADA waarin zij aangeeft de Dopingautoriteit non-compliant met de Wereld Anti-Doping Code te beschouwen. De Dopingautoriteit heeft vervolgens de mogelijkheid deze stellingname van WADA te accepteren, of deze binnen 21 dagen te betwisten bij het Hof voor Arbitrage in de Sport (CAS).
Bij non-compliance kunnen ook sancties in het vooruitzicht worden gesteld.
De sancties treden in werking wanneer de Dopingautoriteit de constatering van non-compliance niet betwist bij het CAS, of wanneer de Dopingautoriteit de constatering wel naar het CAS en het CAS in haar uitspraak de door WADA voorgestelde sancties bevestigt.
De door WADA voorgestelde sancties zijn:
– het vervallen van eventuele projectfinanciering voor de Dopingautoriteit vanuit WADA;
– geen vertegenwoordigers meer van de Dopingautoriteit in commissies of besturen van WADA of ondertekenaars van de WAD Code;
– het niet mogen hosten van regionale, continentale of wereldkampioenschappen; en
– de afwezigheid van de Nederlandse vlag op deze sportevenementen2.
De sancties vervallen wanneer WADA vaststelt dat het punt waarop de Dopingautoriteit niet zou voldoen aan de WAD Code is geadresseerd.
Vervolgstappen
WADA is van mening dat de Dopingautoriteit niet aan de eisen van de WAD Code voldoet waar het de positionering van de Bezwaarcommissie Nationaal Dopingreglement (BND) binnen de Dopingautoriteit betreft, zoals ik heb geschetst in mijn brief van 27 augustus 2021. Ik wil hieronder uiteen zetten wat wordt ondernomen om de door WADA veronderstelde tekortkoming te adresseren.
Om de positionering van de BND op een goede en structurele manier in lijn te brengen met de Code is een wetswijziging nodig. Ik heb een wetsvoorstel in voorbereiding dat ziet op het creëren van een apart zelfstandig bestuursorgaan dat de functie van de Bezwaarcommissie overneemt. Omdat dat zelfstandig bestuursorgaan geen onderdeel is van de Dopingautoriteit kan op die manier tegemoet worden gekomen aan de bezwaren die WADA heeft geuit. Samen met de Dopingautoriteit kijk ik naar de precieze vormgeving van een dergelijk zelfstandig bestuursorgaan en het benodigde wetsvoorstel3, waarbij wij samen waken voor de rechtsbescherming van sporters.
WADA hanteert 14 januari 2022 als deadline voor aanpassing van de positionering van de Bezwaarcommissie. Ik zal alles in het werk stellen om daaraan tegemoet te komen. Het wetsvoorstel zal ik met spoed voorbereiden en ik ben voornemens om dat zorgvuldig maar ook zo snel als mogelijk het democratische proces te laten doorlopen. Een wetgevingstraject kent echter, zoals u weet, een zekere doorlooptijd en kan daarom langer gaan duren dan de gestelde termijn. Daarom worden tegelijkertijd door de Dopingautoriteit de reglementen van de Bezwaarcommissie op korte termijn herzien om de Bezwaarcommissie binnen het huidige reglementaire kader zo onafhankelijk mogelijk te positioneren ten opzichte van de Dopingautoriteit. De Dopingautoriteit probeert op deze manier reeds zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de bezwaren van WADA inzake de positionering van de Bezwaarcommissie. Deze reglementswijziging heeft effect per 1 oktober 2021.
Daarnaast zoeken zowel de Dopingautoriteit als het ministerie actief de dialoog met WADA, om te bezien of de korte termijn oplossing in de uitwerking vooruitlopend op de wetswijziging reeds voldoende blijkt om non-compliance na 14 januari 2022 af te wenden, dan wel of er nog andere mogelijke manieren zijn.
Tot slot wil ik u melden dat ik in overleg ben met de Dopingautoriteit over eventueel door hen te nemen juridische stappen tegen een mogelijke non-compliance verklaring, en wat daarvoor het juiste moment zou zijn.
Ik informeer u voorafgaand aan het wetgevingsoverleg Sport, thans gepland op 15 november, over wat dan de stand van zaken is rond deze kwestie.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis