[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de formele JBZ-Raad op 7 en 8 oktober 2021 (algemeen) (o.a. Kamerstuk 32317-703)

JBZ-Raad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D36743, datum: 2021-10-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D36743).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z14313:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D36743 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de volgende stukken:

• de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 7–8 oktober 2021 (2021Z16588);

• het verslag van de informele JBZ-Raad van 14–16 juli 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 703);

• het verslag schriftelijk overleg Informele JBZ-Raad van 15–16 juli 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 702);

• het fiche: Mededeling Schengen Strategie (Kamerstuk 22 112, nr. 3162);

• het fiche: Verordening voor het Schengenevaluatie- en monitoringsmechanisme (Kamerstuk 22 112, nr. 3163);

• de brief over het verstrekken van paspoorten aan niet-EU investeerders (Kamerstuk 30 573, nr. 187);

• de brief over het verblijf van Britten na het einde van de grace period (Kamerstuk 35 393, nr. 46).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman

Inhoudsopgave blz.
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie 2
2. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie 3
3. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie 5
4. Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie 6
II. Reactie van de bewindspersonen

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

Verslag JBZ-raad 7–8 juni

De leden van de VVD-fractie hebben de antwoorden van de Minister met interesse gelezen en hebben daarover nog enkele vragen. In het antwoord refereert de Minister aan Europese samenwerking op het terrein van ondermijning. Deze leden vragen of er Europese partners zijn die kampen met dezelfde problematiek met betrekking tot ondermijning als Nederland. Is dit probleem in andere EU-landen van een vergelijkbare grootte als in Nederland? Bestaat er een onderlinge uitwisseling van best practices in de aanpak?

Geannoteerde agenda 7–8 oktober

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 7 en 8 oktober 2021. Zij stellen graag nog enkele vragen over de inzet van de regering.

Europees Openbaar Ministerie (EOM)

De leden van de VVD-fractie vragen of alle lidstaten, inclusief Finland en Slovenië, die dat eerder nog niet hebben gedaan, inmiddels aanklagers hebben voorgedragen voor het EOM. Ook vragen deze leden in hoeverre het feit dat niet alle deelnemende lidstaten wetgeving hebben aangenomen om hun nationale justitiële systemen aan te passen, het EOM belemmert bij zijn werkzaamheden.

Situatie voorlopige hechtenis

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet een discussie verwelkomt over de vraag hoe in lidstaten de detentieomstandigheden kunnen worden verbeterd. Kan het kabinet nader toelichten wat de inzet is van het kabinet bij de discussie die zal plaatsvinden?

Voortgang Richtlijn Netwerk- en Informatiebeveiliging (NIB)

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de voortgang rondom het voorstel tot herziening van de NIB-richtlijn. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen. Voornoemde leden zijn tevreden met het feit dat het kabinet samen met andere lidstaten voor een alternatieve benadering heeft gepleit op basis van risicoanalyses. Kan de Minister de krachtenveldanalyse bij dit voorstel toelichten? Welke bezwaren leven er bij tegenstanders? Deze leden lezen dat het kabinet heeft voorgesteld dat lidstaten zelf relevante overheidsdiensten kunnen aanwijzen die vallen onder NIB-richtlijn. Zij achten dit positief. Is de Minister het met deze leden eens dat het van belang is dat publieke lichamen zoals ministeries, gemeenten, maar ook onderwijsinstellingen onder de NIB-richtlijn kunnen vallen?

Is de Minister het in het kader van het risico op strategische afhankelijkheden van technologie uit landen met offensieve cyberprogramma’s, met deze leden eens dat overheden van vitale sectoren een supply chain review moeten kunnen eisen waarbij ook wordt gekeken naar niet-technische factoren, bijvoorbeeld of er afhankelijkheden zijn van technologieën uit riskante landen? Zo ja, is de Minister bereid dit mee te nemen in de onderhandelingen? Zo nee, waarom niet?

Eerder hebben de leden van de VVD-fractie hun bezwaren kenbaar gemaakt met betrekking tot de mogelijke administratieve lasten voor niet-vitale midden- en kleinbedrijven. De geschetste voortgang van de richtlijn en de positie van andere lidstaten stelt deze leden niet gerust. Kan de Minister nader toelichten welke bezwaren tegenstanders hebben? Is hij voornemens alternatieven voor te stellen in de onderhandelingen om de administratieve lasten voor mkb’ers te beperken? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

2. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 7 en 8 oktober 2021 in Luxemburg. Zij hebben hierover nog enkele kritische vragen.

SLAPP

De leden van de D66-fractie lezen dat tijdens deze Raad Strategic Lawsuits Against Public Participation (SLAPP) besproken zullen worden. Deze leden maken zich hier grote zorgen over. Het is goed om te lezen dat in Nederland weinig van dit soort zaken voorkomen, maar des te zorgelijker dat deze in andere landen wél veel voorkomen. Veel kleinere media-outlets in Polen en Hongarije hebben de deuren al moeten sluiten, omdat zij begraven werden onder juridische kosten. In ander Europese landen staat de mediavrijheid ook onder druk. Kan de Minister een overzicht geven in welke landen in de EU veel gebruik wordt gemaakt van SLAPP? Klopt het dat er op dit moment bijna 200 strategische rechtszaken lopen tegen de media in Polen? Lopen ervoor zover bij de Minister bekend in Polen ook strategische rechtszaken tegen buitenlandse correspondenten in Polen? Lopen er rechtszaken tegen Nederlandse journalisten? Zo ja, wat doet de Minister om deze journalisten te ondersteunen? Spreekt de Minister zijn Poolse evenknie aan op het gebruik van strategische rechtszaken? Is hij bereid dat deze Raad te doen? Wie zijn onze like-minded op dit dossier? Kan de Minister met deze like-minded landen een statement maken tijdens deze werklunch over het gebruik van SLAPP? Wat doet Nederland nog meer om de persvrijheid in heel Europa te beschermen? Kunnen Europese media-outlets die te maken krijgen met strategische rechtszaken, aanspraak maken op Europese fondsen voor rechtsbijstand? Zo nee, is dat iets waar de Minister zich voor zou willen inzetten?

Raadsconclusies EU strategie kinderrechten

De leden van de D66-fractie steunen de inzet, zoals uiteengezet in de geannoteerde agenda. Zij kijken uit naar de uitkomst van de discussie, met name ten aanzien van het LHBTI-standpunt, gezien de houding van enkele lidstaten tegenover dit onderwerp. Kan in het verslag opgenomen worden hoe het voorzitterschap aankeek tegen de Nederlandse inzet op dit onderwerp?

EOM

De leden van de D66-fractie hebben eerder een uitvoeringsbrief over de motie-Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2357) over het tegengaan van fraude met EU-fondsen ontvangen. Kan de Minister toelichten in welke mate lidstaten zijn bewogen sindsdien richting deelname aan het EOM? Welke bilaterale gesprekken zijn hierover gevoerd? Hoe staat het met de voordracht van Slovenië voor het EOM? Op welke manier steunt het kabinet de inspanningen van de Commissie om Slovenië hiertoe te bewegen?

Situatie voorlopige hechtenis

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agendering van het Europees Aanhoudingsbevel (EAB) en detentieomstandigheden op de JBZ-Raad op 7–8 oktober. Zij leggen de Minister voorafgaand enkele vragen voor. Deze leden zouden van de Minister willen weten welke minimumnormen inzake detentievoorwaarden hij belangrijk acht om het wederzijds vertrouwen te versterken, en hoe hij daar tijdens het Raadsdebat op gaat inzetten. Verder willen deze leden de Minister vragen hoe hij omgaat met de lidstaten waarin structureel sprake is van overbevolking van gevangenissen. Gaat hij hen hierop aanspreken en, zo ja, hoe?

De leden van de D66-fractie lezen dat advocaat-generaal Pitruzzella een oproep heeft gedaan tot EU-wetgeving waarin minimumnormen worden geformuleerd voor materiële detentievoorwaarden en procedurele rechten in voorlopige hechtenis. Hoe kijkt de Minister daartegenaan, zo vragen deze leden. Denk hij dat dit bij kan dragen aan het verbeteren van detentieomstandigheden binnen lidstaten? En denkt hij dat dit kan werken om bedreigingen van het principe van wederzijds vertrouwen tegen te gaan? Welke minimumnormen zouden volgens hem in deze wetgeving moeten worden opgenomen?

De leden van de D66-fractie begrijpen dat niet alleen zorgen over detentievoorwaarden, maar ook zorgen over de rechtsstatelijkheid rechters kunnen doen aarzelen bij het uitvoeren van EAB’s. Het gaat dan om zorgen over toegang van de verdachte tot een eerlijk proces. Ook de Nederlandse rechter heeft op grond hiervan de uitvoering van EAB’s geweigerd. Deze leden willen aan de Minister vragen of in het debat over minimumvoorwaarden ook deze zorgen kunnen worden meegenomen, zodat ook op het gebied van het recht op een eerlijk proces duidelijkheid bestaat welke voorwaarden grond zijn om een EAB niet uit te voeren.

Als laatste willen de leden van de D66-fractie aandacht vragen voor de Poolse oproep aan Poolse officieren van justitie om niet langer te helpen bij het overleveren van verdachten en veroordeelden aan Nederland. Dit als reactie op het niet uitvoeren van EAB’s door de Nederlandse rechter. Dat is in strijd met het Kaderbesluit EAB. Deze leden benadrukken dat dit een onwenselijke situatie is. Zij roepen de Minister op tijdens de JBZ-Raad het gesprek aan te gaan met zijn Poolse evenknie en aandacht te vragen voor dit onderwerp.

Conferentie Regulation Artificial Intelligence

De leden van de D66-fractie hebben slechts een vraag over de Conferentie Regulation Artificial Intelligence. Deze leden vragen welke aspecten van AI worden hier zullen worden behandeld die verschillen van de behandeling in de eerstvolgende Telecomraad.

Verstrekken van paspoorten aan niet-EU-investeerders

De leden van de D66-fractie merken op dat op dit schriftelijk overleg ook de brief over het verstrekken van paspoorten aan niet-EU-investeerders geagendeerd staat. Zij merken op dat zij zich zorgen maken over dit fenomeen en zij zouden graag zien dat de Europese Commissie hier sterkere acties tegen onderneemt. Welke mogelijkheden ziet de Minister voor een algeheel verbod op deze praktijken? Klopt het dat de Commissie een werkgroep heeft opgezet van lidstaten, die gezamenlijk tot afspraken voor strengere veiligheidsregels moest komen over het verstrekken van EU-paspoorten aan investeerders? Is Nederland lid van die werkgroep? Komt die werkgroep nog bijeen? Zo ja, kan de Kamer een rapportage over de voortgang en de stand van zaken krijgen? Zo nee, waarom niet? Waar loopt het op spaak? En wat doet Nederland om de gesprekken weer op gang te krijgen?

Europese strategie ter bestrijding van seksueel misbruik van kinderen

De leden van de D66-fractie hebben ook vernomen dat er deze zomer een strategie is gepubliceerd ter bestrijding van seksueel misbruik van kinderen. Over die strategie hebben deze leden nog enkele vragen. Zij hebben specifiek vragen over het aankomende wetsvoorstel van de Commissie om online dienstverleners te verplichten om child sexual abuse material (CSAM) te detecteren en te verwijderen. Kan de Minister verduidelijken of hij wil dat het alleen gaat om bekend materiaal, of ook onbekend/nieuw materiaal? Hoe zou volgens de Minister het automatisch detecteren en verwijderen van nieuw materiaal in zijn werk moeten gaan? Welke waarborgen moeten daar op zijn minst bij worden gegeven? Worden dan alle afbeeldingen (bijv. op WhatsApp, Facebook chat etc.) automatisch bekeken om eventueel CSAM te detecteren? Ziet de Minister net als deze leden hier privacyrisico's? Is de Minister het met deze leden eens dat iedere technologie die online dienstverleners gebruiken om CSAM te detecteren, eerst goedgekeurd moet worden door de Autoriteit Persoonsgegevens van de lidstaat waar het bedrijf gevestigd is, zodat de technologieën die gebruikt worden zo privacyvriendelijk mogelijk zijn? Zo nee, waarom niet? Is de Minister het met deze leden eens dat iedere technologie die online dienstverleners gebruiken om CSA te detecteren, gecontroleerd moet worden door onafhankelijke experts, en altijd gepaard moet gaan met menselijk overzicht en beroepsmogelijkheden voor mensen wier content verwijderd en gerapporteerd is? Is de Minister het met deze leden eens de dat gebruikte technologieën alleen gebruikt mogen worden voor het detecteren van CSA, en geen enkel ander doel? Kan de Minister statistieken geven over hoeveel slachtoffers van CSA er zijn opgespoord in Nederland via reeds bestaande vrijwillige detectering van onlinedienstproviders? Is de Minister het ermee eens dat er gedetailleerde statistieken nodig zijn via de aankomende wetgeving over de aantallen slachtoffers, vervolgde en veroordeelde daders die gevonden zijn via de verplichte opsporing, valse positieve, om de effectiviteit van verplichte detectering te kunnen bewijzen?

3. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben diverse vragen over de geannoteerde agenda voor de aanstaande JBZ-raad.

De leden van de SP-fractie vinden het een goed voornemen dat het voorzitterschap de omstandigheden in gevangenissen en voorlopige hechtenis ter sprake wil brengen. Deze leden vragen al jaren aandacht voor diverse vraagstukken rondom het Europees aanhoudingsbevel (EAB) en de dramatische mensenrechtensituatie voor verdachten. De Kamer heeft zich hierover in juni 2021 ook uitgesproken via de motie-Van Nispen (Kamerstuk 32 317, nr. 696), die de regering oproept om de praktijk van het weigeren van overleveringen van verdachten in andere lidstaten te onderzoeken en te bezien of er ruimere rechterlijke bevoegdheden nodig zijn om EAB’s te weigeren. Een tweede motie-Van Nispen (Kamerstuk 32 317, nr. 697), die het mogelijk moet maken om aan de uitvaardigende lidstaat garanties te vragen, bijvoorbeeld rondom detentieomstandigheden, haalde het helaas niet. Kan de regering toelichten hoe zij uitvoering wil gaan geven aan de aangenomen motie-Van Nispen (Kamerstuk 32 317, nr. 696)?

Dat de detentieomstandigheden nu op de agenda staan, is volgens de leden van de SP-fractie dan ook een uitgelezen kans voor de regering om zich in te zetten op dit thema. Kort geleden bleek uit een stuk van de Europese Commissie hoe slecht de situatie is. Deze leden willen daarom graag weten van de Minister doe hij aankijkt tegen het feit dat in maar liefst elf lidstaten sprake is van overbezetting van gevangenissen, er in 2020 34 keer sprake was van een schending van artikel 3 van het EVRM en dat voorlopige hechtenis te gemakkelijk wordt ingezet, onvoldoende wordt onderbouwd en dat daar onvoldoende toezicht op is?1 Deze leden horen dan ook graag van de Minister wat de inzet van de Nederlandse regering zal zijn. Is de Minister bereid om tot materiële minimumnormen te komen voor detentieomstandigheden? Zo nee, waarom niet? Denkt hij dat het tot EU-wetgeving gaat komen om de detentieomstandigheden te verbeteren en voorwaarden te stellen aan voorlopige hechtenis? Deelt de Minister de mening dat rechters een AEB moeten kunnen weigeren, wanneer er sprake is van slechte detentieomstandigheden of een disproportioneel lange of slecht onderbouwde voorlopige hechtenis?

Is de Minister tevens bereid om op zoek te gaan naar gelijkgestemde lidstaten om samen op te trekken voor het kunnen vragen van waarborgen bij het overleveren van verdachten aan andere lidstaten? Zo nee, waarom niet? En is de Minister bereid om ook andere problemen met de EAB’s ter tafel te brengen, bijvoorbeeld het recht op een eerlijk proces, medische omstandigheden en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht? Zo nee, waarom niet? Is hij in ieder geval bereid om te kijken of dit onderwerp in de toekomst op een JBZ-Raad besproken kan worden?

4. Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de te lezen stukken die voorliggen ter voorbereiding van de aankomende JBZ-Raad op 7 en 8 oktober. Zij vinden het positief dat de stukken dit keer eerder zijn aangeleverd, waardoor de inbrengtermijn langer was dan vorige keer en inbreng geleverd kan worden voordat de conceptverklaringen al naar de pers gelekt zijn. Echter was ook dit maal de agenda al ruimschoots bekend voor de Minister en Staatssecretaris hun brief met de Kamer deelden. Deze leden spreken dan ook de hoop uit dat op termijn de Nederlandse inzet voor de JBZ-Raad ten minste een week voor de aanvang van de Raad besproken kan worden en de stukken daarvoor tijdig aangeleverd zullen zijn.

Daarom heeft de Volt-fractie ook de volgende vragen: Hoe zal de Kamer mee worden genomen in de positiebepaling van het kabinet ten aanzien van dossiers en onderhandelingen in Brussel? Hoe verwerkt het kabinet de uitkomsten van de overleggen met andere EU-lidstaten? Hoe wordt de Kamer hierin meegenomen?

Voortgang Richtlijn Netwerk- en Informatiebeveiliging

Het demissionaire kabinet schrijft in zijn brief van 28 september 2021 over de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 7 en 8 oktober dat duidelijk is dat een meerderheid van de lidstaten een uitbreiding van het aantal entiteiten en sectoren ten opzichte van de huidige NIB-richtlijn steunt. Om welke lidstaten gaat het? Wat is hierin de positie van Nederland? Met welke andere lidstaten is hierover onderling afgestemd? Wat waren de bezwaren van het demissionaire kabinet, los van het bezwaar ten aanzien van de alternatieve benadering voor het aanwijzen van entiteiten die onder de reikwijdte van de richtlijn vallen? Op basis waarvan concludeert het demissionaire kabinet dat een meerderheid van de lidstaten op dit moment geen voorstander lijkt van een specifieke wet die voorrang krijgt boven algemene wetgeving voor aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken of -diensten? Wat is de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen die zullen plaatsvinden dit najaar op basis van de compromisvoorstellen die het voorzitterschap heeft voorbereid?

Werkbezoek Egypte

De leden van de Volt-fractie vragen de Staatssecretaris wat haar overwegingen zijn om te rapporteren over een bilateraal werkbezoek aan Egypte in het kader van de JBZ-Raad (zijnde een Europese aangelegenheid).

Geannoteerde agenda van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 7–8 oktober 2021

Werklunch: Strategic Lawsuits Against Public Participation (SLAPP)

Welke maatregelen acht de Minister noodzakelijk om op te nemen in anti-SLAPP-wetgeving? Aan welke actie dan wel op lidstaat- dan wel op EU-niveau zou de Minister prioriteit willen geven in het kader van SLAPP? Is de Minister bereid om anti-SLAPP-wetgeving in Nederland te introduceren om een mogelijke afbrokkeling van de rechtsstaat en persvrijheid in de toekomst te voorkomen? Acht de Minister anti-SLAPP-wetgeving voldoende om de journalisten, ngo’s en het maatschappelijk middenveld te beschermen? Welke andere maatregelen zou de Minister graag op EU-niveau nog bespreken om eventuele toekomstige anti-SLAPP-wetgeving te flankeren?

Raadsconclusies EU-strategie kinderrechten

De leden van de Volt-fractie vragen de Minister een impressie te geven van de Raadsconclusies. Is de Minister tevreden met de Raadsconclusies zoals deze nu voorliggen? Wat zijn hierbij de prioriteiten voor Nederland? Is de Minister van mening dat de Raadsconclusies genoeg ambitie tonen met betrekking tot de rechten van het kind?

In het eerdere BNC-fiche verwelkomde het kabinet het initiatief, maar steunde een nationale implementatie en daardoor geen juridisch bindende maatregelen. Deze leden begrijpen dat uitvoering van beleid mogelijk lidstaatgebonden is, met inachtneming van de nationale organisatie van onderwijs, gezondheidszorg, jeugdbescherming en de inrichting van rechtsprocedures, maar hebben daarbij ook de angst dat het niet op enige manier bindend maken van de strategie leidt tot een strategie zonder tanden en dat er geen enkele verplichting is voor lidstaten om ten minste aan minimumstandaarden te voldoen. Is de Minister dit met de deze leden eens? Welke mogelijkheden zijn er om lidstaten alsnog verantwoordelijk te houden voor de minimumstandaarden die gewaarborgd moeten zijn in de EU-strategie kinderrechten?

Is de Minister op de hoogte van de resolutie van het Europees Parlement (EP) waarin een meerderheid in het EP zich uitsprak voor het erkennen van huwelijken uit hetzelfde geslacht om zowel bewegingsvrijheid en familierecht te garanderen voor gezinnen in elke lidstaat, onafhankelijk van de samenstelling van het gezin? Welke waarborgen voorziet de Minister op EU-niveau om te kunnen garanderen dat er tussen lidstaten een wederzijdse erkenning van ouderschap plaatsvindt? Is de Minister het met deze leden eens dat, wanneer overgelaten aan de lidstaten, dit niet zal gebeuren en er daarom EU-brede juridisch bindende voorstellen moeten komen?

Europees Openbaar Ministerie

De leden van de Volt-fractie merken op dat het Europees Openbaar Ministerie dat drie maanden geleden in werking is getreden, momenteel ongeveer 300 zaken van fraude onderzoekt met EU-budget, met mogelijk 4,5 miljard schade, waaronder onderzoek in Nederland, Duitsland, Slowakije, Bulgarije en Hongarije. Klopt dit? Op welke termijn verwacht de Minister hierover een uitspraak? Op welke manier zal Nederland hieraan opvolging geven, mocht Nederland betrokken blijken bij fraude? Op welke manier zal de Minister hieraan opvolging geven op Europees niveau om te voorkomen dat EU-gelden gebruikt worden voor fraude? Hoe verhouden zich deze fraudezaken tot het corona herstelfonds (NGEU)?

Situatie voorlopige hechtenis

Het demissionaire kabinet geeft aan dat niet bekend is of een uitvraag naar de detentieomstandigheden en de gevolgen daarvan voor bijvoorbeeld overlevering in het kader van een EAB is gedaan. Betekent dit dat het demissionaire kabinet niet van dergelijke verzoeken op de hoogte is? Of dat het demissionaire kabinet weet dat deze nooit zijn gedaan?

Is het demissionaire kabinet van het standpunt dat de detentieomstandigheden in Nederland, gelet op het niveau in de afzonderlijke lidstaten en het gemiddelde van de EU, reden kunnen geven voor andere lidstaten om niet over te gaan tot overlevering? Welke afweging ligt hieraan ten grondslag? Is de Minister bereid om – in het geval dergelijke uitvragen er nog niet zijn geweest – met andere EU-lidstaten in gesprek te gaan om eventuele zwakten in het Nederlandse systeem te verhelpen?

Het demissionaire kabinet schrijft voorts dat het de algemene, politieke discussie over de situatie en hoe deze verbeterd kan worden in de desbetreffende lidstaten onderstreept en dat het de belangen van menswaardige detentieomstandigheden onderstreept. Wat zijn volgens het demissionaire kabinet menswaardige detentieomstandigheden? Sluit het demissionaire kabinet bij de boordeling van wat de ondergrenzen van menswaardige detentieomstandigheden zijn, aan bij het overzicht van het secretariaat-generaal van de Raad uit het non-paper van de diensten op het gebied van detentieomstandigheden en procedurele rechten van 24 september 2021?

Voor zover het demissionaire kabinet afwijkt van bepaalde minimumstandaarden, wat is daarvoor de reden? Bij de afwezigheid van welke standaarden in andere lidstaten zou het demissionaire kabinet in ieder geval niet overgaan tot uitlevering? Welke inspanningen levert het demissionaire kabinet nu al om de aanwezigheid van deze standaarden in andere lidstaten te bevorderen? Met welke andere lidstaten trekt het demissionaire kabinet hierbij op? Welke inzet zal het demissionaire kabinet hebben in de algemene politieke discussie over dit onderwerp? Waar zal het demissionaire kabinet concreet op aandringen? Welke maatregelen gaat het voorstellen?

Conferentie Regulation Artificial Intelligence

De leden van de Volt-fractie onderschrijven net als het demissionaire kabinet het belang van de bescherming van fundamentele rechten en de menselijke maat in de toepassing van digitale technologieën in de rechtspleging en handhaving, maar onderstrepen dat dit belang ook geldt buiten de rechtspleging en handhaving. Zij vragen het demissionaire kabinet dan ook welke criteria en grondrechten het afweegt bij het vinden van de balans tussen de mogelijkheid om AI in te zetten voor rechtshandhavingsdiensten en het beschermen van fundamentele rechten. Hoe vult het demissionaire kabinet deze afweging concreet in? Welke grondrechten uit de Nederlandse Grondwet, het EVRM en het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie moeten bij de toepassing en ontwikkeling van digitale technologieën (waaronder AI-systemen) volgens het demissionaire kabinet worden afgewogen? Met welke andere lidstaten trekt de Nederlandse regering op in de gesprekken in Europees verband? Welke afspraken zijn daarover gemaakt met andere lidstaten?

In de beantwoording van vragen van deze leden van 5 juli 2021 wordt gesteld dat het demissionaire kabinet positief staat tegenover de concept-AI-verordening, die is gebaseerd op een risicobenadering. De risicobenadering wordt als belangrijk gezien voor het waarborgen van de proportionaliteit. Deze leden onderschrijven dat proportionaliteit als uitgangspunt belangrijk is. Zij zijn het ook met het demissionaire kabinet eens dat het huidige voorstel veel brede definities en omschrijvingen bevat. Hierdoor is het risico, zoals het kabinet terecht stelt, enerzijds dat de verordening uiteindelijk buitenproportioneel hoge eisen stelt aan AI-systemen, anderzijds zien deze leden op dit moment het risico dat de verordening juist een te laag beschermingsniveau biedt vanwege een te nauwe categorie AI-systemen die als hoog-risico worden gezien. Welke categorieën AI-systemen zouden volgens het demissionaire kabinet als hoog-risico moeten worden gekwalificeerd en op basis van welke afweging komt het demissionaire kabinet tot die conclusie?

Situatie van rechterlijke macht in Afghanistan

De leden van de Volt-fractie onderschrijven de zorgen die Italië uit omtrent de positie van de rechterlijke macht in Afghanistan na de machtsovername van de Taliban. Het is overduidelijk dat de rechtsstaat in Afghanistan op dit moment geweld wordt aangedaan. Deze leden vragen het demissionair kabinet om meer te doen dan slechts verwelkomen dat wordt stilgestaan bij deze situatie. Graag horen deze leden of het demissionaire kabinet de zorgen van Italië deelt. Zo ja, wat gaat het demissionaire kabinet daaraan doen of doet het al om de rechterlijke macht in Afghanistan te ondersteunen? Met welke inzet gaat het demissionaire kabinet ervoor zorgen dat in EU-verband of met afzonderlijke lidstaten wordt gewerkt aan het beschermen van de rechterlijke macht en daarmee onafhankelijke rechtspraak en rechtsstaat in Afghanistan? Welke concrete beleidsvoorstellen zal het demissionaire kabinet doen? Heeft het demissionaire kabinet hierover al contact met andere lidstaten? Zo ja, welke? Indien het demissionaire kabinet niets doet, wat is daarvoor de motivering?

Resultaten van de zesde evaluatie van de gedragscode Hate Speech Online

De leden van de Volt-fractie zien grote uitdagingen op het gebied van het tegengaan van hate speech. Zowel online als offline. Daarom kijken deze leden uit naar de evaluatie van de gedragscode Hate Speech Online. Daarover hebben deze leden nog wel de volgende vragen: Op welke concrete punten zal het demissionaire kabinet letten bij het aanhoren van de evaluatie? Welke resultaten verwacht het demissionaire kabinet van de evaluatie en mocht aan deze resultaten worden voldaan, waar gaat het demissionaire kabinet dan in de JBZ-Raad op aansturen? Zijn er andere beleidsmaatregelen die het demissionaire kabinet zinvol acht om op Europees niveau op aan te sturen in strijd tegen hate speech, anders dan de gedragscode Hate Speech Online? Zijn er best practices die Nederland heeft in de strijd tegen Hate Speech Online, die het kan delen in de JBZ-Raad om de aanpak op EU-niveau te versterken? Zo ja, welke? Gaat het demissionaire kabinet dit in de JBZ-Raad delen?

Digitale dimensie van het onderzoeken van seksueel kindermisbruik

De leden van de Volt-fractie lezen in brief van de Minister dat Nederland «over het algemeen» de voorstellen van de Europese Commissie om seksueel kindermisbruik gezamenlijk aan te pakken steunt. Op welke aspecten steunt Nederland deze strategie niet? Welke aspecten hebben volgens de Minister prioriteit? Op welke concrete aspecten zal de Minister in zijn inbreng in de Raad nadruk leggen, naast de noodzaak om de inspanningen te intensiveren? Wat zijn volgens de Minister de mest urgente doelstellingen die nagestreefd moeten worden?

In zijn brief geeft de Minister aan dat er in de Raad gesproken zal worden over «het belang van toegang tot gegevens voor rechtshandhavingsdiensten». Wat is de appreciatie van de Minister met betrekking hierop? In hoeverre zou toegang tot data voor bevoegde autoriteiten beschikbaar moeten zijn volgens de Minister om voldoende effectief te blijven? Zal de Minister zich bij de onderhandelingen inzetten om hierbij ook acht te nemen op privacywetgeving? Voor welke maatregelen zal de Minister zich sterk maken om ervoor te zorgen dat in alle lidstaten zorgvuldig om wordt gegaan met datacollectie, -verwerking en -uitwisselingen? Kan de Minister garanderen dat burgers inzage kunnen krijgen in de wijze waarop hun data gebruikt en verwerkt worden?

Hoe verhoudt deze wetgeving zich tot andere dossiers, zoals dataretentie, e-privacy, e-evidence en encryptie? Verwacht de Minister voortgang en/of een conclusie op dit dossier, zolang deze verordeningen niet tot een conclusie hebben geleid? Zijn er zonder deze verordeningen voldoende garanties om onjuist gebruik van data te voorkomen?

Werklunch: Uitvoering van interoperabiliteit

Het demissionaire kabinet geeft aan dat het bij de implementatie van de nieuwe Europese informatiesystemen op het gebied van grenzen en interne veiligheidssystemen, steeds heeft aangetekend dat de integrale planning bijna geen ruimte meer biedt voor onvoorziene omstandigheden en daarom blijvende aandacht heeft gevraagd op Raadsniveau. Op welke manier heeft het demissionaire kabinet aandacht gevraagd op Raadsniveau? Zijn er lidstaten die dit standpunt delen? Zo ja, welke landen? Hoe gaat het demissionaire kabinet er in de komende JBZ-Raad aandacht voor vragen? Welke concrete zorgen heeft het demissionaire kabinet over de implementatie van het Entry/Exit System (EES) en het Schengen Informatie Systeem (SIS)? Welke maatregelen en acties neemt het demissionaire kabinet om deze zorgen het hoofd te bieden?


  1. Non-paper from the Commission services on detention conditions and procedural rights in pre-trial detention, 24 september 2021 (https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-12161-2021-INIT/en/pdf).↩︎