Voortgang opvolging advies Van Geel Omgevingsraad Schiphol
Evaluatie Schipholbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D37179, datum: 2021-10-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29665-415).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29665 -415 Evaluatie Schipholbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z17286:
- Indiener: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-10-13 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-10-26 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-02-24 13:00: Luchtvaart (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-03-10 15:04: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 415 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2021
In het Commissiedebat van 24 juni (Kamerstuk 31 936, nr. 874) is aangegeven dat een besluit over de opvolging van het advies van dhr. Van Geel over de toekomst van de Omgevingsraad Schiphol aan een volgend kabinet is. Om te zorgen dat de huidige structuur niet uiteenvalt is niets doen echter geen optie, daarom is tevens toegezegd u na de zomer de gewenste duidelijkheid te geven, zonder daarbij de beleidsruimte voor een nieuw kabinet in te willen perken.
Zowel bij de leden van uw Kamer als bij de leden van de Omgevingsraad Schiphol (ORS) bestaat begrijpelijk behoefte aan het verkrijgen van duidelijkheid over de toekomst van het overleg met de omgeving rond de luchthaven Schiphol. Door het schrijven op 7 juni van de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) dat zij per 1 januari 2022 hun lidmaatschap van de ORS opzeggen zijn de zorgen bij de overige delegaties van de ORS toegenomen dat de ORS per 1 januari 2022 in een vacuüm terechtkomt.
Om te voorkomen dat dit vacuüm ontstaat is het nodig om, langs de lijnen van het advies van dhr. Van Geel, een aantal praktische wijzigingen door te voeren in de manier waarop de verschillende partijen met elkaar in gesprek kunnen blijven. Daarmee wordt tevens een stevig fundament gecreëerd voor de verdere toekomstige ontwikkeling op basis van de ervaringen die per januari 2022 zullen worden opgedaan. Waarbij het uiteraard aan een nieuw kabinet is om op basis daarvan een afweging te maken over verdere besluitvorming.
De voorgestelde wijzigingen zijn gebaseerd op verschillende gesprekken deze zomer en de belangrijkste aanbevelingen van dhr. Van Geel. Voor de situatie per 1 januari 2022 houdt dit in dat:
• de BRS geen lid meer is van de ORS;
• de bestaande Stichting Ondersteuning ORS (SOORS) de opdracht krijgt om de maatschappelijke participatie te blijven faciliteren qua informatievoorziening en ondersteuning van het proces;
• alle bij de ORS berustende informatie (website, archieven) veilig wordt gesteld en ontsloten de bestaande website van de ORS ten behoeve van alle partijen;
• IenW conform advies van Van Geel het kader opstelt voor de basisparticipatiekwaliteit en initiatiefnemers bij luchtvaarttrajecten, zoals voor bijvoorbeeld een Luchthavenverkeersbesluit of een routewijziging conform dit kader gebruik maken van een participatieplan voor betrokkenheid van omwonenden en maatschappelijke organisaties;
• betrokkenheid van bewonersgroepen conform het advies van Van Geel wordt verbreed en gemoderniseerd. Alle groepen omwonenden, dus bijvoorbeeld ook jongeren, krijgen de gelegenheid zich te registreren bij de ORS.
De bestuurlijke afstemming zal voortaan plaatsvinden in overleg tussen IenW en de BRS. IenW en BRS werken op dit moment gezamenlijk aan afspraken hoe deze samenwerking er uit komt te zien, waarbij ook wordt gekeken naar de relatie tot het overleg met de omwonenden en maatschappelijke organisaties. Streven is dat deze samenwerkafspraken voor 1 januari 2022 zijn vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Zodra er een nieuw regeerakkoord is zal op basis daarvan verder worden gesproken over een adaptieve uitvoeringsagenda voor de komende regeerperiode.
Alles bij elkaar een stevige klus waarbij transparantie, zorgvuldigheid en continuïteit centraal staan. Om de continuïteit zoveel mogelijk te waarborgen ben ik blij te kunnen melden dat dhr. Van Geel bereid is zijn voorzitterschap met een half jaar te verlengen. Daarnaast is vanuit het Ministerie van IenW een kwartiermaker aangesteld om, samen met de voorzitter en secretaris van de ORS, en in overleg met de direct betrokken partijen, de werkzaamheden die nodig zijn voor een soepele overgang naar 2022, het doorvoeren van bovengenoemde wijzigingen en de verdere besluitvorming in goede banen te leiden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser