De uitzending van Argos 'Diagnose bij kindermishandeling komt moeizaam tot stand'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D37618, datum: 2021-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z17536).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2021Z17536:
- Gericht aan: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z17536
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitzending van Argos «Diagnose bij kindermishandeling komt moeizaam tot stand» (ingezonden 8 oktober 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Argos «Diagnose bij kindermishandeling komt moeizaam tot stand»?1
Vraag 2
Wat vindt u van de conclusie van de onderzoekers dat 10 jaar na een eerdere uitzending te weinig is gedaan om kindermishandeling effectief te bestrijden?
Vraag 3
Wat is de laatste schatting van het aantal kinderen dat te maken krijgt met kindermishandeling?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat het gezin in de uitzending een jaar na dato nog in onzekerheid verkeert over wat er precies aan de hand is?
Vraag 5
Kunt u beschrijven wat de gangbare procedure is na reële vermoedens van kindermishandeling en hoe het traject daarna verloopt? Wat is de tijdslijn en welke instanties zijn erbij betrokken?
Vraag 6
Is er iets te doen aan de terugkoppeling naar huisartsen door Veilig Thuis als ze een kind doorsturen, aangezien de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) aangeeft dat huisartsen deze terugkoppeling amper krijgen, waardoor het regelmatig voorkomt dat de mishandeling gewoon doorgaat, terwijl huisartsen denken dat er hulp is? Zo ja, wat is hier aan te doen?
Vraag 7
Welke hulp is er voor ouders die het vermoeden hebben dat hun kind slachtoffer is van mishandeling? Wie is verantwoordelijk voor het hulpaanbod?
Vraag 8
Deelt u de conclusie van de in de uitzending opgevoerde deskundigen die aangeven dat een diagnose bij vermoedens van kindermishandeling vaak moeizaam tot stand komt?
Vraag 9
Wat kunt u doen om meer kennis van kindermishandeling te bevorderen bij professionals, aangezien bij twee op de vijf kinderen van 0–2 jaar het vaststellen van kindermishandeling wordt gemist of had het eerder ontdekt kunnen worden, zo blijkt uit de medische dossiers?
Vraag 10
Een uitgebreid fysiek onderzoek, een zogeheten topteenonderzoek, bij vermoedens van kindermishandeling wordt vaak niet gedaan, waarom is dit het geval? Wat kunt u doen om dit soort onderzoeken te bevorderen?
Vraag 11
Is er zicht op de voortgang van de 62470 meldingen van kindermishandeling (bron: CBS) die in 2020 zijn gedaan bij Veilig Thuis en welke opvolging eraan wordt gegeven? Hoe wordt dit bijgehouden?
Vraag 12
Hoe verklaart u de stijging van maar liefst 7000 meldingen ten opzichte van het jaar ervoor?
Vraag 13
Wordt er extra inspanning verricht ter voorkoming van lange wachttijden bij het stellen van de diagnose en opvolging via jeugdhulp of justitie? Zo ja hoe?
Vraag 14
Wat zijn de redenen dat het Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling (MDCK) is verdwenen? Is de Kamer daarover geïnformeerd buiten de opmerking in de vierde voortgangsrapportage van het actieprogramma Geweld hoort nergens thuis?2
Vraag 15
Wat vindt u van de conclusie in het item dat het huidige zorgsysteem niet is gericht op samenwerken? Bent u het met de deskundigen en met ons eens dat het systeem is versnipperd? Wat vindt u in het licht van deze bevindingen van het beëindigen van het MDCK?
Vraag 16
Wat is na het beëindigen van het actieprogramma Geweld hoort nergens thuis (2018–2021) het plan om kindermishandeling effectief tegen te gaan?
Vraag 17
Hoe kan het dat nog niet in alle opleidingen voor onderwijs of zorgberoepen het herkennen van kindermishandeling aan bod komt, ondanks de aangenomen motie Westerveld/Wörsdörfer3 en de toezegging dit met opleidingsinstituten te bespreken?
Vraag 18
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het wetgevingsoverleg Onderdeel Jeugd en aanverwante zaken van de begrotingen VWS en J&V 2022 van 29 november 2021?