[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Vestering over ‘het leed van geitenbokjes en de duizenden geitenlammetjes die illegaal binnen een week naar het slachthuis zijn afgevoerd’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D37945, datum: 2021-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-243).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z13972:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

243

Vragen van het lid Vestering (Partij voor de Dieren) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het leed van geitenbokjes en de duizenden geitenlammetjes die illegaal binnen een week naar het slachthuis zijn afgevoerd (ingezonden 23 juli 2021).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 11 oktober 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3725.

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat volgens de door u verstrekte cijfers in vijf-en-half jaar tijd in totaal meer dan 10.000 geitenlammetjes binnen zeven dagen na hun geboorte zijn afgevoerd naar het slachthuis, terwijl deze dieren pas mogen worden vervoerd na zeven dagen, als de navelstreng is ingedroogd?1

Antwoord 1

In antwoord op vragen van het lid Wassenberg (Aanhangsel van de Handelingen, nr. 3543) zijn cijfers verstrekt over de leeftijd waarop geitenlammeren in de afgelopen vijf-en-half jaar zijn afgevoerd naar het slachthuis. Daarbij is aangegeven dat het voor de periode tot 1 november 2020 aannemelijk is dat de door geitenhouders in het Identificatie- en Registratiesysteem (hierna I&R-systeem) vastgelegde gegevens over de leeftijd waarop geitenlammeren afgevoerd worden naar het slachthuis geen accurate weergave van de werkelijkheid is. Op basis van die gegevens kan daarom niet geconcludeerd worden dat meer dan 10.000 geitenlammeren binnen zeven dagen na geboorte zijn afgevoerd. Pas sinds 1 november 2020 is het voor melkgeitenhouders met meer dan 50 melkgeiten verplicht de exacte geboortedatum te registreren in het I&R-systeem.

Overigens wil ik erop wijzen dat het niet verboden is geitenlammeren in de eerste zeven dagen na geboorte te vervoeren. Geitenlammeren mogen pas vervoerd worden als de navel volledig is geheeld. Zoals in antwoord op eerdergenoemde vragen van het lid Wassenberg aangegeven zou dit zeven dagen na de geboorte het geval moeten zijn. De variatie tussen individuele dieren is daarbij groot. Onderzoek door Wageningen University & Research laat zien dat bij 50 procent van de lammeren binnen twee dagen na de geboorte de navel al volledig is geheeld en dat vier dagen na de geboorte dit voor 90 procent van de geitenlammeren het geval is2. Lammeren waarvan de navel volledig is geheeld, maar die jonger dan 7 dagen oud zijn, mogen worden vervoerd, mits de afstand niet meer dan 100 kilometer bedraagt.

In het kader van de herziening van de Europese Verordening (EU) nr. 2005/1 (hierna: transportverordening) zet ik me samen met gelijkgestemde lidstaten in voor het beperken van transporttijden, met name voor dieren die naar het slachthuis vervoerd worden. We pleiten er tevens voor dat de EFSA onderzoekt wat de minimum leeftijd van kalveren moet zijn om getransporteerd te mogen worden. Nederland zal hierbij eveneens de aandacht vragen voor het vervoer van andere jonge dieren en met name jonge (geiten)lammeren, omdat hier soortgelijke problematiek speelt.

Vraag 2

Erkent u dat hier sprake is van grootschalige, structurele overtredingen, ofwel van het verbod op het vervoeren van pasgeboren lammetjes ofwel van de regels rondom de Identificatie- en Registratieplicht? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Antwoord 2

Zoals aangegeven is de leeftijd niet bepalend voor het moment waarop een geitenlam vervoerd mag worden, maar het moment waarop de navel volledig is geheeld. Uit de registratie in het Identificatie & Registratie (hierna: I&R)-systeem kan om die reden niet de conclusie getrokken worden dat sprake is van overtreding van de transportregels dan wel de regels rondom I&R.

Vanaf 2016 tot juli 2021 zijn 23 transporten met geitenlammeren gecontroleerd. Bij deze controles zijn geen overtredingen vastgesteld met betrekking tot de geschiktheid voor vervoer en de I&R-plicht. Ook zijn bij de uitvoering van het toezicht op slachthuizen sinds 2016 geen maatregelen opgelegd voor aanvoeren van geitenlammeren waarbij de navel niet volledig geheeld is of ten aanzien van de I&R-plicht.

Vraag 3

Heeft u gezien dat slachthuismedewerkers en keurders aan zowel Eyes on Animals als aan journalisten van onderzoeksplatform Investico hebben gemeld dat er geitenbokjes worden geslacht die jonger zijn dan zeven dagen, vaak zelfs slechts drie dagen oud, en dat dit mogelijk is doordat er makkelijk kan worden gesjoemeld met het fraudegevoelige registratiesysteem? 3 4

Antwoord 3

Verordening (EU) nr. 2019/627 schrijft voor dat vlees van dieren die bij de slachting nog geen zeven dagen oud zijn, ongeschikt verklaard moet worden voor menselijke consumptie. De controle op de leeftijd door de exploitant vindt plaats bij aanvoer van de geitenlammeren door het slachthuis, op basis van de I&R-registratie. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op deze controle. Indien slachthuismedewerkers of keurders het vermoeden hebben dat dieren in werkelijkheid jonger zijn dan de leeftijd die in I&R is geregistreerd, dan moeten zij hiervan melding doen bij de NVWA. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het bepalen van de exacte leeftijd van een geitenlam aan de hand van uiterlijke kenmerken vrijwel niet mogelijk is, tenzij er sprake is van een evident verschil tussen de fysieke kenmerken van een individueel dier en de leeftijd zoals deze is geregistreerd in I&R. Daardoor is het veelal niet mogelijk om met zekerheid vast te stellen of sprake is van een overtreding van I&R-verplichtingen en/of van regels met betrekking tot de minimale leeftijd waarop lammeren geslacht mogen worden.

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat hierdoor massaal pasgeboren dieren illegaal worden vervoerd, in de woorden van een oud-bokkenhouder, «Zo fragiel dat ze half dood, half levend op het slachthuis aankomen»?5

Antwoord 4

Iedere partij in de keten, zowel melkgeitenhouders als handelaren, transporteurs en slachterijen, hebben de wettelijke en morele plicht om zorg te dragen voor het welzijn van jonge geiten, vanaf de geboorte tot het moment van slacht. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de houder en de transporteur om de fysieke staat van dieren die op transport gaan te beoordelen. De gezondheid en het welzijn van ieder individueel dier moet daarbij altijd voorop staan. Op het moment dat personen of partijen aanwijzingen hebben dat in deze keten regels overtreden worden of dieren niet de juiste zorg ontvangen, dan kunnen zij hiervan melding doen bij de NVWA.

Zoals aangegeven is niet de leeftijd bepalend voor het moment waarop een geitenlam vervoerd mag worden, maar het moment waarop de navel volledig is geheeld. Uit de I&R-registratie kan daarom niet worden afgeleid of dieren illegaal worden vervoerd.

Op grond van de transportverordening mogen uitsluitend dieren die geschikt zijn voor het voorgenomen transport vervoerd worden. De houders van dieren dienen op de plaats van vertrek, overlading of bestemming zorg te dragen voor naleving hiervan. Ook transporteurs dienen zich hieraan te houden.

Vraag 5

Waar baseert u uw conclusie op dat het, ondanks deze signalen, aannemelijk is dat de door u verstrekte cijfers niet kloppen en dat het niet zo is dat te jonge geitenlammetjes veelvuldig illegaal naar het slachthuis worden afgevoerd?6

Antwoord 5

In antwoord op de eerder aangehaalde vragen van het lid Wassenberg is aangegeven dat het voor de periode tot 1 november 2020 aannemelijk is dat de door geitenhouders in het I&R-systeem vastgelegde gegevens over de leeftijd waarop geitenlammeren afgevoerd worden naar het slachthuis geen accurate weergave van de werkelijkheid is.

Volgens de voorlopige gegevens uit het I&R-systeem over het lopende jaar 2021 (gegevens tot begin juli) was het merendeel van de geitenlammeren 7 dagen of ouder op het moment van afvoer naar het slachthuis. Een klein deel was volgens de I&R-registratie jonger dan 7 dagen. Zoals in antwoord op vraag 3 toegelicht is, wordt vlees van dieren die bij de slachting nog geen zeven dagen oud zijn, ongeschikt verklaard voor menselijke consumptie door de NVWA. Slachterijen moeten de aanvoer van dieren die niet geslacht kunnen worden voor menselijke consumptie zoveel mogelijk beperken.

Vraag 6

Indien inderdaad (een deel van) de door u aangeleverde cijfers over de leeftijd van de dieren op het moment van slachten over meerdere jaren onjuist zijn, wanneer is dit u voor het eerst opgevallen? Kunt u uitleggen waarom u dit dan niet eerder heeft aangepakt?

Antwoord 6

Zoals aangegeven was het ontbreken van een exacte geboortedatum tot 1 november 2020 geen overtreding van de I&R-verplichtingen voor ondernemers.

Vraag 7

Hoe kan het in dat geval volgens u dat deze 10.000 geitenlammetjes toch zijn vervoerd en geslacht, terwijl dit volgens de registratie illegaal was, omdat de dieren volgens hun opgegeven geboortedatum te jong waren? Hoe wordt de registratie gecontroleerd en hoe vaak is hier sinds 2016 tegen opgetreden?

Antwoord 7

Tot 1 november 2020 was registratie van de exacte geboortedatum niet verplicht. Vanaf die datum geldt deze verplichting wel voor melkgeitenhouders die 50 of meer melkgeiten houden. Zoals aangegeven mogen lammeren vervoerd worden zodra de navel is geheeld. Bij vervoer jonger dan 7 dagen is dus niet direct sprake van een overtreding. De controle op de leeftijd bij aanvoer bij het slachthuis is aan de exploitant. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op deze controle. In 2021 zijn met betrekking tot de identificatie- en registratieplicht door de NVWA geen overtredingen vastgesteld tijdens vervoerscontroles onderweg of bij het uitoefenen van toezicht op slachthuizen.

Vraag 8

Klopt het dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in 2019 constateerde dat piepjonge bokjes massaal werden geslacht om te worden afgevoerd voor destructie en dat dit heeft geleid tot maatregelen? Zo ja, wat was hiervoor de concrete aanleiding en welke maatregelen zijn er toen getroffen?7

Antwoord 8

Het klopt dat in toenemende mate jonge geitenlammeren die niet bestemd werden voor de slacht voor menselijke consumptie werden aangevoerd op slachthuizen om gedood te worden. Exploitanten van slachthuizen zijn er door NVWA op gewezen dat dit niet is toegestaan. Op de naleving wordt door de NVWA toezicht gehouden.

Vraag 9

Waarom worden geitenlammetjes die sterven binnen zes dagen na hun geboorte geregistreerd als «doodgeboren»? Erkent u dat u hiermee nog steeds geen zicht heeft op de oorzaak van de hoge sterfte onder geitenlammetjes?

Antwoord 9

Een geitenhouder die op enig moment in een kalenderjaar vijftig geiten of meer houdt ten behoeve van de melkproductie is verplicht de dag van sterven van een geit te registreren in het I&R-systeem. Daarnaast is het sinds 1 november 2020 voor deze geitenhouder verplicht de exacte geboortedatum te registeren in het I&R-systeem binnen zeven dagen na de geboortedag. Het risico bestond dat er van de sterfte in de periode tussen geboorte en melding geen beeld te vormen is. Daarom zijn melkgeitenhouders verplicht doodgeboortes te registreren in het I&R-systeem. Een doodgeboorte wordt geregistreerd als een geitenlam dood wordt geboren in de laatste week van de dracht van de moedergeit en als het geitenlam sterft in de eerste 7 dagen na geboorte, voordat bij deze geit een identificatiemiddel is aangebracht. Doel van deze voorschriften is de melkgeitensector de mogelijkheid te geven om op een effectievere manier uitvoering te geven aan de borging van de privaat opgelegde verplichtingen uit het Plan van aanpak welzijn geitenbokjes (Kamerstuk 28 286, nr. 939) om de sterfte onder geitenlammeren terug te dringen. Met de registratie van doodgeboortes is het mogelijk om beter en eerder zicht te krijgen in het percentage vroegtijdige sterfgevallen in de sector als geheel en bij individuele ondernemers. De registratie geeft geen uitsluitsel over de oorzaken van vroegtijdige sterfte.

Vraag 10

Erkent u dat het belangrijk is dat er zicht komt op de sterfte van geitenlammetjes tussen dag twee en dag zeven, zodat mogelijke sterfte door gebrekkige verzorging aan het licht komt? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, hoe strookt dat met uw voornemen om de sterfte onder jonge dieren terug te dringen?8

Antwoord 10

Ik hecht zeer aan een goede zorg voor dieren en aan het terugdringen van sterfte onder jonge dieren. Dat beperkt zich niet tot de zorg voor geitenlammeren en het terugdringen van sterfte van geitenlammeren in de periode tussen dag twee en dag zeven na geboorte. Het borgen van dierenwelzijn ziet op de gehele levensfase van een dier.

In de afgelopen jaren zijn, in nauw overleg met de melkgeitensector, belangrijke stappen gezet om het welzijn te verbeteren en sterfte onder jonge dieren terug te dringen. De sector heeft in het private ketenkwaliteitssysteem KwaliGeit een benchmark voor sterfte op individuele melkgeitenhouderijen geïmplementeerd. Wanneer de sterfte de actiewaarde overschrijdt wordt de geitenhouder geïnformeerd over de voor hem geldende inspanningsverplichting om de verbeteringen door te voeren. De betreffende melkgeitenhouder moet hiertoe een verbeterplan opstellen, tezamen met zijn dierenarts en met een vertegenwoordiger van zijn zuivelverwerker.

De maatregelen uit KwaliGeit worden door een onafhankelijke organisatie gecontroleerd en geborgd. Met de aanscherping van de regels voor identificatie en registratie van geiten per 1 november 2020 is de registratie verbeterd, wat ten goede komt aan de uitvoering van aan de borging van de privaat opgelegde verplichtingen uit het kwaliteitssysteem en de monitoring van sterfte onder jonge dieren. Met het Plan van aanpak welzijn geitenbokjes is ingezet op het afmesten van geitenlammeren op het geboortebedrijf of via een een-op-een relatie met een bokkenmester. Via een tijdelijke vrijstellingsregeling is de beschikbaarheid van diergeneesmiddelen – met name van antibiotica – voor jonge geiten sterk verbeterd.

In september 2019 heeft de melkgeitensector het sectorplan «Versnellen verduurzaming van de melkgeitenhouderij» gepresenteerd. Dit sectorplan is in maart 2021 nader uitgewerkt in het «Implementatieplan versnellen verduurzaming van de melkgeitenhouderij». Het implementatieplan beschrijft de ambities, doelen en maatregelen die de sector tot 2025 heeft om verder te verduurzamen. Dierenwelzijn en zorg voor jonge dieren zijn in de plan belangrijke speerpunten. Begin dit jaar is een PPS-voorstel van de melkgeitenhouderijsector goedgekeurd, waarmee de financiering van het implementatieplan voor een belangrijk deel is geborgd.

Vraag 11

Wat vindt u ervan dat vorig jaar meer dan 31.000 en in de eerste maanden van 2021 meer dan 33.000 pasgeboren geitenlammetjes in hun eerste twee levensweken naar de slacht zijn afgevoerd, wetende dat deze dieren afhankelijk zijn van melk die tijdens de urenlange transporten niet wordt verstrekt en die bij de slachterijen alleen beschikbaar is via melksystemen die de lammetjes vaak niet snappen?

Antwoord 11

Op grond van de transportverordening moeten geitenlammetjes na een transporttijd van 9 uur een voldoende rusttijd van ten minste 1 uur krijgen, waarin zij met name gedrenkt en zo nodig gevoederd worden. Na deze rusttijd kunnen zij opnieuw gedurende 9 uur worden vervoerd.

Bij transporttijden onder de 9 uur is het drenken van lammeren dus niet vereist. Op slachthuizen is er extra aandacht voor heel jonge niet gespeende dieren zoals geitenlammeren. Deze dieren moeten met voorrang geslacht worden. Wanneer ze niet direct na aankomst geslacht worden, moeten ze zodanig ondergebracht worden dat het dierenwelzijn geborgd is. Daarbij wordt de dieren water of elektrolytoplossing aangeboden via speenemmers, waarbij de lammeren geholpen moeten worden met drinken. De exploitant van het slachthuis moet beschikken over een procedure, die garandeert dat het welzijn van de dieren bij aankomst bevredigend is. Wanneer dat niet het geval is, moet de exploitant zelf passende maatregelen nemen en de officiële dierenarts van de NVWA daarvan in kennis stellen.

Tot slot, wil ik melden dat ik in EU-verband voor kortere transportduur.

Vraag 12

Bent u bereid om de minimumleeftijd voor het vervoeren van geitenlammetjes te verhogen naar 28 dagen, zoals in Duitsland is aangekondigd voor het transport van kalfjes? Zo nee, waarom niet?9

Antwoord 12

Zoals ik in antwoord op vraag 1 toelichtte, zet ik me het kader van de herziening van de transportverordening samen met gelijkgestemde lidstaten in voor het beperken van transporttijden, met name voor dieren die naar het slachthuis vervoerd worden. Ook pleiten we ervoor dat de EFSA onderzoekt wat de minimum leeftijd van kalveren moet zijn om getransporteerd te mogen worden. Nederland zal hierbij eveneens de aandacht vragen voor het vervoer van andere jonge dieren en met name jonge (geiten)lammeren, omdat hier soortgelijke problematiek speelt.

Vraag 13

Wanneer gaat u de Kamer informeren over de uitvoering van de aangenomen motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 28 286, nr. 1156) die de regering oproept om zelf een plan van aanpak op te stellen voor het voorkomen van ziekte en sterfte onder bokjes?

Antwoord 13

Zoals in mijn antwoord op vraag 10 aangegeven is in de afgelopen jaren zowel door de sector als door de overheid veel inzet gepleegd op het verbeteren van het welzijn van en de zorg voor geitenlammeren en lammeren in het algemeen. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld loopt er op het onderwerp zorg voor jonge dieren ook een apart traject. De laatste update heb ik in mijn brief van 23 oktober 2020 (Kamerstuk 28 286, nr. 1130) gegeven. Uit de gesprekken die ik in dit kader en in het kader van de verduurzaming voer blijkt dat de sector de volle aandacht heeft voor dit onderwerp. Ik ben en blijf met de sector in gesprek over de voortgang. Ik zie voor nu dan ook geen toegevoegde waarde een extra plan op te stellen. Ik zal uw Kamer later dit jaar op de hoogte stellen van de voortgang middels een Kamerbrief dierenwelzijn.

Vraag 14

Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?

Antwoord 14

Ja.


  1. Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3543↩︎

  2. Verkaik, J., van Dixhoorn, I., Gunnink, H., van Hatum, T., & Ouweltjes, W. (2016). Monitoring van het helingsproces van de navelstrengen van geitenlammeren (No. 992). Wageningen Livestock Research↩︎

  3. Website Eyes on Animals, november 2020, «Welzijn geitenbokken in beeld. De omgang met bokken op het melkgeitenbedrijf, tijdens transport en tijdens de slacht» (20201130-EonA_Rapport-welzijn-geitenbokken.pdf (eyesonanimals.com)↩︎

  4. De Groene Amsterdammer, 22 mei 2020, «Pasgeboren geitenbokjes worden doorgedraaid» (https://www.groene.nl/artikel/pasgeboren-geitenbokjes-worden-doorgedraaid)↩︎

  5. De Groene Amsterdammer, 22 mei 2020, «Pasgeboren geitenbokjes worden doorgedraaid» (https://www.groene.nl/artikel/pasgeboren-geitenbokjes-worden-doorgedraaid)↩︎

  6. Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3543↩︎

  7. De Groene Amsterdammer, 22 mei 2020, «Pasgeboren geitenbokjes worden doorgedraaid» (https://www.groene.nl/artikel/pasgeboren-geitenbokjes-worden-doorgedraaid)↩︎

  8. Kamerstuk 28 286, nr. 991↩︎

  9. Boerderij, 13 juli 2021, «Transportleeftijd Duitse kalveren van 14 naar 28 dagen» (https://www.boerderij.nl/transportleeftijd-duitse-kalveren-van-14-naar-28-dagen)↩︎