Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake het ontwerpbesluit houdende onder meer nadere regels over de inrichting van het onderwijs aan scholen in het primair onderwijs (Inrichtingsbesluit WPO) (Kamerstuk 31293-590)
Primair Onderwijs
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D38174, datum: 2021-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D38174).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z15870:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-09-22 15:41: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-10-07 10:15: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-10-12 14:00: Ontwerpbesluit houdende onder meer nadere regels over de inrichting van het onderwijs aan scholen in het primair onderwijs (Inrichtingsbesluit WPO) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-11-25 10:15: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-12-09 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D38174 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 17 september 2021 inzake de voorhang van het ontwerpbesluit houdende onder meer nadere regels over de inrichting van het onderwijs aan scholen in het primair onderwijs (Inrichtingsbesluit WPO) (Kamerstuk 31 293, nr. 590)
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie,
Arends
Inhoud | blz. | ||
I. | Vragen en opmerkingen uit de fracties | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de VVD-fractie | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de PvdA-fractie | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de SGP-fractie | 3 | |
II. | Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media | 3 |
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van ontwerpbesluit houdende onder meer nadere regels over de inrichting van het onderwijs aan scholen in het primair onderwijs (Inrichtingsbesluit WPO) en hebben nog enkele vragen.
De leden lezen in artikel 2.5 dat er aandacht wordt besteed aan de veiligheid van leerlingen op school. Er wordt gebruik gemaakt van het monitoringsinstrument dat de veiligheid van leerlingen op school meet. De leden lezen dat het instrument ten minste eens per schooljaar wordt ingezet onder een representatief deel van de leerlingen. Zij vragen wat de Minister bedoelt met een representatief beeld. Gaat het hierbij om een percentage van het aantal leerlingen in de klas? Tot slot vragen de voornoemde leden hoe wordt gewaarborgd dat dit instrument om de veiligheid te meten daadwerkelijk wordt ingezet op elke school.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige inrichtingsbesluit dat een aantal onderwerpen regelt, die voorheen waren geregeld in het Bekostigingsbesluit WPO. De leden vinden dat de kwaliteit van het onderwijs omhoog moet en dat kinderen meer gelijke kansen moeten krijgen. Daartoe zouden scholen met veel leerlingen die een grotere kans lopen op achterstand structureel meer ondersteuning moeten krijgen en leraren op deze scholen verdienen een betere beloning aangezien vaak ook meer van hen wordt gevraagd. In hoeverre deelt de Minister deze visie? Tevens vragen zij of hij ook kan toelichten in hoeverre de meting van leerresultaten, zoals hoofdstuk 2 van dit besluit deze voorschrijft, recht doet aan deze gedachte.
De leden van de PvdA-fractie constateren dat artikel 3.3 betrekking heeft op de landelijke geschillencommissie toelating en verwijdering. De geschillencommissie velt een oordeel bij geschillen tussen ouders en schoolbesturen. Kan de Minister toelichten hoe vaak het gebeurt dat de landelijke geschillencommissie ouders in het gelijk stelt en hun kind dan – tegen de zin van het schoolbestuur – alsnog wordt toegelaten of een verwijdering ongedaan wordt gemaakt? Kan de Minister ook in het bijzonder toelichten hoe vaak het gebeurt dat de landelijke geschillencommissie ouders in het gelijk stelt op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en hun kind met een beperking, eventueel met inzet van doeltreffende en redelijke aanpassingen alsnog moet worden toegelaten op de school van aanmelding en hoe vaak oordeelt de landelijke geschillencommissie dat bepaalde aanpassingen niet in redelijkheid van het bevoegd gezag kunnen worden gevraagd, zo vragen de voornoemde leden.
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het besluit. Deze leden hebben nog een vraag over het onderwerp sociale veiligheid.
De leden constateren dat de wetgever ten aanzien van het instrument om de veiligheidsbeleving te monitoren bewust rekening heeft gehouden met de positie van kleine scholen en de vrijheid om zelf keuzes te maken. De wettelijke verplichting spreekt daarom onder meer over het vormgeven van een instrument door de school zelf. In de toelichting op het besluit is van deze bedoeling echter niets terug te vinden. Waarom wordt niet actiever gewezen op de mogelijkheden die scholen hierbij hebben? Ten slotte vragen zij hoe de regering voorkomt dat het toezicht op dit punt een te eenzijdig vertaling van de wettelijke kaders krijgt.