Inbreng verslag schriftelijk overleg over de bijeenkomst NAVO ministers van Defensie 21 en 22 oktober 2021
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D38248, datum: 2021-10-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie (VVD)
- Mede ondertekenaar: F.H. Mittendorff, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z17676:
- Indiener: H.G.J. Kamp, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2021-10-12 16:00: NAVO Defensie Ministeriële (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2021-10-26 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de aan de Minister van Defensie over de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie op 21 en 22 oktober 2021.
De voorzitter van de commissie, De Vries
Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de VVD-fractie danken de minister van Defensie voor de toegezonden geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie op 21 en 22 oktober 2021. Zij hebben nog een enkele vraag.
Met betrekking tot het lessons learnt proces naar aanleiding van de gebeurtenissen in Afghanistan onderschrijven de leden van de VVD-fractie het belang van het trekken van lessen. Deze leden willen op de hoogte worden gehouden van de precieze invulling en het tijdspad dat hieraan verbonden wordt. Zij vragen de minister dit toe te zeggen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie van 21 en 22 oktober 2021. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie vragen welke wijzigingen er worden voorgesteld in het politiek-militair advies over de voortgang van de implementatie van de deterrence and defence of the Euro-Atlantic area (DDA) en het SACEUR's Area-of-Responsibility-Wide Strategic Plan (SASP) en hoe de Nederlandse positie zich ten opzichte van dit advies verhoudt. Zij vragen welke aanpassing dit advies teweeg zal brengen voor de NATO Force Structure en wat de Nederlandse positie op dit punt is.
De leden van de D66-fractie lezen dat er wordt gesproken over zowel ruimte, cyber als kunstmatige intelligentie. Zij vragen een uiteenzetting van de Nederlandse positie op deze drie veiligheidsgebieden en waar wat Nederland betreft het zwaartepunt ligt. Hoeveel procent van het NAVO-budget wordt besteed aan respectievelijk deze drie veiligheidsgebieden?
De leden van de D66-fractie merken op dat de secretaris-generaal op de NAVO parlementaire assemblee tegensprak dat de NAVO heeft gefaald in Afghanistan. Deze leden vragen hoe de minister hierop reflecteert. Op welke manier wordt het lessons learnt proces ingericht en welke facetten van de missie komen daarbij aan de orde? Welke lessen trekt Nederland nu al met betrekking tot de NAVO inzet in Afghanistan en met name met betrekking tot de eindfase, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de vrijhaven die Afghanistan weer dreigt te worden voor terrorisme. Zij vragen welke indicaties de minister op dit moment heeft over de verschillende terroristische groeperingen in Afghanistan en of er signalen zijn dat deze groeperingen (zoals ISIS-K) de ambitie hebben om ook in de westerse wereld toe te slaan. Voorts vragen deze leden wat de Nederlandse inzet is in de NAVO om hier tegenwicht aan te bieden.
De leden van de D66-fractie zijn positief over het feit dat de NAVO en de EU het Strategisch Concept en het Strategisch Kompas parallel uitwerken. Zij vragen of de minister in de aankomende bijeenkomst erop kan aandringen dat deze processen daadwerkelijk parallel moeten zijn en hoe dit wordt gegarandeerd en welke waarborgen hiervoor zijn. Voorts vragen deze leden op welke manier er op dit moment wordt gecommuniceerd tussen de functionarissen bij de EU en bij de NAVO. Met betrekking tot de stelling in de geannoteerde agenda dat Nederland het belangrijk vindt dat de EU en de NAVO afspraken maken over de samenwerking, vragen deze leden een toelichting op welke afspraken hier worden bedoeld.
De leden van de D66-fractie zijn verbaasd over het feit dat de Nederlandse compagnie op Erbil International Airport op structurele basis in de buitenste ring opereert. In de brief van 20 november 2020 (Kamerstuk 27925, nr. 755, betreffende aanvullende Artikel 100-inzet in de strijd tegen ISIS) wordt aangegeven dat de Nederlandse compagnie enkel op incidentele basis zal opereren in de buitenste ring. De leden van de D66-fractie vragen of met volledige zekerheid kan worden gegarandeerd dat deze verandering in inzet niet van dusdanige aard is dat de risico’s voor de Nederlandse compagnie zijn verhoogd. Indien dat het geval is, vragen deze leden een toelichting. Voorts vragen zij of het klopt dat de Nederlandse compagnie licht kaliber bewapening heeft die is geselecteerd op het beschermen van de binnenste ring. De leden van de D6-fractie vragen of het dan niet frappant is dat Nederland nu structureel in de buitenste ring opereert met deze lichte bewapening, waar in de brief van 2020 (Kamerstuk 27925, nr. 755) is aangegeven dat er teruggevallen kan worden op Koerdische en Amerikaanse troepen die beschikken over zwaar(der) kaliber wapens. Zij vragen dit te verklaren. Voorst vragen deze leden of er voor de buitenste ring niet zwaardere wapens nodig zijn en, indien dat het geval is, of deze beschikbaar zijn en of het niet goed zou zijn dit materieel naar de Nederlandse compagnie te sturen.