Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) op 13 oktober 2021
Brief regering
Nummer: 2021D38618, datum: 2021-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z17982:
- Indiener: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-11-10 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-12-02 13:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-07 17:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tijdens de begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) op 13 oktober jl. heeft uw Kamer vragen gesteld. Hierbij bied ik u op een deel van deze vragen – gezien de feitelijkheid van de beantwoording – het antwoord schriftelijk aan. De overige gestelde vragen zal ik beantwoorden tijdens mijn eerste termijn van het debat op donderdag 14 oktober 2021.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
drs. R.W. Knops
Vragen van het lid De Graaf (PVV)
Vraag:
Kan het gesprek met Aruba worden aangegaan om over de bestuurscultuur te
spreken? Dit in licht van belangenverstrengeling in het parlement; er
zijn nog steeds 3 ministers met de achternaam Croes.
Antwoord:
Alle ministers van het nieuwe kabinet Wever-Croes zijn gescreend. Er is
tevens een minister benoemd die belast is met integriteit, die onder
andere toeziet op belangenverstrengeling binnen de overheid en de
regering. Dit zijn goede ontwikkelingen. Desalniettemin blijft aandacht
voor bestuur van eminent belang. Daarom wordt ook in het kader van het
Landspakket in den brede gekeken naar versterking van goed en integer
bestuur.
Vraag:
Wat is de logica achter de voorwaarde die aan Aruba is gesteld om eerst
60 mln. gulden te bezuinigen op de gezondheidszorg in Aruba, en pas
daarna te gaan werken aan de kwaliteit van die zorg?
Antwoord:
De kostenstructuur en de kwaliteit van de zorg zijn niet per se
communicerende vaten. De zorg op Aruba dreigt onbetaalbaar te worden.
Ondanks herhaalde waarschuwingen van IMF (Internationaal Monetair
Fonds), AZV (Algemene Ziektekosten Verzekering) en CAft (College Aruba
financieel toezicht) bleven maatregelen ten behoeve van de
betaalbaarheid van de zorg uit. Bij de 2e tranche liquiditeitssteun
heeft de RMR (mei 2020) op grond van CAft-advies als voorwaarde gesteld
dat Aruba een structurele taakstelling van AWG 5 mln. per maand (AWG 60
mln. per jaar) doorvoert. Met deze structurele taakstelling wordt de
betaalbaarheid van de zorg en de begroting van Aruba duurzaam
versterkt.
Invulling van de taakstelling in de zorg hoeft niet ten koste te gaan
van kwaliteitsverbetering. Immers als de zorg doelmatiger wordt
uitgevoerd en medisch niet-noodzakelijke zorg (bijvoorbeeld vergoeding
van zelfzorggeneesmiddelen als paracetamol) wordt voorkomen zijn
besparingen mogelijk zonder dat de kwaliteit van de zorg wordt
aangetast.
Vragen van het lid De Vries (VVD)
Vraag:
Er wordt incidenteel geïnvesteerd in het verlagen van de vaste kosten
voor de inwoners op de eilanden. Hoe wordt er in de toekomst beter
rekening gehouden met de structurele vervolguitgaven?
Antwoord:
Het is juist dat een deel van de investeringen op basis van incidenteel
geld gedaan wordt. Dat moet in de toekomst beter, waarbij bij
besluitvorming over investeringen ook de structurele onderhoudskosten of
vervolguitgaven moeten worden vastgesteld en afgewogen. Het is echter
niet zo dat er géén investeringen worden gedaan om de inwoners van de
eilanden te helpen. Voor zowel elektriciteit als water wordt het vaste
aansluittarief reeds structureel door het Rijk gesubsidieerd tot het
Europees Nederlandse kostenniveau.
Voor investeringen in de elektriciteitsvoorziening op Bonaire is de
private elektriciteitsproducent van Bonaire, ContourGlobal Bonaire BV
(CGB), in overleg met WEB (Water- en Energiebedrijf Bonaire) over de
uitbreiding van de productiecapaciteit. Hiernaast is het ook mogelijk
dat Bonaire Brandstof Terminals BV (BBT) investeert in (duurzame)
productiecapaciteit. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat
spreekt met alle partijen over de mogelijke inzet en rol bij
financiering, uitrol én onderhoud. Het ministerie van IenW subsidieert
de komende jaren investeringen zoals voor het drinkwaternet op Sint
Eustatius.
Het is aan een volgend kabinet om beter vorm te geven aan structurele en
duurzame investeringen. Daar wordt onder andere in het Raad van
State/IBO-traject aan gewerkt, zie daarvoor ook mijn antwoord op een
gestelde vraag van het CDA. Het is de bedoeling dat een ambtelijke
commissie gaat toetsen of departementen bij nieuwe (incidentele)
bijdragen aan Caribisch Nederland voldoende rekening houden met
structurele kosten.
Vraag:
Er is een rapport van de Universiteit van Wageningen over de
mogelijkheden van de agrarische sector in Caribisch Nederland. VVD is
groot voorstander van meer zelfvoorzienendheid, wat gaat het kabinet met
het rapport doen?
Antwoord:
Ik onderschrijf het belang van meer zelfvoorzienendheid. Op 18 januari
2021 heeft de vaste commissie Koninkrijkrelaties van uw Kamer de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en mij
geattendeerd op het Onderzoeksrapport ‘‘Ontwikkelingsmogelijkheden voor
de agrarische sector in Caribisch Nederland’’ van de Stichting
Wageningen Research. Bij Kamerbrief van 7 april 2021 heeft de minister
van LNV, mede namens mij, een reactie gegeven op dit rapport.
Het onderzoeksrapport van de Stichting Wageningen Research is goed
bruikbaar omdat het zichtbaar maakt voor welke uitdagingen de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba staan; en welke handvatten er
zijn om de lokale voedselzekerheid te vergroten. We gaan door op de
ingeslagen weg die dit kabinet heeft ingezet, waarbij de aanbevelingen
worden betrokken. In de eerdergenoemde Kamerbrief worden de activiteiten
van het Rijk op het terrein van landbouw benoemd. Dit betreft onder
andere de aanpak van los lopende grazers, verbetering van de
voedselveiligheid, eilandelijke landbouwvisies met ondersteuning van
expertise middels de RVO, inzet op waterbesparende landbouwtechnieken,
inzet op innovatie en praktijkkennis.
Vraag:
Als we vinden dat de autonome landen in het koninkrijk het financieel
beheer op orde moeten hebben, geldt dat ook voor Bonaire, Saba en Sint
Eustatius. Saba lijkt het enige eiland dat het wel op orde heeft. Welke
ruimte kan Saba extra krijgen en wanneer komt hier duidelijkheid
over.
Antwoord:
Daar waar het financieel beheer op orde is, ligt het in principe voor de
hand dat het openbaar lichaam meer verantwoordelijkheden heeft
(inclusief bijbehorende middelen) en dat er minder financieel toezicht
is. Zo wordt bij Saba waar het financieel beheer op orde is en de
Eilandsraad van Saba de verordening armoedebeleid heeft vastgesteld, de
bijzondere onderstand (met bijbehorend budget) overgeheveld van het
ministerie van SZW naar het Openbaar Lichaam Saba, zodra Saba de
relevante eilandelijke verordening heeft vast kunnen stellen. Daarnaast
heb ik dit jaar nog een incidentele toevoeging van ruim USD 1 mln. aan
de vrije uitkering van Saba gedaan. Dit is het gevolg van goed
financieel beheer door Saba.
In het programma kabinetsreactie voorlichting Raad van State/IBO is
zowel met de openbare lichamen als departementen ambtelijk gesproken
over de taakverdeling tussen het Rijk en de openbare lichamen inclusief
de benodigde financiering. De volgende stap is om met alle opbrengsten
van het programma tot bestuurlijke afspraken en uitvoeringsagenda’s te
komen met elk van de openbare lichamen. Dit is medio 2022 voorzien.
Vraag:
Hoe zit het met de stand van zaken van het openbaar vervoer op Bonaire,
de uitbreidingsplannen van Bonaire International Airport en de
investeringsagenda van het WEB?
Antwoord:
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en de gemeente
Rotterdam zijn eind 2019 met het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) in
contact getreden over de mogelijkheid tot het invoeren van een pilot
voor de introductie van openbaar vervoer op Bonaire. Begin 2020 heeft
het Rotterdamse vervoersbedrijf RET op aanvraag van het ministerie van
I&W een startnotitie geschreven over de randvoorwaarden waaraan
voldaan moet worden om een proef en eventuele invoering van het openbaar
vervoer op Bonaire mogelijk te maken. Het OLB heeft hier nog geen
vervolg aan gegeven.
Bonaire International Airport (BIA) heeft de afgelopen jaren een
positieve ontwikkeling doorgemaakt en heeft orde op zaken gesteld. Door
de groei van het eiland, zowel qua bewoners als qua toerisme, kijkt BIA
nu naar de toekomst van de luchthaven. De uitbreiding van de luchthaven
valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar, het openbaar lichaam
Bonaire. De minister van I&W is hierbij verantwoordelijk voor het
toezicht houden op de veiligheid van de luchthaven. Het ministerie van
I&W en het ministerie van BZK zijn daarnaast lid van de stuurgroep
BIA, waarin zij benadrukken dat de uitbreiding van de luchthaven geen
doel op zich moet zijn, maar dat het te financieren moet zijn voor het
eiland en op draagvlak van zowel bestuur als inwoners moet kunnen
rekenen.
Voor wat betreft investeringen in de elektriciteitsvoorziening op
Bonaire is de private elektriciteitsproducent van Bonaire, ContourGlobal
Bonaire BV (CGB), in overleg met het Water en Energiebedrijf Bonaire
(WEB) over de uitbreiding van de productiecapaciteit. Hiernaast is het
ook mogelijk dat Bonaire Brandstof Terminals BV (BBT) investeert in
(duurzame) productiecapaciteit. Het ministerie van Economische Zaken en
Klimaat spreekt met alle partijen over de mogelijke inzet en rol bij
financiering, uitrol en onderhoud. Het doel is een optimale mix van
snelheid, kostendaling en verduurzaming te vinden, waar de motie Kuiken
ook aandacht voor vroeg (Kamerstuk 35420, nr. 332). In alle
oplossingsmogelijkheden is het belangrijk dat de productie op
verantwoorde wijze gecoördineerd wordt om de stabiliteit van het kleine
eilandelijke net te borgen.
Vraag:
Kan de staatssecretaris aangeven wanneer het op alle eilanden van
Caribisch Nederland financieel op orde is of moet zijn? Wanneer kunnen
we de problemen opgelost hebben?
Antwoord:
Het financieel beheer is op Bonaire en Sint Eustatius niet op orde en
dat verdient zeker alle aandacht. In het Bestuursakkoord Bonaire 2018 –
2022 is afgesproken dat er een verbeterplan wordt opgesteld met als doel
het verkrijgen van een goedkeurende accountantsverklaring voor
getrouwheid en rechtmatigheid over de jaarrekening. Aan dit verbeterplan
wordt nu door het openbaar lichaam, in nauw contact tussen het
ministerie van BZK en het Cft uitvoering gegeven.
Ten behoeve van verbeteringen voor het financieel beheer op Sint
Eustatius zijn in de afgelopen twee jaar plannen opgesteld voor Sint
Eustatius en in uitvoering gebracht. De verwachting is dat Sint
Eustatius en Bonaire in 2022 een belangrijk deel van de tekortkomingen
in het financieel beheer hebben weggewerkt.
Vraag:
In de beleidsagenda van het ministerie van J&V 2021-2025 zijn onder
meer ondermijning en grensbewaking als prioriteit aangewezen. De VVD
mist daarbij concrete doelen en tijdsplannen, wat gaan deze concreet
worden? En wanneer is duidelijk wanneer de wet BIBOB of een op de
BES-eilanden toegesneden variant hiervan zinvol is?
Antwoord:
Het ministerie van JenV heeft een beleidsagenda opgesteld met plannen voor de komende vier jaar. De prioriteiten en te zetten stappen zijn daarin benoemd en met de uitvoering ervan is gestart. Hierover werd uw Kamer geïnformeerd door de Minister van Justitie en Veiligheid op 23 juni jl. Ten aanzien van ondermijning en grensbewaking worden momenteel nadere plannen van aanpak uitgewerkt in samenhang met daarbij behorende wetgeving. Concrete doelen die daarin uitgewerkt zijn onder meer instrumenten voor het aanpakken van witwassen en de realisatie van een Advanced Passenger Information systeem voor Caribisch Nederland. De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is een verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid. Tijdens het schriftelijk overleg Justitieketen BES-eilanden op 5 oktober jl. zijn door de vaste Kamercommissie vragen gesteld over het onderwerp Wet Bibob in Caribisch Nederland. Eind oktober worden deze vragen beantwoord door het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Momenteel loopt er een pilot om te bezien hoe bestaande werkprocessen ten aanzien van vergunningverlening versterkt kunnen worden en of de Wet Bibob of een op een Caribisch Nederland toegesneden variant daarop zinvol is. Beoogd wordt de pilot tot medio 2022 uit te voeren, waarna de Kamer geïnformeerd zal worden.
Vraag:
Niemand betaalt graag belasting, maar dat is wel nodig voor alle voorzieningen van de eilandbewoners. We hebben geen idee of wat er binnenkomt ook klopt. Friends and family die geen belasting betalen, belasting die wordt kwijtgescholden, bedrijven, hotels en casino’s die geen belasting hoeven te betalen. Mensen die kunnen aantonen dat ze hebben betaald, maar dat is niet terug te vinden in de administratie. Het kan niet zo zijn dat Nederland geld geeft en de eilanden een zooitje van het financieel beheer maken. Wanneer kunnen deze punten verbeterd en opgelost worden?
Antwoord:
Dit is zonder meer een belangrijk onderwerp, en een voorwaarde voor een goed functionerende overheid. Daarom is in de landspakketten overeengekomen dat noodzakelijke modernisering van de Belastingdiensten moet plaatsvinden, zodat de diensten in staat gesteld worden om de belastingheffing en -inning adequaat uit te voeren. Daarnaast is het van belang te werken aan een vereenvoudiging van het fiscale stelsel. Het is belangrijk om de belastingen eerlijk te verdelen en te zorgen dat iedereen zijn ‘fair share’ zal gaan bijdragen aan de (financiële) toekomstbestendigheid van de landen. Deze veranderopgave is complex en vraagt politieke vastberadenheid.
In alle landen wordt inmiddels gewerkt aan dit thema. In Aruba wordt de reeds ingezette hervorming van de belastingdienst vervolgd en wordt thans gewerkt aan het inhalen van achterstanden in aangiften, bezwaarschriften en de invordering. In Curaçao zijn de plannen van aanpak voor deze herziening in de afrondende fase. In Sint Maarten wordt op korte termijn gestart met het invullen van randvoorwaarden om de transitie te starten, zoals het opschonen van databestanden en het wegwerken van achterstanden. Dit is slechts het begin van een herstel van jarenlange verwaarlozing.
Vragen van het lid Wuite (D66)
Vraag:
Hoe kan het dat de financiële huishouding van Sint Eustatius na 3 jaar
Haags bewind nog steeds niet op orde is?
Antwoord:
De financiële situatie op Sint Eustatius bleek bij aanvang van de
bestuurlijke ingreep nog ernstiger dan gedacht, zo heb ik ook met de
Tweede Kamer gedeeld via de voortgangsrapportages Sint Eustatius. Jaren
van financieel wanbeheer hebben diepe sporen achtergelaten. De
verbetering van de financiële huishouding omvat dan ook een groot aantal
projecten en acties, waaronder het digitaliseren van de gehele
administratie, het opleveren van achterstallige jaarrekeningen, het
inrichten van de administratieve organisatie en interne controle maar
ook het opleiden van personeel. Door de veelheid aan projecten en acties
en een tekort aan gekwalificeerde financiële medewerkers binnen het
openbaar lichaam heeft de voortgang in het beginstadium van het
verbetertraject vertraging opgelopen. Inmiddels is de afdeling Financiën
van het openbaar lichaam versterkt en wordt gewerkt aan het verder
duurzaam op orde brengen van het financieel beheer.
Vraag:
Hoe worden belangrijke conclusies en aanbevelingen zoals het AIV
rapport, of het rapport van de Ombudsman, meegenomen in de nadere
uitwerking van de landspakketten?
Antwoord:
Zoals in de Kabinetsreactie op het AIV-rapport “Veiligheid en rechtsorde
in het Caribisch gebied” is gemeld, wordt er onder andere met de
landspakketten uitvoering gegeven aan de conclusies en aanbevelingen op
het gebied van veiligheid en rechtshandhaving. Voorbeelden zijn de
maatregelen ten aanzien van de versterking van het grenstoezicht en
grensoverschrijdende criminaliteit.
De zorgen van de ombudsman begrijp ik. Het thema onderwijs uit de
landspakketten ziet op de verbetering van het onderwijs in de landen,
waarbij onder meer rekening gehouden wordt met de doorstroom, al dan
niet in Europees Nederland. De specifieke problemen waar studenten
tegenaan lopen zodra zij in Nederland komen studeren, vallen echter
buiten het landspakket.
Vragen van het lid Kuiken (PvdA)
Vraag:
Er is toegezegd dat er dubbele kinderbijslag komt voor kinderen met een
ernstige beperking, maar de uitvoering hiervan laat op zich wachten. Kan
de bevoegdheid tot indicatie worden neergelegd bij de kinderarts?
Antwoord:
Ik ben mij ervan bewust dat ouders met een gehandicapt of zorgbehoevend
kind met extra kosten te maken krijgen. Niet alleen door medicijnen,
thuiszorg of vervoer, maar ook doordat zij zelf minder uren kunnen
werken vanwege de intensieve zorg voor hun kind.
Ik wijs daarbij naar de toezegging van de staatsecretaris van SZW die in
mijn brief van 9 oktober 2019 staat (Kamerstukken II 2019/2020 bijlage
bij nr.12, item 8) om te onderzoeken of het mogelijk is om de invoering
van dubbele kinderbijslag – net zoals in Europees Nederland – in te
voeren. Als gevolg van de noodzakelijke capaciteitsinzet i.v.m. COVID-19
is de verkenning tijdelijk gestaakt. Daar is uw Kamer in juli 2020 ook
over geïnformeerd. Momenteel wordt de verkenning hervat. Het ministerie
van SZW brengt daarvoor de uitvoerbaarheid en juridische implicaties van
de regeling in kaart. Een aandachtspunt daarbij is de manier van
vaststellen van de zorgbehoefte van het kind. Daarvoor worden momenteel
verschillende uitvoeringsvarianten onderzocht. Daar heeft het ministerie
van VWS uiteraard ook een rol in. Ik zal mijn collega van SZW verzoeken
om in de verkenning ook de mogelijkheid van indicatiestelling door een
lokale kinderarts te bezien.
Vraag:
Lonen op eilanden liggen lager dan nodig is en ik wil weten of het
mogelijk is om tot een loonkostenregeling te komen. Met name voor
toerisme, bouwbeheer, natuurhandel en detailhandel. Is het niet nodig om
hier een onderzoek naar te starten?
Antwoord:
De inzet van het kabinet is om met het ijkpunt sociaal minimum de
levensstandaard van de inwoners in CN over de volle breedte te
verbeteren.
Namens de staatssecretaris van SZW kan ik u melden dat het openbaar
lichaam Bonaire reeds loonkostensubsidie voor onder meer mensen met een
afstand tot de arbeidsmarkt hanteert. Ook op Sint Eustatius vindt een
pilot plaats met loonkostensubsidie. Het kabinet beraadt zich op basis
van de uitkomsten van de pilots op vervolgstappen en u zult over de
uitkomsten worden geïnformeerd.
Vragen van het lid Van den Berg (CDA)
Vraag:
Het CDA ziet graag een geïntegreerd plan met perspectief met name voor
jongeren. Een plan dat past bij het recente rapport van CDA.
Antwoord:
Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het kabinet en de
eilandbesturen om samen de armoedeproblematiek onder jongeren in
Caribisch Nederland aan te pakken en hen perspectief te bieden op een
goede toekomst. In lijn met het genoemde rapport is duidelijk dat er
aandacht moet zijn voor kleinschaligheid en sociale achterstanden. In
interdepartementaal verband werken de ministeries van VWS, SZW, J&V,
OCW, BZK en de openbare lichamen samen aan een integrale aanpak voor
jongvolwassenen op de thema's: wonen, vrije tijd, armoede, participatie
en aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. In overleg met de drie
eilanden wordt dit vormgegeven in een samenwerkingsconvenant 13+ met een
daarbij behorende inhoudelijke samenwerkingsagenda.
Vraag:
Het CDA heeft eerder benadrukt dat vrije pers en onafhankelijke
nieuwsvraging wezenlijke onderdelen zijn van zo’n democratische
samenleving. In een motie is toen gevraagd om te bevorderen dat de media
kan blijven functioneren op de eilanden. Welke acties zijn daartoe
afgelopen jaar genomen?
Antwoord:
Tijdens de coronaperiode is er door minister Slob in Caribisch Nederland
een steunfonds voor de mediasector opgericht, dat vergelijkbaar was met
het steunfonds in Europees Nederland. Minister Slob heeft u hier in juli
jl. over geïnformeerd (kenmerk 35570-VIII-278).
Kranten, nieuwswebsites en radio- en tv-zenders konden een beroep doen
op het fonds. Over 2020 bedroeg de totale beschikbare steun € 166.000
(waarvan ca. €150.000 toegekend) en in 2021 was € 72.000 beschikbaar
(waarvan €10.000 toegekend). Hiermee werden in de periode tussen maart
2020 en de zomerperiode van 2021 ongeveer twintig Caribische
mediaorganisaties geholpen (per aanvraagronde varieerde het aantal
aanvragers).
Inmiddels wordt er door het ministerie van OCW geen steun meer verleend.
Wel doet het ministerie een inventarisatie naar een versterking van de
mediasector in Caribisch Nederland. U wordt hier door de minister van
Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media nader over geïnformeerd.
De Caribische landen hebben een eigenstandige verantwoordelijkheid voor
de mediasector. Wel konden mediapartijen die verschenen in Caribisch
Nederland (maar gevestigd waren in Aruba, Curaçao of Sint Maarten)
aanspraak maken op de genoemde steun. Een voorbeeld is The Daily Herald
op Sint Maarten, die ook verschijnt op Saba en Sint Eustatius.
Vraag:
Wat is de laatste stand van zaken bij de Point Blanche gevangenis op
Sint Maarten?
Antwoord:
Het gevangeniswezen op Sint Maarten was en is zorgelijk. Dit jaar heb ik
de Tweede Kamer laten weten dat Nederland enerzijds druk houdt op
verbeteringen en anderzijds bijdraagt met hulp en bijstand. Zo heb ik
een eenmalig bedrag van € 30 mln. beschikbaar gesteld. Van de € 30 mln.
gaat er € 20 mln. naar de nieuwe gevangenis en € 10 mln. naar
verbeteringen van de huidige detentieomstandigheden. Dit is een stevige
impuls. De Nederlandse hulp leidt tot concrete lichtpunten, zoals de
Voortgangscommissie in de 41ste voortgangsrapportage constateert. Zo is
er vanuit Nederland personele ondersteuning gestuurd (programmamanager
is in de zomer gestart) en heeft Sint Maarten geld gekregen voor
bouwkundige verbeteringen aan Point Blanche. Ook is er geld overgemaakt
voor opleidingen van gevangenispersoneel. Toch verloopt de uitvoering
van het Plan van Aanpak 2018 traag en zal Sint Maarten de komende
maanden hard moeten inzetten op voltooiing van de verbetermaatregelen.
Sint Maarten zal structureel voldoende geld moeten vrijmaken voor het
gevangeniswezen.
Vraag:
Is de regering bereid om eventueel verdere noodhulp te verstrekken aan
de CAS-eilanden?
Antwoord:
Nederland heeft het voedselhulpprogramma bijna anderhalf jaar
gefinancierd, tot en met 30 september 2021. Daarbij heb ik tijdig
aangekondigd dat dit tijdelijk zou zijn. Het Rode Kruis heeft aangegeven
dit niet langer te willen doen. Hierover heb ik uw Kamer geïnformeerd op
24 september jl. (Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 364) Nu de
acute nood voorbij is, is het aan de landen om het programma in het
eigen beleid te incorporeren, waarmee ook aansluiting kan worden gemaakt
met de bestaande sociale stelsels. Dit past ook bij hun autonome status.
Ik heb er vertrouwen in dat de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint
Maarten deze taak verder zullen uitvoeren. Eventueel benodigde
financiering kunnen de landen opnemen in een verzoek tot
liquiditeitssteun.
Vraag:
Kan bezien worden hoe meer uitgaven structureel gemaakt kunnen worden.
Het rapport van de Algemene Rekenkamer bevestigt de huidige ad-hoc
aanpak. Tussen 2011 en 2019 zijn maar liefst 310 bijzondere uitkeringen
verstrekt. De CDA-fractie ziet graag voor april 2022 een plan hoe gelden
vanuit Nederland meer structureel gemaakt kunnen worden en minder
geoormerkt.
Antwoord:
De openbare lichamen ontvangen structureel middelen vanuit het
BES-fonds. Deze vrije uitkering is niet geoormerkt en wordt jaarlijks
geïndexeerd voor prijsontwikkelingen en voor loonontwikkelingen. Sinds
2012 heeft geen substantiële verhoging van de vrije uitkering meer
plaatsgevonden. In 2019 constateerde het Interdepartementaal
Beleidsonderzoek (IBO) Koninkrijksrelaties dat de structurele
bekostiging van eilandelijke taken (met name beheer en onderhoud) onder
druk staat. Het wegwerken van eilandelijke achterstanden vindt plaats
via incidentele departementale geldstromen (meestal bijzondere
uitkeringen). In lijn met het advies van de Raad van State en het IBO
uit 2019 wordt de komende maanden, op basis van de opgestelde analyse en
het rapport over de aansturing van nutsbedrijven, havens en luchthavens
(Kamerstuk 2020-2021, nr D10786), verder gesproken met de openbare
lichamen over de taakverdeling tussen het Rijk en de openbare lichamen.
De eerste ambtelijke gesprekken hierover hebben plaatsgevonden, op korte
termijn zal dit ook op politiek niveau gebeuren. Bij die discussie over
de taakverdeling hoort ook de vraag of de bijbehorende financiële
middelen nog wel passend zijn. Dit is een zorgvuldig traject dat in
samenspraak moet plaatsvinden met de openbare lichamen.
Vraag:
Daarnaast willen wij weten hoe de kosten van de bijzondere gemeenten
meer gesocialiseerd kunnen worden? Graag ontvangen we daarom voor april
2022 een overzicht met betrekking tot de verschillende uitkeringen en de
huidige financiering van deze sociale zekerheid en
nutsvoorzieningen.
Antwoord:
De netbeheerkosten voor energie en drinkwater worden al geruime tijd via
een subsidie gesocialiseerd tot Europees Nederlands niveau. Het
ministerie van EZK subsidieert structureel het vaste
tarief voor elektriciteit zodat het gelijk is aan het niveau in
Europees Nederland. Dit resulteert direct in een lagere
elektriciteitsrekening voor de eindgebruikers in Caribisch Nederland.
Voor het vaste tarief van drinkwater subsidieert het
ministerie van IenW naar een met Europees Nederland vergelijkbaar
tarief. Dit resulteert direct in een maandelijks lagere rekening voor
drinkwater.
Ik zeg u toe dat uw Kamer voor april 2022 een overzicht van het kabinet
ontvangt van de verschillende uitkeringen en de huidige financiering van
de sociale zekerheid en nutsvoorzieningen.
Vraag:
Voor welke regelingen komen start-ups in aanmerking?
Antwoord:
Op alle Caribische eilanden van het Koninkrijk kunnen start-ups een
zogenaamd micro-krediet tot $ 25.000 aanvragen bij Qredits. Qredits
geeft ook hulp bij het maken van een ondernemingsplan en verstrekt
coaching. Daarnaast zal de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
in 2022 in Caribisch Nederland een programma starten waarmee een groep
van 30 geselecteerde start-ups intensief wordt begeleid, bijvoorbeeld
bij het bepalen van hun strategie, het schrijven van een
ondernemingsplan en het verkrijgen van financiering.
Vraag:
De CDA fractie bepleit al sinds 2017 de ontwikkeling van de landbouw, we
hebben daar recent van de Universiteit Wageningen een presentatie over
gehad. In deze presentatie gaf de Universiteit aan dat voor ieder eiland
vier zaken nodig zijn: een integraal zoetwaterplan, een agrarisch
ontwikkelplan, een visserij ontwikkelplan en een agrarisch
onderwijsplan. Is de staatssecretaris bereid een onderwijsplan te maken
zodat de liefde voor landbouw en zelfvoorzienendheid met de paplepel
worden ingegeven?
Antwoord:
Ik ben het met uw Kamer eens dat economische diversificatie en
stimulering van landbouw in Caribisch Nederland goede kansen biedt om de
zelfvoorzienendheid te vergroten. Dat vraagt naast ondernemerschap ook
educatie die daarop aansluit. Een agrarisch onderwijsplan zou daarbij
kunnen ondersteunen. Voor het mbo geldt dat de ministeries van OCW, LNV
en EZK in de onderwijsagenda samen met stakeholders afspraken kunnen
maken over de leerplannen. Ik zal uw voorstel doorgeleiden naar die
departementen.
Vragen van het lid Bromet (GL)
Vraag:
De natuur op Bonaire is een van de aantrekkelijke factoren van Bonaire
en een kans voor het toerisme. Tegelijkertijd is het toerisme ook een
bedreiging. We kwamen langs de zoutmijnen. Door de natuurorganisaties
werd gezegd dat de uitbreiding van villa's daar op de loer ligt, ook bij
het aflopen van de concessie. De vraag aan de staatssecretaris is: hoe
gaan we voorkomen dat de rijken het daar overnemen en, vaak zonder
toestemming, villa's bouwen?
Antwoord: Wanneer er gebouwd wordt zonder de benodigde
vergunningen, is het aan het openbaar lichaam om te handhaven. De
Openbare Lichamen beslissen zelf over wenselijke ruimtelijke
ontwikkelingen op het eiland. Het is aan de eilandsraad om keuzes te
maken en besluiten te nemen over waar al dan niet gebouwd mag worden.
Uiteraard moet dit gebeuren binnen de geldende wettelijke normen en
regels zoals de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en
milieubeheer BES, de Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming BES,
de Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning BES (Wgro) en
lokale regelgeving en beleid op het terrein van land en water.
Ik heb over ruimtelijke ontwikkeling en grondbeleid meermaals met het
Bestuurscollege en de Eilandraadsleden van Bonaire gesproken. Daarbij
heb ik benadrukt dat zij strategische keuzes moeten maken, dit moeten
doorvertalen in beleid omtrent ruimtelijke ontwikkeling, zodat op basis
daarvan bezien kan worden of ruimtelijke plannen wenselijk zijn.
Vraag:
Er ligt in Bonaire een plan voor een nieuwe containerhaven en pier in
beschermde natuur, om stookolie in te voeren. Zou dat in Nederland ook
kunnen gebeuren? Zijn er alternatieven?
Antwoord:
Op dit moment wordt diesel naar de bestaande opslagfaciliteit van Curoil
bij Hato ingevoerd. Dit is een noodoplossing van tijdelijke aard. Een
vergelijking met Europees Nederland is echter gezien de omstandigheden
(ligging, leveringszekerheid en beheer) niet een op een te maken. Bij
het Kamerdebat over de oprichting van Bonaire Brandstof Terminals (BBT)
zijn moties ingediend door de leden Van Raan en Simons over de vraag in
hoeverre het aanvaardbaar is te bouwen in het mariene park (Kamerstuk 35
632–7). Hierover heeft de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, mede namens de staatsecretaris van ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat en mijzelf, de Kamer een brief toegezegd
die u dit jaar ontvangt.
De genoemde pier nabij Bopec is een mogelijke toekomstige aanvoerroute,
hierover is nog geen definitief besluit genomen. Het besluit of en waar
een nieuwe vrachthaven(locatie) dient te komen is nog niet genomen en is
aan het Bestuurscollege van Bonaire. Momenteel wordt een eerste analyse
opgesteld om een indicatie te krijgen van de kosten. Mocht de nieuwe
vrachthaven financieel haalbaar zijn en mochten er middelen voor de
financiering worden gevonden, dan zullen te zijner tijd nadere studies,
onderzoeken en besluitvorming nodig zijn. Deze zullen verlopen conform
de gebruikelijke afstemming en procedures, daar zal een
Milieueffectenrapportage onderdeel van uitmaken. Hierbij wordt dan
uiteraard ook uitgebreid aandacht gegeven aan de beschermde natuur. Pas
daarna kan een eventueel project van start.
Vraag:
Er is een beleidsplan Natuur en Milieu voor het Caribische gebied met
een plan tot 2030, maar na 2024 is er geen geld meer. Hoe moet het plan
worden uitgevoerd, hoe gaat het met het plan, zijn er al
resultaten?
Antwoord:
Het Natuur en milieubeleidsplan (NMBP) Caribisch Nederland van de
ministeries van LNV en I&W kent twee fasen. In de eerste fase worden
lopende projecten voortgezet, nieuwe projecten zoals het verwijderden
van geiten uit de openbare ruimte opgestart en uitvoeringsagenda’s van
het NMBP opgesteld. In 2024 wordt een tussenevaluatie uitgevoerd om
onder andere te beoordelen welke verdere financiering noodzakelijk is.
In de tweede fase wordt op basis van deze beoordeling en besluitvorming
over beschikbare middelen verder gewerkt aan de uitvoering van de
projecten uit het NMPB, zoals bijvoorbeeld de afvalwaterstrategie, het
tegengaan van erosie en afvalbeheer.
Vraag:
De Nationale Ombudsman vertelt dat studenten uit Caribisch Nederland
problemen hebben met inschrijven vanwege het benodigde BSN-nummer. Kan
de staatssecretaris regelen dat deze studenten een BSN krijgen?
Antwoord:
Om studenten in het Caribisch gebied van een burgerservicenummer (BSN)
te voorzien, moeten ze worden ingeschreven in de bevolkingsadministratie
in Europees Nederland, de Basisregistratie Personen. Ik ben nagegaan of
dat mogelijk zou zijn zonder aanpassing van wetgeving. Dat bleek niet
het geval. Met het ministerie van OCW wordt nu onderzocht hoe we kunnen
bewerkstelligen dat de studenten een BSN krijgen. Ik wil dit met de
minister van OCW oplossen. Over de problemen die Caribische studenten
ervaren bent u geïnformeerd door de brief van de minister van OCW, mede
namens mijzelf, d.d. 7 september. Bijgevoegd bij die brief was ook de
reactie van de minister van OCW aan de Nationale Ombudsman over het
rapport "Kopzorgen van Caribische studenten", waarin de problematiek van
het verwerven van een BSN voor Caribische studenten uiteengezet
is.
Vragen van het lid Ceder (CU)
Vraag:
Wanneer komt er een wettelijke regeling (Jeugdwet) voor de BES-eilanden
waarin de rechten voor kinderen zijn vastgelegd en er waarmee er voor de
jeugdzorgtaken een wettelijke basis is.
Antwoord:
De jeugdzorg in Caribisch Nederland heeft op dit moment een juridische
basis in de Invoeringswet BES en daarbij horend Besluit Pleegzorg BES,
waarin de kwaliteit van de jeugdzorg, het toezicht daarop door de
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en nadere regels rondom de pleegzorg
zijn vastgelegd.
Vanwege de lokale omstandigheden heeft het ministerie van VWS er niet
voor gekozen om bij de stelselherziening van de Jeugdwet in 2015, de
Jeugdwet één op één over te nemen voor Caribisch Nederland. Er is
gekozen voor maatwerk. Uiteraard gebeurt er veel in de jeugdzorg in het
Caribisch gebied en is er een intensieve samenwerking tussen het
ministerie van VWS, de openbare lichamen en zorginstellingen. De
uitkomsten van de pilots op de Bovenwinden, gericht op de overdacht van
de uitvoering van jeugdpreventie en opvoedondersteuning aan de openbare
lichamen, zijn positief. Deze taken worden nu structureel bij het
openbaar lichaam belegd, waarover het ministerie van VWS met Saba en
Sint Eustatius afspraken maakt. Daarnaast geeft het programma
BES(t)4Kids verder vorm aan de manier waarop zorg en ondersteuning voor
kinderen in Caribisch Nederland is georganiseerd door de ontwikkeling
van de zorgstructuur. Op deze manier wordt stapsgewijs onderzocht wat
passend is in de context van Caribisch Nederland. Bezien wordt of dat
alsnog in een wettelijke regeling vastgelegd dient te worden.
Vraag:
Mensenhandel: op de BES-eilanden mag de Nationaal Rapporteur
Mensenhandel niet wettelijk rapporteren. Is de staatssecretaris bereid
om in gesprek te gaan met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel om te
kijken hoe het op BES en in de landen verbeterd kan worden? En wilt de
staatssecretaris kijken hoe de juiste opvang geboden kan worden aan de
slachtoffers van mensenhandel?
Antwoord:
De staatssecretaris van JenV heeft mede namens mij in antwoorden op
Kamervragen (Kamerstukken 2020-2021, nr. 3983) laten weten dat de
uitbreiding van het mandaat van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en
Seksueel Geweld tegen Kinderen (hierna Nationaal Rapporteur) naar de BES
nu niet noodzakelijk wordt geacht. Momenteel vindt een evaluatie van het
instituut Nationaal Rapporteur plaats. Deze wordt in het eerste kwartaal
van 2022 afgerond. Naar aanleiding van de uitkomsten van de evaluatie
zal met de Nationaal Rapporteur in gesprek worden gegaan over zijn
takenpakket. Dat is het goede moment om ook over het vraagstuk rondom de
eventuele wijziging van het mandaat op de BES in gesprek te gaan. Wat
betreft de landen is aanpak van mensenhandel een landsaangelegenheid.
Het staat de landen binnen het Koninkrijk vrij zelf een wettelijke
regeling te treffen voor een Nationaal Rapporteur, of een vergelijkbaar
mechanisme, in het leven te roepen.
Over de opvang van slachtoffers van mensenhandel kan ik melden dat er
concrete afspraken zijn gemaakt met de ketenpartners in CN. De openbare
lichamen zetten zich conform de werkafspraken over de opvang en de
begeleiding van slachtoffers van mensenhandel in voor de opvang van de
slachtoffers. Daarnaast biedt ook het Bureau voor Slachtofferhulp in
Caribisch Nederland, onderdeel van het Korps Politie Caribisch
Nederland, hulp aan slachtoffers.
Vragen van het lid Koekkoek (Volt)
Vraag:
Er is substantieel geïnvesteerd in de kustwacht en er worden structureel
aanvullende middelen vrijgemaakt voor het grenstoezicht. In dat kader
wordt u gevraagd hoe en waar de bijdrage vanuit KR in de begrotingen van
Defensie en Justitie & Veiligheid zijn terug te vinden?
Antwoord:
In het kader van het Protocol versterking grenstoezicht van de
Caribische landen van het Koninkrijk, vastgesteld op 4 februari 2021,
stel ik structureel middelen beschikbaar om personeel van de Koninklijke
Marechaussee (KMar) (boven op de bestaande flexpool van 43 FTE) en van
de douane uit te zenden. Voor de KMar zullen bij Voorjaarsnota middelen
worden overgeheveld naar begrotingshoofdstuk X (Defensie), artikel 5.
Voor de douane zullen middelen worden overgeheveld naar
begrotingshoofdstuk IX (Financiën), artikel 9. Wat betreft de Kustwacht
is het ministerie van Defensie budgettair verantwoordelijk (artikel 2
van begrotingshoofdstuk X). Deze middelen staan dus niet op
begrotingshoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties). Het ministerie van
Justitie en Veiligheid is weliswaar betrokken bij het Protocol
versterking grenstoezicht, maar ontvangt geen middelen.
Vragen van het lid Kuzu (DENK)
Vraag:
Hoeveel jaar gaat het nog duren voordat de corruptie achter de schermen
hard wordt aangepakt?
Antwoord:
Met de aanpak van corruptie in het Caribische gebied zijn we al een
langere tijd (succesvol) bezig, maar ik heb moeten constateren dat het
aanpakken hiervan vraagt om een lange adem. Dit gaat, net als in
Nederland, niet van de een op de andere dag. Er lopen momenteel
verschillende trajecten om corruptie aan te pakken. De minister van
Justitie en Veiligheid is primair verantwoordelijk voor de aanpak van
corruptie in Caribisch Nederland. Vanuit het Ministerie van Justitie en
Veiligheid (JenV) is sinds augustus 2020 een pilot gestart voor
Caribisch Nederland met de plaatsing van twee Rijksrechercheurs voor de
duur van tenminste drie jaar, gevestigd in Bonaire. De lokale en
permanente aanwezigheid van de Rijksrecherche in Caribisch Nederland
biedt kansen voor zowel het uitbreiden en bestendigen van het lokale
netwerk van de Rijksrecherche, als een versterking van de
opsporingscapaciteit ter plekke; allen van belang in de aanpak van
corruptie in Caribisch Nederland. Daarnaast verkent BZK, samen met JenV,
hoe klokkenluiders in CN beter beschermd kunnen worden. Ook is er sinds
kort een witwasofficier gestart bij het OM BES en zijn er opleidingen
georganiseerd het kader van financieel economisch rechercheren voor
medewerkers en ketenpartners van het Korps Politie Caribisch
Nederland.
Sinds 2016 stelt BZK financiële middelen beschikbaar voor de
ondermijningsaanpak in eerste instantie met name op Sint Maarten en in
mindere mate op Curaçao, waaronder de aanpak van corruptie. Deze aanpak
is succesvol gebleken. In 2019 is de Kamer (Kamerstuk 2019-2020,
2019D39647) per brief uitgebreid geïnformeerd over de resultaten van
deze aanpak waarin onderzoeken met betrekking tot onder andere
corruptie, witwassen, oplichting en verduistering door politically
exposed persons en private ondernemingen aan het licht zijn gebracht.
Mede aan de hand van een motie van uw Kamer is de ondermijningsaanpak
bestendigd vanaf 2022, waarmee structureel €12 mln. in de begroting van
Koninkrijksrelaties is gereserveerd. Daarnaast is de Kamer in november
2020 geïnformeerd (Kamerstukken 2020/2021, 2020D43621 & 2020D46023)
dat deze aanpak regionaal wordt geïntensiveerd en uitgebreid naar Aruba
en gedeeltelijk Curaçao. Hiervoor worden extra middelen beschikbaar
gesteld, oplopend tot een bedrag van €13 mln. in 2025. Hiermee komt het
totale bedrag voor de ondermijningsaanpak voor Curaçao, Aruba en Sint
Maarten op €25 mln. in 2025 en verder. Dit zijn structurele
middelen.
Vraag:
Hoeveel jaar gaat het nog duren voordat er structureel wordt
geïnvesteerd in de kinderen op de eilanden zodat zij zonder zorgen
kunnen studeren en een toekomst kunnen opbouwen?
Antwoord:
De minister van OCW heeft in het Vierlandenoverleg Onderwijs met haar
collega-ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten afspraken gemaakt
over de verbetering van de doorstroom van de studenten van het Caribisch
deel van het Koninkrijk naar vervolgonderwijs in het Europees deel van
Nederland, opdat deze studenten met meer succes hun opleiding hier
kunnen volgen en afronden. In schriftelijk overleg heeft uw Kamer vragen
aan de minister van OCW gesteld over de concretisering. De minister van
OCW beantwoordt uw vragen voor de begrotingsbehandeling van OCW (16 – 18
november) . Voor een deel kan de oplossing in Europees Nederland
gevonden worden door betere begeleiding in het middelbaar
beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Ook belangrijk is dat er
verbeteringen in het voorbereidende onderwijs op alle zes de eilanden
worden gerealiseerd, waarbij - al dan niet ter voorbereiding op studeren
in Europees Nederland - ook alternatieve routes aandacht krijgen,
zoals: joint programmes tussen scholen op de eilanden en in
Europees Nederland, lokale opleidingen en opleidingen in de
beroepsbegeleidende leerweg.
Voor Caribisch Nederland kan worden opgemerkt dat over specifiek beleid
ten aanzien van het onderwijs in de onderwijsagenda’s 2022-2026 per
eiland afspraken worden gemaakt met alle stakeholders.
In het kader van de landspakketten is met Aruba, Curaçao en Sint
Maarten afgesproken het onderwijs in elk van de landen integraal door te
lichten en aan de hand van de rapportages zullen aanbevelingen tot
hervormingen worden geformuleerd. Daarbij zal ook bezien worden in welke
mate er geïnvesteerd moet worden in het onderwijs op de eilanden.
In aanvulling hierop is door de minister van OCW en de minister van
Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media in twee brieven van 8 juli 2021
en 7 september 2021 uw Kamer uitgebreid geïnformeerd. De vragen die u
hierover in een schriftelijk overleg gesteld heeft, worden voor de
begrotingsbehandeling van OCW door de bewindspersonen van OCW
beantwoord.
Vraag:
Hoeveel jaar gaat het nog duren voordat Caribisch Nederlandse burgers
worden gezien als volwaardige Nederlanders die recht hebben op dezelfde
kwaliteit van leven als in Europees Nederland?
Antwoord:
Artikel 1 van de grondwet geldt voor alle inwoners van Nederland, dus
ook die in Caribisch Nederland. Iedereen in Nederland is gelijk en ook
de bewoners van Caribisch Nederland zijn, net als burgers in het
Europese deel, volwaardige Nederlanders.
We werken er hard aan om de kwaliteit van leven in Caribisch Nederland
te verbeteren. Dat moet aan twee kanten gebeuren, zowel aan de
kostenkant als de inkomenskant. Het kabinet heeft zich ingezet om de
kosten van levensonderhoud te verlagen en stapsgewijs de inkomens te
verhogen. Zo zijn bijvoorbeeld het wettelijk minimumloon en de
uitkeringen in Caribisch Nederland verhoogd en kreeg de kinderopvang een
stevige impuls. Tegelijkertijd zijn de opgaven nog groot. Het is aan het
volgende kabinet om de ingezette koers - samen met de openbare lichamen
– te vervolgen en de kwaliteit van leven in Caribisch Nederland verder
te verbeteren.
Vraag:
Vorig jaar zijn er vanuit het kabinet koopkrachtmaatregelen voorgesteld
voor de BES-eilanden, maar we krijgen signalen dat hier heel weinig van
terechtkomt. Kan de staatssecretaris aangeven waarom die zo moeizaam van
de grond komen?
Antwoord:
Uiteraard is het kabinet ook van mening dat inwoners van Caribisch
Nederland recht hebben op een sociaal minimum. Daarom heeft het kabinet
in 2019 een ijkpunt vastgesteld voor een sociaal minimum. Met dit
ijkpunt sociaal minimum is de weg ingezet naar verbetering van de
levensstandaard en het verminderen van de kosten van levensonderhoud.
Over het bijbehorende tijdspad is uw Kamer door de staatssecretaris van
SZW geïnformeerd in de verschillende Voortgangsrapportages ijkpunt
sociaal minimum.
Er zijn de afgelopen jaren zichtbare stappen gezet om de koopkracht op
de eilanden te verbeteren. Zo is de toeslag voor arbeidsongeschikten tot
het wettelijk minimumloon verhoogd, is een toeslag voor AOV-gerechtigden
met een inkomen onder het wettelijk minimumloon geïntroduceerd en is de
kinderbijslag verhoogd tot bijna een verdubbeling ten opzichte van 2018.
Ook zijn maatregelen getroffen op het gebied van arbeidsbemiddeling en
schuldhulpverlening (flankerend beleid). Om de inkomenspositie van
werkenden verder te verbeteren, is bovendien het wettelijk minimumloon
in CN gefaseerd verhoogd. De AOV, AWW- en onderstandsuitkeringen zijn
daarbij evenredig verhoogd.
De koopkracht op de eilanden is verbeterd dankzij maatregelen gericht op
verlaging van de kosten voor levensonderhoud. Zo heeft het Kabinet bijna
3 miljoen euro geïnvesteerd in het uitbreiden van het aanbod aan sociale
huurwoningen, is een (tijdelijke) subsidie verstrekt voor het verlagen
van de huurlasten van sociale minima in de particuliere huursector en is
de verhuurderssubsidie in de sociale huursector verhoogd. Met de pilot
hypotheekgarantie, die dit jaar van start is gegaan, wordt daarnaast de
koopmarkt toegankelijker gemaakt. Ook wordt momenteel onderzocht hoe de
kosten van levensmiddelen kunnen worden teruggebracht.
Tegelijkertijd is het kabinet zich ervan bewust dat er nog veel dient te
gebeuren om de inkomsten te verhogen en de kosten van levensonderhoud te
reduceren. Dat vraagt om concrete en structurele vervolgstappen van het
kabinet samen met de openbare lichamen.
Vragen van het lid Simons (BIJ1)
Vraag:
Wat houdt de ondersteuning voor opbouw van bestuurscapaciteit in?
Spreken we hier over incidentele gelden, leningen of personeel? Of
spreken we hier over het structureel opleiden, scholen en verdiepen van
de bestuurskennis van capabele ambtenaren op de eilanden en het bieden
van technische ondersteuning hierbij?
Antwoord:
Zoals ik aangaf in mijn schriftelijke reactie op de Kamervragen
bij de Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV)
en het BES-fonds (H) (kamerstuk 35925-IV) draagt het Ministerie van BZK
op verschillende manieren actief bij aan het bevorderen van de bestuurs-
en uitvoeringskracht in Caribisch Nederland. Dat betreft zowel
activiteiten waarin op tijdelijke basis ondersteuning wordt geboden, als
activiteiten die zien op het structureel op orde krijgen van de
bestuurs- en uitvoeringskracht. Concreet houdt dit in dat er de
afgelopen jaren is ingezet op het faciliteren van opleidingsprogramma’s,
detacheringen, een jaarlijks traineeprogramma voor jongeren met
Caribische roots, technische assistentie en op het versterken van de
samenwerking tussen openbare lichamen en Europees Nederlandse gemeenten.
Daarnaast ondersteun ik de openbare lichamen met een financiële bijdrage
gericht op de organisatieontwikkeling.
Voor de landen is de opbouw van bestuurscapaciteit en het versterken van
de bestuurs- en uitvoeringskracht van landen onderdeel van het
landspakket. Zo wordt onder meer de wetgevingsfunctie versterkt.
Nederland stelt voor de uitvoering van de maatregelen in nauwe
afstemming met de landen tijdelijke capaciteit beschikbaar (zowel inhuur
van lokale krachten alsmede ter beschikking stellen van capaciteit
vanuit de TWO/COHO). De begroting van Koninkrijksrelaties (artikel 1)
stelt daarnaast al lange tijd middelen ter beschikking om diverse
diensten in de rechtshandhavingsketen te versterken (o.a. door personeel
uit te zenden en te ondersteunen via opleiding en twinning), waarmee ook
wordt bijgedragen aan capaciteitsopbouw. Ook is in het kader van de
wederopbouw van Sint Maarten technische assistentie geleverd op tal van
terreinen, waaronder de modernisering van de belastingwetgeving en de
aanpak van de dump.
Vraag:
Waar vind ik aandacht voor het grote deel van de bevolking dat leeft
onder het bestaansminimum terug in de begroting?
Antwoord:
Omdat de maatregelen neerslaan op verschillende begrotingshoofdstukken
ontvangt uw kamer sinds vorig jaar een integraal overzicht van de
ontwikkeling van inkomens en kosten van levensonderhoud in de
voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum. De meest recente
voortgangsrapportage heeft uw Kamer op 14 juni 2021 ontvangen.
Vraag:
Is het realistisch dat de landen liquiditeitssteun moeten aflossen vanaf
april 2022 terwijl de crisis nog in volle gang is en er nog behoefte is
aan meer steun? Is er nagedacht over de gevolgen hiervan; leidt dit niet
tot een vicieuze cirkel waarin het afbetalen van de leningen zorgt voor
minder beschikbare gelden voor de vereiste hervormingen, waardoor de
hervormingen niet kunnen worden gerealiseerd, wat er vervolgens weer
voor zorgt dat de liquiditeitssteun wordt stilgelegd en waardoor er weer
te weinig fondsen zijn om de eilanden uit de crisis te helpen?
Is overwogen om de schulden als gevolg van de liquiditeitssteun kwijt te
schelden?
Antwoord:
Over de mogelijke herfinanciering van de liquiditeitsleningen zijn de
gesprekken conform eerdere afspraken met de Landen op ambtelijk niveau
gestart. Ik kan niet vooruitlopen op de uitkomsten daarvan.
Ik kan wel aangeven dat eventuele aflossingsverplichtingen moeten
aansluiten op de financiële draagkracht van de landen. Deze draagkracht
is mede afhankelijk van het economisch herstel en de ontwikkeling van de
overheidsfinanciën en de voortvarendheid waarmee structurele
hervormingen om de overheidsfinanciën op orde te brengen worden
doorgevoerd. De landen laten ten opzichte van vorig jaar herstel zien en
de behoefte aan steun neemt af. Met de implementatie van de structurele
hervormingen in het kader van de landspakketten wordt onder meer beoogd
de economische structuur te versterken, de overheidsinkomsten te
verhogen en de overheidsuitgaven te verlagen. Hiermee wordt de
financiële weerbaarheid van de landen op termijn eveneens vergroot en
een basis gelegd voor het economisch herstel. Via het budget van het op
te richten COHO draagt Nederland een deel van de kosten van de
implementatie van de landspakketten. Daarnaast is voor Curaçao € 30 mln.
beschikbaar gesteld voor onderwijshuisvesting, voor Sint Maarten € 30
mln. voor de rechtshandhavingsketen en heeft Aruba rentelastverlichting
op hun buitenlandse verplichtingen gekregen t.w.v. +/- € 40 mln.