Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Digitaliseringsvisie: inzet van digitalisering voor een duurzame landbouw- en voedselketen en robuuste natuur( Kamerstuk 35570-XIV-79) en zienswijzen RDA (Kamerstuk 28286-1211).
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2021
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D38649, datum: 2021-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D38649).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.P. Jansma, griffier
Onderdeel van zaak 2021Z14851:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-09-14 15:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-15 10:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-10-14 12:00: Digitalisering op het gebied van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-02-03 12:49: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D38649 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 2 september 2021 «Digitaliseringsvisie: inzet van digitalisering voor een duurzame landbouw- en voedselketen en robuuste natuur» (Kamerstuk 35 570-XIV, nr. 79).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Kuiken
De griffier van de commissie,
Jansma
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Inleiding
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de inzet van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de uitrol van de digitaliseringsstrategie. Deze leden zien een belangrijke rol weggelegd voor de regering om de kansen van toenemende digitalisering ook in deze sectoren zoveel mogelijk te benutten en de risico’s in goede banen te leiden. Deze leden hebben in dat licht nog enkele vragen en opmerkingen die zij aan de Minister voor willen leggen.
Benutten van kansen
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de verschillende ontwikkelingen op het gebied van digitalisering mooie kansen bieden om bij te dragen aan publieke doelen, in het bijzonder de broodnodige transitie naar kringlooplandbouw. Alhoewel in de digitaliseringsvisie al veel kansen geschetst worden vinden deze leden het jammer dat dit nog aardig op hoofdlijnen gebeurt, waardoor het onduidelijk blijft hoe op detailniveau digitale instrumenten kunnen worden ingezet om specifieke publieke doelen te behalen. Op het gebied van dierenwelzijn zijn er bijvoorbeeld verschillende publieke doelen waar nu niet of slechts vluchtig op ingegaan wordt. Hetgeen wat digitalisering kan bijdragen aan het verlichten van de druk op handhavingsdiensten als de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), bijvoorbeeld door middel van (slim) cameratoezicht, zoals ook gevraagd door de Kamer, wordt niet behandeld. Ook wordt er niet ingegaan op mogelijkheden voor het verminderen van stalbranden, het meer inzicht geven aan de consument over het welzijn van dieren of digitale instrumenten die kunnen bijdragen aan het monitoren en beter kunnen handhaven op verschillende dierenwelzijnsaspecten. Hetzelfde geldt voor andere doelen gekoppeld aan de kringlooplandbouwvisie, zoals het verbeteren van de economische positie van de boer in de keten door bijvoorbeeld het toepassen van blockchaintechnologie, of het beter sluiten van kringlopen door digitale deelplatformen. Deze leden zien dit niet, of slechts mondjesmaat behandeld in de voorliggende digitaliseringsvisie.
Kan de Minister toelichten waarom is gekozen de kansen slechts op hoofdlijnen te beschrijven en deze niet meer te koppelen aan de doelen uit de kringlooplandbouwvisie? Is de Minister het met de leden van de D66-fractie eens dat deze integraliteit juist essentieel is in de digitaliseringsvisie en het bijbehorend actieprogramma, omdat het een beter beeld schetst van de verschillende kansen waar de overheid potentie in ziet en de risico’s die daarmee specifiek gepaard gaan? Zo ja, op welke manier gaat zij deze integraliteit beter borgen in het uitvoeringsprogramma? Zo nee, hoe ziet zij dit in het licht van de aanbeveling van het rapport van de Raad voor Dierangelegenheden (RDA) (Kamerstuk 28 286, nr. 1211), die ook stelt dat de discussie over de digitalisering niet los gevoerd moet worden van beleidsmaatregelen op andere domeinen, zoals kringlooplandbouw? In hoeverre zullen de kansen voor verschillende doelen uit de kringlooplandbouwvisie en andere grote beleidsvisies op het gebied van LNV wel deel uitmaken van het uiteindelijke actieprogramma digitalisering?
Kansen aanvullend
Op het gebied van kansen willen de leden van de D66-fractie specifiek nog ingaan op een aantal zaken waar zij vinden dat onvoldoende aandacht is besteed in de huidige inzet. Het gaat dan om het bevorderen van digitaliseringsinstrumenten die kunnen bijdragen aan een beter verdienmodel van de boer in de keten, het bevorderen van dierenwelzijn en handhaving.
Blockchain en ketenaanpak
Wat betreft het verbeteren van het verdienmodel van de boer zien deze leden een aantal kansen nog onvoldoende uitgewerkt. Dit begint in de lijn van de kringlooplandbouwvisie al bij meer digitale platformen voor de afzet van rest- en eindproducten. Ook het gebruiken van digitale instrumenten om de keten verantwoordelijker te maken voor het duurzame voedselsysteem komt echter nauwelijks aan bod. Dit terwijl digitale instrumenten als blockchain bij uitstek een kans kunnen bieden om de gegevens tussen verschillende bedrijven zo uit te werken dat ook bedrijven verderop in de keten hun verantwoordelijkheid beter kunnen nemen voor een duurzamer voedselsysteem. Kan de Minister nader toelichten hoe zij met betrekking tot deze aspecten de kansen ziet en hoe zij deze in het actieprogramma van de digitaliseringsstrategie zal uitwerken? Hoe gaat zij de kansen van digitalisering inzetten om tot een beter verdienmodel voor de boer te komen en de keten in den brede meer verantwoordelijkheid te geven in het realiseren van een duurzamer voedselsysteem?
Dierenwelzijn
Ook op dierenwelzijn zien deze leden een aantal kansen en risico’s nog onbesproken. In het advies van de RDA (Kamerstuk 28 286, nr. 1211) staan verschillende aanbevelingen om met digitalisering bij te dragen aan meer dierenwelzijn die deze leden nog niet teruglezen in de voorliggende strategie. Er wordt bijvoorbeeld niet ingegaan op de aanbeveling om ook voor dierenwelzijn de voorschriften meer op realtime data te baseren en deze in het kader van het EU Welfare Quality programma ontwikkelde welzijnsindicatoren ook geschikter te maken voor gebruik door de veehouder. Waarom is de keuze gemaakt hier niet op in te gaan? Kan de Minister uiteenzetten op welke manier zij aan deze aanbeveling voldoet of gaat voldoen?
De leden van de D66-fractie zijn ook benieuwd in hoeverre in de digitaliseringsstrategie en in stappen die nu reeds worden gezet, rekening wordt gehouden met technieken die het dierenwelzijn direct kunnen verbeteren. Dan gaat het bijvoorbeeld om het toepassen van embryoselectie om het doden van haantjes te voorkomen of cameradetectie om zo verveling en staartbijten bij varkens te voorkomen. In hoeverre zet de Minister nu al, of met de komst van de digitaliseringsstrategie, actief in op het stimuleren van dit soort welzijn bevorderende technologieën? Hoe kan dit nog worden versterkt met het oog op de toekomst?
Handhaving
Tenslotte zien deze leden graag een nadere uiteenzetting van de kansen die digitalisering biedt op het gebied van handhaving. Deze leden zijn namelijk van mening dat de digitalisering zoveel mogelijk moeten worden ingezet om de druk op handhavende instanties zo te verlichten dat handhaving efficiënter en beter wordt. Zij zien hier echter nog weinig over vernoemd in de strategie. Kan de Minister toelichten hoe zij de toepassing van digitale instrumenten om de druk op handhaving te verlichten voor zich ziet en kan zij ook vast schetsen hoe dit zal worden aangepakt in het actieprogramma?
Risico’s digitalisering
Het stemt de leden van de D66-fractie positief dat ook veel aandacht is besteed aan de risico’s van digitalisering. Deze leden vinden het belangrijk dat de regering een actieve rol speelt in het minimaliseren van deze risico’s en het in goede banen leiden ervan. Het viel deze leden dan ook op dat het woord privacy slechts tweemaal voorkomt in de hele digitaliseringsvisie. Dat terwijl dit toch een belangrijk aspect is van digitaliseringsvraagstukken. Nu wordt het voornamelijk genoemd als belemmering van digitalisering. Kan de Minister nader schetsen welke risico’s zij ziet op het gebied van privacy en hoe zij dit zal verwerken in het uiteindelijke actieprogramma?
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat aandacht is besteed aan het issue vendor lock-in, omdat dit de keuzevrijheid van bedrijven significant kan beperken en uiteindelijk juist schaalvergroting in de hand kan spelen. Deze leden lezen dat op dit moment zal worden ingezet op het voorkomen van de vendor lock-in door goede afspraken omtrent datadeling te maken en in internationaal, Europees en nationaal verband te investeren in afspraken rond standaardisatie met internationale aanbieders. Kan de Minister nader uiteenzetten wat voor (type) afspraken zij hierbij voorziet?
Deze leden willen in het licht van de vendor lock-in ook nog ingaan op een specifieke casus waarbij boeren op dit moment al te afhankelijk zijn van één commerciële partij, namelijk voor het bijhouden van stamboeken. Deze leden hebben vernomen dat het op dit moment nagenoeg niet mogelijk is om runderen in te schrijven bij stamboeken, hetgeen een recht is, en de identificatie en registratie (I&R) te voltooien, hetgeen een plicht is, zonder dat de data hierover uiteindelijk terecht komt bij één private partij (in dit geval de Coöperatie Rundveeverbetering (CRV)). Aangezien de CRV ook commerciële activiteiten ontplooit kan dit de concurrentiepositie van ingeschreven boeren benadelen ten opzichte van bijvoorbeeld een CRV. Is de Minister het eens met de leden van de D66-fractie dat deze situatie onwenselijk is? Klopt het dat deze situatie ook nog eens in strijd is met de Europese fokkerijregelgeving? Welke stappen heeft zij al gezet om deze situatie aan te pakken of om te zorgen dat boeren door deze situatie niet benadeeld worden in hun concurrentiepositie? Is de Minister van mening dat de plannen die zij nu heeft om de vendor lock-in te voorkomen, ook dergelijke situaties die boeren aantast in hun keuzevrijheid goed kunnen voorkomen?
Deze leden zijn ook verheugd dat aandacht is besteed aan het risico dat met digitalisering juist schaalvergroting in de hand wordt gespeeld, terwijl dit voor de omslag naar kringlooplandbouw onwenselijk kan zijn. In de inzet schrijft de Minister dat dit risico grotendeels gemitigeerd kan worden met bestaande investeringsregels voor innovatieve bedrijfsinvesteringen. Betekent dit dat de Minister hier in het actieprogramma geen verdere aandacht aan zal besteden? Zo nee, welke extra stappen gaat de Minister zetten om te voorkomen dat de digitalisering niet in lijn loopt met de doelen uit de kringlooplandbouwvisie?
Tenslotte viel het de leden van de D66-fractie op dat dierenwelzijnsrisico’s niet werden genoemd. Dit terwijl een aantal hiervan wel expliciet werden vernoemd in het rapport van het RDA. Het gaat hierbij met name om de aantasting van de fysieke integriteit, omdat wellicht ingrepen moeten worden om metingen te verrichten. Ook gaat het om de misinterpretatie van gegevens, angstreacties en onoordeelkundig gebruik. Kan de Minister toelichten waarom ze hier in haar risicobeoordeling niet op ingegaan is, terwijl deze wel in het advies van de RDA terugkwamen? In hoeverre zullen deze risico’s wel worden meegenomen in het actieprogramma?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de regering over de inzet van digitalisering voor een duurzame landbouw- en voedselketen en robuuste natuur en hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Kamer de Minister middels een motie (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1325) heeft verzocht om in EU-verband in te zetten op het versterken van de datapositie van boeren en daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan bescherming en ondersteuning van de datasoevereiniteit van agrariërs. Zij vragen de Minister uiteen te zetten welke acties zij naar aanleiding van deze motie heeft genomen om hier in Europees verband aan te werken.
De leden van de CDA-fractie merken tevens op dat de Minister op eerdere vragen van deze leden aangaf dat zij in Europees verband van gedachten wisselde over de bijdrage van onder andere de Code of Conduct on Agricultural Data Sharing aan de datapositie en datasoevereiniteit van boeren en dat zij uitzocht of dergelijke initiatieven voldoende bijdragen aan grip op data vanuit het perspectief van agrariërs (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1306). Deze leden vragen de Minister wat de (voorlopige) resultaten van deze gedachtewisseling zijn en of zij een uitspraak kan doen over de mate waarin initiatieven zoals de Code of Conduct bijdragen aan grip op data door boeren. Deze leden constateren dat de Minister stelde dat de Europese Code of Conduct mogelijk zou kunnen worden aangepast zodat deze meer bescherming en ondersteuning zou bieden voor de datasoevereiniteit van de boer. Zijn er op dit punt inmiddels vorderingen gemaakt? Welke aanpassingen zijn volgens de Minister nodig en hoe wordt daar in Europa tegenaan gekeken?
De leden van de CDA-fractie lezen dat afhankelijkheid van één leverancier als risico wordt genoemd bij digitalisering in de landbouw. Hierdoor zou mogelijk de situatie kunnen ontstaan dat suboptimale producten moeten worden afgenomen of data-uitwisseling met producten en data van andere leveranciers beperkt wordt. Deze leden zien een dergelijke situatie als bijzonder onwenselijk en zijn van mening dat dit risico niet los kan worden gezien van de datapositie van boeren. Kan de Minister aangeven in welke mate deze geschetste situatie zich reeds in de praktijk voordoet en welke gevolgen dat heeft? Deze leden constateren dat de Minister schijft dat dit kan worden aangepakt door goede afspraken omtrent datadeling te maken en in internationaal, Europees en nationaal verband te investeren in afspraken rond standaardisatie met internationale aanbieders. Zij onderschrijven de voorgestelde aanpak van de Minister op dit punt en vragen haar om aan te geven in hoeverre deze afspraken reeds bestaan en waar er zich lacunes bevinden in bestaande afspraken.
Voorts constateren deze leden dat in de digitaliseringsvisie het specifieke door stakeholders aangegeven punt wordt benoemd dat maatstaven voor de toediening van gewasbeschermingsmiddelen momenteel nog te vaak gebaseerd worden op één type weersomstandigheid. Zij vragen de Minister in welke mate dit het geval is, welke problemen dit oplevert, en welke stappen zij zet om deze problematiek op te lossen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de RDA een zienswijze heeft ingediend op de digitaliseringsvisie waarin bedreigingen met betrekking tot het op een veilige manier verwerken van big data in bruikbare informatie en advies en de afnemende vrijheid voor veehouders en consumenten door een grotere afhankelijkheid van data waar men geen invloed op heeft, worden genoemd. De RDA raadt de Minister aan om als overheid de verantwoordelijkheid te nemen in het onderhouden van netwerken van open data en een meldpunt in te stellen waar niet-beschikbare datanetwerken kunnen worden gemeld. Ook raadt de RDA aan om te zorgen voor meer zicht op de validatie en robuustheid van de ontwikkelde en gebruikte algoritmen. Deze leden vragen de Minister wat haar appreciatie is van dit advies van de RDA en op welke wijze zij hier, bijvoorbeeld in het actieprogramma, uitwerking aan zal geven.
De leden van de CDA-fractie lezen in de door de Minister bij haar brief gevoegde beslisnota dat nieuwe acties die in de visie zijn geformuleerd nog niet concreet zijn uitgewerkt met externe partijen en er nog geen financiële dekking voor geregeld is. Financiering voor deze nieuwe acties zou mede afhangen van extra middelen uit nieuwe Europese geldbronnen, zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Deze leden vragen de Minister of, en in hoeverre, er inmiddels zicht is op mogelijke extra middelen vanuit Europa die voor deze acties kunnen worden aangewend. Kan de Minister aangeven om welke Europese geldbronnen het daarbij gaat, waar deze voor kunnen worden ingezet en om hoeveel middelen het daarbij gaat?
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Digitaliseringsvisie: inzet van digitalisering voor een duurzame landbouw- en voedselketen en robuuste natuur
Kamerstuk 35 570-XIV, nr. 79 – Brief d.d. 02-09-2021, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Verzending zienswijzen Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) met kabinetsreactie (alleen met betrekking tot het onderdeel «Digitalisering van de veehouderij»).
Kamerstuk 28 286, nr. 1211 – Brief d.d. 26-08-2021, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten