[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op de vraag van het lid Eerdmans, gesteld tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 22 en 23 september 2021, over hoeveel woningbouwcapaciteit de bouw van windmolens heeft gekost en gaat kosten

Nationale Omgevingsvisie

Brief regering

Nummer: 2021D38763, datum: 2021-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34682-87).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34682 -87 Nationale Omgevingsvisie.

Onderdeel van zaak 2021Z18034:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

34 682 Nationale Omgevingsvisie

32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2021

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 22 en 23 september 2021 (Handelingen II 2021/22, nrs. 2 en 3, Algemene Politieke Beschouwingen) heeft de regering uw Kamer toegezegd per brief te reageren op de vraag van het lid Eerdmans, die de vraag heeft gesteld hoeveel woningbouwcapaciteit de bouw van windmolens heeft gekost en gaat kosten. In deze brief leg ik uit dat er voldoende plancapaciteit is om de benodigde 900.000 woningen te realiseren voor de periode tot 2030. Daarnaast leg ik uit dat decentrale overheden zorgvuldige afwegingen maken alvorens wordt besloten of een gebied voor woningbouw of voor de bouw van windturbines zal worden gebruikt.

Ten eerste wil ik benadrukken dat Nederland een aantal grote, uiteenlopende ruimtelijke uitdagingen kent. Deze uitdagingen staan beschreven in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), die op 11 september 2020 aan uw Kamer is aangeboden (Kamerstuk 34 682, nr. 53). Zowel de urgente woningbouwopgave als de gewenste opwekking van duurzame energie zijn beiden opgaven die een beroep doen op de schaarse ruimte in Nederland. Met de NOVI geeft het Rijk richting aan de integrale afweging die nodig is om deze urgente maatschappelijk opgaven aan te pakken.

Er zijn op dit moment voldoende plannen voor de bouw van de benodigde 900.000 woningen voor de periode tot 2030. Deze zijn door mijn ministerie geïnventariseerd met de provincies en gemeenten. Dit heeft geresulteerd in de Nationale Woningbouwkaart1.

Voor de realisatie van de opgave voor duurzame energie zijn het afgelopen jaar door 30 RES-regio’s, bestaande uit gemeenten, provincies en waterschappen, de Regionale Energiestrategieën 1.0 (RES) vastgesteld. Deze RES-en geven invulling aan de verdeling van benodigde opwekking van duurzame elektriciteit op land voor de periode tot 2030. De RES-en die nu zijn opgesteld bevatten grove contouren voor zoekgebieden waarin eventueel nieuwe windturbines geplaatst zouden kunnen worden.

Het betreft nadrukkelijk zoekgebieden; er is verdere afweging nodig voordat besluiten worden genomen over definitieve plaatsing van windmolens. Deze afweging zal decentraal worden gemaakt. Bij het maken van deze afweging zullen alle relevante ruimtelijke opgaven worden betrokken, zoals de vraag naar woningen en de behoefte aan distributiecentra. Ook zal worden gekeken naar andere belangen, zoals natuur en landschap. Daarnaast zal worden gekeken naar mogelijke geluidsoverlast en het optreden van slagschaduw. Alle zoekgebieden die in de afzonderlijke openbare RES-en zijn opgenomen worden door het Nationaal Programma RES momenteel op een interactieve kaart gezet.

Ik zie dus geen belemmeringen voor het bouwen van voldoende woningen vanwege de ambities voor opwekking van duurzame energie. Wel is het belangrijk dat er een integrale afweging wordt gemaakt bij de concretisering van de zoekgebieden voor opwek van duurzame energie uit de RES-en, tussen o.a. duurzame energie en woningbouw. Die afweging wordt gemaakt door decentrale overheden. Als systeemverantwoordelijke beziet het Rijk of de nationale opgaven worden behaald, zonder direct in de regionale afwegingen te treden. In een aantal gebieden is het Rijk partner in de strategievorming, en heeft dan ook een rol in de afweging – bijvoorbeeld in de NOVI-gebieden en de regionale Verstedelijkingsstrategieën.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. De Nationale Woningbouwkaart is raadpleegbaar op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kaarten/2021/06/09/nationale-woningbouwkaart↩︎