[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Fiche: Mededeling Nieuw Europees Bauhaus

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2021D39079, datum: 2021-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3215).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3215 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2021Z18168:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3215 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2021

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 4 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling EU-strategie voor samenwerking in Indo-Pacific (Kamerstuk 22 112, nr. 3212)

Fiche: Mededeling HERA (Kamerstuk 22 112, nr. 3213)

Fiche: Verordening HERA (Kamerstuk 22 112, nr. 3214)

Fiche: Mededeling Nieuw Europees Bauhaus

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen

Fiche: Mededeling Nieuw Europees Bauhaus

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Nieuw Europees Bauhaus: mooi, duurzaam, samen

b) Datum ontvangst Commissiedocument

15 september 2021

c) Nr. Commissiedocument

COM(2021) 573

d) EUR-Lex

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM%3A2021%3A573%3AFIN&qid=1631781368249

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie

Niet opgesteld

f) Behandelingstraject Raad

Raad Onderwijs, Jeugdzaken Cultuur en Sport

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in nauwe samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2. Essentie voorstel

De mededeling voor een Nieuw Europees Bauhaus (NEB) is voor het eerst aangekondigd in de Renovatiegolfstrategie1. De Commissie stelt in de mededeling dat de Europese gebouwde en fysieke leefomgeving de komende decennia een aantal grote transities zal doormaken, zoals de energie- en digitale transities en een beweging naar een circulaire economie. Het Nieuw Europees Bauhaus is een integraal en interdisciplinair programma om kunst, cultuur, innovatie en (digitale) technologie voor de genoemde transities te gebruiken en daarbij de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Het heeft als doel om door disciplines bij elkaar te brengen, duurzaamheid en sociale inclusie in plaatsen, wijken en gebouwen van de toekomst aan te jagen, zowel in de stad als op het platteland2. De kernwoorden die de Commissie gebruikt zijn mooi, duurzaam, samen. Bij de totstandkoming van de mededeling heeft de Commissie een participatieproces voor partijen binnen en buiten Europa georganiseerd. De mededeling benoemt ook elementen die verder gaan dan alleen de fysieke leefomgeving, maar daar worden geen concrete voorstellen voor gedaan.

De Commissie stelt een aantal maatregelen voor om het Nieuw Europees Bauhaus vorm te geven en legt daarbij nadrukkelijk de verbinding met het bestaande instrumentarium en dossiers als natuurinclusief bouwen, digitalisering, circulaire economie, sociale inclusie en ruimtelijk ontwerp.

Ten eerste neemt de Commissie zich voor om het zogeheten New European Bauhaus (NEB) Lab te starten. Dit lab moet een netwerk- en aanjaagfunctie krijgen om partijen vanuit allerlei disciplines bij elkaar te brengen. Dit netwerk heeft als doel om de Commissie en andere partijen van ideeën te voorzien om het Nieuw Europees Bauhaus concreet vorm te geven. In dit kader kondigt de Commissie eveneens aan meerdere Europese netwerkevenementen te zullen organiseren.

Ten tweede gaat de mededeling in op de benodigde verbinding van het Nieuw Europees Bauhaus aan bestaande (financiële) instrumenten zoals Horizon Europe, het Cohesiebeleid en het LIFE-programma. Via deze instrumenten zal de Commissie meerdere innovatieve projecten en technische ondersteuning financieren die bijdragen aan het in de praktijk brengen van het gedachtengoed van het Nieuw Europees Bauhaus. Ook vraagt de Commissie meer aandacht voor zaken als kwaliteit, duurzaamheid en inclusie als onderdeel van aanbestedingscriteria, naast het reguliere kostencriterium. Dat gebeurt onder andere via het reeds bestaande «Big Buyers»-initiatief3. De Commissie stelt ook een «Urban development financial instrument» voor dat bestaande EU-fondsen en private investeringen moet mobiliseren ten behoeve van de Bauhaus-projecten.

Ten derde zal de Commissie in aanvulling op bovengenoemde projecten die zich richten op innovatie en praktische toepassing ook financiering beschikbaar stellen voor projecten die zich richten op creativiteit en leren, bijvoorbeeld via het Creative Europe programma en Erasmus+. Zo tracht de Commissie via onderwijs- en culturele instellingen een breder netwerk te bereiken, waaronder jongeren en de creatieve sectoren.

Ten vierde doet de Commissie de oproep aan lidstaten om deze ontwikkeling te steunen en waar mogelijk in te bedden in het bestaande nationale beleid. Lidstaten worden opgeroepen om de nationale inzet op Europese programma’s en de bijbehorende financiering – inclusief het Cohesiebeleid – aan het Nieuw Europees Bauhaus te verbinden via een plaatsgebonden en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkelingsaanpak. Op deze manier kan gestimuleerd worden dat ook provincies en gemeenten goed kunnen participeren.

Ten slotte roept de Commissie op om een nationaal contactpunt aan te wijzen om de inzet te coördineren en dat de contacten met andere lidstaten en de Commissie over het Nieuw Europees Bauhaus onderhoudt.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Er gaat een aantal grote transities plaatsvinden dat effect heeft op de leefomgeving, het cultuurlandschap en de gebouwde omgeving. Om de uitdagingen het hoofd te bieden en deze transities goed te laten verlopen heeft het belang van een integrale en interdisciplinaire aanpak aandacht in het beleid.

In de uitvoering van het Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving zijn afspraken gemaakt over de wijkgerichte aanpak. Hierin is expliciet aandacht voor de complexe uitdagingen in wijken en wordt het belang van integraliteit tussen energie, ruimtelijke ordening en sociale opgaven onderstreept. Daarnaast werkt de Nederlandse overheid aan een natuurinclusieve samenleving. Dit begrip beoogt maatschappelijke opgaven aan te pakken, de gevolgen van biodiversiteitsverlies af te wenden en de economie een gezonde basis te geven. Een natuurinclusieve aanpak vermijdt schade aan de natuur, benut de mogelijkheden van de natuur en bevordert biodiversiteitsherstel, ook buiten natuurgebieden. Voor wat betreft natuurinclusief bouwen richt het beleid zich op het ondersteunen van gemeenten via ontwikkeling van een instrumentarium voor een samenhangende aanpak «groen in en om de stad» (NOVI) en het opstellen van diverse handreikingen waaronder decentrale regelgeving4.

Aangaande het beleid voor circulair bouwen is de inzet van het kabinet om in 2050 de gehele gebouwde omgeving circulair te maken. De wettelijke milieuprestatie-eis in de bouwregelgeving is hierbij een belangrijk instrument om circulair bouwen te bevorderen. Door de aanscherping van de Milieuprestatie voor gebouwen (MPG) moeten bouwers meer circulair en milieuvriendelijker gaan bouwen. De wettelijke eisen zullen stapsgewijs worden aangescherpt5.

De Nationale Omgevingsvisie biedt een langetermijnperspectief op de leefomgeving van Nederland. Ontwerp is onmisbaar voor een integrale, gebiedsgerichte aanpak en de inzet voor een goede omgevingskwaliteit. Daarbij is ook oog voor cultuurhistorische waarde. Het kabinet werkt samen met veldpartijen in het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021–2024 «Ontwerp Verbindt»6. In dit Actieprogramma komen diverse beleidsinstrumenten samen in een breed gedragen ontwerpagenda; de agenda schetst thema’s waar ruimtelijk ontwerp een belangrijke meerwaarde kan leveren. De agenda bevordert goed opdrachtgeverschap bij het Rijk waarbij de adviesfunctie van het College van Rijksadviseurs wordt ingezet, naast een interdepartementaal platform om resultaten, kennis, ervaring en methodieken uit te wisselen. Een nieuw stimuleringsprogramma biedt opdrachtgevers en ontwerpers de mogelijkheid ontwerp in te zetten bij regionale en lokale maatschappelijke opgaven. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie is uitvoerder van het programma.

Via het topsectorenbeleid stuurt het kabinet ook bewust op de ontwikkeling van de creatieve industrie om zo het innovatievermogen van Nederland, van belang voor het kunnen aanpakken van de uitdagingen waar we voor staan, te versterken. Via het cultuurbeleid «Cultuur in een Open Samenleving» en erfgoedbeleid «Erfgoed Telt-de betekenis van Erfgoed voor de samenleving» werkt het kabinet aan het verbinden van de betekenis van erfgoed en ontwerp aan de actuele opgaven in de leefomgeving, om zo bij te dragen aan een leefomgeving met karakter. Naast inzet op het behoud van het erfgoed7, positioneert het kabinet erfgoed in de leefomgeving van mensen en als verbindende kracht in de samenleving. Voor de «Erfgoeddeal» (2019–2022), aangekondigd in Erfgoed Telt, werkt het kabinet ook interbestuurlijk en met veldpartijen samen in een matchingsregeling. Dit programma richt zich op het verbinden van ontwikkelingen in de leefomgeving en transitieopgaven met erfgoed en ontwerp.8

Verder is Nederland op Europees niveau actief in werkgroepen die zich buigen over vraagstukken rond de ruimtelijke ordening en kwaliteit van de leefomgeving. Ook is Nederland mede- ondertekenaar van de Verklaring van Davos9, die zich specifiek richt op het belang van de kwaliteit van de leefomgeving. Verdragen als het Europese landschapsverdrag (ELV) en erfgoedverdragen van de Raad van Europa zijn in de Omgevingswet voor Nederland geïmplementeerd. Met een actieagenda wordt de ratificatie van het Faro-verdrag10, dat gaat over de waarde van erfgoed voor de samenleving en dat een raamwerk geeft voor erfgoedparticipatie, voorbereid.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet verwelkomt de mededeling van de Commissie voor een Nieuw Europees Bauhaus omdat dit nauw aansluit bij het Nederlands beleid en via het Europese instrumentarium ondersteuning biedt om de ambities te bereiken. Het belang van een integrale en multi-level aanpak voor de transities in de gebouwde en fysieke leefomgeving wordt door het kabinet onderschreven en is reeds onderdeel van de aanpak in Nederland, bijvoorbeeld via het Klimaatakkoord en de Nationale Omgevingsvisie. Het kabinet waardeert ook dat de Commissie bij het ontwerp van het Nieuwe Europees Bauhaus zich heeft laten adviseren door de Rijksbouwmeesters van de diverse EU-lidstaten. Aandachtspunt is dat de mededeling erg veel thema’s en aandachtspunten benoemt, waarbij verbinding aan concrete uitdagingen soms ontbreekt. Het kabinet zal de Commissie vragen aandacht te houden voor de verbinding met concrete uitdagingen en zal hier zelf in de verdere uitwerking ook op aansturen.

Het is positief dat de Commissie aandacht vraagt voor het belang van kunst, cultuur en co-creatie in deze transities en de noodzaak benadrukt tot het vormen van een interdisciplinair netwerk in Europa om tot creatieve en innovatieve oplossingen te komen. Binnen deze interdisciplinaire netwerken dienen de verschillende ontwerpdisciplines evenwichtig betrokken te worden. Tot de ontwerpdisciplines worden gerekend: interieurarchitectuur, de stedenbouw de landschapsarchitectuur en de architectuur. Het delen van nationale ervaringen en onderzoeksresultaten draagt bij aan de toegevoegde waarde van het netwerk. Het kabinet ondersteunt daarom de oprichting van het NEB Lab om dit benodigde netwerk vorm te geven en zal via nationale programma’s – zoals het Programma Aardgasvrije Wijken en het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp – de werkzaamheden van het NEB Lab onder de aandacht brengen bij Nederlandse belanghebbenden.

Ook voor wat betreft de ondersteuning van het Nieuw Europees Bauhaus via Europese financieringsinstrumenten is het kabinet positief. Dit is namelijk passend bij de Nederlandse inzet via het missiegedreven innovatiebeleid in de ontwerp, bouw- en technieksector. De Commissie gebruikt de eigen instrumenten die het tot de beschikking heeft en verbindt dit aan de ambities uit de mededeling zodat er geen additionele regelgeving of instrumenten ontwikkeld hoeven te worden, en synergie wordt bewerkstelligd. Het kabinet houdt aandacht voor de concrete implementatie hiervan, bijvoorbeeld in de jaarlijkse werkplannen voor Horizon Europe, Creative Europe en Erasmus+. Het is van belang dat de kaders en comitologie van Horizon Europe leidend blijven voor het alloceren van onderzoeks- en innovatiebudget. Het kabinet is eveneens positief over het doel van het Urban development financial instrument en verwelkomt het nieuwe instrument. De exacte uitwerking van dit initiatief is nog niet geheel duidelijk. Het is belangrijk dat een nieuw financieel instrument niet overlapt met bestaande instrumenten, administratieve lasten beperkt blijven en bij de uitvoering verbinding wordt gezocht met gemeenten. Het kabinet zal daarom bij de Commissie navragen hoe het instrument verder zal worden vormgegeven. De mededeling kan mogelijkheden bieden voor kennis, innovatie en de beroepsbevolking, door aan te sluiten bij de mogelijkheden voor ontwikkeling van vaardigheden uit de Europese Green Deal en het Nationaal Groeifonds voor Leven Lang Ontwikkelen.

Het kabinet verwelkomt de verbinding tussen het Nieuw Europees Bauhaus en het Creative Europe programma 2021–2027. Dit heeft namelijk al als een van de doelen de ondersteuning van architectuur en cultureel erfgoed met het oog op een kwalitatief hoogstaande gebouwde omgeving. Acties op het gebied van mobiliteit, capaciteitsopbouw en internationalisering van actoren in de velden van architectuur en cultureel erfgoed zijn hier onderdeel van. Ook de bevordering van Baukultur en van publieksbetrokkenheid, waarmee hoge kwaliteitsbeginselen verspreid kunnen worden, kunnen met dit programma in Europa worden ondersteund.

De Commissie roept in de mededeling lidstaten op om de inzet voor een Nieuw Europees Bauhaus ook in nationaal beleid te implementeren. Het kabinet onderschrijft het belang om een dergelijke ontwikkeling ook aan nationaal beleid te verbinden en zal de precieze afweging maken op het moment dat er besluitvorming plaatsvindt over de specifieke instrumenten of wanneer concrete projecten worden gestart door de Commissie. Het kabinet is graag bereid te ondersteunen bij het delen van nationale ervaringen en onderzoeken. De Commissie roept lidstaten op om te bezien of het Nieuw Europees Bauhaus een plek zou kunnen krijgen in de partnerschapsovereenkomst en de relevante operationele programma’s van (de fondsen onder) het cohesiebeleid. Om een afweging te kunnen maken of dit gewenst is, is nauw overleg met de provincies en gemeenten uit de vier (EFRO-)landsdelen noodzakelijk.

Een contactpersoon voor het Nieuw Europees Bauhaus moet nog worden aangewezen. Het kabinet wacht de extra informatie van de Commissie af en zal op basis daarvan dit nationaal inrichten.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Recent heeft de Commissie de mededeling gepresenteerd aan de lidstaten. De eerste reacties vanuit de lidstaten zijn positief. Het wordt gewaardeerd dat de Commissie de uitvoering niet alleen benadert als een juridische en technische operatie, maar dat er ook aandacht is voor de sociale en culturele aspecten, aangezien die even belangrijk zijn om de digitale en energietransitie te doen slagen alsmede de beweging naar een circulaire economie.

De positie van het Europees Parlement is nog niet bekend.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

a) Bevoegdheid

De grondhouding ten opzichte van de bevoegdheid van de EU is positief. De mededeling heeft betrekking op het terrein van energie, cultuur, sociaal terrein, landbouw, onderzoek en ontwikkeling. Op het terrein van energie, sociaal beleid en landbouw heeft de EU een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid (zie artikel 4, tweede lid, sub b, d, i, VWEU). Op het terrein van onderzoek en ontwikkeling is sprake van een parallelle bevoegdheid van de EU en de lidstaten. De uitoefening van EU-bevoegdheid belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen (artikel 4, derde lid, VWEU). Op het gebied van cultuur heeft de EU de bevoegdheid het beleid van lidstaten te ondersteunen (artikel 6, sub c, VWEU).

b) Subsidiariteit

De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit voor de mededeling is positief. De mededeling heeft tot doel interdisciplinaire en grensoverschrijdende samenwerking en ontwikkeling aan te jagen in de fysieke en gebouwde leefomgeving. Het grensoverschrijdende karakter van de transities in de leefomgeving en de gebouwde omgeving (o.a. op het vlak van energie, digitalisering, en circulaire economie) rechtvaardigt optreden en ondersteuning op EU-niveau. Door op EU-niveau diverse disciplines bij elkaar te brengen met als doel genoemde transities aan te jagen, kan het potentieel van deze transities beter worden ontsloten. Naast acties op lokaal, regionaal, nationaal kunnen acties op EU-niveau een bijdrage leveren om de ambities te realiseren. Het voorgenomen optreden op EU-niveau is daarom gerechtvaardigd.

c) Proportionaliteit

De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De maatregelen en instrumenten zoals aangekondigd in de mededeling zijn geschikt om lidstaten te ondersteunen bij realisatie van het Nieuw Europees Bauhaus. Dit geldt bijvoorbeeld voor het onderzoek- en innovatie-instrumentarium, zoals Horizon Europe. De mededeling laat bovendien ruimte voor de lidstaten om te bezien welke maatregelen op hun grondgebied noodzakelijk zijn. Ook gebruikt de Commissie reeds bestaande, eigen instrumenten en verbindt men dit aan de ambities uit de mededeling zodat er geen additionele regelgeving of instrumenten ontwikkeld hoeven te worden. Het aangekondigde optreden laat daarom voldoende ruimte aan de lidstaten en gaat niet verder dan noodzakelijk.

d) Financiële gevolgen

De mededeling heeft gevolgen voor de EU-begroting, omdat er binnen de bestaande EU-fondsen projecten gefinancierd zullen worden om uitvoering te geven aan de doelen van het Nieuw Europees Bauhaus. De Commissie geeft hierbij aan dat de financiële gevolgen van het voorstel in verband met de EU-bijdrage zullen worden opgevangen binnen de middelen van de betrokken programma’s en binnen de overeengekomen personele middelen. Nederland is van mening dat eventueel benodigde middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

De mededeling brengt in beginsel geen financiële gevolgen met zich mee voor de nationale begroting. Alleen wanneer er sprake is van deelname vanuit Nederland aan een van de voorgestelde innovatiesubsidies of kennisprogramma’s kan er sprake zijn van nationale cofinanciering. Dit zal per thema of project worden afgewogen.

Eventuele budgettaire gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

Er zal hierbij ook gekeken worden naar de financiële gevolgen voor medeoverheden. Om de medeoverheden te ondersteunen bij deelname aan Nieuw Europees Bauhaus-projecten geeft de Commissie in haar mededeling aan dat financiële steun beschikbaar kan komen via de Europese structuur- en investeringsfondsen, zoals het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.

e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

De mededeling sluit goed aan bij het staand nationaal beleid. Aangezien in de mededeling niet is voorzien in nieuwe regelgeving noch in concrete nieuwe beleidsvoorstellen zijn er geen gevolgen voor de regeldruk of administratieve lasten.

De meeste activiteiten van het Nieuw Europees Bauhaus vinden plaats in EU lidstaten, maar er is ook interesse zichtbaar buiten de EU zoals in Noord- en Zuid-Amerika en Azië. Om de mondiale dimensie van het project te onderstrepen heeft de Commissie nadrukkelijk ook bijdragen van buiten de EU uitgenodigd.


  1. Kamerstuk 22 112, nr. 2982↩︎

  2. Kamerstuk 22 112, nr. 3171↩︎

  3. Een initiatief om samenwerking op het gebied van duurzaam inkopen tussen grote publieke opdrachtgevers te stimuleren. Zie ook: www.bigbuyers.eu↩︎

  4. Kamerstukken 33 576 en 35 334, nr. 250↩︎

  5. Kamerstuk 32 852, nr. 94↩︎

  6. Kamerstuk 31 535, nr. 12↩︎

  7. Historische binnensteden, monumenten en landschappen.↩︎

  8. Erfgoed Telt, Kamerstuk 32 820, nr. 248; cultuur in een open samenleving: Kamerstuk 32 820, nr. 221↩︎

  9. In januari 2018 hebben de Europese ministers van Cultuur de Davos-verklaring aangenomen. Deze verklaring benadrukt het belang van een «Baukultur» voor Europa, waarin aandacht is voor interdisciplinaire vraagstuken in de gebouwde omgeving, zoals inclusie, ontwerp en milieu. Zie ook: https://davosdeclaration2018.ch/↩︎

  10. Kamerstuk 32 820, nr. 410↩︎