[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitnodiging aan PwC voor een hoorzitting en aanbieding van feitelijke vragen over het onderzoek "Reconstructie en tijdlijn van het memo-Palmen"

Brief commissie aan bewindspersoon

Nummer: 2021D39092, datum: 2021-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2021Z16879:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Vragen van feitelijke aard van de leden van de Vaste Kamercommissie voor FinanciĂ«n ten behoeve van de hoorzitting over het rapport “Reconstructie en tijdlijn van het 'memo-Palmen” op 26 oktober 2021

  1. Is naar het oordeel van PWC het rapport in de eindfase afgezwakt en aangepast onder druk van het ministerie van Financiën?

  2. Kan PWC aangeven welke waarborgen zijn gehanteerd voor de onafhankelijkheid van haar onderzoek?

  3. Welke wet- en regelgeving gelden voor accountants/PwC als zij worden ingehuurd voor onafhankelijk onderzoek?

  4. Op grond van welke professionele beginselen en kernwaarden is er opgetreden? 

  5. Op welke wijze heeft PwC invulling gegeven aan hun onafhankelijkheid tijdens dit onderzoek?

  6. Indien onderzoekers in strijd met rechtsbeginselen handelen kunnen zij dan tuchtrechtelijk en/of civielrechtelijk aansprakelijk gesteld worden voor ondeskundig en niet integer handelen?

  7. In overeenstemming met welke van toepassing zijnde beroepsregels is de opdracht uitgevoerd en over de uitkomsten gerapporteerd?

  8. Kan PwC een overzicht geven van de aangebrachte wijzigingen verdeeld onder de volgende categorieën:

  • Gewijzigd naar aanleiding van opmerkingen van het Ministerie van FinanciĂ«n;

  • Gewijzigd naar aanleiding van opmerkingen uit wederhoor met (voormalig) medewerkers en bewindspersonen van het Ministerie van FinanciĂ«n;

  • Gewijzigd naar aanleiding van interne kwaliteitscontroles PwC ?

  1. Kan PwC een context geven van een gangbaar proces om te komen tot een zorgvuldig opgebouwd rapport?

  2. Hoe wordt onafhankelijk beslist of en op welke wijze het ontvangen commentaar wordt verwerkt?

  3. Welke aanvullende afspraken zijn gemaakt met het ministerie van Financiën na het vaststellen van de onderzoeksopdracht?

  4. Waar lag de verantwoordelijkheid voor de wijze van verwerken van commentaar?

  5. Heeft het ministerie van Financiën terugkoppeling ontvangen bij het verwerken van commentaar, anders dan het eindrapport?

  6. Heeft PwC het ministerie van Financiën een overzicht verstrekt van alle wijzigingen die PwC heeft aangebracht tussen het conceptrapport van 17 september jl. en het eindrapport?

  7. Waarom heeft PwC de specifiekere, herleidbare functieomschrijving in het definitieve rapport gehandhaafd? Waren hierover met het ministerie van Financiën afspraken gemaakt?

  8. Kan PwC aangeven welke betrokkenen in de gelegenheid zijn gesteld om de op hen betrekking hebbende onderdelen van het (concept)rapport in te zien in het kader van hoor en wederhoor? En hoeveel reacties zijn ontvangen?

  9. Welke afspraken zijn gemaakt ten aanzien van het delen van het conceptrapport van 17 september jl. met het ministerie van Financiën om als opdrachtgever PwC op eventuele kennelijke onjuistheden te attenderen?

  10. Wat is volgens PwC de definitie van kennelijke onjuistheden in samenhang met de aangebrachte wijzigingen tussen het eerste concept en de definitieve versie?

  11. In het conceptrapport van 17 september jl. wordt op pagina 8 aangegeven “De Landelijk vaktechnisch coördinator Lavaco Toeslagen wijst de ADR twee dagen voor het uitbrengen van het rapport van de ADR op het ‘memo Palmen. De ADR heeft op grond van hun afbakeningscriteria besloten het ‘memo Palmen’ niet in hun rapportage te betrekken”. Heeft PwC uit eigen onderzoek kunnen vaststellen dat het ‘memo Palmen’ is verstrekt aan de Auditdienst Rijk (ADR)?

  12. Wat is de reden dat bij 18 de zin is geschrapt “daarbij richtte de ADR zich bij het opstellen van haar rapport op informatie beschikbaar op het niveau vanaf plaatsvervangend DGBD”?

  13. Bij alinea 29: wat is de reden dat in het definitieve rapport wel staat dat er aansluitend overleg is geweest met staatssecretaris Snel over de set concept factsheets?

  14. Komen de actiepunten over het memo Palmen uit het ambtelijk overleg of uit het aansluitend overleg met de staatssecretaris?

  15. Bij wie was bekend dat de verklaring voor het niet archiveren op 21 januari 2021 (twee dagen na het debat) al was gegeven? 

  16. Wanneer hebben de onderzoekers de mailwisseling van 21 januari 2021 over het niet archiveren gekregen?

  17. Waarom was uitstel nodig als er op 21 januari 2021 bekend was dat er bewust niet was gearchiveerd?

  18. Heeft deze informatie de staatssecretaris bereikt? 

  19. Hoeveel en welke functionarissen waren aanwezig bij het overleg op dinsdag 4 juni 2019 toen staatssecretaris Snel zich afvroeg “of niemand eerder signalen had opgevangen dat er problemen waren met het CAF-11 Hawaï dossier”? Klopt het dat de toenmalig DG Bel en de toenmalig SG hierbij aanwezig waren?

  20. Is in antwoord op die vraag van de staatssecretaris in deze vergadering het bestaan van het memo-Palmen benoemd?

  21. Is in het antwoord op die vraag van de staatssecretaris aangegeven wat de kern van het memo-Palmen was (Laakbaar handelen en compensatie)?

  22. Heeft de ambtenaar die deze vergadering verliet om de opsteller van het memo-Palmen te bellen (de VaCo 2017) bij terugkeer in de vergadering iets gezegd over het bestaan van het memo-Palmen en over de kern van het memo-Palmen?

  23. Hoeveel geĂŻnterviewde (ex-) medewerkers hebben aangegeven dat het memo-Palmen aan de orde is gesteld in deze bijeenkomst van dinsdag 4 juni 2019?

  24. Waarom staat in het conceptrapport van PwC van 17 september 2021 dat in deze bijeenkomst het memo niet op tafel lag? Waarom is dit geschrapt in de eindversie van het rapport?

  25. Naar aanleiding van de volgende passage: “De ambtenaar belt tijdens de vergadering met Palmen met de vraag of zij haar memo uit 2017 nog heeft. Zij mailt het direct en het vernietigende memo gaat vervolgens rond bij aanwezigen. SG Leijten ziet direct de crux van het memo, namelijk dat de Belastingdienst 'laakbaar' heeft gehandeld en dat compensatie nodig was. Het woord laakbaar wordt genoemd in de vergadering. Alle aanwezigen zijn doordrongen van de ernst.” Heeft PwC onderzoek gedaan naar en geïnterviewden bevraagd naar de reconstructies van Trouw en RTL Nieuws van juni 2021 waarin wordt gesteld dat het memo in deze vergadering rondging, dat wil zeggen mogelijk niet fysiek, maar digitaal? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hierover door geïnterviewden verklaard?

  26. Hoeveel en welke functionarissen waren aanwezig bij de vergadering over de “taakverdeling” van de factsheets, dat in het verslag van de rijkstrainee wordt omschreven als een verslag van het “overleg bij Jaap”, 13.10 uur?

  27. Is dit dezelfde bespreking als de bespreking die door PwC wordt omschreven als de “derde bespreking” van dinsdag 4 juni 2019, of is dit een andere – ambtelijke - bespreking?

  28. Waarom wordt deze vergadering niet expliciet benoemd in de door PWC opgestelde beschrijving van dinsdag 4 juni 2019?

  29. Wie gaf leiding aan deze bijeenkomst waarvan de rijkstrainee een verslag maakte en welke functionaris bepaalde welk dienstonderdeel en welke functionarissen welke factsheet zouden moeten opstellen, waaronder over de elementen die zien op factsheet 6?

  30. Klopt het dat de toenmalig directeur-generaal aanwezig was bij deze bijeenkomst op 4 juni 2019, waarin de contouren van factsheet 6 werden besproken onder het motto “hoe komt het dat we nu pas tot dit inzicht komen” en waarbij is gesproken over de nota om een draai te maken (2017) en melding wordt gemaakt van het memo-Palmen met de omschrijving van een “beslisnotitie” voor het MT om de strijd te staken?

  31. Kan PwC een toelichting geven op de conclusie die is vervat in de mailwisseling van dinsdag 4 juni 2019 van 14.10 en 14.27 uur tussen medewerker 1 UHB en de Lavaco over het in 2017 uitvoerig besproken zijn van het memo-Palmen met M1, Beleid & Vaktechniek en iemand van klachten, te weten: “Het klonk als vergelijkbaar als hetgeen vanochtend bij staatssecretaris Snel opkwam.”? Klopt het dat (ook) uit deze verklaring volgt dat het memo-Palmen op 4 juni 2019 is besproken in het overleg met de staatsecretaris, de SG en de DG? (Appendix A.10.87 van het eindrapport)?

  32. Heeft PwC zich ervan vergewist over welke informatie het ministerie van FinanciĂ«n (kerndepartement) en de Belastingdienst / Toeslagen) beschikte bij de eerdere beantwoording van Kamervragen, waarin werd gesteld dat de ambtelijke top was “aangesloten” bij over overleg over factsheet 6, waarin naar het memo-Palmen werd verwezen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke informatie over welke functionarissen betrokken waren bij besprekingen over het memo-Palmen en factsheet 6 was toen bekend bij het ministerie en de Belastingdienst/Toeslagen?

  33. Hoeveel (en welke) functionarissen waren aanwezig bij de ambtelijke voorbespreking van woensdagochtend 5 juni 2019 om 08.30uur, waarin de eerste versie van factsheet 6 (waarin verwijzingen naar het memo-Palmen waren opgenomen) zijn besproken (Pagina 56 conceptrapport 17 september van PwC, paragraaf 275)?

  34. Hoeveel geĂŻnterviewde (ex-) medewerkers hebben aangegeven dat factsheet 6 (en de kern van het memo Palmen) in deze bijeenkomst zijn besproken? Kunt u dit toelichten?

  35. Hoeveel geïnterviewde (ex-) medewerkers hebben aangegeven dat de directeur-generaal in deze bewuste bijeenkomst vroeg naar “de status van het memo en of het opvolging had gekregen”?

  36. Op grond van welke overige informatie, interviews en documenten concludeerde PWC in het conceptrapport van 17 september dat factsheet 6 / het memo-Palmen in deze bijeenkomst is besproken en dat de toenmalig directeur-generaal expliciet vroeg naar de opvolging ervan?

  37. Waarom is het gegeven dat de directeur-generaal vroeg naar de status en opvolging van het memo-Palmen geschrapt in de eindversie van het rapport (Paragraaf 284, blz. 55, Reconstructie en tijdlijn memo-Palmen, 29 september 2021)?

  38. Wanneer, op welk moment, heeft de toenmalig directeur-generaal verklaard dat de factsheets in de ambtelijke ochtendbijeenkomst “op hoofdzaken en niet bladzijde voor bladzijde” zijn besproken en dat “procesmatige afspraken zijn gemaakt”? Is dit verklaard in de eerste interviews, dan wel rond de accordering van gespreksverslagen, of na voorlegging van het conceptrapport van 17 september 2021 in het kader van hoor- en wederhoor?

  39. Welke rol speelde het commentaar van het ministerie van Financiën bij de aanpassing van paragraaf 275 uit het concept-rapport, over de kwestie van het opvolging geven aan het memo-Palmen en de ochtendbespreking van 5 juni 2019?

  40. Kan PwC een toelichting geven op de volgende passage in het conceptrapport van 17 september 2021 (blz. 60, paragraaf 303): “Medewerker 1 UHB geeft aan later van het Afdelingshoofd UHB begrepen te hebben dat factsheet 6 uit de set is gelaten, omdat het signaal in hun ogen geen opvolging leek te hebben gekregen.”?

  41. Kunt u specificeren wie ‘hun’ is? Wat is hierover door betrokkenen verklaard? Heeft het Afdelingshoofd UHB het besluit om factsheet 6 uit de definitieve set factsheets te laten afgestemd? Zo ja, met welke functionarissen? Heeft hierover afstemming plaatsgevonden met de toenmalige directeur UHB en/of de toenmalige directeur Toeslagen?

  42. Hebben een of meer geĂŻnterviewden aangegeven of er door leidinggevenden suggesties zijn gedaan om factsheet 6 buiten de definitieve set te houden, dan wel of daar opdracht of aanwijzingen toe is gegeven? Heeft PwC dit onderzocht en hierop doorgevraagd?

  43. Heeft PWC-onderzoek gedaan naar en betrokkenen gevraagd naar de “niet-archiveren, niet verder-verspreiden” en “niet in Digidoc hangen”-e-mails? Gaat het hierbij om een individuele actie van een ambtenaar of hebben betrokkenen hiertoe opdracht of suggesties van meerderen voor gekregen?

  44. Op grond van welke geobjectiveerde informatie betrekt PwC de stelling dat de vastlegging van de concept-factsheets van 5 juni middels een notitie van 11 juni aan de staatssecretaris “impliceert dat er geen aanwijzing zou zijn voor het opzettelijk achterhouden van factsheet 6” (Paragraaf 280, pagina 55 eindrapport)?

  45. Heeft PwC onderzoek gedaan naar hoe en wanneer documenten doorgaans in Digidoc worden geplaatst en welke parafenlijn daarbij gebruikelijk is?

  46. Heeft PwC betrokkenen bevraagd over de volgende formuleringen in het “algemeen taakverzoek” bij plaatsing in Digidoc op 12 juni 2019: “Deze korte lijn is persoonlijk besproken met DGDB, volgens (

.), in dat geval: advies aan DGDB om te paraferen.” (Appendix A.10.92)?

  47. Had PwC de beschikking over een ongelakte versie van dit document?

  48. Welke functionaris besprak deze “korte lijn” met DGDB? Hoe was de hiĂ«rarchische relatie tussen deze twee functionarissen?

  49. Waren de SG dan wel de pSG (die hier parafeerde) betrokken bij het besluit/de opdracht om deze “korte lijn” te volgen en de oude set concept-factsheets alsnog in Digidoc te plaatsen?

  50. Heeft PwC de beantwoording van Kamervragen over de ADR en het memo-Palmen betrokken in het onderzoek naar het memo-Palmen?

  51. Heeft PwC onderzocht waarom de ADR de oorspronkelijke onderzoeksopdracht (bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 519) naar deelvraag 9 (“Wanneer wist de ambtelijke en politieke top van het onrechtmatig handelen en andere problemen”) heeft ingeperkt tot leden van de Bestuursraad?

  52. Heeft PwC onderzocht of over deze ongevraagde inperking afstemming of overleg heeft plaatsgevonden tussen ADR en opdrachtgever?

  53. Bestaat er onderliggende correspondentie tussen ADR en opdrachtgever over deze inperking?

  54. Heeft PwC een verklaring gevonden voor het gegeven dat de ADR wel uitgebreid onderzoek deed naar wat op het niveau van het MT Toeslagen is gewisseld en vastgelegd (en daarbij ook zeer specifieke documenten van het MT opvroeg) en dat nu blijkt dat het memo-Palmen bewust niet is opgenomen in het ADR-onderzoek (“De ADR heeft op grond van hun afbakeningscriteria besloten het ‘memo-Palmen’ niet in hun rapportage te betrekken.” (Pagina 8 Reconstructie en tijdlijn, paragrafen 18 en 184 en Appendix A.10.38: “Ik heb de notitie voorgelegd aan de ADR, samen met de aanvullende procesbeschrijving. Op grond van hun afbakeningscriteria hebben ze besloten het niet in hun rapportage te betrekken”)?

  55. Heeft PwC onderzocht of het memo-Palmen deel uitmaakte van het vernietigde dossier van het voormalig MT-lid Toeslagen? Zo nee, waarom niet? (Chatgesprek 4 juni 2019 tussen SG en DG Bel, par. 278, pagina 54 en Appendix A10.118).

  56. Heeft PwC inzage gevraagd (en gekregen) in de voorbereiding op de verhoren door de Parlementaire Ondervragingscommissie (POK) van ambtelijke en politieke hoofdrolspelers door een extern bureau, waaronder gemaakte bandopnamen?

  57. Heeft PwC onderzocht of het memo-Palmen in de voorbereiding van die verhoren aan de orde is geweest?

  58. Heeft PwC de volgende verklaring van een MT-lid Toeslagen voorgelegd aan de toenmalig staatssecretaris en de toenmalig DG Belastingdienst, te weten: “De memo is door het MT van Toeslagen besproken, er is een vervolg aan gegeven in samenwerking met de opsteller van de memo, met de betreffende advocaat is in contact getreden, er hebben gesprekken plaatsgevonden en dat alles besproken en met instemming gevolgd door de toenmalige DG en staatssecretaris.” (Appendix A.10.68)? Wat was hun antwoord op dat alles is besproken en met instemming is gevolgd?

  59. Heeft PwC ook de volgende passage voorgelegd aan de toenmalig staatssecretaris en de toenmalig directeur-generaal: “De TK wordt niet volledig en juist door de Stas geĂŻnformeerd. Meerdere MT leden wisten van de memo. Het was juist een van de redenen om met de advocaat in de betreffende casus in gezamenlijkheid met de vaktechnisch coördinator, die dus ook duidelijk de achtergronden en ontwikkelingen kende, in gesprek te gaan. Over de voortgang van die gesprekken zijn verder ook regelmatig vervolgbesprekingen geweest met de DG en de toenmalige staatssecretaris.” (Appendix A.10.69)? Wat was hun reactie?

  60. Kunt u het rode-draden-verslag dat gemaakt is, aan de Kamer doen toekomen? Het was immers een voorwaarde van het onderzoek?

  61. Kunt u naar aanleiding van de vorige vraag een lijst maken van de bijeenkomsten waar de memo of de inhoud van de memo besproken is en wie daarbij aanwezig waren? Kunnen de onderzoekers een lijst met datum van bijeenkomt, aanwezigen en aard van de bespreking toezenden?

  62. Kunt u het onderzoeksprotocol waarbij hun onafhankelijkheid gegarandeerd is, aan de Kamer doen toekomen?

  63. Wie kan, gelet op het feit dat bij goed wetenschappelijk verantwoord onderzoek hoort dat het onderzoek controleerbaar is, de gespreksverslagen inzien om te zien of alle elementen in die verslagen zijn meegenomen?

  64. Wat was de reden dat de onderzoekers de sms-box van de voormalig staatssecretaris wilden inzien? Is er reden om aan te nemen dat hij zijn privé telefoon gebruikte voor werkverkeer?

  65. Kunt u de verslagen van de 11 keer dat de begeleidingscommissie bijeen gekomen is openbaar maken?

  66. Is er door de opdrachtgever op enig moment een hint gegeven of druk uitgeoefend welke kant de conclusies op moesten gaan? Zo ja kunt u dat nader toelichten op welk onderwerp die poging plaats vond en door wie?

  67. Kunt u aangeven welke medewerking geweigerd is tijdens het onderzoek?

  68. Zijn er nog opvallende zaken die de onderzoekers tijdens het onderzoek zijn tegengekomen?