[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Buitengewone Formele Energieraad 26 oktober 2021

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2021D39619, datum: 2021-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-880).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-880 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.

Onderdeel van zaak 2021Z18388:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 880 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 november 2021

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 19 oktober 2021 over de geannoteerde Agenda Buitengewone Formele Energieraad 26 oktober 2021 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 880).

De vragen en opmerkingen zijn op 20 oktober 2021 aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 25 oktober 2021 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie,
Azarkan

De griffier van de commissie,
Nava

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie, in de mededeling over de stijgende energieprijzen van 14 oktober 2021 een «toolbox» heeft gepresenteerd met maatregels die lidstaten en de Europese Commissie kunnen nemen in het kader van de gestegen energieprijzen. Deze leden hebben een aantal vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de voorstellen uit de «toolbox» aansluiten bij de Nederlandse compensatieregelingen. In hoeverre past de gekozen Nederlandse compensatie binnen de kaders van deze «toolbox».

Antwoord

In de toolbox geeft de Europese Commissie aan dat lidstaten nationaal maatregelen kunnen nemen om de gevolgen van de gestegen energieprijzen voor kwetsbare consumenten te verzachten. Hierbij noemt de Commissie onder andere het verlagen van energiebelastingen, het waarborgen dat consumenten niet worden afgesloten van de energievoorziening en/of het tijdelijk toestaan van uitstel van betaling, en het uitwisselen van best practices via de coördinatiegroep energiearmoede en kwetsbare consumenten. Ook noemt de Commissie de mogelijkheid om algemene steunmaatregelen te nemen gericht op bedrijven, waaronder het onder voorwaarden verlagen van belastingen, om bedrijven te helpen de huidige situatie het hoofd te bieden, zonder dat dit in strijd is met de Europese staatssteunregels.

In Nederland is een nationale maatregel genomen, namelijk een verlaging van het totaal aan energiebelastingen op de energierekening1. Dit past binnen de gestelde kaders van de toolbox.

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat voor Nederland de gezamenlijke gasinkoop niet acceptabel is omdat het ingrijpt in de werking van de markt en bovendien de hoge prijzen niet zal oplossen. Deze leden vragen wat deze inzet betekent voor de onderhandelingspositie van Europese lidstaten tegenover grote gasimporteurs zoals Rusland. Wat ziet het kabinet als alternatieven om de onderhandelingspositie tegenover Rusland te versterken?

Antwoord

Met de door het kabinet genoemde inzet wordt duidelijk gemaakt dat het niet aan overheden is om aan gasinkoop te doen, maar dat dit aan bedrijven is. Het kabinet zet in EU-verband in op twee sporen wat betreft de afhankelijkheid van grote gasexporteurs. Ten eerste wordt er ingezet op diversificatie van import, zodat gas van meerdere aanbieders kan komen (bijv. via LNG-terminals) en ten tweede op de energietransitie, waardoor EU-lidstaten geleidelijk minder afhankelijk worden van fossiele energiedragers, zoals aardgas. Voor een meer uitgebreide uiteenzetting van dit beleid verwijs ik naar de gezamenlijke brief met de Minister van Buitenlandse Zaken over strategische afhankelijkheden in het energiedomein2 van 9 februari jl., en de brief over diversificatie van gasimport3 van 20 mei 2019.

De leden van de VVD-fractie delen de mening van het kabinet dat de aankondiging van de Europese Commissie omtrent de gedelegeerde handeling kernenergie in het kader van de taxonomie een wenselijke ontwikkeling is. Ook delen zij de mening dat de spoedige uitwerking op dit front belangrijk is. De leden van de VVD-fractie vragen daarom het kabinet wanneer de uitwerking van kernenergie in de taxonomie wordt verwacht. Ook vragen zij ook of het kabinet een gedetailleerde indicatie kan geven van het krachtenveld op dit onderwerp. Kan het kabinet ook toelichten hoe het de opname van kernenergie in de taxonomie zelf zal inbrengen in de Energieraad?

Antwoord

Het kabinet is voorstander van een technologie-neutrale taxonomie, waarin economische activiteiten aan de hand van wetenschappelijke criteria worden beoordeeld. Voor de opname van kernenergie is er een wetenschappelijk proces doorlopen. In lijn met de Kamerbrief van 1 oktober jl. zal het kabinet bij de Energieraad het belang van het wetenschappelijk proces en een spoedig besluit over de uitwerking van de taxonomie voor kernenergie benadrukken4. In lijn met demotie van het lid Erkens c.s. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 864) is aansluiting gezocht bij de inzet van verschillende lidstaten, waaronder Frankrijk, om het wetenschappelijke proces verder te volgen en te bespoedigen.

Ten aanzien van de uitwerking van kernenergie in de taxonomie heeft de Europese Commissie in een technische briefing aan uw Kamer eerder aangegeven in november of december met een uitwerking te willen komen.

De lidstaten Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Finland, Frankrijk, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije en Slovenië hebben op 10 oktober, middels een ingezonden brief in diverse Europese media, hun steun uitgesproken voor de opname van kernenergie in de taxonomie. De lidstaten Denemarken, Duitsland, Oostenrijk, Luxemburg en Spanje hebben hun bezwaren tegen de opname van kernenergie in de taxonomie uitgesproken nadat het Joint Research Centre (JRC) daarover een rapport heeft gepubliceerd. Dit was echter voordat twee expertgroepen het JRC-rapport hebben geëvalueerd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de extra ingelaste energieraad. Deze leden vragen de regering wat de positie is van Nederland in de discussie rondom het in Europa gezamenlijk inkopen van gas. Zij zien een gezamenlijke Europese aanpak, zowel nu als in de toekomst, als een mogelijkheid om de energie-afhankelijkheid van landen als Rusland te verminderen.

Antwoord

Het kabinet is geen voorstander van gezamenlijke gasinkoop door de EU. De Europese gasmarkt is een open markt, waar private bedrijven gas inkopen en verkopen. Overheden sluiten geen gascontracten met andere overheden. In (Noordwest-)Europa zijn bedrijven actief die in meerdere landen gas leveren. Verder ziet het kabinet ook geen voordelen wat betreft prijsvorming of extra aanbod van gas. Het kabinet zet in EU-verband in op twee sporen wat betreft de afhankelijkheid van grote gasexporteurs. Ten eerste wordt er ingezet op diversificatie van import, zodat gas van meerdere aanbieders kan komen (bijv. via LNG-terminals) en ten tweede op de energietransitie, waardoor EU-lidstaten geleidelijk minder afhankelijk worden van fossiele energiedragers, zoals gas. Voor een meer uitgebreide uiteenzetting van dit beleid verwijs ik naar de gezamenlijke brief met de Minister van Buitenlandse Zaken over strategische afhankelijkheden in het energiedomein5 van 9 februari jl., en de brief over diversificatie van gasimport6 van 20 mei 2019.

De leden van de D66-fractie lezen dat de Europese Commissie verdere investeringen in isolatie overweegt. Hoe sluit dit aan bij de 150 mln. euro die de regering uittrekt voor isolatie? Is dit bedrag voldoende om daadwerkelijk ook op lange termijn de impact van stijgende gasprijzen (ook in de toekomst) te beperken? Deze leden vragen hoe het «Fit-fo-55»-pakket, dat een renovatieversneller bevat, bij kan dragen aan dit Europese probleem? Wordt er gesproken over hogere ambities, in beleid en financiën?

Antwoord

De 150 miljoen euro is bedoeld om huishoudens met een laag inkomen en een hoge energierekening en/of slecht geïsoleerde woning op korte termijn te ondersteunen in het toepassen van energiebesparende maatregelen in huur- en koopwoningen. Daarnaast is in de begroting 2022 514 miljoen euro beschikbaar voor een Nationaal Isolatieprogramma voor relatief grote isolatiemaatregelen als vloer-, gevel- en dakisolatie. Deze twee initiatieven zullen bijdragen om op lange termijn de impact van stijgende gasprijzen te beperken. Immers, als een woning meer geïsoleerd wordt dan zal deze woning minder energie gebruiken voor verwarming en/of koeling.

In het Fit-for-55 pakket zet de Europese Commissie nadrukkelijk in op het principe Energie Efficiëntie Eerst. In de gebouwde omgeving kan dit worden vertaald naar het verhogen van het renovatietempo en het isoleren van gebouwen. Ook dit kan bijdragen aan het beperken van de impact op de lange termijn van stijgende gasprijzen. Ik vind het van belang dat we de Fit-for-55 voorstellen zorgvuldig bestuderen en de gevolgen voor huishoudens, bedrijven en maatschappelijke organisaties nauw in de gaten houden en in samenhang bezien.

Het is nu te vroeg in het proces om de uitkomsten en gevolgen voor het Nederlandse beleid exact te voorspellen, maar dat er grote gevolgen zullen zijn, staat vast. Meer gebouwen zullen moeten worden verduurzaamd voor 2030. Besluitvorming over de implementatie in Nederland en financiële gevolgen is aan een nieuw kabinet.

De leden van de D66-fractie merken op dat uit recent nieuws is gebleken dat de gasprijs weer in kleine mate zakt, naast een warmer najaar spelen de hoge opbrengsten van wind op zee hierin ook een rol. Zal de Staatssecretaris in Europees verband oproepen tot een integrale aanpak van dit probleem, waar ook de groei van hernieuwbare energie wordt meegenomen?

Antwoord

Zoals gemeld in de Geannoteerde Agenda7 ziet het kabinet het versterken van de Europese interne energiemarkt en verdere diversificatie van energiebronnen en routes als belangrijke langetermijnoplossingen voor gasleveringszekerheid en voor de betaalbaarheid van de energietransitie. Ook nationaal en Europees klimaatbeleid, zoals het Fit-for-55 pakket, kunnen een belangrijke rol spelen in het verminderen van afhankelijkheden van fossiele energiebronnen op de langere termijn. Hier zal het kabinet in haar interventie op de Energieraad aandacht voor vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Buitengewone Formele Energieraad van 26 oktober 2021 en hebben nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie spreken hun genoegen uit over het feit dat het kabinet maatregelen heeft aangekondigd om de gevolgen van de stijging van de energieprijzen te beperken. Huishoudens met een gemiddeld verbruik kunnen een tegemoetkoming van 430 euro verwachten en voor (mkb)bedrijven komt er een lastenverlichting van in totaal ruim 500 mln. euro. Deze leden merken op dat experts stellen dat vooral hoge inkomens zullen profiteren van deze compensatie voor de hoge energieprijzen, omdat de getroffen maatregelen (te) generiek zijn. Zij vragen de Staatssecretaris te reactie op deze uitspraken. Kan de Staatssecretaris daarbij tevens aangeven welke andere (meer op lage inkomens gerichte) opties er door het kabinet zijn overwogen en waarom er uiteindelijk niet voor deze opties is gekozen?

Antwoord

Zoals ook in de Kamerbrief aangegeven zou de compensatie idealiter zo specifiek mogelijk zijn zodat het alleen terecht komt bij diegenen die het daadwerkelijk nodig hebben8. Het kabinet heeft verschillende opties uitgewerkt voor compensatie en heeft geconcludeerd dat een gerichtere oplossing op korte termijn niet haalbaar is. Dit komt mede door de grote verschillen in de gevolgen voor huishoudens. Hierbij is zowel gekeken naar maatregelen binnen de energierekening als maatregelen buitenom de energierekening. Het kabinet heeft ervoor gekozen om de stijging van de lasten te dempen op de plek waarop ze terecht komen, namelijk de energierekening. Op deze manier krijgen alle huishoudens, ook de huishoudens die het hardst geraakt worden door de prijsstijgingen, per 1 januari te maken met lagere energiebelastingen. Door de verhoging van de belastingvermindering profiteren relatief lage inkomens het meest. De verlaging van het tarief op de eerste schijf elektriciteit raakt voornamelijk de huishoudens met een hoog elektriciteitsverbruik.

De leden van de CDA-fractie merken op dat EU-lidstaten die ervoor kiezen om tijdelijke compenserende maatregelen te nemen en steun te verlenen aan huishoudens deze maatregelen deels kunnen financieren uit de EU ETS-inkomsten. Zij vragen de Staatssecretaris hoeveel van de ETS-inkomsten die Nederland ontvangt zij voornemens is om in te zetten voor de aanpak van de huidige hoge energieprijzen.

Antwoord

De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel van de ETS-inkomsten die Nederland ontvangt zij voornemens is om in te zetten voor de aanpak van de huidige hoge energieprijzen. De Nederlandse ETS-veilingopbrengsten worden nooit ingezet voor andere doelen conform de begrotingsregels. Als er sprake is van hogere ETS-veilingopbrengsten dan verwacht, dan is er geen sprake van een beleidseffect, maar een zogenaamd endogeen effect. Opbrengsten door endogene effecten worden niet elders ingezet, omdat op deze manier de economische conjunctuur wordt gestabiliseerd. Burgers en bedrijven hebben hierdoor minder last van een economische neergang en het voorkomt jojo-beleid. Op het moment dat de ETS-veilingopbrengsten in de toekomst lager zijn dan verwacht, worden de dalende opbrengsten ook niet gecompenseerd met hogere lasten.

Tevens lezen de leden van de CDA-fractie dat het kabinet ingrijpen in de werking van de energie- en ETS-markten zeer ongewenst acht en dat ook bijvoorbeeld de gezamenlijke inkoop van gasreserves door het kabinet niet als een oplossing voor de huidige prijsstijging worden gezien. Deze leden vragen de Staatssecretaris welke rol zij wel ziet voor de EU en voor een op EU-niveau gecoördineerde aanpak om de stijgende energieprijzen op de korte en/of middellange termijn aan te pakken.

Antwoord

Het kabinet verwelkomt de toolbox van de Europese Commissie. Daarin worden concrete maatregelen genoemd waarmee lidstaten op nationaal niveau en op korte termijn de gevolgen van de gestegen energieprijzen voor kwetsbare consumenten en bedrijven tegen kunnen gaan.

Bovendien kondigt de Europese Commissie een aantal onderzoeken aan, waaronder onderzoeken naar het functioneren van de gas- en elektriciteitsmarkt. Het kabinet vindt het goed dat hier onderzoek naar wordt gedaan. Daarbij acht het kabinet het van belang om de resultaten van deze onderzoeken af te wachten, voordat er wordt overwogen om aanpassingen te doen aan de werking van de energiemarkten.

Op de middellange termijn ziet het kabinet ruimte voor een aanpak op EU-niveau om door middel van klimaatbeleid de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen en de daarmee gepaard gaande prijzen te verminderen. Daarnaast is het van belang om op EU-niveau te kijken hoe het functioneren van de interne energiemarkt kan worden verbeterd, onder andere door het vergroten van de interconnectiviteit tussen verschillende lidstaten, zodat lidstaten elkaar kunnen helpen om eventuele prijsschokken op te vangen. In dit verband acht het kabinet o.a. de Trans Europese Netwerken-aanpak zoals vastgelegd in de TEN-E-verordening van belang.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de «toolbox» van de Europese Commissie met mogelijke initiatieven en steunmaatregelen voor compensatie van de stijgende energierekening, alsook het besluit van het demissionaire kabinet om de energiebelasting tijdelijk te verlagen. Deze leden vinden de maatregelen die het demissionaire kabinet neemt volstrekt onvoldoende. Zij constateren dat veel van de maatregelen die de Europese Commissie voorstelt zijn gericht op het helpen van specifieke doelgroepen, maar dat het Nederlandse demissionaire kabinet kiest voor generieke maatregelen. Hierdoor profiteren vooral hoge inkomens en worden huishoudens die echt in de problemen komen niet volledig gecompenseerd, terwijl hoge inkomens die stijging prima aan kunnen. Wanneer de energierekening met 900 euro stijgt, is 430 euro immers niet voldoende. En voor wie leeft in energiearmoede komt die stijging die dan alsnog geldt hard aan.

De leden van de SP-fractie vragen welke EU-lidstaten wel succesvol ervoor zorgen dat de compensatie ook daadwerkelijk bij de huishoudens terechtkomen die het het hardst nodig hebben. Kan de regering reageren op de plannen in omringende landen? Kan de regering voorts reageren op het Spaanse beleid waar de winsten van energiebedrijven worden teruggegeven aan huishoudens die compensatie voor de energierekening nodig hebben? De leden zijn van mening dat het demissionaire kabinet ook de winsten van energiebedrijven zou moeten aanpakken.

Antwoord

In de mededeling9 «de stijgende energieprijzen aanpakken: een toolbox met initiatieven en steunmaatregelen» meldt de Europese Commissie dat twintig lidstaten al maatregelen hebben genomen of overwegen om dat te doen om consumenten en bedrijven te beschermen voor de gevolgen van de huidige prijsstijging. Het gaat dan bijvoorbeeld om het instellen van prijsplafonds, zoals o.a. Frankrijk heeft aangekondigd, het geven van tijdelijke belastingvoordelen voor kwetsbare energieconsumenten, of vouchers en subsidies voor consumenten en bedrijven.

Zoals aangegeven in de Geannoteerde Agenda van de Energieraad van 26 oktober10 is het kabinet er voorstander van dat lidstaten de ruimte hebben om op nationaal niveau maatregelen te nemen om de gevolgen van de gestegen energieprijzen tegen te gaan, zoals het kabinet zelf ook heeft aangekondigd op 15 oktober11. Het kabinet geeft er daarbij de voorkeur aan om niet, zoals bijvoorbeeld Frankrijk doet, een prijsplafond in te stellen, omdat ingrijpen in prijzen van afnemers ook inhoudt dat leveranciers van gas en elektriciteit een mogelijk aanzienlijk deel van hun kosten die ze maken bij de inkoop van elektriciteit en gas niet meer vergoed krijgen. Dat is op een markt met smalle marges heel lastig voor deze bedrijven en indien voorkomen dient te worden dat bedrijven failliet gaan vergt dit staatssteun. Deze staatssteun vergt complexe uitvoering vanwege het grote aantal leveranciers met elk hun eigen inkoop- en verkoopstrategie. Mochten energieleveranciers door die maatregelen in de problemen komen, dan zou dat ook kunnen betekenen dat consumenten ongewild op zoek moeten naar een nieuwe energieleverancier, en daarbij mogelijk met hogere kosten te maken krijgen.

Het teruggeven van winsten van energiebedrijven aan huishoudens vindt het kabinet geen wenselijke oplossing. In de huidige elektriciteitsmarkt zijn periodes met hogere elektriciteitsprijzen van belang zodat producenten van hernieuwbare energie hun investering kunnen terugverdienen en om leveranciers van variabel vermogen te compenseren. Daarin ingrijpen zou onwenselijk zijn vanuit het oogpunt van leveringszekerheid en zou nadelig kunnen uitpakken voor de energietransitie. Andere maatregelen die Spanje neemt, zoals het verlagen van de energiebelasting, lijken meer vergelijkbaar met de maatregelen die het kabinet zelf heeft aangekondigd.

Voorts zijn de leden van de SP-fractie van mening dat veel meer geïnvesteerd moet worden in het verduurzamen van de slechtst geïsoleerde woningen en dat de huren verlaagd moeten worden. Hiermee help je specifiek de groep die wordt getroffen door de hoge energieprijzen. Zij vragen wat Nederland op dit gebied zou kunnen leren van andere EU-lidstaten.

Antwoord

Het kabinet stelt maatregelen voor om de slechtst geïsoleerde woningen te verduurzamen. In de begroting 2022 staat dat vanaf 2022 de verhuurderheffing structureel met 500 miljoen euro per jaar wordt verlaagd. Dit biedt mede ruimte voor versnelde verduurzaming van sociale huurwoningen. Over de inzet van de extra middelen uit de verhuurderheffing worden met Aedes (de branchevereniging van woningcorporaties in Nederland) afspraken gemaakt. De huurregelgeving is niet geharmoniseerd door middel van EU-regelgeving en lidstaten mogen huur(prijs)regelgeving ieder op hun eigen wijze inrichten.

De leden van de SP-fractie ontvangen graag een opheldering over de dekking van de 3,2 miljard euro die het demissionaire kabinet inzet voor compensatie van de hoge energierekening? In hoeverre worden de ETS-inkomsten ingezet om de hoge energieprijzen aan te pakken?

Antwoord

De voorliggende compensatie en uitgavenmaatregelen leiden indicatief tot een verslechtering van het EMU-saldo in 2022 met 3,4 miljard euro, waarvan 3,2 miljard euro betrekking heeft op het verlagen van het belastingdeel van de energierekening. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft uw Kamer middels de motie Hermans12 ook aandacht gevraagd voor de structurele hoogte van het belastingdeel van de energierekening. Het kabinet stelt ter budgettaire inpassing van de urgente problematiek voor om vanuit deze motie van het lid Hermans 500 miljoen euro in 2022 in te zetten, en daarnaast om vanaf 2023 200 miljoen euro naar voren te halen en te laten vervallen voor 2023 en verder. Eventuele hogere ETS-inkomsten als gevolg van de gestegen ETS-prijs gelden niet als budgettaire dekking. Het ter dekking inzetten van fluctuaties in dergelijke opbrengsten gaat in tegen het uitgangpunt van automatische stabilisatie aan de inkomstenkant.

De leden van de SP-fractie vragen of er mogelijk nog meer maatregelen worden genomen, aangezien een aantal lidstaten vraagt om meer gecoördineerde EU-actie? Hoe staat het demissionaire kabinet hier tegenover?

Antwoord

Het kabinet verwelkomt de toolbox van de Europese Commissie. Daarin worden concrete maatregelen genoemd waarmee lidstaten op nationaal niveau en op korte termijn de gevolgen van de gestegen energieprijzen voor kwetsbare consumenten en bedrijven tegen kunnen gaan.

Bovendien kondigt de Europese Commissie een aantal onderzoeken aan, waaronder onderzoeken naar het functioneren van de gas- en elektriciteitsmarkt. Het kabinet vindt het goed dat hier onderzoek naar wordt gedaan. Daarbij acht het kabinet het van belang om de resultaten van deze onderzoeken af te wachten, voordat er wordt overwogen om aanpassingen te doen aan de werking van de energiemarkten.

Op de (middel)lange termijn ziet het kabinet ruimte voor een aanpak op EU niveau om door middel van klimaatbeleid de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen en de daarmee gepaard gaande prijzen te verminderen. Daarnaast is het van belang om op EU-niveau te kijken hoe het functioneren van de interne energiemarkt kan worden verbeterd, onder andere door het vergroten van de interconnectiviteit tussen verschillende lidstaten, zodat lidstaten elkaar kunnen helpen om eventuele prijsschokken op te vangen. In dit verband acht het kabinet o.a. de Trans Europese Netwerken-aanpak zoals vastgelegd in de TEN-E verordening van belang.

De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat de aanpak van energiearmoede hoog op de agenda blijft staan. Welke lessen kunnen over de aanpak van dit probleem kunnen reeds getrokken worden, ook in het kader van (gesprekken over) de klimaatplannen van de EU (het «Fit-for-55»-pakket) en het Sociale Klimaatfonds? Deze leden zijn van mening dat de socio-economische situatie van minima en huishoudens die in energiearmoede leven niet alleen door klimaatbeleid kan worden opgelost. Het vraagt ook om rechtvaardig beleid op andere niveaus. In hoeverre deelt het demissionaire kabinet deze opvatting en wordt dit meegenomen in zowel Europese als nationale discussies?

Antwoord

De leden van de SP-fractie vragen naar de aanpak van energiearmoede, ook in het kader van de Europese klimaatplannen en het Sociale Klimaatfonds. Het kabinet is van mening dat de klimaattransitie alleen op draagvlak kan rekenen als deze voor iedereen betaalbaar blijft en heeft daarom bijzondere aandacht voor de sociaaleconomische gevolgen van deze maatregelen. Dit wordt ook meegenomen in Europese discussies. Bestaand beleid richt zich op een zo kosteneffectief mogelijke transitie, waarbij negatieve sociaaleconomische effecten zoveel mogelijk worden geadresseerd door middel van algemeen sociaal beleid. Jaarlijks kijkt het kabinet naar het integrale inkomensbeeld en neemt waar nodig maatregelen om de inkomensontwikkeling bij te sturen. Het kabinet houdt tevens de komende periode een vinger aan de pols als het gaat om de ontwikkeling van de energieprijzen en de effecten hiervan op huishoudens, zoals is toegelicht in de Kamerbrief van 15 oktober13. Het kabinet wil naast de reeds aangekondigde maatregelen in de energiebelasting voor 2022 daarbij op korte termijn maatregelen nemen die direct effect hebben op de energierekening van de huishoudens die relatief hard worden getroffen door de stijgende energierekening en te maken hebben met energiearmoede14. De aanpak van armoede in brede zin staat hoog op de agenda van dit kabinet, met nationaal en lokaal beleid ten aanzien van inkomensondersteuning en armoedebestrijding, in nauwe samenwerking tussen het rijk, gemeenten en maatschappelijke organisaties.

De leden van de SP-fractie lezen dat Nederland en andere EU-lidstaten stellen dat het «Fit-for-55»-pakket niet verantwoordelijk zijn voor de hogere energieprijzen en dat volgens vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans een vijfde van de energieprijsstijgingen toegeschreven kan worden aan de toegenomen prijs voor CO2-uitstoot binnen het EU-emissiehandelssysteem. Kan worden toegelicht op basis waarvan deze uitspraken worden gedaan?

Antwoord

De voorstellen in het Fit-for-55-pakket zijn nog niet in werking getreden. Daar wordt op dit moment nog over onderhandeld15. De hoge energieprijs is primair te verklaren door de stijging van de prijs van aardgas. Sinds januari is de prijs van aardgas gestegen met ca. 45 euro per MWh, omgerekend ca. 9 ct. per kWh elektriciteit.

In diezelfde periode is de prijs in het EU-emissiehandelssysteem (ETS) gestegen met ca. 30 euro per ton CO2, omgerekend ca. 1 ct. per kWh elektriciteit uit aardgas. Het ETS draagt dus slechts voor een zeer gering deel (~10%) bij aan de stijging van de energieprijs in Nederland.


  1. Kamerstuk 29 023, nr. 272.↩︎

  2. Kamerstuk 21 501-33, nr. 845.↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-33, nr. 762.↩︎

  4. Kamerstuk 32 645, nr. 97.↩︎

  5. Kamerstuk 21 501-33, nr. 845.↩︎

  6. Kamerstuk 21 501-33, nr. 762.↩︎

  7. Kamerstuk 21 501-33, nr. 879.↩︎

  8. Kamerstuk 29 023, nr. 272.↩︎

  9. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52021DC0660&from=EN.↩︎

  10. Kamerstuk 21 501-33, nr. 879.↩︎

  11. Kamerstuk 29 023, nr. 272.↩︎

  12. Kamerstuk 35 925, nr. 13.↩︎

  13. Kamerstuk 29 023, nr. 272.↩︎

  14. Kamerstuk 29 023, nr. 272.↩︎

  15. Kamerstuk 22 112, nr. 3201.↩︎