Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2021-2022

35 925 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2021

Met uw brief van 1 oktober 2021 geeft u aan veelvuldig e-mailberichten te hebben ontvangen inzake schrijnende gevallen met betekking tot het AOW-gat van militiaren. Als voorbeeld heeft u een ontvangen e-mail van een melder bijgesloten en vraagt u Defensie te reageren op het daarin gestelde. Alvorens ik reageer op deze melding geef ik u de stand van zaken over de ingestelde onafhankelijke commissie.

Start van de Commissie

In mijn brief «Ontwikkelingen op Personeelsgebied» (Kamerstuk 35 570 X, nr. 84 d.d. 16 februari 2021) kondigde ik aan uw Kamer te zullen informeren zodra een onafhankelijke commissie ter uitvoering van de motie van de leden Kerstens en Karabulut (Kamerstuk 35 570 X, nr. 25) inzake inkomensverlies door het eindigen van de Uitkering Gewezen Militairen (UGM) ingesteld zou zijn en zou aanvangen met haar werkzaamheden.

De onafhankelijke commissie Schrijnende Gevallen AOW-gat Militairen, onder voorzitterschap van staatsraad de heer Van Zwol, is op 6 augustus jl. ingesteld (Stcrt. 2021, nr. 39504) en is op 9 augustus jl. aangevangen met haar onderzoek.

De commissie wordt bijgestaan door inhoudelijke deskundigen onder wie een fiscaal adviseur en een belasting- en pensioendeskundige. Tevens wordt zij secretarieel ondersteund vanuit het onafhankelijke Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP). Belanghebbenden zijn via nieuwsberichten op digitale media van Defensie geϊnformeerd over de start van de commissie. Defensie riep daarbij voormalig militairen op om voor 1 oktober 2021 individueel melding te doen bij het meldpunt van het CAOP indien zij van mening zijn dat de regeling AOW-gat van Defensie in hun geval niet goed uitgevoerd wordt of indien zij menen dat de uitvoering van de regeling ervoor gezorgd heeft dat zij in een schrijnende sitautie zijn beland.

Verzoek van de VCD

Ik heb er alle vertrouwen in dat de commissie alle zorgvuldigheid betracht in het meldproces. Alle melders ontvangen na hun initiele melding van het CAOP een ontvangstbevestiging en worden gevraagd hun melding te completeren met een meldingsformulier. Bij de vervolmaking van de melding kunnen zij aangeven of zij – ter financiële onderbouwing – de stichting Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) machtigen om aan de commissie hun persoonlijke inkomensoverzichten te verstrekken. Aangezien dit een onafhankelijke en externe commissie betreft, heeft Defensie in deze fase van het onderzoek geen toegang tot of bekendheid met gedane individuele meldingen bij het CAOP.

Verder heeft uw Kamer gevraagd te reageren op het gestelde in het e-mailbericht. Juist gezien de onafhankelijkheid van de commissie en de fase waarin het onderzoek zich momenteel bevindt, onthoud ik mij van een reactie op het gestelde in het e-mailbericht. Zoals toegelicht in de Verzamelbrief Personeel van 22 juni 2021 (Kamerstuk 35 570 X, nr. 108) zal de commissie in haar onderzoek open staan voor ieder probleem dat voortvloeit uit het AOW-gat en dat via individuele meldingen onder haar aandacht wordt gebracht. Zo ook de melding van deze gepensioneerde majoor. Ik ben ervan overtuigd dat ook zijn melding door de commissie meegewogen zal worden bij de vaststelling van de omvang van de problematiek.

Tussenstand en vooruitblik

Het CAOP heeft mij laten weten dat bij sluiting van het meldpunt op 1 oktober 2021 circa 1000 initiele meldingen binnen waren gekomen. Op dat moment had circa de helft van de melders hun melding gecompleteerd. De commissie gaat coulant om met de overige meldingen die op 1 oktober ontvangen waren maar nog niet waren gecompleteerd. In de maanden oktober en november zal de commissie de meldingen in behandeling nemen. Het rapport van de commissie zal naar verwachting eind 2021 worden opgeleverd en zal met u worden gedeeld.

De Minister van Defensie,
H.G.J. Kamp