[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 18 oktober 2021

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2021D39769, datum: 2021-10-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2415).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2415 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2021Z18469:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2415 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2021

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 oktober 2021.

Middels dit verslag wordt uw Kamer tevens geïnformeerd over de EU-verkiezingswaarnemingsmissie in Venezuela zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober jl.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen

VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 OKTOBER 2021

Op 18 oktober vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Luxemburg. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze bijeenkomst. Onder Current Affairs werd gesproken over Afghanistan, Tunesië, de Westelijke Balkan, Klimaatdiplomatie en Varosha. Als volle agendapunten besprak de Raad het Oostelijk Partnerschap, EU-Golf relaties, Ethiopië en Nicaragua. Tijdens de RBZ werd tevens het Raadsbesluit ter oprichting van de EU-Trainingsmissie Mozambique aangenomen. Middels dit verslag wordt uw Kamer daarnaast geïnformeerd over de EU-verkiezingswaarnemingsmissie in Venezuela zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober jl.

Current Affairs

Afghanistan

De Raad stond stil bij de ontwikkelingen in Afghanistan en EU Hoge Vertegenwoordiger (HV) Borrell lichtte de EU-inzet toe. Het EU-kantoor voor Afghanistan in Doha richt zich vooral op vrije doorgang van EU ingezetenen en Afghanen die gevaar lopen en het bieden van humanitaire hulp in Afghanistan. De HV riep daarbij op tot samenwerking tussen de lidstaten en EU-instellingen ter ondersteuning van deze inzet. Lidstaten spraken de wens uit dat de EU de Afghaanse bevolking zoveel mogelijk blijft bijstaan, onder andere via het verlenen van humanitaire hulp. De Raad sprak in dat kader over contacten met de Taliban en de mogelijkheden voor EU-presentie in Kaboel. Nederland heeft hierbij benadrukt dat dergelijke contacten niet mogen worden gezien als erkenning van de Taliban als legitieme vertegenwoordiger van het Afghaanse volk. Ook benadrukten verschillende lidstaten, waaronder Nederland, het belang van veilige doorgang en het voortzetten van evacuaties. Conform de motie van het lid Dassen c.s.1 heeft het kabinet in dat kader opgeroepen tot afstemming tussen lidstaten ten aanzien van de contacten met de Taliban en het overeen komen van prioriteiten voor dergelijke contacten.

Tunesië

De HV lichtte de laatste stand van zaken met betrekking tot de politieke ontwikkelingen in Tunesië en zijn telefonisch onderhoud van vrijdag 15 oktober jl. met de Tunesische president Kaïs Saïd toe2. De HV onderstreepte het belang van het publiceren van een tijdspad voor vervolgstappen, het herstel van de machtsbalans en hij keek uit naar een inclusieve vormgeving van de nationale dialoog zoals aangekondigd door president Saïd. Een brede groep lidstaten, waaronder Nederland, uitte zorgen over de huidige politieke situatie in Tunesië en sprak steun uit voor het optreden van de HV, de oproep tot een heldere roadmap met vervolgstappen en het voortzetten van diplomatiek engagement in EU-verband.

Westelijke Balkan

HV Borrell blikte terug op een geslaagde EU-Westelijke Balkan Top op 6 oktober jl. en onderstreepte het belang van intensievere politieke en veiligheidssamenwerking van de Westelijke Balkanlanden met de EU, waaronder volledige aansluiting door deze landen bij verklaringen en acties van de EU ten aanzien van het Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid. De HV wees op recente spanningen rond Noord-Kosovo. Mede door de interventie van EU Speciaal Vertegenwoordiger Lajcak is een compromis bereikt. De HV heeft vertegenwoordigers van Servië en Kosovo uitgenodigd in Brussel in het kader van de door de EU gefaciliteerde dialoog. Daarnaast stond de HV stil bij de ontwikkelingen in Bosnië en Herzegovina. Hij uitte zijn zorgen over de ondermijning van staatsorganen in het land. De HV en meerdere lidstaten herbevestigden het belang van intensieve EU-betrokkenheid bij de regio ter bevordering van de veiligheid en stabiliteit en het behoud van EU-perspectief.

Klimaatdiplomatie

De HV benadrukte dat maximale diplomatieke inzet nodig is in aanloop naar de Klimaattop COP26, die op 31 oktober in Glasgow van start gaat. Hij stelde dat de EU een geloofwaardige partner is, maar het gat ten aanzien van klimaatfinanciering werpt een schaduw over de onderhandelingen. De HV benadrukte het belang van investeren in hernieuwbare energie door de EU en lidstaten om zo alternatieven te creëren voor olie en gas en het hoofd te bieden aan stijgende energieprijzen. De HV en meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten het voortdurende belang van dit onderwerp en verzochten om hier binnenkort weer op terug te komen bij een volgende RBZ.

Varosha

De HV onderstreepte dat de situatie met betrekking tot de gedeeltelijke opening van Varosha zorgelijk blijft. Hij zei dit ook te benadrukken in zijn contacten met Turkije. De HV gaf aan dat het van groot belang is om de situatie nauwlettend in de gaten te houden. In aanvulling op de discussie over Varosha, lichtte Cyprus de ontwikkelingen in zijn Exclusieve Economische Zone (EEZ) toe, waar een onderzoeksschip hinder heeft ondervonden van Turkse marineschepen.

Oostelijk Partnerschap

In de discussie over het Oostelijk Partnerschap (OP) blikte de Raad vooruit naar de jaarlijkse ministeriële OP-bijeenkomst op 15 november a.s., en naar de OP-Top op 15 december a.s. De HV startte met een briefing waarbij hij inging op de huidige uitdagingen in de OP-regio. Hij stelde vast dat er nog veel ruimte is om de reeds bestaande samenwerkingsakkoorden verder tot uitvoering te brengen. Daarnaast is er gesproken over relevante thema’s als connectiviteit, gezondheid en digitalisering. In lijn met de Nederlandse inzet betoogde de HV ook dat de EU moet blijven inzetten op de belangrijke onderwerpen als de rechtsstaat, anti-corruptiebeleid en hervormingen.

Veel lidstaten, waaronder Nederland, stelden dat de rechtsstaat, democratie, goed bestuur en mensenrechten centraal moeten blijven staan in het OP. Ook markeerden verscheidene lidstaten, waaronder Nederland, dat de steun van de EU aan de OP-landen conditioneel dient te blijven aan het tempo van de hervormingen met betrekking tot goed bestuur en rechtsstaat. Nederland en enkele andere lidstaten benadrukten in dit verband het belang van het monitoren van de voortgang op deze terreinen door de Europese Commissie en EDEO.

In lijn met de motie van het lid Eppink3 vroeg Nederland verder aandacht voor de mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan. Tot slot concludeerde de HV dat het conditionaliteitsprincipe een centrale rol moet houden bij het stimuleren van hervormingen en dat het OP een inclusieve samenwerkingsstructuur moet blijven met behoud van ruimte voor gedifferentieerde relaties met ieder van de zes partnerlanden.

EU-Golf

De HV gaf een terugkoppeling van zijn recente bezoek aan de Golfregio (Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië) en gaf aan grote belangstelling geconstateerd te hebben bij de Golfstaten voor meer engagement met de EU. De Raad was eensgezind dat de EU zichtbaarder moet worden in de Golfregio, ook wat presentie betreft (zoals het openen van EU delegaties in Qatar en Oman), en een belangrijkere politieke partner moet worden, mede gezien de toenemende aanwezigheid van China, Rusland en Turkije in de regio.

De verkiezingen in Irak van 10 oktober jl. vormen een belangrijke stap voor stabiliteit op lange termijn. De HV benoemde ook het belang van het monitoren van de situatie post-verkiezingen, vooral gezien de historisch lage opkomst en dat verschillende sjiitische politieke partijen de uitslag niet lijken te accepteren.

Op het vlak van buitenlandbeleid blijft de terugkeer naar het nucleair akkoord met Iran, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPoA), van prioritair belang voor de-escalatie van spanningen in de regio. De HV en lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten het belang dat Iran spoedig terugkeert naar de onderhandelingstafel en het nucleair akkoord volledig naleeft.

Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten dat de samenwerking in het kader van de EU-Gulf Cooperation Council (GCC) op een aantal onderwerpen zoals klimaat, energie, sociale hervormingen en mensenrechten, verdiept kan worden. Onder andere Nederland noemde dat de EU met andere partners zou kunnen bijdragen aan het verminderen van regionale spanningen door bijvoorbeeld het stimuleren van vertrouwenwekkende maatregelen. Ook was er brede steun voor het nieuw leven in blazen van de besprekingen over een EU-GCC vrijhandelsovereenkomst. De lidstaten waren tenslotte eensgezind over het versterken van samenwerking met de Golfregio en onderstreepten het belang van het verder vormgeven van de door Commissievoorzitter Von der Leyen in haar Staat van de Europese Unie aangekondigde Gezamenlijke Mededeling over een EU partnerschap met de Golf (voorzien voor april/mei 2022).

Ethiopië

De Raad sprak tijdens de lunch over de situatie in Ethiopië. Leden van de Raad riepen wederom op tot volledige humanitaire toegang en een politieke oplossing van het conflict, inclusief steun aan de pogingen tot bemiddeling van de Afrikaanse Unie. De Raad uitte zorgen over de verslechterende humanitaire en politieke situatie. Ook sprak de Raad steun uit voor het aanstaande bezoek aan Ethiopië van Commissaris Urpilainen en EU Speciaal Gezant Weber, waarin de toekomstige relatie tussen de EU en Ethiopië besproken zal worden. Lidstaten bleven echter verdeeld over de inzet van EU-instrumenten om meer druk te zetten op de strijdende partijen. Er is sinds de RBZ van juni weliswaar meer steun voor sancties, maar er is geen consensus. Enkele lidstaten willen eerst het gezamenlijke rapport naar mensenrechtenschendingen van het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten en de Ethiopische mensenrechtencommissie afwachten, voordat besluiten worden genomen. Dit rapport wordt naar verwachting op 1 november gepubliceerd.

Nederland heeft tijdens de RBZ krachtig bepleit om alle instrumenten die humanitaire toegang en een oplossing van het conflict kunnen bewerkstelligen te overwegen. Ook riep Nederland op tot het vaststellen van concrete, meetbare referentiepunten (met name op humanitaire toegang), waaraan tijdens een volgende RBZ getoetst kan worden of het tijd is om in EU-verband concrete maatregelen te nemen. Derhalve riep Nederland op om tijdens de volgende RBZ de situatie in Ethiopië wederom te agenderen.

Nicaragua

Tijdens de lunch sprak de Raad tevens over de situatie in Nicaragua. In aanloop naar de verkiezingen van 7 november a.s. heeft de regering van president Ortega de mogelijkheden van de oppositie deel te nemen aan de verkiezingen ontnomen. Daarnaast is de druk op het maatschappelijk middenveld ernstig toegenomen en is een verslechtering van de mensenrechtensituatie waarneembaar.

De HV stelde tijdens de RBZ vervolgstappen voor om druk op de regering te verhogen en om de Nicaraguaanse bevolking te beschermen. EU-lidstaten steunden het voorstel na de verkiezingen een EU27-verklaring uit te geven, alsook het blijven ondersteunen van kwetsbaren in de samenleving. Verschillende lidstaten steunden het toevoegen van nieuwe listings onder het sanctieregime en toonden zich bereid om verder te spreken over mogelijke financiële maatregelen. Daarnaast was er brede steun voor samenwerking met de VS en andere gelijkgezinde regionale actoren. Er bestond onder de lidstaten overeenstemming dat de uitslag van illegitieme verkiezingen niet erkend kan worden, en dat na de verkiezingen een nieuwe balans gevonden dient te worden tussen druk uitoefenen op de regering en steun geven aan de bevolking.

Nederland pleitte voor het vrijlaten van politieke gevangenen, het creëren van ruimte voor het maatschappelijk middenveld en voor dialoog met de oppositie, en samenwerking met gelijkgezinde partners. Daarnaast benoemde Nederland dat de reactie van de EU op de situatie in Nicaragua ook wordt gevolgd door omringende landen in de regio, en hierdoor mogelijk een bredere impact heeft dan alleen op Nicaragua. Nederland steunde het toevoegen van nieuwe listings om druk op de regering te verhogen.

EUTM Mozambique (aanname Raadsbesluit)

Zoals aangekondigd in de geannoteerde agenda voor deze RBZ4, heeft de Raad het Raadsbesluit ter oprichting van de EU-trainingsmissie (EUTM) in Mozambique aangenomen. Het politieke besluit over de oprichting van EUTM Mozambique werd tijdens de RBZ van 12 juli jl. genomen. Nederland levert geen bijdrage aan deze missie.

EU-verkiezingswaarnemingsmissie Venezuela

Zoals toegezegd in het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober jl. ontvangt uw Kamer hierbij ook een reactie van het kabinet op de vraag van het lid De Roon over de aangekondigde EU-verkiezingswaarnemingsmissie in Venezuela.

Het kabinet heeft kennis genomen van het besluit van HV Borrell om een EU-verkiezingswaarnemingsmissie te sturen om de aanstaande lokale en regionale verkiezingen op 21 november in Venezuela te observeren. Deze verkiezingen vinden plaats tegen de achtergrond van een onderhandelingsproces tussen oppositie (Plataforma Unitaria) en regime, dat dit najaar onder auspiciën van de Noorse regering in Mexico City is gestart. Doel van deze onderhandelingen is te komen tot een duurzame politieke oplossing voor de crisis in Venezuela.

EU-verkiezingswaarnemingsmissies zijn onafhankelijk en onpartijdig en hebben uitsluitend tot doel het onderzoeken van alle aspecten van het verkiezingsproces conform EU/internationale standaarden voor democratische verkiezingen en brengen over de wijze waarop deze verkiezingen zijn verlopen na afloop een verklaring en rapport uit. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de verkiesbaarheid van kandidaten, vrije deelname van oppositiepartijen, toegang tot pers en de gang van zaken bij stemlokalen op verkiezingsdag.

Het Koninkrijk der Nederlanden blijft zich als direct buurland samen met de internationale gemeenschap, waaronder de International Contact Group (ICG) en de EU, actief inzetten voor het vinden van een politieke oplossing voor de voortdurende politieke, humanitaire en economische crisis in Venezuela.

Dit is ook de reden waarom het Koninkrijk der Nederlanden de uitnodiging van de oppositie om deel te nemen als waarnemer (acompañante) van het onderhandelingsproces tussen de Venezolaanse oppositie en het regime heeft aangenomen. Rusland is ook gevraagd als waarnemer van het proces.

Dit is een proces tussen de oppositie en het regime. De Noorse regering faciliteert en identificeert waar nodig volgende stappen in het proces. Conform afspraken met de Noorse delegatie en de onderhandelende partijen doet Nederland verder geen uitspraken over dit vertrouwelijke proces.


  1. Kamerstuk 27 925 nr. 854↩︎

  2. https://eeas.europa.eu/headquarters/headquarters-homepage/105746/node/105746_fr↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1736↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2410↩︎