[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De uitbreiding van zeker 360 veehouderijen te midden van de natuurcrisis

Schriftelijke vragen

Nummer: 2021D40132, datum: 2021-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z18641).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z18641:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2021Z18641

Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitbreiding van zeker 360 veehouderijen te midden van de natuurcrisis (ingezonden 27 oktober 2021).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat minstens 360 veehouderijen sinds de PAS-uitspraak van de Raad van State in mei 2019 hebben kunnen uitbreiden, terwijl de natuur in erbarmelijke staat verkeert en vele woningbouwprojecten geen vergunning kunnen krijgen vanwege de stikstofuitstoot?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de uitspraken van de rechtbanken Noord-Nederland en Midden-Nederland en de door de NRC aangehaalde hoogleraren, die ernstige twijfels hebben bij de werking van technische lapmiddelen (die de uitstoot van deze uitbreidingen zouden moeten compenseren) en stellen dat de natuur daar de dupe van is?2, 3, 4

Vraag 3

Beaamt u dat Nederland onder andere in de stikstofcrisis terecht is gekomen doordat de overheid te makkelijk natuurvergunningen uitgaf, die op papier geen negatief effect zouden hebben op de natuur, maar dat dat in de praktijk anders was?

Vraag 4

Waarom acht u het acceptabel dat provincies toestemming blijven geven voor uitbreidingen van veehouderijen op basis van compensatie (intern salderen) met falende technische maatregelen? Deelt u het inzicht dat dit hetzelfde soort lakse beleid is als waardoor we in de natuurcrisis terecht zijn gekomen?

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat u op eerdere Kamervragen antwoordde dat veel staltechnieken «in de praktijk niet zo goed presteren als in de regelgeving verondersteld wordt»?5

Vraag 6

Vindt u het een effectieve besteding van belastinggeld als u enerzijds veehouderijen uitkoopt ten behoeve van stikstofreductie en anderzijds veehouderijen laat uitbreiden? Zo ja, kunt u uitleggen waarom? Zo nee, bent u bereid om uitbreidingen van veehouderijen niet langer toe te staan?

Vraag 7

Kunt u uitsluiten dat de veehouderijen die de afgelopen tweeënhalf jaar zijn uitgebreid door intern salderen, voor 2030 alsnog zullen moeten worden uitgekocht door de overheid om de natuur- en klimaatdoelen te halen? Zo ja, waarop baseert u dat? Zo nee, waarom gaat u dan door met dit soepele beleid voor intern salderen?

Vraag 8

Kunt u bevestigen dat u in antwoord op eerdere Kamervragen erkende dat u met de reservering van 678 miljoen euro tot 2030 voor technische lapmiddelen voor de veehouderij niet heeft geregeld dat de hiermee gewonnen «emissieruimte» direct weer wordt opgevuld door een uitbreiding van het aantal dieren, maar dat u erop rekent dat andere maatregelen (zoals dier- en fosfaatrechten) dit effect zullen beperken?6

Vraag 9

Kunt u bevestigen dat de dier- en fosfaatrechten gewoon verhandelbaar zijn en dat veehouders deze dus kunnen kopen van stoppende collega’s, waardoor uitbreidingen en schaalvergroting gewoon mogelijk zijn, zoals ook is gebeurd bij de genoemde 360 bedrijven?

Vraag 10

Vindt u het een effectief natuurbeleid en een effectieve besteding van 678 miljoen euro belastinggeld om stikstof te reduceren, wanneer de gerealiseerde «emissieruimte» door de betreffende veehouders direct weer opgevuld kan worden met een uitbreiding van het aantal dieren door intern salderen?

Vraag 11

Kunt u bevestigen dat u in antwoord op eerdere Kamervragen stelde dat het inzetten van emissieruimte voor economische ontwikkelingen «alleen gebeurt als het effect van deze maatregelen vaststaat en additioneel is ten opzichte van wat nodig is voor behoud en het halen van de voorgestelde wettelijke reductie- en instandhoudingsdoelstellingen»?7

Vraag 12

Kunt u bevestigen dat zelfs alle natuur- en bronmaatregelen uit de structurele aanpak tezamen niet zullen zorgen voor het behalen van de landelijke instandhoudingsdoelstellingen uit de Habitatrichtlijn, omdat ze er niet op zijn gericht om alle natuurgebieden in een gunstige staat van instandhouding te brengen? Waarom denkt u dan toch dat er tot wel 70% van de gewonnen «emissieruimte» ingezet kan worden voor economische activiteiten?

Vraag 13

Kunt u deze vragen één voor één en ruimschoots voor de behandeling van de LNV-begroting beantwoorden?


  1. NRC, 24 oktober 2021, «Honderden veehouderijen bij natuurgebieden mogen toch uitbreiden» (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/10/24/honderden-veehouderijen-bij-natuurgebieden-mogen-toch-uitbreiden-a4062955)↩︎

  2. Rechtbank Noord-Nederland, 11 maart 2021, zaaknummer LEE 21-184 en 21-185 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2021:810)↩︎

  3. Rechtbank Midden-Nederland, 22 september 2021, zaaknummer UTR 20/4269 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2021:4508)↩︎

  4. NRC, 24 oktober 2021, «Honderden veehouderijen bij natuurgebieden mogen toch uitbreiden» (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/10/24/honderden-veehouderijen-bij-natuurgebieden-mogen-toch-uitbreiden-a4062955)↩︎

  5. Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 231↩︎

  6. Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 231↩︎

  7. Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 231↩︎