Het wetsvoorstel Het niet-indexeren van het basiskinderbijslagbedrag en het extra bedrag van de kinderbijslag in de Algemene Kinderbijslagwet over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024 (35845)
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D40423, datum: 2021-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z18772).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid (DENK)
Onderdeel van zaak 2021Z18772:
- Gericht aan: A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z18772
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het wetsvoorstel Het niet-indexeren van het basiskinderbijslagbedrag en het extra bedrag van de kinderbijslag in de Algemene Kinderbijslagwet over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024 (35 845) (ingezonden 28 oktober 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich uw uitspraak in het plenaire debat over het wetsvoorstel: «Ik had beloofd nog even te dubbelchecken hoe het zit met die overdekking van 9 miljoen waar de heer Van Baarle naar vroeg. Het is zoals ik zei, maar om het helemaal te kunnen begrijpen, moet ik even de hele som door. Er is samenhang, een evenwicht, in dat totale dekkingspakket door structureel evenveel te besparen op de kinderbijslag als op de IACK. Dat betekent dat de besparing in de kinderbijslag structureel op moet lopen tot 130 miljoen, gelijk aan de besparing op de IACK. Daarvoor wordt in de eerste vier jaar 9 miljoen meer opgehaald dan strikt noodzakelijk voor de investering, intensivering en de uitvoering. Zoals eerder aangegeven, is deze besparing ook al onderdeel van de totale rijksbegroting.»?
Vraag 2
Op welk moment en op welke wijze is ooit gecommuniceerd aan de Tweede Kamer dat er sprake zou zijn van «samenhang» in een «dekkingspakket», waardoor er evenveel bespaard zou moeten worden op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en de kinderbijslag? Op welke wijze en wanneer is de Kamer ingelicht over het «dekkingspakket»?
Vraag 3
Waarom moest er sprake zijn van «samenhang» en «evenwicht»? Hoe ziet dit eruit en waar is dit op gebaseerd?
Vraag 4
Hoe is dit dekkingspakket tot stand gekomen? Wat was hierbij de rol van onderhandelingen tussen de toenmalige coalitiefracties?
Vraag 5
Klopt het dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een wetgevingsoverleg tegen de Tweede Kamer heeft gezegd dat het «dekkingspakket» tot stand is gekomen na besprekingen tussen coalitiefracties? Zo ja, hoe is dit gegaan?
Vraag 6
Acht u het rechtvaardig dat coalitiefracties wel op de hoogte zijn van deze afspraak en oppositiefracties daar tijdens een debat achter moeten komen?
Vraag 7
Waarom is ervoor gekozen om evenveel te besparen op de IACK en kinderbijslag door het kabinet?
Vraag 8
Waarom moeten ouders, naast voor investeringen in de uitvoeringsorganisaties, ook extra inleveren vanwege een besparing op de IACK?
Vraag 9
Waarom is er in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel nooit zodanig ingegaan op het «dekkingspakket», «evenwicht» en «samenhang» zodat dit helder was in relatie tot het wetsvoorstel?