[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 8 en 9 november 2021

Raad voor Economische en Financiële Zaken

Brief regering

Nummer: 2021D40514, datum: 2021-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-1791).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-1791 Raad voor Economische en Financiële Zaken.

Onderdeel van zaak 2021Z18852:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1791 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2021

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad 8 en 9 november 2021 in Brussel. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergadering.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

Middels de geannoteerde agenda wordt u tevens geïnformeerd over het voornemen van Nederland om tijdens de G20-top in Rome op 30 en 31 oktober a.s. aan te kondigen open te staan voor het verstrekken van een lening aan de Poverty Reduction and Growth Trust van het IMF van SDR 300 mln., onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring. Over deze lening dient een garantie te worden afgegeven door de Staat. Deze zal via de eerste suppletoire begroting 2022 aan uw Kamers worden voorgelegd.

De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 8 en 9 november 2021

Eurogroep

Reguliere samenstelling

Macro-economische ontwikkelingen, inflatie en beleidsimplicaties voor de eurozone

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Europese Commissie (hierna: de Commissie) zal een presentatie geven over de inflatieontwikkelingen in de eurozone en de Europese Unie sinds mei 2021. Daarnaast zal van gedachten gewisseld worden over de macro-economische ontwikkelingen en de beleidsimplicaties voor de eurozone. De Commissie wijst op de noodzaak generieke steun uit te faseren en meer te richten op die sectoren waar steun nog noodzakelijk is.

In september jl. was de inflatie in de eurozone met 3,4% het hoogst in tien jaar tijd. De Commissie benadrukt de tijdelijke aard van de relatief hoge inflatie, die voornamelijk gedreven lijkt te worden door factoren die te maken hebben met de pandemie, zoals de opleving van de economie na de lockdown. In september jl. waren de energieprijsstijgingengoed voor ongeveer de helft van de inflatie. Verder heeft de schaarste aan producten als gevolg van verstoringen in aanbodketens, geleid tot verdere inflatiedruk. Ondanks tekenen van verkrapping in arbeidsmarkten zijn er volgens de Commissie geen aanwijzingen voor stijgende loondruk.

Nederland heeft besloten het steunbeleid vanaf het vierde kwartaal 2021 af te bouwen. Nederland deelt de overwegingen van de Commissie voor het uitfaseren van generieke steun. Daarbij wijst Nederland ook op het belang van structurele maatregelen om het herstel te ondersteunen, zoals hervormingen aan de aanbodzijde die de bedrijvendynamiek bevorderen en het adresseren van langetermijnuitdagingen zoals het klimaat. Nederland onderschrijft de verwachting dat de hoge inflatie en oorzaken die hieraan ten grondslag liggen tijdelijk zullen zijn en dat er nog geen loon-prijsspiraal zichtbaar is. Echter, indien de hoge inflatie langduriger hoog blijft dan kan dit het risico met zich meebrengen van snelle verkrapping van financieringscondities, wat het economisch herstel in de weg kan zitten.

Herziening van het Stabiliteits- en Groeipact, eurozone dimensie

Document: https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/economy-finance/economic_governance_review-communication.pdf

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

In de Eurogroep zal gesproken worden over de toekomst van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de Macro-Economische Onevenwichtighedenprocedure (MEOP). Op 5 februari 2020 heeft de Commissie een evaluatie van het SGP en de MEOP gepubliceerd1, waarna de consultaties over de mogelijke herziening van het six-pack en two-pack zouden plaatsvinden. Hierover bent u op 11 februari 2020 geïnformeerd2. De consultaties zijn echter destijds uitgesteld vanwege de coronacrisis. De Europese Commissie heeft op 19 oktober jl. een mededeling gepubliceerd3 die als hernieuwd startschot dient voor de consultaties.

Het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de Macro-Economische Onevenwichtighedenprocedure (MEOP) zijn voor de hele EU van toepassing en worden daarom ook in de Ecofinraad besproken. Een sterke EU vergt gezonde en veerkrachtige nationale economieën, met houdbare overheidsfinanciën. Voor de muntunie zijn houdbare overheidsfinanciën en het voorkomen onevenwichtigheden in het bijzonder van belang met oog op de stabiliteit van de gezamenlijke munt en het voorkomen van negatieve spillover effecten tussen landen.

Om die reden zijn enkele regels binnen het SGP alleen van toepassing op eurolanden. Met de invoering van het six-pack is sinds 2011 in de correctieve arm van het SGP opgenomen dat eurolanden een financiële sanctie kan worden opgelegd indien zij onvoldoende actie ondernemen om hun begrotingstekort terug te dringen in het geval van een buitensporigtekortprocedure. Aanvullend is er in 2013 besloten om het begrotingstoezicht in de eurozone te versterken, wat is vastgelegd in de two-pack wetgeving.4 Lidstaten zijn daarmee verplicht om hun ontwerpbegroting jaarlijks bij de Europese Commissie in te dienen en te laten beoordelen. Daarnaast is de mogelijkheid van verscherpt toezicht afgesproken voor lidstaten die moeilijkheden (dreigen te) ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit. Tot slot hebben alle eurozone lidstaten het fiscal compact5 geratificeerd, waarmee in 2013 de onderlinge begrotingsafspraken werden aangescherpt. De belangrijkste maatregels uit het fiscal compact stellen dat de middellangetermijndoelstelling voor het structureel begrotingstekort niet groter mag zijn 0,5% van het bbp en dat de begrotingsafspraken uit het fiscal compact omgezet worden in nationale wetgeving.

Zoals aangegeven in de beantwoording van Kamervragen over het SGP op 1 juli jl. zijn de discussies over een mogelijke herziening van het SGP en de MEOP van dusdanig belang dat het onverstandig lijkt als Nederland – totdat er een nieuw kabinet is – zich geheel afzijdig houdt in deze discussie. Net als in de Ecofinraad zal Nederland ook in de Eurogroep wijzen op het belang van houdbaarheid van overheidsfinanciën ten behoeve van stabiliteit en duurzame economische groei. Ook zal Nederland wijzen op het belang van een betere naleving en handhaving. Meer transparantie en eenvoud van regels kunnen hieraan bijdragen. Zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat van 30 september jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1784) zult u uiterlijk in december middels een brief nader worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van de herziening van het SGP, waarbij ook de mededeling van 19 oktober uitgebreider aan bod zal komen. Deze brief vormt een vervolg op de brief met een brede bespiegeling inzake het SGP van 14 december 2020.

Digitale euro – beleidsdoelstellingen en gebruik van een digitale euro

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de digitale euro. Dit is de eerste in een serie van vier besprekingen6, waarbij de Eurogroep de belangrijkste politieke dimensies van de digitale euro zal bediscussiëren. Deze bespreking zal in het teken staan van mogelijke beleidsdoelstellingen van een digitale euro. Het vinden van consensus over de beoogde beleidsdoelstellingen is van belang, omdat deze doelstellingen later sturend dienen te zijn bij de ontwerpkeuzes van een digitale euro. De ontwerpkeuzes zelf zijn geen onderwerp van de bespreking in deze Eurogroep.

Nederland is voorstander van het verkennen van de mogelijke introductie van een digitale euro. De digitale euro kan burgers en bedrijven een alternatief publiek betaalmiddel geven in de context van afnemend gebruik van chartaal geld. Een digitale euro kan daarnaast bijdragen aan innovatie en diversiteit in de financiële sector. Tot slot kan de digitale euro mogelijk de afhankelijkheid van buitenlandse en/of private partijen in de financiële infrastructuur verminderen en daarmee eraan bijdragen de autonomie van de eurozone beter te waarborgen. Naast deze potentiële voordelen, gaat een mogelijke introductie van de digitale euro ook gepaard met risico’s. Gewaakt moet worden voor de financiële stabiliteit en voorkomen moet worden dat de private sector wordt weggedrukt («crowding out»).

Dit vergt het vinden van de juiste balans. Een te beperkt ontwerp kan leiden tot geringe adoptie, waarbij ondanks de in dit project gestoken energie en kosten de beoogde doelen verder uit het zicht raken. Een te zwaar ontwerp kan leiden tot een onwenselijk grote rol van de centrale banken in het financiële stelsel en daarmee gepaard gaande effectuering van hierboven beschreven risico’s. Nederland zal tijdens de vergadering aandacht vragen voor het vinden van deze balans.

Terugkoppeling internationale vergaderingen

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (hierna: de Raad) en de Commissie zullen aan de Eurogroep een terugkoppeling geven van de G20-bijeenkomst voor Ministers van financiën en presidenten van centrale banken, en de IMF- en Wereldbank-jaarvergaderingen die dit jaar in hybride vorm plaatsvonden in de week van 11 tot 15 oktober jl. in Washington D.C. Het hoofdthema van deze vergaderingen was de divergentie in (economisch) herstel van de COVID-19 pandemie.

Op 13 oktober jl. vond de vierde G20-vergadering van Ministers van Financiën en presidenten van centrale banken onder het Italiaanse voorzitterschap van de G20 plaats. Tijdens het Italiaanse voorzitterschap staat de crisisrespons en de gezamenlijke uitdaging voor een duurzaam en inclusief economisch herstel na de COVID-19-crisis centraal. Bij de G20-vergadering in oktober jl. is onder andere aandacht besteed aan de verschillen tussen landen in hun economisch herstel, steun aan kwetsbare landen, de mondiale gezondheids- en financieringsarchitectuur, belastingheffing in een digitaliserende economie en duurzame financiering. Op het gebied van belastingheffing in een digitaliserende economie heeft de G20 het politieke akkoord bekrachtigd over een nieuw raamwerk en implementatieplan met concreet tijdpad. Om de energietransitie te ondersteunen, onderkende de G20 dat verschillende maatregelen nodig zijn, inclusief een carbon price indien gepast. Daarbij is afgesproken om gesprekken en technisch werk voort te zetten. Met het oog op de schuldsituatie van ontwikkelingslanden hebben G20-landen zich gecommitteerd aan een tijdige en gecoördineerde implementatie van het Common Framework.

Op 14 oktober jl. kwam de International Monetary and Financial Committee (IMFC) bijeen. Ook hier stonden de uitdagingen voor een duurzaam en inclusief economisch herstel centraal, inclusief mondiale vaccinatie ten behoeve van economisch herstel. Een belangrijk thema tijdens de jaarvergadering en voor de komende maanden is het op vrijwillige basis doorlenen van gealloceerde speciale trekkingsrechten (SDR’s) door ontwikkelde landen naar de landen die dat het meest nodig hebben om van de pandemie te herstellen. Er was brede steun voor het doorlenen van SDR’s aan de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT), waarmee lage-inkomenslanden tegen concessionele termen bij het IMF kunnen lenen. Aanvullend is tijdens de jaarvergadering opgeroepen tot de oprichting van een Resilience and Sustainability Trust. Dit fonds is bedoeld voor lange termijn financiering aan landen die hervormingen doorvoeren om risico’s van onder meer klimaatverandering en pandemieën te mitigeren en tevens stabiliteit van de betalingsbalans in de toekomst te borgen.

Inclusieve samenstelling

Werkplan Bankenunie

Document: n.v.t.

Aard bespreking: bespreking voortgang werkplan Bankenunie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

In de Eurogroep zal worden gesproken over de ontwikkelingen rondom het vervolmaken van de Bankenunie en de voortgang van het werkplan. Op basis van een mandaat van de Eurotop uit december 2020 is door de High Level Working Group (HLWG) het eerste half jaar van 2021 gewerkt aan een werkplan om richting te geven aan de vervolgstappen op de vier werkstromen binnen het bankenuniedossier: het Europees depositogarantiestelsel (EDIS), de herziening van het crisisraamwerk voor falende banken, omgang met grensoverschrijdende banken en de weging van staatsobligaties (RTSE). Alhoewel er voortgang is geboekt, is het niet gelukt om afgelopen zomer tot een akkoord te komen met betrekking tot het werkplan. Er is afgesproken om meer tijd te nemen om tot een werkplan te komen, waarbij wordt gericht op eind 2021.

Voor Nederland is het van belang dat stappen richting een EDIS gepaard gaan met verdere beperking van risico’s op bankbalansen door het aanpakken van staatsobligaties op de balansen en het doen van een gezondheidscheck (AQR). Bij de herziening van het crisisraamwerk zet Nederland in op consistente toepassing van bail-in en nog betere bescherming van belastingbetalers. Daarnaast wil Nederland dat het staatssteunkader tegelijkertijd met het crisisraamwerk wordt herzien om de staatsteunregels meer consistent te maken met het crisisraamwerk.

Stand van zaken van de invoering van de gemeenschappelijke achtervang voor het gemeenschappelijke afwikkelingsfonds

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal in inclusieve samenstelling spreken over de voortgang ten aanzien van het ratificatieproces betreffende de wijzigingsovereenkomsten voor het ESM-verdrag en de overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (de IGA). Hierbij zal ook worden stilgestaan bij de noodzakelijke aanpalende documenten en nog resterende voorbereidende werkzaamheden voor het invoeren van de gemeenschappelijke achtervang voor het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds.

Op 30 november 2020 is de Eurogroep tot een akkoord gekomen om ratificatie van beide genoemde verdragen te starten en de gemeenschappelijke achtervang begin 2022 in te voeren.7 De Kamer is hier middels het verslag van de Eurogroep van 30 november jl. over geïnformeerd.8 Op 27 januari 2021 hebben de aan de verdragen deelnemende landen beide wijzigingsovereenkomsten getekend en is het ratificatieproces begonnen. Omdat januari 2022 als politiek streven nadert, wordt stilgestaan bij de voortgang. In Nederland zijn beide wijzigingsovereenkomsten inmiddels door zowel de Tweede als de Eerste Kamer geratificeerd.

In het gewijzigde ESM-verdrag en de IGA zijn de afspraken op hoofdlijnen over de gemeenschappelijke achtervang en de ESM-herziening formeel vastgelegd. De afspraken in deze verdragen zijn door het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), de Single Resolution Board (SRB), de Europese Commissie en de Eurogroep in inclusieve samenstelling nader uitgewerkt ten behoeve van de implementatie. Dit heeft geresulteerd in 21 nieuwe en/of aangepaste aanpalende stukken. Over al deze stukken bestaat inmiddels politieke overeenstemming. Diverse van deze stukken zijn bij de relevante Eurogroepvergaderingen aangaande de hervorming van het ESM en de invoering van de gemeenschappelijke achtervang, waarover u via de reguliere verslagen bent geïnformeerd, reeds publiek gemaakt.9 Wel moeten deze stukken in de meeste gevallen nog formeel worden goedgekeurd door de besluitvormingsorganen van het ESM. Een beperkt aantal werkzaamheden is nog in uitvoering, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van een ramingsmodel voor de terugbetaalcapaciteit van de Europese bankensector.

Nadat de ratificatie is voltooid zal de directeur van het ESM naar verwachting zo snel mogelijk een vergadering van de Raad van gouverneurs van het ESM uitschrijven om de gemeenschappelijke achtervang te activeren.10 Ook zal de directeur van het ESM naar verwachting zo snel mogelijk een vergadering van de Raad van bewind van het ESM uitschrijven, waarin de raamwerkovereenkomst tussen de SRB en het ESM, met gedetailleerde financiële en andere voorwaarden, kan worden goedgekeurd.11 Conform het aanvullende informatieprotocol voor het ESM dat op 11 mei jl. naar de Kamer is gestuurd, zal de Tweede Kamer uiterlijk vijf dagen voorafgaand aan deze besluitvorming per brief worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet voor deze vergaderingen.12 Bij deze vergadering zullen naar verwachting ook de meeste van de bovengenoemde aanpalende documenten, waaronder de zogenaamde richtsnoeren, worden goedgekeurd. Deze richtsnoeren stellen gedetailleerde regels voor de kenmerken en de inzet van verschillende ESM-instrumenten.

Ecofinraad

Bazel III implementatie

Document: de documenten zijn te raadplegen op de website van de Europese Commissie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_5401

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Commissie heeft op 27 oktober jl. haar voorstel voor de herziening van de kapitaaleisenverordening en -richtlijn voor banken (CRR/CRD) gepresenteerd. Met dit voorstel wil de Commissie bijdragen aan de financiële stabiliteit en de financiering van de economie in de nasleep van de COVID-19 crisis waarborgen.

Het eerste deel van het voorstel bestaat uit de implementatie van de internationale finale Bazel III-standaarden (ook wel Bazel 3.5 of Bazel 4 standaarden genoemd) in de Europese Unie. Na de financiële crisis in 2008–2009 zijn in het oorspronkelijke Bazel III-akkoord mondiale afspraken gemaakt over de minimale kapitaalvereisten voor banken. Op dit moment zijn echter nog niet alle internationale afspraken in Europa ingevoerd. In december 2017 heeft het Bazelcomité een akkoord bereikt over deze finale Bazel III-standaarden. Het belangrijkste doel van deze standaarden is om de variabiliteit tussen de risicomodellen van banken te beperken en deze onderling beter vergelijkbaar te maken. Het voorstel van de Commissie bevat naast de implementatie van de finale Bazel III-standaarden, ook de herziening van de CRR/CRD ten aanzien van de prudentiële behandeling van derde landen bijkantoren in de Unie, ESG-risico’s (environmental, social en governance) en resolutie.

De Minister van Financiën heeft in juni jl. samen met DNB een position paper opgesteld waarin de voorlopige Nederlandse prioriteiten voor de implementatie van de finale Bazel III-standaarden zijn uitgewerkt. In het position paper werd opgeroepen tot een tijdige en adequate implementatie van de standaarden. Dit draagt bij aan de weerbaarheid van de Europese bankensector en de stabiliteit van de economie. Bovendien moeten de Bazelstandaarden een mondiaal gelijk speelveld waarborgen. In aanvulling hierop riep Nederland in het position paper onder meer op om de risico’s ten aanzien van duurzaamheid beter te integreren in het prudentiële raamwerk.13 Het kabinet zal de Kamer via de gebruikelijke weg van een BNC-fiche informeren over de definitieve inzet ten aanzien van het voorstel van de Commissie.

In de Raad zijn er aan de ene kant lidstaten die flexibel met de implementatie van de Bazelstandaarden willen omgaan om de impact op de Europese bankensector te beperken. Aan de andere kant zijn er lidstaten, waaronder Nederland, die pleiten voor zo volledig mogelijke implementatie van de standaarden om de financiële stabiliteit te versterken.

De EBA en de ECB hebben de afgelopen jaren diverse impactanalyses gedaan om de impact van de implementatie van de finale Bazel III-standaarden op de bankensector en de economie in te schatten. Uit deze analyses komt naar voren dat de implementatie op de korte termijn leidt tot hogere kapitaaleisen voor banken, maar dat deze impact te dragen is.14 Daarnaast leidt de implementatie van de finale Bazel III-standaarden op de lange termijn tot gunstige effecten op de economie in de vorm van meer stabiel financieel systeem.15 In aanvulling op deze internationale impact analyses heeft ook de Nederlandse Bank (DNB) naar de impact voor Nederlandse banken gekeken. DNB concludeert dat alle Nederlandse banken begin 2021 ruim aan de extra kapitaalseisen voldoen die het finale Bazel III-akkoord stelt.16

AOB – Stand van zaken financiële diensten dossiers

Document: nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Progress on financial services legislative files».

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Het voorzitterschap van de Raad voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten. Nederland zal de updates van het voorzitterschap ten aanzien van financiële diensten dossiers aanhoren.

De Europese economie na COVID-19: implicaties voor het economisch raamwerk

Document: ST 13009 2021 INIT

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de toekomst van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de Macro-Economische Onevenwichtighedenprocedure (MEOP). Op 5 februari 2020 heeft de Commissie een evaluatie van het SGP en de MEOP gepubliceerd17, waarna de consultaties over de mogelijke herziening van het six-pack en two-pack zouden plaatsvinden. Hierover is het parlement op 11 februari 2020 geïnformeerd18. De consultaties zijn destijds uitgesteld vanwege de coronacrisis. De Commissie heeft op 19 oktober jl. een mededeling gepubliceerd19 die als hernieuwd startschot dient voor de consultaties. Tijdens de Ecofinraad zal de Commissie deze mededeling presenteren, waarna lidstaten een eerste reactie kunnen geven. Ook zal worden gereflecteerd op het vervolgproces van de consultaties en de rol van de Raad hierin.

De Commissie stelt in de mededeling dat de conclusies van de evaluatie van het SGP en de MEOP van februari 2020 nog steeds relevant zijn. Daarnaast worden de belangrijkste gevolgen van de coronacrisis omschreven, zoals de economische schok die deze teweeg heeft gebracht, de nationale en Europese crisisinstrumenten die hierop volgden en de hierdoor verder opgelopen publieke schulden in lidstaten. Om het consultatieproces vorm te geven en de belangrijkste uitdagingen t.a.v. het SGP en de MEOP daarin te adresseren, heeft de Commissie in totaal elf vragen opgesteld. Acht vragen zijn identiek aan de evaluatie van de Commissie uit 2020 en gaan onder andere in op de vraag hoe de schuldhoudbaarheid in lidstaten gewaarborgd kan worden, hoe de handhaving van het SGP verbeterd kan worden en of de regels vereenvoudigd dienen te worden. De mededeling van 19 oktober jl. bevat één aangepaste vraag en twee nieuwe vragen. Deze vragen gaan in op de lessen die kunnen worden geleerd van de door de coronacrisis veranderde economische context en van de Recovery and Resilience Facility (RRF). Het kabinet is van mening dat deze vragen de juiste onderwerpen voor de komende consultaties agenderen.

De komende periode zal er een brede discussie gevoerd worden waarbij de Commissie de lidstaten, burgers en andere belanghebbenden uitnodigt om deel te nemen aan het debat. Zo kan iedereen een online vragenlijst invullen over het SGP en de MEOP en indienen voor 31 december 2021.

Zoals aangegeven in de beantwoording van Kamervragen over het SGP op 1 juli jl. (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3405) zijn de discussies over een mogelijke herziening van het SGP en de MEOP van dusdanig belang dat het onverstandig lijkt als Nederland – totdat er een nieuw kabinet is – zich geheel afzijdig houdt in deze discussie. Daarbij zal Nederland wijzen op het belang van houdbaarheid van overheidsfinanciën ten behoeve van stabiliteit en duurzame economische groei. Ook zal Nederland wijzen op het belang van een betere naleving en handhaving van de regels. Meer transparantie en eenvoud van regels kunnen hieraan bijdragen. Zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat van 30 september jl. zal de Tweede Kamer uiterlijk in december middels een brief nader worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van de een mogelijke herziening van het SGP, waarbij ook de mededeling van 19 oktober uitgebreider aan bod zal komen. Deze brief vormt een vervolg op de brief met een brede bespiegeling inzake het SGP van 14 december 2020.20

Economisch herstel in Europa

a) Implementatie van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF)

b) Financiering vanNext Generation EU (NGEU)

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RRF). De Raad stemde reeds in met 22 uitvoeringsbesluiten. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in diverse brieven. De Raad is nog in afwachting van Commissievoorstellen voor uitvoeringsbesluiten voor Zweden, Polen, Hongarije en Bulgarije. Nederland heeft nog geen herstelplan ingediend. De Tweede Kamer zal voor 1 november in een Kamerbrief worden geïnformeerd over de totstandkoming van het Nederlandse herstelplan. Met een uitvoeringsbesluit wordt de beoordeling van een herstelplan in het kader van de RRF goedgekeurd. Daarnaast worden in een uitvoeringsbesluit de hervormingen en investeringen die een lidstaat zal ondernemen vastgelegd, inclusief de bijbehorende mijlpalen en doelen, alsook de financiële bijdrage waarop de lidstaat aanspraak kan maken. Er zullen deze Ecofinraad geen nieuwe uitvoeringsbesluiten worden besproken. De Ecofinraad zal daarnaast van gedachten wisselen over de stand van zaken ten aanzien van de financiering van Next Generation EU. Voor Nederland is het van belang dat de Commissie binnen het mandaat opereert dat in het Eigenmiddelenbesluit en relevante verordeningen wordt gegeven.

Energieprijzen, inflatie en beleidsimplicaties

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

In de Ecofinraad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de hoge energieprijzen, de inflatie en de implicaties die dit heeft voor het beleid. Er is sinds de recente piek in de energieprijzen in verschillende Europese gremia gesproken over de gevolgen van de hoge energieprijzen, waaronder de Ecofinraad van 5 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1787), de Europese Raad van 21–22 oktober jl. en de buitengewone Energieraad van 26 oktober jl.

De Commissie heeft op 13 oktober jl. een mededeling gepubliceerd met een analyse van de hoge energieprijzen en een gereedschapskist. De Commissie geeft in haar analyse aan dat de huidige hoge energieprijzen worden veroorzaakt door mondiale marktfactoren en een tijdelijk karakter hebben. In de gereedschapskist geeft de Commissie onder andere aan welke maatregelen lidstaten op nationaal niveau kunnen nemen om de gevolgen van gestegen energieprijzen te verzachten. Nederland ziet het versterken van de Europese interne energiemarkt en verdere diversificatie van energiebronnen en -routes als belangrijke langetermijnoplossingen voor gasleveringszekerheid en voor de betaalbaarheid van de energietransitie. Daarnaast ziet Nederland dat Europees klimaatbeleid, zoals voorgesteld in het Fit-for-55-pakket, een belangrijke rol kan spelen in het verminderen van afhankelijkheden van fossiele energiebronnen. Nederland is voorstander van ruimte voor lidstaten om op nationaal niveau maatregelen te nemen om de gevolgen van de gestegen energieprijzen te adresseren. Wat Nederland betreft is ingrijpen in de werking van de energie- en ETS-markten zeer ongewenst.

Het is de verwachting dat de inflatie, mede gedreven door hogere energieprijzen, tijdelijk hoger uitvalt. De hogere gasprijzen kunnen via lagere bestedingskracht van consumenten en hogere productiekosten voor bedrijven het economisch herstel in de Europese Unie beperken. Om het economisch herstel verder te bevorderen is het volgens Nederland van belang dat lidstaten aandacht besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei en weerbaarheid te vergroten. Bovenal is het cruciaal dat lidstaten structurele hervormingen implementeren die bijdragen aan economische groei en de veerkracht van de economie. De Recovery and Resilience Facility (RRF), die vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.

Raadsconclusies over de toekomst van het Europees Semester in de context van de faciliteit voor herstel en veerkracht

Document: ST 13171 2021 INIT

Aard bespreking: aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting:

In de Ecofinraad liggen Raadsconclusies over de toekomst van het Europees Semester in de context van de Recovery and Resilience Facility (RRF) ter besluitvorming voor. In de Raadsconclusies wordt onder andere opgeroepen tot de terugkeer van de kernelementen van het Europees Semester, waaronder de landenrapporten, landspecifieke aanbevelingen en de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). Dubbele administratieve lasten die ontstaan door de overlap tussen de RRF en het Semester dienen zoveel als mogelijk voorkomen te worden. Tot slot worden ook de mogelijke voordelen benoemd van meerjarige landspecifieke aanbevelingen gecombineerd met een jaarlijkse beoordeling. Nederland is voornemens om in te stemmen met de voorliggende Raadsconclusies.

Terugkoppeling G20-vergadering van Ministers van financiën en presidenten van centrale banken en de IMF-jaarvergadering

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Het voorzitterschap van de Raad en de Commissie zullen ook aan de Ecofinraad een terugkoppeling geven van de G20-bijeenkomst voor Ministers van Financiën en presidenten van centrale banken, en van de IMF- en Wereldbank-jaarvergaderingen die dit jaar in hybride vorm plaatsvonden in de week van 11 tot 15 oktober jl. in Washington D.C. Het hoofdthema van deze vergaderingen was de divergentie in (economisch) herstel van de COVID-19 pandemie.

Op 13 oktober jl. vond de vierde G20 vergadering van Ministers van Financiën en presidenten van centrale banken onder het Italiaanse voorzitterschap van de G20 plaats. Tijdens het Italiaanse voorzitterschap staat de crisisrespons en de gezamenlijke uitdaging voor een duurzaam en inclusief economisch herstel na de COVID-19-crisis centraal. Bij de G20-vergadering in oktober jl. is onder andere aandacht besteed aan de verschillen tussen landen in hun economisch herstel, steun aan kwetsbare landen, de mondiale gezondheids- en financieringsarchitectuur, belastingheffing in een digitaliserende economie en duurzame financiering. Op het gebied van belastingheffing in een digitaliserende economie heeft de G20 het politieke akkoord bekrachtigd over een nieuw raamwerk en een implementatieplan met een concreet tijdpad. Om de energietransitie te ondersteunen, onderkende de G20 dat verschillende maatregelen nodig zijn, inclusief een carbon price indien gepast. Daarbij is afgesproken om gesprekken en technisch werk voort te zetten. Met het oog op de schuldsituatie van ontwikkelingslanden hebben G20 landen zich gecommitteerd aan een tijdige en gecoördineerde implementatie van het Common Framework.

Op 14 oktober jl. kwam de International Monetary and Financial Committee (IMFC) bijeen. Ook hier stonden de uitdagingen voor een duurzaam en inclusief economisch herstel centraal, inclusief mondiale vaccinatie ten behoeve van economisch herstel. Een belangrijk thema tijdens de jaarvergadering en voor de komende maanden is het op vrijwillige basis doorlenen van gealloceerde speciale trekkingsrechten (SDR’s) door ontwikkelde landen naar de landen die dat het meest nodig hebben om van de pandemie te herstellen. Er was brede steun voor het doorlenen van SDR’s aan de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT), waarmee lage-inkomenslanden tegen concessionele termen bij het IMF kunnen lenen. Aanvullend is tijdens de jaarvergadering opgeroepen tot de oprichting van een Resilience and Sustainability Trust. Dit fonds is bedoeld voor lange termijn financiering aan landen die hervormingen doorvoeren om risico’s van onder meer klimaatverandering en pandemieën te mitigeren en tevens stabiliteit van de betalingsbalans in de toekomst te borgen.

Bijdrage aan leningenaccount PRGT

Een aantal ontwikkelde economieën heeft een concrete toezegging gedaan voor een bijdrage aan het leningenaccount van de PRGT om zo aan de behoefte aan nieuwe leningen te voldoen. Zoals aangegeven in de Geannoteerde Agenda IMF-jaarvergadering staat Nederland open een nieuwe lening te verstrekken in gealloceerde SDR’s. Nederland zal tijdens de G20 top in Rome op 30 en 31 oktober a.s. aankondigen open te staan voor het verstrekken van een lening aan de PRGT in verhouding tot het Nederlandse aandeel, namelijk SDR 300 mln., onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring. Een potentiële aanvulling van middelen in het leningenaccount wordt door de Nederlandsche Bank beschikbaar gesteld onder garantstelling van het Ministerie van Financiën. De Kamer zal om akkoord worden gevraagd over de definitieve omvang van de bijdrage aan het leningenaccount van de PRGT via de eerste suppletoire begroting 2022 Hierbij zal ook een toetsingskader risicoregelingen worden gedeeld met de Kamer. Pas na goedkeuring van de Kamer met de eerste suppletoire begroting 2022 zal de bijdrage aan het leningenaccount van de PRGT worden geëffectueerd.

Raadsconclusies over EU-statistieken

Document: ST 13047 2021 INIT

Aard bespreking: aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting:

De Ecofinraad spreekt ieder najaar over ontwikkelingen op het terrein van de statistiek in de Europese Unie. Hierover worden Raadsconclusies opgesteld. Nederland kan instemmen met de voorliggende Raadsconclusies over de EU-statistiek. Naar verwachting kunnen de conclusies op brede steun rekenen van lidstaten.

De Raad heeft dit keer vooral gekeken naar de bijdrage vanuit de statistiek aan het leveren van gegevens over het verloop van de coronapandemie. Verder heeft de Raad aandacht voor de vooruitgang bij informatievereisten voor de EMU, de statistieken voor de procedure bij buitensporige tekorten, de statistieken over macro-economische onevenwichtigheden, de meting van woonlasten en inflatie en bevolkingsstatistieken.

De Raad verwelkomt de snelle reactie van het Europees Statistisch Systeem en het Europees Systeem van Centrale Banken op gevolgen voor de statistiek vanwege de coronapandemie. Gebruikers konden daardoor beschikken over tijdig gepubliceerde kernstatistieken zoals het European Statistical Recovery Dashboard. Dit dashboard wordt op maandbasis gepubliceerd en bevat indicatoren die relevant zijn voor het vaststellen van economische en sociale trends tijdens de coronapandemie. Het gebruik van nieuwe databronnen en nieuwe statistische technieken was hierbij van fundamenteel belang.

Ook verwelkomt de Raad de ontwikkelingen bij statistieken op velerlei terreinen zoals globalisering, bedrijfsleven, woonlasten en inflatie, sociale zekerheid, onroerend goed, demografie en bevolkingsprognoses. De Raad erkent de noodzaak ervoor te zorgen dat personele en financiële middelen toereikend zijn om nieuwe gegevensbronnen en digitale technologieën verder te ontsluiten.

Over statistische informatie in de EMU is in het verleden afgesproken een kwaliteitsslag te maken bij vooral het tijdig beschikbaar komen van de benodigde data relevant voor de EMU en de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). Op beide terreinen is (wederom) vooruitgang te melden. Zo is vooruitgang is te melden van toegenomen beschikbaarheid van ESA2010 gegevens en van korte-termijn indicatoren (onder meer de publicatie op kwartaalbasis van een indicator over verkoop van woningen).

Jaarverslag van de EU-begroting 2020 door de Europese Rekenkamer

Document: het jaarverslag van de Europese Rekenkamer is online te raadplegen op https://www.eca.europa.eu/Lists/ECADocuments/annualreports-2020/annualreports-2020_NL.pdf

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Europese Rekenkamer (ERK) zal in de Ecofinraad het jaarverslag over de EU-begroting 2020 presenteren. De presentatie van het jaarverslag met de bevindingen van de ERK is voor de Raad het startpunt van de dechargeprocedure.

Op basis van het jaarverslag stelt de Raad ieder jaar Raadsaanbevelingen op aan het Europees Parlement, dat decharge verleent aan de Commissie over de uitvoering van de Europese begroting. In januari 2022 starten de inhoudelijke en technische besprekingen in het ambtelijke Begrotingscomité, die resulteren in een dechargeadvies van de Raad. De Ecofinraad beslist, waarschijnlijk in februari of maart, met gekwalificeerde meerderheid over het dechargeadvies.

De ERK geeft in haar rapport over het verslagjaar 2020 een afkeurende verklaring t.a.v. de uitgaven van de EU-begroting. Het gemiddelde foutenpercentage (onrechtmatigheden) schat de ERK in op 2,7%, gelijk aan het foutenpercentage over het verslagjaar 2019. De tolerantiegrens is maximaal 2%. Met name uitgaven waarbij sprake is van vergoedingen op basis van declaraties (ten opzichte van bijvoorbeeld het toekennen van subsidies) kennen een relatief hoog foutenpercentage van 4% (2019: 4,9%). Dergelijke uitgaven zijn vaak omgeven door complexe regels voor het ontvangen en aanvragen van deze vergoedingen. De ERK heeft een goedkeurende verklaring afgegeven over de betrouwbaarheid van de financiële overzichten, zoals de balans en kasstroomoverzichten. Ook de ontvangsten bevatten geen fouten van materieel belang.

Voor Nederland vormen het oordeel en de bevindingen van de ERK een belangrijke bijdrage aan de standpuntbepaling ten aanzien van de decharge van de EU-begroting in het algemeen en de Raadsaanbevelingen hierover in het specifiek. De Kamer wordt te zijner tijd geïnformeerd over het opstellen van de Raadsaanbevelingen over decharge en het oordeel van het kabinet hierover.

EFTA-bijeenkomst

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De jaarlijkse bijeenkomst met de Ministers van Financiën van de EFTA (European Free Trade Association) landen vindt plaats tijdens de Ecofinraad van 9 november. Bij deze bespreking zijn de Ministers van Financiën van Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland uitgenodigd om in gesprek te gaan met de Ecofinraad. Het thema dat deze keer centraal staat is herstel na de COVID-19-pandemie en de daarbij horende uitdagingen en kansen. De Ministers van Financiën van de EFTA-landen zullen naar verwachting een toelichting geven op de economische ontwikkeling in hun land en daarbij ingaan op het herstel na de COVID-19-pandemie.


  1. https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/economy-finance/com_2020_55_en.pdf↩︎

  2. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1510↩︎

  3. https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/economy-finance/economic_governance_review-communication.pdf↩︎

  4. Verordening 472/2013 en Verordening 473/2013↩︎

  5. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/HTML/?uri=LEGISSUM:1403_3&from=EN↩︎

  6. De volgende besprekingen zullen volgens het werkprogramma gericht zijn op afruilen tussen privacy en andere beleidsdoelstellingen, de mogelijke effecten op het financiële stelsel en de rolverdeling tussen publieke en private actoren. Zie: Kamerstuk 27 863, nr. 95↩︎

  7. https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2020/11/30/statement-of-the-eurogroup-in-inclusive-format-on-the-esm-reform-and-the-early-introduction-of-the-backstop-to-the-single-resolution-fund/↩︎

  8. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1730↩︎

  9. https://www.esm.europa.eu/about-esm-esm-reform-documents↩︎

  10. Het nieuwe artikel 18 bis lid 1 van het aangepaste ESM-verdrag vereist een aparte beslissing in onderlinge overeenstemming door de Raad van gouverneurs.↩︎

  11. Het nieuwe artikel 18 bis lid 3 van het aangepaste ESM-verdrag vereist een aparte beslissing in onderlinge overeenstemming door de Raad van bewind.↩︎

  12. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1754↩︎

  13. Rijkoverheid.nl, «Joint position paper Basel reforms DNB and NL MoF», 7 juni 2021, Kamerstuk 21 501-07, nr. 1761↩︎

  14. EBA, «Report on Basel III Monitoring», 29 september 2021, EBA Report on Basel III Monitoring (data as of 31 December 2020).pdf (europa.eu)↩︎

  15. ECB, «Macroeconomic impact of Basel III finalization on the Euro area», Macroeconomic impact of Basel III finalisation on the euro area (europa.eu)↩︎

  16. DNB, «Het Nederlandse bankwezen voorbereid op finaal Bazel 3», 26 oktober 2021, https://www.dnb.nl/actueel/algemeen-nieuws/dnbulletin-2021/het-nederlandse-bankwezen-voorbereid-op-finaal-bazel-3/↩︎

  17. https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/economy-finance/com_2020_55_en.pdf↩︎

  18. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1510↩︎

  19. https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/economy-finance/economic_governance_review-communication.pdf↩︎

  20. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1734↩︎