[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 11 november 2021

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D41212, datum: 2021-11-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D41212).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z18986:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D41212 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Handel van 11 november 2021.

De fungerend voorzitter van de commissie,
De Roon

Adjunct-griffier van de commissie,
Meijers

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
Hervorming WTO en voorbereidingen MC12
EU-VS handelsrelaties
Jaarlijks rapport over implementatie en handhaving EU Handelsakkoorden
Herziening van bepalingen over handel en duurzame ontwikkeling
Lopende onderhandelingen handelsakkoorden
Appreciatie Raadspositie Internationaal Aanbestedingsinstrument
Fiche: Herziening Verordening Stelsel van Algemene Preferenties
Overig
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Algemeen

De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda. Zij hebben daarover enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 11 november 2021. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben de agenda voor de RBZ Handel van 11 november gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 11 november 2021. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

Hervorming WTO en voorbereidingen MC12

De leden van de VVD-fractie steunen de Minister wat betreft een sterke leiderschapsrol voor de EU in aanloop naar en tijdens de 12e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO, MC12). Ook steunen de leden van de VVD-fractie van harte de lijn van de Minister dat het voortbestaan van de WTO essentieel is voor de Nederlandse economie. Het is een positieve ontwikkeling dat commissievoorzitter Von der Leyen en President Biden zich onlangs gecommitteerd hebben om samen te werken aan «een betekenisvolle WTO-hervorming om resultaten te boeken voor werknemers en bedrijven». Hoewel de verwachtingen voor MC12 bescheiden zijn, moet niet onderschat worden dat ook de kleine stappen die tijdens deze conferentie kunnen worden gezet wel degelijk grote positieve gevolgen kunnen hebben. En, ondanks dat het een proces van lange adem zal zijn, wel degelijk van belang zijn voor het behoud van de relevantie en het functioneren van de WTO en toekomstige hervormingen.

De Minister geeft aan veel waarde te hechten aan het akkoord om schadelijke visserijsubsidies in te perken. Wat zijn volgens de Minister schadelijke visserijsubsidies? Zou een dergelijk akkoord ook gevolgen hebben voor de Nederlandse visserijsector? En vallen onder deze onder het akkoord vallende subsidies ook belastingvrijstellingen op brandstof? De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoe hij aankijkt tegen de geluiden uit de visserijsector dat een einde aan deze vrijstellingen veel ondernemers in de problemen zou brengen.

De Minister geeft met betrekking tot de MC12 en de WTO aan dat het van belang is ambitieus te werk te blijven gaan. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd wat de Minister hieronder verstaat en hoe hij hier invulling aan gaat geven. Het is namelijk de verwachting dat er een ministeriële verklaring zal worden aangenomen met daarin een politieke toezegging voor het bereiken van de institutionele hervormingen van de WTO. Deze verklaring zal dienen ter ondersteuning van de werkzaamheden die zullen worden verricht in aanloop naar de volgende ministeriële conferentie (MC13) die over twee jaar zal plaatsvinden. Daarbij is het de inzet van de EU om een werkgroep voor de WTO-hervorming op te richten om concrete resultaten te bereiken op dit punt. Voor MC13 zal een oplossing voor het geschillenbeslechtingssysteem van cruciaal belang zijn. Ook wordt verwacht dat de besluitvorming met consensus, die vaak een verlammende werking heeft, een aandachtspunt zal zijn voor MC13, simpelweg omdat het niet mogelijk zal zijn om gezamenlijk grote stappen te zetten met 164 WTO-leden. De leden van de VVD-fractie willen graag van de Minister weten welke bijdrage hij gaat leveren aan de ministeriële verklaring en de uitvoering daarvan?

De leden van de D66-fractie lezen met interesse over de inzet voor de WTO ministeriële. De leden kunnen zich vinden in de positie van het kabinet ten opzichte van de relatie tussen duurzaamheid en handel. De leden vragen zich af welke rol Nederland voor de WTO ziet op het gebied van duurzaamheid? Ziet Nederland bijvoorbeeld een normerende WTO voor zich, die een bepaalde ondergrens aan productiestandaarden bewaakt wereldwijd? Welke middelen heeft de WTO om productiestandaarden te beïnvloeden? Welke duurzaamheidinitiatieven liggen er nu voor binnen de WTO? De leden van de D66-fractie delen de mening dat het voorbestaan van de WTO van essentieel belang is voor Nederland, en zijn voorts van mening dat hervormingen niet langer uitgesteld kunnen worden. Zal het kabinet tijdens de ministeriële aandacht vragen voor de nog steeds niet functionerende beroepsinstantie van de WTO? Waarom heeft de VS nog steeds geen rechters benoemd hiervoor, ondanks dat de regering-Biden zich actief voor de WTO heeft uitgesproken? Verwacht het kabinet dat dit tijdens de ministeriële besproken zal worden, en wat zal dan de inzet van Nederland zijn, zo vragen deze leden.

De leden van de D66-fractie steunen de inzet voor een andere verdeling tussen rechten en plichten voor ontwikkelingslanden binnen de WTO, en lezen hierin dat dit gaat over de status van China in de WTO. De leden van de D66-fractie willen er echter wel voor waken dat door een andere verdeling van de rechten en de plichten niet andere landen, die een rechtmatige claim doen op ontwikkelingsstatus, geraakt worden. De leden vragen een verdere toelichting van het kabinet over hoe het kabinet deze herverdeling tussen rechten en plichten voor zich ziet.

De leden lezen dat Nederland zich in de Raad in zal zetten voor een constructieve en proactieve opstelling van de EU op het gebied van Trade & Health. Wat is hiervoor het krachtenveld binnen de Raad, specifiek als het gaat om intellectueel eigendomsrechten? Zal tijdens deze ministeriële ook aandacht zijn voor de TRIPS waiver voor de patenten op corona vaccins? Als Europa niet instemt met een constructieve en proactieve houding op dit gebied, is het kabinet dan bereid om in de ministeriële via andere kanalen dit onderwerp op te brengen? Zal het kabinet in de Raad ook verdere aandacht vragen voor de Europese beloftes met betrekking tot het doneren van vaccins?

Tot slot wensen de leden van de D66-fractie nogmaals te benadrukken hoe belangrijk de hervormingen van de WTO zijn. De handel tussen de VS en China onttrekt zich nu al in grote mate aan WTO-regels. Als de WTO stil blijft staan, zal steeds meer handel buiten de regels van de WTO omgaan. Dit maakt het steeds moeilijker voor de WTO om relevant te blijven en om wereldwijd normerend op te treden. Helemaal nu onderwerpen als duurzaamheid op WTO niveau besproken worden, is het van wezenlijk belang dat de WTO zo snel mogelijk weer slagkracht krijgt.

De leden van de CDA-fractie juichen het toe dat de Minister een ambitieuze rol van de EU verlangt tijdens 12e Ministeriële Conferentie (MC12) van de WTO. Deze leden vragen de Minister aan te geven wat het Europese speelveld is. Sluiten andere Europese lidstaten zich bij deze ambitieuze inzet van Nederland aan? Welke landen liggen dwars? Zo stelt de Minister harde eisen aan het overbevissen, maar deze leden vragen de Minister of bijvoorbeeld de Europese vloot ook de Afrikaanse wateren aan de Afrikanen laat en er bovendien rekening wordt gehouden met lokale economieën zodat er ook alternatieven zijn voor vissers. De leden van de CDA-fractie ondersteunen eveneens van harte dat de WTO een op regels gebaseerd multilateraal handelssysteem vertegenwoordigd welke essentieel is voor het Nederlandse verdienmodel in het buitenland. Deze leden vragen de Minister welke ontwikkelingen de VS wat dat betreft heeft doorlopen en of de houding van de VS is aangepast. De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte aangaande het MC12 of er eveneens gesproken zal worden over de mondiale grondstoffen schaarste en de huidige energiecrisis. Deze leden vragen de Minister wat de WTO en deze MC12 voornemens is te gaan doen aan het terug in balans brengen van de wereldhandel. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aansluitend hierop wat de actuele stand van zaken van het mondiale containervervoer is en wat de prognose daarvan komend half jaar is. Deze leden vragen de Minister of er hierbij een rol voor de Europese Commissie is weggelegd.

De leden van de SP-fractie zien dat er gesproken zal worden over de 12e ministeriele conferentie van de WTO. De Minister geeft aan dat het belangrijk zal worden om de WTO te hervormen, maar dat er tegelijkertijd geleund zal moeten worden op de WTO vanwege het grote belang voor Nederland. Dit voelt voor de leden van de SP-fractie als een tegenstrijdigheid. Welke stappen zijn volgens de Minister het belangrijkste richting de hervorming van het WTO? De Minister geeft aan zich proactief in te zetten op onder andere eigendomsrechten. Wat bedoelt de Minister hier precies mee? Wil Nederland eigendomsrechten afbouwen? Is de Minister juist op bepaalde vlakken voorstander van eigendomsrechten? Ook geeft de Minister aan te willen praten over de rechten en plichten binnen de WTO,waarin ook de uitzonderingen die gelden voor ontwikkelingslanden anders moeten worden vormgegeven. Kan de Minister preciezer zijn in het aangeven wat hier precies mee bedoeld wordt? Welke oplossing heeft de Minister voor ogen? Kan de Minister ingaan op de resolutie van het Europees Parlement over deze WTO hervormingen en specifiek het punt ten aanzien van de TRIPS-overeenkomst? Hoe ziet de Minister de houding van de VS als het aankomt op het hervormen van de WTO?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de inzet van Europa tijdens de WTO-onderhandelingen over de visserijsubsidies. De leden stellen vast dat Europa, met steun van Nederland, erop aandringt dat sommige maatregelen, zoals accijnsvrijstellingen, niet als subsidies moeten worden beschouwd. Europa propageert zelfs (zie ook Verslag Landbouw- en Visserijraad 26-27 mei 2021, Kamerstuk 21 501-32, nr. 1304) dat belastingvrijstellingen gezien moeten worden als niet-schadelijke steun. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie spreken zich hier sterk tegen uit. Volgens de leden komt een accijnsvrijstelling neer op een schadelijke en perverse financiële prikkel om bij te dragen aan de klimaatcrisis en aan het toebrengen van schade aan het milieu omdat deze het gebruik van fossiele brandstoffen stimuleert, om meer te kunnen vissen. Ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) stelt dat «fuel tax exemptions» (vrijstellingen op brandstofbelasting) beschouwd moeten worden als visserijsubsidies. Op basis van welk wetenschappelijk onderzoek rechtvaardigt de Minister de stelling dat een accijnsvrijstelling geen schadelijke subsidie is voor het milieu en/of het klimaat? Deelt de Minister het inzicht dat iedereen moet betalen voor het gebruik van natuurlijke grondstoffen, zoals fossiele brandstoffen? Zo nee, waarom niet?

Ook schijnt de inzet van Europa te zijn om subsidies voor fossiele brandstof of visprijsondersteuning te behouden, zolang er duurzaamheidsprogramma’s zijn voor de instandhouding van visbestanden. NGO’s bekritiseren de inzet van Europa, omdat het voorstel niet vereist dat de vermeende «duurzame» effecten ervan worden aangetoond. Het WNF stelt: «het primaire criterium om de duurzaamheid van een visserij te bepalen, is de toestand van het visbestand en niet of er maatregelen zijn om de bestanden op een gezond niveau te houden.»1 De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de omvang van het visbestand niet de juiste maat is. Onderzoek laat zien dat de Total Allowable Catch op basis van het huidige visbestand bijna twee keer zo hoog is als verantwoord op basis van wetenschappelijk onderzoek2. Dit komt onder meer omdat de «safe biological limits (veilige biologische grenzen)», die de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) hanteert, niet overeenkomen met het voorzorgsprincipe van de Verenigde Naties. Dat ICES hierin zijn beleid afstemt op Europa, is, zo laat onderzoek zien, waarschijnlijk de belangrijkste reden voor het falende terugdringen van overbevissing in de noordoostelijke Atlantische oceaan. Onderschrijft de Minister dat duurzaamheidsprogramma’s zonder bewezen effectiviteit een vorm van «greenwashing» zijn? Zo nee, waarom niet?

Dan is er, zo merken de leden op, de inzet van Europa om brandstofsubsidies voor visserij in internationale wateren aan banden te leggen. Dit zou voor een gelijker speelveld zorgen, aldus de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De leden ondersteunen het aan banden leggen van brandstofsubsidies voor visserij in internationale wateren, en constateren dat de Nederlandse steun voor accijnsvrijstellingen hiermee in strijd is. Deelt de Minister het standpunt dat het tegenstrijdig beleid is om op internationale wateren in te zetten op het aan banden leggen van brandstofsubsidies, terwijl Europa accijnsvrijstellingen voorstelt? Zo nee, waarom niet? Is de Minister bereid zich tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Handel in te zetten voor het afschaffen van een accijnsvrijstelling voor visserij om te voorkomen dat de Europese inzet bij de WTO-onderhandelingen ongeloofwaardig wordt? Zo nee, waarom niet?

Zal de Minister voor de bespreking van de volgende Raad een Verslag aanbieden aan de Kamer over de EU-inzet voor de MC12, inclusief de uiteenzetting van het huidige krachtenveld en de voortgang ten aanzien van de verschillende WTO-initiatieven als gepresenteerd door de Commissie, zo vragen de leden van de Volt-fractie.

Wat zijn de verwachtingen van de Minister ten aanzien van de resultaten van de MC12? Kan de Minister toelichten welke politieke toezeggingen er naar verwachting in de ministeriële verklaring zullen worden gedaan voor de hervorming van de WTO? Welke vervolgstappen ziet de Minister voor de hervorming van de WTO en het functioneren van de geschillenbeslechting? Welke rol kan Nederland hierin spelen?

Kan de Minister ingaan op het krachtenveld binnen de WTO ten aanzien van de hervorming? Hoe beoordeelt de Minister de houding van de VS als het gaat om de hervorming van de WTO en het blokkeren van de benoeming van rechters voor het geschillenbeslechtingssysteem?

Met betrekking tot overbevissing geeft de Minister aan dat Nederland/de EU proactief voorstellen zou moeten doen en als eerste concessies zou moeten durven te maken. De Directeur-Generaal van de WTO Ngozi Okonjo-Iweala heeft meermaals aangegeven dat concessies op overbevissing tot een akkoord zouden kunnen leiden als de EU-lidstaten bereid zouden zijn tot concessies rondom landbouwsubsidies. Hoe staat de Minister hier tegenover? Is Nederland bereid concessies te doen rondom landbouwsubsidies?

Wat is de verwachting van de Minister met betrekking tot de discussie rondom een TRIPS waiver? Zal Nederland een TRIPS waiver steunen of steunt Nederland alleen de discussie rondom een TRIPS waiver?

Wat zijn de verwachtingen van de Minister met betrekking tot afspraken voor een mondiaal speelveld, specifiek met betrekking tot industriële subsidies en staatsgeleide bedrijven en uitzonderingen voor ontwikkelingslanden? Op welke gebieden verwacht de Minister dat de EU concessies zal moeten doen om hier voortgang op te maken?

EU-VS handelsrelaties

De leden van de VVD-fractie juichen, net als de Minister, de positieve ontwikkeling tussen de EU en de Verenigde Staten met betrekking tot de handelsrelatie toe. Volgens Eurocommissaris Dombrovskis is het handelsconflict «gepauzeerd». Wat is de definitie van «gepauzeerd»? Beide handelsblokken willen samenwerken om wereldwijd duurzame productie van staal en aluminium te bevorderen. Wat is de definitie van bevorderen? In welk tijdspad gaat de verduurzaming – in de EU, de VS en daarbuiten – van de productie van staal en aluminium gerealiseerd worden? Daarnaast blijven de oorspronkelijke heffingen nog steeds van kracht. De leden van de VVD-fractie willen graag van de Minister weten wanneer de heffingen, die door president Trump zijn ingesteld, definitief niet meer van toepassing zijn?

De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat de handelsbetrekkingen tussen de VS en de EU verbeteren, en spreken hun waardering uit voor de (gedeeltelijke) opheffingen van de handelsrestricties van beide partijen. Hoe oordeelt dit kabinet over de tot stand gekomen afspraken tussen de VS en de EU over het tegengaan van de overproductie van staal en de vergroening van de staalproductie? De leden lezen ook met interesse over de Trade and Technology Council (TTC), en vragen zich af of het kabinet toe kan lichten wat zij verwacht hiervan. Welke concrete resultaten verwacht het kabinet dat er uit dit nieuwe overlegorgaan zullen komen? Verwacht het kabinet dat de vernieuwde positieve handelsrelatie met de VS op termijn ook zal leiden tot nieuwe vrijhandelsverdragen tussen de VS en de EU, bijvoorbeeld op het gebied van technologie? Hoe rijmt de hernieuwde relatie met de VS op het gebied van technologie zich met de wens van de EU om zoveel mogelijk zelfredzaam te zijn als het gaat om bijvoorbeeld de productie van semi-conductors? Hoe verhoudt de TTC zich tot nationale parlementen en andere Europese instanties? Kunnen lidstaten of nationale parlementen ook onderwerpen aandragen voor de TTC om te bespreken, of zal de TTC akkoorden sluiten en die ter goedkeuring aan de VS en EU voorleggen?

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister om het bericht uit de media toe te lichten dat de VS en de EU het eens zijn geworden over de importrestricties op staal en aluminium welke door de regering-Trump waren opgelegd aan de EU. Deze leden vragen wat de afspraak inhoudt. Heeft de EU eveneens restricties opgeheven? Deze leden vragen of de eerste EU-VS Trade and Technology Council op 29 september bij heeft gedragen aan deze deal. Deze leden vragen de Minister bovendien of deze TTC als een voorzichtige voorzetting van de gestrande TTIP-onderhandelingen kunnen worden gezien.

Ook de handel tussen de VS en de EU voornamelijk op het gebied van technologie en handel worden besproken, zo constateren de leden van de SP-fractie. De Minister geeft aan dat de vorige bijeenkomst, de aftrap, in Pittsburgh heel erg veelbelovend was. Kan de Minister uitleggen wat er veelbelovend was aan de eerste resultaten? Wat vindt de Minister van deze onderhandelingen in het licht van de recent gegroeide spanningen zoals onder andere het AUKUS-pact? Vindt de Minister dat deze zaken echt los van elkaar kunnen worden gezien?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de overeenkomst tussen de VS en de EU over de importheffingen die sinds 2018 zijn ingevoerd als onderdeel van een handelsconflict. Kan de Minister uiteenzetten welke tarifaire en non-tarifaire afspraken er precies zijn gemaakt, ook daar waar het andere sectoren betreft dan de staal- en aluminiumsector? Welke versoepelingen heeft Europa toegezegd als onderdeel van de deal? Wat zal de inzet van Europa zijn bij de uitwerking van de details van de deal, dat naar schatting tot 2024 in beslag zal nemen? Weten we al iets over wat de inzet van de VS zal zijn tijdens verdere onderhandelingen?

Wat is het oordeel van de Minister over de uitkomsten van de EU-VS Trade and Technology Council, zo vragen de leden van de Volt-fractie. Wat zijn de verwachtingen over de politieke richting en geopolitieke impact van de TTC volgens de Minister?

De conclusies van de eerste TTC meeting stellen dat de samenwerking bedoeld is om een aanzet te geven voor multilaterale samenwerking, bijvoorbeeld in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Hoe wordt ervoor gezorgd dat andere landen zoveel mogelijk betrokken worden in deze kadering, zodat het daadwerkelijk een multilateraal akkoord wordt?

De resultaten van de meeting wijzen op een groeiende protectionistische trend, bijvoorbeeld door extra screenings van investeringen en export controles. Wat is het oordeel van de Minister over deze maatregelen?

Hoe verhoudt de aangekondigde EU-VS samenwerking voor de productie van semi-conductors zich tot de EU Chips Act en de wens van de EU om Europees autonoom semi-conductors te produceren?

Welke uitdagingen voorziet de Minister in het opstellen van een gedeeld kader voor kunstmatige intelligentie tussen de VS en de EU?

Wat moeten volgens de Minister de vervolgstappen zijn in aanloop naar de volgende TTC, die naar verwachting in het voorjaar van 2022 georganiseerd zal worden? Wat zijn de Nederlandse prioriteiten voor de TTC?

Hoe worden de werkgroepen rondom technologische standaarden georganiseerd? Hoe zijn daarin lidstaten, maatschappelijk middenveld, het Europees Parlement en andere stakeholders vertegenwoordigd?

Wat zijn de verwachtingen van de Minister voor de beslechting van het staal- en aluminiumconflict? Wat zijn hiervan de geopolitieke implicaties voor de relatie tussen de EU en de VS?

Jaarlijks rapport over implementatie en handhaving EU Handelsakkoorden

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben voorts een aantal vragen en opmerkingen over het jaarlijkse rapport over implementatie en handhaving van EU handelsakkoorden. De leden merken op dat van de 462 actieve handels- en investeringsbarrières die door de Commissie zijn geïdentificeerd, er 109 over sanitaire- en fytosanitaire maatregelen gaan, jargon voor kwaliteit en veiligheid van producten, voornamelijk voedselveiligheid. Dit betreft 24% van het totale aantal geïdentificeerde handelsbelemmeringen. De helft van alle handelsbarrières die in 2020 zijn opgelost lagen ook op dit gebied. In andere woorden: de Europese Commissie maakt zich middels handelsakkoorden sterk voor het verlagen van de voedselkwaliteitstandaarden in landen elders, ten behoeve van het vergroten van de Europese export. Is de Minister het met de leden eens dat dit onacceptabel is? Kan de Minister uiteenzetten wat voor handelsbelemmeringen op het gebied van sanitaire- en fytosanitaire maatregelen in het afgelopen jaar zijn «opgelost»? Is de Minister bereid om hier tijdens de RBZ van 11 november een punt van te maken?

Voorts staat in het rapport beschreven wat de resultaten van het Single Entry Point (SEP) zijn in het eerste jaar van zijn bestaan. Dit klachtenmechanisme moet onder andere de duurzaamheidsbezwaren tegen CETA weghalen, maar het rapport bevestigd waar de leden van de Partij voor de Dieren-fractie al vanaf het begin voor waarschuwen: een klachtenmechanisme is geen alternatief voor bindende afspraken over het beschermen van klimaat en het milieu en een handelsverdrag kan dit soort afspraken alleen maar tegenwerken. Zo komt uit het rapport naar voren dat van de 17 formeel ingediende klachten die in 2020 zijn ingediend via het SEP, geen enkele klacht over duurzame ontwikkeling ging. Daarnaast werd er door de Minister in antwoorden op de vragen van het lid Teunissen (Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3890) bevestigd dat er tot op heden met 90 individuen of organisaties vooroverleg is gevoerd over klachten die mogelijk zullen worden ingediend, waarvan er slechts één betrekking had op duurzaamheid. Alle overige ingediende en nog niet ingediende klachten zijn gericht op het wegnemen van handelsbelemmeringen voor Europese bedrijven. Kan de Minister hierop reflecteren?

Een voorbeeld dat in het rapport wordt genoemd is Egypte, dat een tijdelijke importstop had ingevoerd op keramische tegels. Europese bedrijven hebben naar aanleiding hiervan een melding gemaakt middels het klachtenmechanisme, waardoor de importstop na 3 maanden niet werd verlengd. Wat het rapport hier niet bij vermeld is dat de importstop door de Egyptische autoriteiten werd ingevoerd om de binnenlandse industrie te beschermen tegen de economische gevolgen van het coronavirus. Wat vindt de Minister ervan dat een klachtenmechanisme dat werd opgezet onder het voorwendsel dat het duurzaamheid zou bevorderen, in de praktijk bijna exclusief wordt ingezet om handelsbelemmeringen voor bedrijven weg te nemen? Vindt de Minister het ook tekenend dat uiteraard dit voorbeeld in het rapport gedeeld wordt, zonder daar het hele verhaal bij te vertellen? Deelt de Minister de observatie dat het klachtenmechanisme een tool is voor het Europese bedrijfsleven om de eigen economische belangen te beschermen, ook als dat ten koste gaat van lager-middeninkomenslanden en zelfs ontwikkelingslanden? Is de Minister bereid om tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 11 november te benoemen dat het klachtenmechanisme tot op heden juist ten koste is gegaan van duurzame ontwikkeling van landen buiten de EU en op geen enkele manier duurzaamheid heeft bevorderd?

Wat zijn volgens de Minister de belangrijkste prioriteiten voor Nederland uit het jaarverslag over de uitvoering en handhaving van EU-handelsverdragen, zo vragen de leden van de Volt-fractie.

Wat is de evaluatie van de Minister met betrekking tot het Acces to Markets online platform en het Single Entry Point voor klachten over handelsbarrières? Heeft de Europese Commissie gehoor gegeven aan de zorgen van Nederland, aangeleverd op 24 juni, zijnde pre-notificatie support, een voorbeeld-klacht en informatie over de opvolging van de klacht, alsook het vergroten van de transparantie van de afhandeling van TSD-klachten? Heeft de Minister zicht op de duur van het afhandelen van klachten?

Wat zijn volgens de Minister de resultaten van een betere implementatie en handhaving van EU-handelsakkoorden met betrekking tot het waarborgen van de strategische autonomie van de EU? Kan de Minister een indicatie geven van de geopolitieke consequenties van betere handhaving?

Verwacht de Minister dat de Raad de toegenomen handelsbarrières ten gevolge van de coronapandemie zal bespreken? Kan de Minister een indicatie geven van het krachtenveld in de Raad met betrekking tot de toegenomen handelsbarrières? Wat is de Nederlandse inzet met betrekking hierop?

Wat is de evaluatie van de Minister met betrekking tot het Multi-Party interim- Arrangement? Verwacht de Minister vooruitgang met betrekking tot het AB?

Herziening van bepalingen over handel en duurzame ontwikkeling in handelsakkoorden

De leden van de D66-fractie zijn zeer benieuwd naar de inbreng van het kabinet over de naleving en monitoring van bestaande duurzaamheidsafspraken en de mogelijkheden voor versterken van handhaving in toekomstige handelsakkoorden. Het is positief dat het kabinet dit proactief op zal brengen in de Raad, maar de leden van de D66-fractie vragen zich wel af welke concrete voorstellen Nederland hier zal doen. De leden vragen het kabinet om in dit schriftelijke overleg al een gedetailleerdere uitleg te geven over de kabinetsinbreng.

Te lezen valt dat Nederland zal inbrengen dat in toekomstige handelsakkoorden de relatie tot duurzaamheidsafspraken veel beter moeten worden gewaarborgd, zo constateren de leden van de SP-fractie. Doelt de Minister hiermee op de tekortkomingen op dit gebied die onder andere te vinden zijn in de handelsakkoorden TTIP, CETA en Mercosur? Wat bedoelt de Minister met toekomstige handelsakkoorden? Vallen Mercosur en CETA hier bijvoorbeeld ook onder?

In de geannoteerde agenda stelt de Minister dat Nederland aandacht zal vragen voor de door Commissie opgestarte herziening van de duurzaamheidsafspraken in EU handelsakkoorden, zo constateren de leden van de Volt-fractie. Wat betekent dit concreet?

Acht de Minister bestaande duurzaamheidsafspraken voldoende? Zal de Minister aandacht besteden aan specifieke duurzaamheidsafspraken, zo ja welke? Brengt de Nederlandse inzet prioritering aan in duurzaamheidsafspraken? Zo ja, kan de Minister een overzicht geven van deze prioritering?

De Minister stelt dat «de prikkels voor effectieve naleving van duurzaamheidsafspraken versterkt moet worden. Wat verstaat de Minister onder effectieve handhaving? Over welke prikkels spreekt de Minister?

Zal de Minister de kabinetsinbreng voordat deze gedeeld wordt met Commissie en Raad eind november ook met de Kamer delen? Zo ja, wanneer zal de Minister deze delen? Waarom zal Nederland aandacht vragen voor de herziening als de Nederlandse inzet nog niet duidelijk is? Kan de Minister een overzicht geven van het krachtenveld in de Raad met betrekking tot de herziening?

Wat is het oordeel van de Minister over het feit dat er geen conclusies zijn aangenomen over de richting van het Europese handelsbeleid tijdens de laatste Europese Raad?

Wat zijn de verwachtingen van de Minister ten aanzien van de herziening van duurzaamheidsafspraken in EU-handelsakkoorden, en wat is het tijdspad hiervoor?

Lopende onderhandelingen handelsakkoorden

De leden van de VVD-fractie hechten aan een actieve handelsagenda van de Europese Unie. Zij vragen de Minister dan ook te pleiten voor Europese inspanningen om het handelsakkoord met Nieuw-Zeeland zo spoedig mogelijk af te ronden, zoals ook Nieuw-Zeeland wil. Daarnaast hebben zij nog een vraag over de modernisering van het associatieakkoord met Chili. Kan de Minister toelichten wat de openstaande punten en meningsverschillen zijn als het gaat om toegang tot ruwe materialen? Is hij het met de leden van de VVD eens dat samenwerking bij de toegang tot grondstoffen voor Europa ook nuttig kan zijn om de afhankelijkheid van China te verminderen en de eigen open strategische autonomie te bevorderen? Is hij bereid dit ook bij de aanstaande raadsvergadering onder de aandacht te brengen?

Tot slot hebben de leden van de D66-fractie nog enkele vragen over de lopende handelsakkoorden. Verwacht de Minister dat de handelsakkoorden met Nieuw-Zeeland en Chili voor het einde van 2021 afgerond zullen zijn? Zo nee, waarom niet en wanneer dan wel? Wordt in deze handelsakkoorden ook een duurzaamheidsclausule opgenomen? Zullen de nieuwe handelsakkoorden, zoals het er nu uit ziet, als EU-only aangemerkt worden, of zullen zij nog voor ratificatie naar de lidstaten gaan?

Voorts hebben de leden van de Partij voor de Dieren-fractie een aantal vragen en opmerkingen over lopende EU-onderhandelingen over handelsakkoorden, specifiek die met Nieuw-Zeeland en Chili. De leden merken op dat het onbegrijpelijk is dat ondanks de grote kritiek op de huidige vrijhandelsverdragen, de Europese Commissie voortdurend onderhandelingen voert over nieuwe verdragen. Uit de geannoteerde agenda blijkt dat de onderhandelingen over een EU-Nieuw-Zeeland handelsakkoord zich in een vergevorderd stadium bevinden en wellicht binnen twee maanden al tot een conclusie zullen komen. Op welke momenten zijn de lidstaten geïnformeerd over de voortgang van deze onderhandelingen? Hebben zij hierover inbreng kunnen leveren en zo ja, wanneer was dit? Welk standpunt heeft Nederland tot nu toe ingenomen in de Raad? Voorts vragen de leden of de Minister bekend is met de grote zorgen die bij Britse boeren bestaan over het vergelijkbare vrijhandelsverdrag dat Nieuw-Zeeland onlangs met het Verenigd Koninkrijk heeft gesloten. Deze zorgen gaan voornamelijk over het feit dat Nieuw-Zeelandse boeren in grote mate produceren voor de exportmarkt en het verdrag dus de deuren openzet voor aanzienlijke extra hoeveelheden geïmporteerd voedsel – al dan niet geproduceerd onder lagere standaarden. Hetzelfde hangt nu de Europese boeren boven het hoofd met het EU-Nieuw-Zeeland handelsverdrag. Is de Minister het met deze leden eens dat het niet eerlijk is om Nederlandse boeren, die al geconfronteerd worden met de gevolgen van onder andere CETA, nu ook op te zadelen met concurrentie vanuit Nieuw-Zeeland? Wat vindt de Minister ervan dat we een verdrag sluiten met het verst weg gelegen land bezien vanuit Nederland, terwijl het kabinet de visie voor kringlooplandbouw van de Minister van LNV heeft omarmd? Als het verst weg gelegen land ter wereld binnen de kringloop valt, wat valt er volgens de Minister dan eigenlijk nog buiten?

Tevens hebben de leden vernomen dat de EU momenteel lobbyt voor het opnemen van investeringsbescherming in het associatieverdrag met Chili. Welke bezwaren bestaan hiertegen vanuit Chili? Is de Minister het met deze leden eens dat het opnemen van investeringsbescherming op z’n zachtst gezegd onverstandig is, aangezien de Nederlandse staat al twee miljardenclaims aan zijn broek heeft hangen? Is de Minister bereid zich hier tegen uit te spreken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Handel?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie willen tevens wijzen op het niet-transparante karakter van de onderhandelingen over handelsverdragen. Vaak komt de Kamer er pas erg laat achter dat de onderhandelingen al in een vergevorderd stadium zitten, zoals nu het geval is met Nieuw-Zeeland. Alleen over het feit dat er onderhandelingen lopen met een bepaald land of handelsblok wordt gecommuniceerd, maar doordat deze onderhandelingen vaak vele jaren in beslag nemen is het niet duidelijk hoe en wanneer de Kamer de onderhandelingen kan beïnvloeden. Kan de Minister aangeven over welke verdragen er nu concreet intensief wordt onderhandeld? Welke verdragen staan op de planning van de Commissie voor 2022, welke onderhandelingen worden mogelijk volgend jaar afgerond en over welke verdragen wordt Nederland binnenkort verwacht mee te praten?

Appreciatie Raadspositie Internationaal Aanbestedingsinstrument

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat afronding en implementatie van het Internationaal Aanbestedingsinstrument (IPI) in zicht komt, en kunnen zich vinden in de bereikte resultaten die administratieve lasten moeten verminderen en de effectiviteit moeten verhogen. Kan de Minister aangeven wat nu het verwachte tijdpad is voor implementatie van het instrument?

Fiche: Herziening Verordening Stelsel van Algemene Preferenties

De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van terugkeersamenwerking rond migratie als voorwaarde in het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS), zoals voorgesteld door de Europese Commissie. Zij zijn dan ook verheugd dat het kabinet deze plannen in algemene zin steunt, maar hebben wel enkele vragen bij de kanttekeningen die het kabinet plaatst. De Minister geeft aan dat een mechanisme voor het vaststellen van tekortkomingen ontbreekt, en suggereert de oprichting van een onafhankelijk monitoringslichaam. Maar is het niet zo dat de Commissie wel op meer beleidsterreinen tekortkomingen en naleving monitort, zoals bij handelsverdragen, het beoogde Internationaal Aanbestedingsinstrument, het toetredingsproces van EU-lidstaten, of meer in algemeen bij de naleving van het acquis? Waarom zou de Commissie dan niet in staat zijn de naleving van het nieuwe criterium voor het APS te controleren?

Overig

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister de voortgang van de implementatie van CETA door Nederland te schetsen. Waar bevinden we ons en hoe lang gaat dat nog duren? Deze leden vragen de Minister zich in te zetten om hier vaart achter te zetten. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tevens wanneer de eerste voortgangsrapportage voorzien is waarin de gevolgen van CETA in zowel Nederland als Canada in kaart worden gebracht en worden geëvalueerd.

De Minister heeft meermaals de afgelopen tijd binnen de Europese Unie aangegeven dat er pas een reactie komt op het Mercosur akkoord als alle stukken op tafel liggen, zo constateren de leden van de SP-fractie. Heeft de Minister daarnaast ook aangegeven dat er een wens ligt bij de Tweede Kamer conform de motie Ouwehand (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1517) waarin in duidelijke taal wordt uitgesproken dat de Tweede Kamer tegen het Mercosur akkoord is? Wanneer komt de Minister met een update richting de Tweede Kamer over het CETA akkoord?

De Minister geeft aan dat Nederland al via relevante werkgroepen en expertgroepen in Brussel input geeft op de «Evaluatie van het handelsdeel van het Associatieakkoord tussen de EU en Centraal Amerika», zo constateren de leden van de Volt-fractie. Via welke werk- en expertgroepen geeft Nederland input? Kan de Minister een indicatie geven van de Nederlandse inzet in deze groepen? Kan de Minister een indicatie geven van het krachtenveld in de Raad met betrekking tot dit onderwerp?

II. Antwoord / Reactie van de Minister

III. Volledige agenda

Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Handel van 11 november 2021. 2021Z18986 – Brief regering d.d. 29-10-2021, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Th.J.A.M. de Bruijn

Verslag Raad Buitenlandse Zaken Handel van 20 mei 2021. 21501-02-2393 – Brief regering d.d. 16-06-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Afschrift brief van de kabinetsinbreng aan de Europese Commissie ten behoeve van het klachtenmechanisme voor duurzaamheidsbepalingen in handelsakkoorden. 21501-02-2394 – Brief regering d.d. 25-06-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Appreciatie Raadspositie Internationaal Aanbestedingsinstrument. 22112–3179 – Brief regering d.d. 06-07-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

Fiche: Herziening Verordening Stelsel van Algemene Preferenties.2021Z19028 – Brief regering d.d. 29-10-2021, Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen


  1. https://www.politico.eu/article/eu-fishing-rules-subsidies-overfishing-wto-deal/↩︎

  2. https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0308597X20309283↩︎