[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brief van een aspirant-student over vrijstellingen aanvragen voor aankomende studenten

Brief regering

Nummer: 2021D41529, datum: 2021-11-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D41529).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z19326:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D41529 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2021

Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap te reageren op de brief van een aspirant-student1 over vrijstellingen aanvragen voor aankomende studenten.

De brief van de aspirant-student gaat over het verkrijgen van een vrijstelling voor een vak dat onderdeel vormt van een toekomstige opleiding. De aspirant-student geeft aan dat de wetgeving omtrent vrijstellingen ontoereikend is en daarom dient te worden aangepast. Ik deel de opvatting van de aspirant-student niet. De huidige wetgeving biedt immers ook aspirant-studenten de mogelijkheid om vrijstellingen aan te vragen. Ik zet in deze brief de procedure omtrent het aanvragen van vrijstellingen uiteen.

Vrijstellingen zijn bedoeld voor degenen die reeds in het bezit zijn van een hogeronderwijsdiploma of degenen die van een examencommissie in het hoger onderwijs een verklaring hebben dat ze bepaalde vakken, examens of tentamens met een voldoende hebben afgerond. In artikel 7.13, tweede lid, onderdeel r, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), staat dat in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) moet zijn opgenomen op welke gronden een examencommissie een vrijstelling kan verlenen. Daarbij dient te worden uitgegaan van de OER die op het moment van het ingediende verzoek voor een vrijstelling geldt.

Indien een (aspirant-)student het niet eens is met een beslissing van een orgaan van een instelling, zoals de examencommissie, dan kan in bezwaar of beroep worden gegaan bij de instelling2 en daarna bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO)3. Dat kan als ingeschreven student, maar ook als aspirant-student.

Tot slot merk ik in algemene zin op dat mensen met vragen over wet- en regelgeving zich altijd kunnen wenden tot het loket burgervragen4.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven


  1. Om privacyredenen is de naam van de persoon niet vermeld↩︎

  2. Artikel 7.59a, WHW↩︎

  3. Beroep bij het CBHO is alleen mogelijk indien het een bekostigde instelling betreft.↩︎

  4. Voor vragen aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: burgervragen@minocw.nl↩︎