Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat een asielgezin uit het AZC Heerlen mag worden gezet voor het weigeren van een te kleine sociale huurwoning
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D41551, datum: 2021-11-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (ah-tk-20212022-681).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2021Z16005:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: D.A.N. Koerhuis, Tweede Kamerlid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
681
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat een asielgezin uit het AZC Heerlen mag worden gezet voor het weigeren van een te kleine sociale huurwoning (ingezonden 21Ā september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 3Ā november 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht Ā«Asielgezin weigert te kleine sociale huurwoning met vier slaapkamers, mag uit AZC Heerlen worden gezetĀ»?1
Antwoord 1
Ja, dat bericht is mij bekend. Ik heb hier tevens een andere set Kamervragen van de leden Kops, Markuszower en Wilders (PVV) over beantwoord (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021ā2022, nr.Ā 494).
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Uit cijfers van het COA blijkt dat in veruit de meeste gevallen waarin een statushouder(sgezin) een woning in eerste instantie weigert, zij deze alsnog accepteert wanneer de gevolgen van de weigering duidelijk worden. Ook in dit specifieke geval lijkt de weigering op een misverstand te berusten, zo blijkt uit het krantenartikel waar u zelf in vraag 8 naar verwijst.
Vraag 3
Welk signaal vindt u dat dit statushoudersgezin geeft aan al die Nederlandse gezinnen die ook graag voorrang hadden gekregen voor een grote sociale huurwoning?
Antwoord 3
Wat mij betreft gaat het er om hoe door het COA en gemeenten met deze situaties wordt omgegaan. Gemeenten en het COA zijn zich bewust van de grote schaarste aan (sociale) huurwoningen in Nederland; mede daardoor hebben statushouders slechts zeer beperkt de mogelijkheid om een toegewezen woning te mogen afslaan om te wachten op een nieuw aanbod. Een onterechte weigering kan leiden tot ontzegging van de opvang bij het COA en uiteindelijk tot ontruiming. Een uitgebreidere toelichting op de woningweigeringprocedure van het COA vindt u terug in mijn antwoorden op de vragen van de leden Kops, Markuszower en Wilders.
Vraag 4 en 5
Hoe vaak komt het voor dat statushouders een sociale huurwoning weigeren? Wilt u een overzicht per regio per jaar en per gezinssamenstelling geven?
Wat zijn de redenen dat statushouders een sociale huurwoning weigeren? Wilt u een overzicht per regio en per gezinssamenstelling geven?
Antwoord 4 en 5
Vanaf juli 2013 (start clientĆØle systeem bij COA) zijn 1.696 woningweigeringsprocedures gestart bij het COA. Dat zijn er gemiddeld 200 per jaar. Tussen 2016 en 2020 zijn gemiddeld ca. 23.000 vergunninghouders per jaar gehuisvest. Van het totale aantal woningweigeringen zijn er 98 terecht en 1.598 onterecht bevonden. Van de onterecht bevonden woningweigeringen heeft ruim 90% de woning alsnog geaccepteerd, dan wel zijn de statushouders zelf vertrokken, of stonden de statushouders administratief ingeschreven, waardoor geen ontruimingsprocedure gestart hoefde worden. Voor 137 onterechte woningweigeringen is een ontruimingsprocedure opgestart (zie antwoord 6 voor de woningweigeringsprocedure). De kleine groep terecht bevonden woningweigeraars is begeleid naar een nieuwe woning.
Van de 137 gestarte procedures hebben 121 woningweigeringen alsnog tot aanvaarding van het woningaanbod geleid, dan wel zijn de vergunninghouders voor uitspraak van de rechtbank zelf uit de locatie vertrokken.
In 11 zaken is vervolgens een ontruimingstitel verkregen.
In 5 zaken is de ontruimingstitel door de rechtbank geweigerd.
De reden van de weigering wordt niet geregistreerd. Het gaat doorgaans om:
Woning te klein, onderhoud van de woning niet goed, huur te hoog, gedeelde woning (voor alleenstaanden);
Te ver van voorzieningen (school, universiteit, winkels, openbaar vervoer)
Medisch: hoogtevrees, niet kunnen traplopen, te ver van arts/ziekenhuis.
Persoonlijke woonwensen: te ver van familie, sociaal netwerk, kerk. Willen scheiden en niet bij partner willen wonen.
Werk gevonden en te ver van werk bemiddeld.
Het is niet mogelijk om bovenstaande cijfers op te splitsen naar gezinssamenstelling en regio, dit wordt niet bijgehouden.
Vraag 6
Welke rol speelt Vluchtelingenwerk in het begeleiden van statushouders naar woningen en in het geval dat statushouders een sociale huurwoning weigeren?
Antwoord 6
VluchtelingenWerk kan op verzoek van een gemeente een rol spelen in de begeleiding van statushouders naar een (sociale) huurwoning. Op locaties van het COA kan VluchtelingenWerk een vergunninghouder begeleiden naar huisvesting in een gemeente. De rol van VluchtelingenWerk verschilt per gemeente. Een aantal gemeenten maakt gebruik van VluchtelingenWerk bij huisvesting en inburgering van vergunninghouders in de gemeente door mee te gaan naar de woning en te helpen bij invullen van de benodigde formulieren. Er zijn ook gemeenten die daar geen gebruik van maken. Vanuit de rijksoverheid wordt VluchtelingenWerk hier niet voor ingezet.
Vraag 7
Welke overheidssubsidies ontvangt Vluchtelingenwerk voor het begeleiden van statushouders naar woningen?
Antwoord 7
VluchtelingenWerk Nederland heeft een structurele subsidierelatie met de Ministeries van Justitie en Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Jaarlijks wordt op aanvraag van VluchtelingenWerk een subsidiebeschikking afgegeven op basis van het werkplan en de begroting. Met de Raad voor Rechtsbijstand wordt eveneens een structurele subsidierelatie onderhouden.
Om de activiteiten van VluchtelingenWerk in de centrale opvanglocaties, gericht op voorlichting en begeleiding gedurende de asielprocedure, te kunnen financieren kent het Ministerie van J&V meerdere subsidies toe:
gericht op het opleiden, trainen en verstrekken van advies ter ondersteuning aan de begeleiding van asielzoekers. Voor deze steunfunctie is een subsidie toegekend van ā¬Ā 1.655.000;
voor de begeleiding van asielzoekers in de eerste fase van de asielprocedure, de tijdelijke noodvoorzieningen en de vrijheidsbeperkende locaties is ā¬Ā 6.819.000 toegekend;
voor de tolkendiensten werd ā¬Ā 1.410.000 gesubsidieerd door DRV. In totaal dus ā¬Ā 9.884.000 vanuit het Ministerie van J&V.
De subsidie van het Ministerie van SZW is gericht op het opleiden, trainen en verstrekken van advies aan vrijwilligers en betaalde medewerkers, die toegelaten vluchtelingen begeleiden bij hun integratie in de Nederlandse samenleving. Voor de Steunfunctie is in 2020 een subsidie toegekend van ā¬Ā 1.070.000.
Met de Raad voor Rechtsbijstand is een overeenkomst gesloten voor het verlenen van rechtsbijstand aan vluchtelingen in de eerste fase van de asielprocedure. De bijdrage van de Raad is in 2020 ā¬Ā 1.068.000 geweest.
Bron: Jaarrapport 2020 Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland
Vraag 8
Bent u bekend met het bericht Ā«Statushouders die huis weigerden: Ā«Snap dat ik een grote fout heb gemaakt, we hadden blij moeten zijnĀ»Ā»?2
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 9
Ik ben niet in de positie om een oordeel te vellen over persoonlijke gevallen. Als deze twee statushoudersgezinnen door een misverstand en problemen met de vertaling van Nederlandstalige brieven in deze situatie terecht zijn gekomen dan betreur ik dat.
Vraag 10
Wat zijn de gevolgen van de uitspraak van de rechter voor dit statushoudersgezin?
Vraag 11
Deelt u de mening dat dit statushoudersgezin niet beloond moet worden voor het weigeren van een sociale huurwoning en alsnog een grotere sociale huurwoning krijgt?
Antwoord 10 en 11
In principe mag een statushouder na het weigeren van een woning en verkrijgen titel uit een AZC gezet worden. Gezien het feit dat de weigering op een misverstand blijkt te berusten verblijft het gezin, op verzoek van de gemeente, nog steeds in de opvang. Het is aan de betreffende gemeente en het COA om dit statushoudersgezin uiteindelijk opnieuw aan een woning te koppelen. De gemeente is op zoek naar een woning.
De Telegraaf, 13Ā september 2021; Asielgezin weigert Ā«te kleine woningĀ» met vier slaapkamers, mag uit azc Heerlen worden gezet | Binnenland | Telegraaf.nl.ā©ļø
De Telegraaf, 18Ā september 2021; Statushouders die huis weigerden: Ā«Snap dat ik een grote fout heb gemaakt, we hadden blij moeten zijnĀ» | Binnenland | Telegraaf.nl.ā©ļø