Herbeoordeling veilige landen van herkomst - Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Mongolië
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D41822, datum: 2021-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-2778).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -2778 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z19499:
- Indiener: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-11-09 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-17 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-11-23 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-01-20 13:00: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-03-09 09:30: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-03-10 15:04: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2778 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2021
In mijn brief van 6 mei 20211 informeerde ik uw Kamer over een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die het noodzakelijk maakte om als veilig aangemerkte landen aan een nieuwe herbeoordeling te onderwerpen. In de genoemde brief ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Georgië, Marokko en Tunesië. Op 11 juni 20212 ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Albanië, Algerije, Montenegro en Noord-Macedonië en op 8 juli 2021 de uitkomst van de herbeoordelingen van Ghana, Oekraïne en Senegal3. In deze brief vindt u de uitkomst van de herbeoordelingen van Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Mongolië. De toelichting per land is opgenomen in de bijlage4. Verder informeer ik u met deze brief over mijn beslissing om de lijst met veilige landen van herkomst in te korten.
Herbeoordelingen Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Mongolië
Bij de verzameling van landeninformatie ten behoeve van de herbeoordeling wordt, zoals in de eerdergenoemde brieven ook werd aangegeven, voor elk land gezocht naar de in de Procedurerichtlijn genoemde bronnen. In de bijlage is voor elk land aangegeven welke bronnen ten behoeve van deze herbeoordeling geraadpleegd zijn. Daarbij is ook vermeld wanneer er geen (actuele) rapportages zijn gevonden die bruikbaar waren voor de herbeoordeling en om welke bronnen het daarbij gaat. De informatie die beschikbaar was betreft relevante informatie van meerdere gezaghebbende (internationale) organisaties. Om die reden ben ik van mening dat deze bronnen de conclusie kunnen dragen.
Uit de herbeoordelingen volgt dat ik de aanwijzing van Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Mongolië als veilig land van herkomst onverkort voortzet. Voor Mongolië geldt daarbij dat de ontwikkelingen op het gebied van toegang tot een onafhankelijke rechterlijke macht en toegang tot rechtsmiddelen aanleiding geven om verhoogde aandacht te hebben voor personen die te maken krijgen met (strafrechtelijke) vervolging en voor LHBTI en mensenrechtenactivisten die problemen hebben ondervonden en daarvoor de bescherming van de autoriteiten moeten inroepen.
Voor de aandachtscategorieën geldt dat de IND in die gevallen extra alert is op de mogelijkheid dat de aanwijzing van een veilig land van herkomst in het individuele geval niet kan worden tegengeworpen. Overigens kan altijd op individuele basis geoordeeld worden dat behandeling in spoor 4 (de algemene asielprocedure) in plaats van in spoor 2 (verkort spoor voor asielzoekers uit veilige landen van herkomst) aangewezen is.
Inkorten lijst veilige landen van herkomst
De herbeoordelingen naar aanleiding van de Afdelingsuitspraak van 7 april 2021 vormden voor mij aanleiding om kritisch naar de gehele Nederlandse lijst van veilige landen van herkomst te kijken. Op deze lijst staan momenteel 32 landen, de EU-lidstaten buiten beschouwing gelaten.
Wanneer de instroom uit landen op de lijst heel laag of afwezig is, is er inhoudelijk geen relevantie voor handhaving op de lijst.
Uit de cijfers van de afgelopen vijf jaar (2017–2021) blijkt dat het merendeel van de asielzoekers uit veilige landen van herkomst waarvan de aanvraag inhoudelijk is behandeld, uit een beperkt aantal landen komt5. Vervolgens is er een categorie landen waarvandaan de instroom van asielzoekers klein is, maar wel zodanig dat de aanwijzing van veilig land van herkomst toegevoegde waarde kan hebben voor het proces. Voor 12 landen op de lijst geldt dat er nauwelijks tot geen asielzoekers vandaan komen. Voor deze landen is er geen inhoudelijk belang of relevantie om ze op de lijst te houden in verhouding tot de inspanningen die moeten worden gepleegd om de landen op de lijst periodiek zorgvuldig te herbeoordelen. Het gaat om de volgende landen: Andorra, Australië, Canada, IJsland, Japan, Liechtenstein, Monaco, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, San Marino, Vaticaanstad en Zwitserland.
Ik heb daarom besloten om deze landen te schrappen van de lijst van veilige landen van herkomst. Recent toegevoegde landen – Armenië en het Verenigd Koninkrijk – zijn buiten beschouwing gelaten, omdat zij te kort op de lijst staan om een goed beeld van de instroom te hebben.
Als er op enig moment ontwikkelingen zijn die aanleiding geven om plaatsing op de lijst te heroverwegen, dan is die mogelijkheid er uiteraard.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol