AOW-leeftijd 2027
Verhoging AOW-leeftijd
Brief regering
Nummer: 2021D42035, datum: 2021-11-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32163-53).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32163 -53 Verhoging AOW-leeftijd.
Onderdeel van zaak 2021Z19635:
- Indiener: A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-11-09 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-16 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-03-31 14:00: Pensioenonderwerpen (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-04-07 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
32 163 Verhoging AOW-leeftijd
Nr. 53 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2021
In de Algemene Ouderdomswet (AOW) is de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd vastgelegd. Vanaf 2026 is de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd automatisch gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Daartoe is in de wet vastgelegd dat een eventuele verdere verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd jaarlijks wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De verhoging op basis van de resterende levensverwachting wordt telkens vijf jaar van te voren aangekondigd. Vorig jaar is de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd 2026 vastgesteld op 67 jaar, respectievelijk 17 jaar.
Mede namens de Staatssecretaris van Financiën deel ik u het volgende mede. Het CBS heeft heden de raming van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor 2027 en 2033 bekend gemaakt. Het CBS gaat in de nieuwe prognoses uit van een gemiddeld resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd van 20,93 in 2027 en van 21,62 in 2033. Op grond van artikel 7a, tweede lid van de Algemene Ouderdomswet en deze prognose voor 2027 wordt de AOW-leeftijd vastgesteld. Dit gebeurt aan de hand van de formule die in dit wetsartikel staat. Deze formule in de wet voorziet in een opwaartse koppeling bij stijging van de resterende levensverwachting. Uit toepassing van de formule volgt dat de AOW-gerechtigde leeftijd en aanvangsleeftijd voor het kalenderjaar 2027 niet worden verhoogd. Deze blijven evenals 2026 vastgesteld op 67 jaar, respectievelijk 17 jaar.
De pensioenrichtleeftijd is op een vergelijkbare wijze gekoppeld aan de levensverwachting. Op grond van artikel 18a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en de prognose van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in 2033 blijft de pensioenrichtleeftijd ook in 2023 68 jaar.
De betreffende mededeling zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A.D. Wiersma