Stand van zaken asfaltcentrales
Gezondheid en milieu
Brief regering
Nummer: 2021D42200, datum: 2021-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-28089-208).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28089 -208 Gezondheid en milieu.
Onderdeel van zaak 2021Z19719:
- Indiener: S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-11-10 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-17 10:15: Procedurevergadering IenW (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-01-26 10:00: Externe veiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-01-27 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 208 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8Ā november 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer over de laatste stand van zaken omtrent de uitstoot van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKās) en benzeen bij asfaltcentrales. Ik hecht eraan dat asfaltcentrales voldoen aan de geldende milieunormen en dat het bevoegd gezag hierop toeziet. Ik vind dat de uitstoot van schadelijke stoffen zo veel mogelijk moet worden voorkomen om onze gezondheid en het milieu te beschermen.
Benzeen onderzoek
Tijdens het Algemeen Overleg Leefomgeving van 11Ā februari jl. (Kamerstuk 25Ā 834, nr.Ā 178) is toegezegd uw Kamer te informeren over de vervolgstappen in de aanpak van de uitstoot van benzeen bij asfaltcentrales. Naar aanleiding van de overschrijdingen van de emissiegrenswaarde voor benzeen is er door asfaltproducenten, verenigd in de Vakgroep Bitumineuze Werken (VBW) van Koninklijke Bouwend Nederland, onderzoek gedaan naar de uitstoot van benzeen door asfaltcentrales en de reductiemogelijkheden ervan. Het eindrapport Ā«VBW Onderzoeksprogramma reductie benzeenemissie bij asfaltproductieĀ» biedt mogelijke oplossingen om de uitstoot te verminderen. Het rapport is eind juni 2021 gepubliceerd en is te raadplegen op de website van Bouwend Nederland1.
Iedere centrale is uniek, wat betreft technische omstandigheden en wat betreft leefomgeving. Per centrale dienen dan ook technische oplossingen op maat te worden gevonden. De bedrijven en het bevoegd gezag zijn daarvoor aan zet.
PAKās
Bij de asfaltcentrale in Nijmegen is een verhoogde emissie van PAKās naar de lucht gemeten. Eind augustus heeft mijn ministerie een brief ontvangen van Kiwa, dat de certificering van asfaltcentrales uitvoert (zie bijlage)2. Kiwa geeft aan dat er sterke twijfels zijn over de zogenaamde Ā«erkende maatregelĀ» die in de Activiteitenregeling milieubeheer is opgenomen. Deze erkende maatregel stelt kwaliteitseisen aan asfalt en asfaltgranulaat dat wordt gebruikt voor de productie van nieuw asfalt. Als het asfalt en asfaltgranulaat aan de kwaliteitseisen volgens de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9320 voldoet, dan zouden de emissies die vrijkomen bij het productieproces ook moeten voldoen aan de emissiegrenswaarde voor PAKās, Het Kiwa heeft sterke twijfels of de erkende maatregel wel het juiste instrument is om ervoor te zorgen dat voldaan wordt aan de emissiegrenswaarden voor PAKās. De twijfels van het Kiwa zijn tweeledig. Ten eerste merkt het Kiwa op dat het BRL 9320 toeziet op het voldoen van asfalt aan het Besluit Bodemkwaliteit bij productie in een asfaltcentrale, in de praktijk gaat het daarbij om het voorkomen van ongewenste uitloging vanuit asfalt naar de bodem. Het beoordelen van zaken die te maken hebben met het voorkomen van luchtverontreiniging zijn niet opgenomen in BRL 9320. Ten tweede vragen zij zich af of de nauwkeurigheid/frequentie van de ingangscontrole geschikt is om de aanwezigheid van PAKās in asfaltgranulaat volledig uit te sluiten. Ook in de berichtgeving over de asfaltcentrale in Nijmegen kwamen twijfels naar voren over de effectiviteit van de erkende maatregel.
Het signaal vanuit Kiwa en de situatie in Nijmegen neem ik zeer serieus. Ik ben hierover met deze partijen en Omgevingsdienst NL in overleg. Deze erkende maatregel is, op basis van luchtmetingen en na overleg met onder meer omgevingsdiensten, in 2006 opgenomen in de Nederlandse emissierichtlijn lucht en vanaf 2016 in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Ik onderzoek momenteel in hoeverre de erkende maatregel, die kwaliteitseisen stelt aan asfalt en asfaltgranulaat en ervoor zou moeten zorgen dat wordt voldaan aan de emissiegrenswaarde voor PAKās, werkt en of het adequaat is deze erkende maatregel (in de huidige vorm) in stand te houden. Als daaruit volgt dat de maatregel niet voldoet, pas ik de regelgeving aan. Ik betrek daarbij ook de uitkomst van de metingen bij de asfaltcentrale in Nijmegen om te bezien of de uitstoot in de praktijk afwijkt. Ik verwacht eind van het jaar een besluit te kunnen nemen.
Toezegging kamer
Zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat Leefomgeving op 9Ā september jl. (Kamerstuk 32Ā 861, nr.Ā 69), zal ik uw Kamer eind 2021 een overzicht sturen met daarin de stand van zaken van de acties die de betreffende bevoegde gezagen hebben genomen naar aanleiding van de uitstoot bij de asfaltcentrales. Met deze brief zal ik uw Kamer ook informeren over de voortgang omtrent de erkende maatregel voor PAKās bij asfaltcentrales.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg