[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Maatoug c.s. over het opnemen van een antimisbruikbepaling

Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van enkele mismatches die ontstaan bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in de vennootschapsbelasting (Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel)

Amendement

Nummer: 2021D42565, datum: 2021-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35933-10).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35933 -10 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van enkele mismatches die ontstaan bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in de vennootschapsbelasting (Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel) .

Onderdeel van zaak 2021Z19875:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 933 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van enkele mismatches die ontstaan bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in de vennootschapsbelasting (Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID MAATOUG

Ontvangen 9 november 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het voorgestelde artikel 8bb worden twee leden toegevoegd, luidende:

5. Indien de belastingplichtige een onderlinge rechtsverhouding is aangegaan met een aan hem gelieerd lichaam met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de toepassing van het eerste lid te ontgaan in geval hij de onderlinge rechtsverhouding rechtstreeks zou zijn aangaan met een ander gelieerd lichaam en er sprake is van een kunstmatige constructie of transactie of reeks van constructies of samenstel van transacties waarbij:

a. een constructie of transactie uit verscheidene stappen of onderdelen kan bestaan;

b. een constructie of transactie of reeks van constructies of samenstel van transacties als kunstmatig wordt beschouwd voor zover zij, onderscheidenlijk het, niet is opgezet op grond van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen,

vindt het eerste lid toepassing alsof de belastingplichtige de onderlinge rechtsverhouding is aangegaan met dat andere gelieerde lichaam.

6. Indien aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden wordt voldaan, wordt voor de toepassing van het vijfde lid, tenzij de inspecteur het tegendeel aannemelijk maakt, de belastingplichtige geacht de onderlinge rechtsverhouding niet met het gelieerde lichaam te zijn aangegaan met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de toepassing van het eerste lid te ontgaan en wordt geacht sprake te zijn van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen. Indien niet aan de voorwaarden, bedoeld in de eerste zin, wordt voldaan, dient de belastingplichtige aannemelijk te maken dat:

a. de belastingplichtige de onderlinge rechtsverhouding met het gelieerde lichaam niet is aangegaan met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de toepassing van het eerste lid te ontgaan; of

b. sprake is van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen.

2. Aan het voorgestelde artikel 8bc worden twee leden toegevoegd, luidende:

5. Indien de belastingplichtige een vermogensbestanddeel verkrijgt van een aan hem gelieerd lichaam met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om een lagere of hogere teboekstelling van dat vermogensbestanddeel op grond van het eerste, onderscheidenlijk tweede, lid te ontgaan in geval hij dat vermogensbestanddeel rechtstreeks zou hebben verkregen van een ander gelieerd lichaam en er sprake is van een kunstmatige constructie of transactie of reeks van constructies of samenstel van transacties waarbij:

a. een constructie of transactie uit verscheidene stappen of onderdelen kan bestaan;

b. een constructie of transactie of reeks van constructies of samenstel van transacties als kunstmatig wordt beschouwd voor zover zij, onderscheidenlijk het, niet is opgezet op grond van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen,

vinden het eerste en tweede lid toepassing alsof de belastingplichtige het vermogensbestanddeel heeft verkregen van dat andere gelieerde lichaam.

6. Indien aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden wordt voldaan, wordt voor de toepassing van het vijfde lid, tenzij de inspecteur het tegendeel aannemelijk maakt, de belastingplichtige geacht het vermogensbestanddeel niet van het gelieerde lichaam te hebben verkregen met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om een lagere of hogere teboekstelling op grond van het eerste, onderscheidenlijk tweede, lid te ontgaan en wordt geacht sprake te zijn van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen. Indien niet aan de voorwaarden, bedoeld in de eerste zin, wordt voldaan, dient de belastingplichtige aannemelijk te maken dat:

a. het vermogensbestanddeel niet is verkregen van het gelieerde lichaam met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om een lagere of hogere teboekstelling op grond van het eerste, onderscheidenlijk tweede, lid te ontgaan; of

b. sprake is van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen.

3. Aan het voorgestelde artikel 8bd wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Voor de toepassing van dit artikel is artikel 8bc, vijfde en zesde lid, van overeenkomstige toepassing op de verkrijging van een vermogensbestanddeel, waaronder een schuld, door middel van een kapitaalstorting, winstuitdeling, teruggaaf van gestort kapitaal, liquidatie-uitkering of een daarmee vergelijkbare rechtshandeling.

Toelichting

In het wetsvoorstel ontbreekt een bepaling die voorkomt dat de voorgestelde maatregelen worden ontgaan door de onzakelijke transactie aan te gaan met een tussengeschakeld gelieerd lichaam, waarna dit lichaam op haar beurt een zakelijke transactie aangaat met de belastingplichtige. Iets soortgelijks geldt voor de flankerende bepaling die is gericht tegen fiscale waarderingsverschillen.

Het doel van dit amendement is om in het wetsvoorstel een specifieke antimisbruikbepaling op te nemen (een zgn. SAAR, Special Anti Abuse Rule) die ontwijking van de voorgestelde verrekenprijsmismatchbepalingen voorkomt op een wijze die vergelijkbaar is met hoe in de Wet op de dividendbelasting 1965b en in de Wet bronbelasting wordt opgetreden tegen het tussenschakelen van vennootschapen.

Dit amendement beoogt een antimisbruikbepaling in het wetsvoorstel op te nemen die kunstmatige constructies tegengaat die als hoofddoel het ontgaan van de voorgestelde teboekstellingsbepalingen hebben (alsmede de voorgestelde bepaling in de kostensfeer).


Maatoug

Nijboer

Gündoğan

Azarkan