[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda conferentie ministers verantwoordelijk voor EU Cohesiebeleid van 18 november 2021 (Kamerstuk 21501-08-838)

Milieuraad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D42642, datum: 2021-11-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D42642).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z19139:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D42642 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de Geannoteerde agenda conferentie Ministers verantwoordelijk voor EU Cohesiebeleid van 18 november 2021 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 838), Verslag Informele Raad Algemene Zaken (RAZ) voor de Ministers verantwoordelijk voor Cohesiebeleid 18 mei 2021 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 830) en de Evaluatie subsidieregelingen PSR en CETSI (Kamerstuk 27 813, nr. 33).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Belhaj

De adjunct-griffier van de commissie,
De Vrij

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve van de Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid d.d. 18 november 2021. De leden hebben een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken voor de Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken voor de Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken voor de Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor de Raad Algemene Zaken Cohesie voor 18 november. De leden hebben hier nog een aantal vragen over.

Geannoteerde agenda conferentie Ministers verantwoordelijk voor EU Cohesiebeleid van 18 november 2021

Inclusion of the Republic of San Marino to the EU Strategy for the Adriatic-Ionian Region (EUSAIR)

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister voornemens is om het voorstel om de republiek San Marino toe te voegen aan de EU macro-regionale strategie voor de Adriatische-Ionische regio (EUSAIR) te steunen. De leden steunen deze inzet maar vragen de Minister wel om op enkele punten van de vier macro-regionale programma’s nader te reflecteren. Kan de Minister aangeven of hij de initiële inzet van de programma’s (i.e. adresseren van gedeelde, regionale uitdagingen en het bevorderen van socio-economische ontwikkeling en Europese integratie) voldoende terug ziet in de resultaten? Welke onderdelen zijn het meest succesvol en waar is nog winst te behalen? Hoe gaat de Minister zich inzetten dat de uitwerking van de programma’s een structureel karakter krijgen in de betreffende regio’s?

De leden van de PVV-fractie vragen hoeveel belastinggeld er gemoeid is met de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio (EUSAIR) en waar dit aan wordt uitgegeven?

De leden van de CDA-fractie steunen de Minister met het instemmen om San Marino toe te voegen aan de EU-strategie voor de Adriatische-Ionische regio.

The contribution of cohesion policy programmes to recovery, competitive sustainability, green and digital transition, resilience and economic, social and territorial cohesion – challenges and opportunities in the coming years

De leden van de VVD-fractie lezen dat er tijdens de komende Raad Algemene Zaken een algeheel beleidsdebat gevoerd zal worden aangaande de cohesiefondsen, gelet op het feit dat deze fondsen een substantieel deel van begroting van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) beslaan, verwelkomen de leden deze discussie. De leden vragen zich af wat de inzet zal zijn van de Minister bij het voorliggende vraagstuk over hoe EU-instrumenten gecombineerd kunnen worden en wat de Minister als belangrijkste meerwaarde hiervan ziet? Verder hebben de leden zich al vaker uitgesproken voor een financieel degelijke beleidsvoering van de Cohesiefondsen, in de analyse van de vorige periodes EU-Cohesiebeleid bleek dat op belangrijke punten zoals prioritering, aansprakelijkheid, realistische beleidsaannames te weinig aandacht gegeven was. Welke maatregelen zijn er genomen om dit te verbeteren? Kan de Minister de leden van de VVD-fractie verzekeren dat in het EU-Cohesiebeleid 2021–2027, dit voldoende gewaarborgd is?

De leden van de VVD-fractie zijn blij dat conditionaliteit binnen het MFK en in het verlengde de cohesiefondsen duidelijk gewaarborgd is. Kan de Minister aangeven hoe hier invulling aan is gegeven in de uitvoering en daarbij zowel ingaan op de rechtsstatelijke als de macro-economische conditionaliteit? Kan de Minister aangeven welke inspanningen vanuit Nederland zijn verricht om de invulling van de conditionaliteit te bevorderen in EU-verband? Kan de Minister aan de leden schetsen wat het krachtenveld is van het uitbreiden van conditionaliteit? Hierbij denken zij bijvoorbeeld aan het opvangen van migranten.

De leden van de D66-fractie hechten grote waarde aan de correcte uitbesteding van de Europese structuur- en investeringsfondsen. In het kader van fraude met Europees geld hebben deze leden hier een aantal vragen over. Met betrekking tot de situatie in Hongarije, waarbij onder leiding van de Hongaarse Premier Victor Orbán de aanbestedingsregels worden geschonden, zijn deze leden daarom ook zeer kritisch. Naar aanleiding van de aangenomen motie Sjoerdsma over het tegengaan van fraude met EU-fondsen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2312), zijn deze leden daarom benieuwd naar de inspanningen van de Minister. Hoe staat het met de afspraak dat de Europese Commissie met verdere maatregelen tegen deze vormen van fraude zou komen? Zijn deze maatregelen al gecommuniceerd? Zo nee, is de Minister bereid zich actief in te zetten om deze afspraak opnieuw op te brengen bij de aankomende Raad?

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de verdere uitvoering van de aangenomen motie Sjoerdsma over het tegengaan van fraude met EU-fondsen. Hoe staat het met de voorstellen van Nederland om het om het anti fraude-mechanisme te versterken om fraudeurs van EU-gelden in de toekomst uit te sluiten? Hebben er hierbij overleggen met gelijkgestemde landen plaatsgevonden? Zo ja, welke landen? En zo ja, wat waren de uitkomsten en inzichten bij deze gesprekken? Heeft de Minister verder plannen om deze voorstellen in de Raad te presenteren? En zo ja, wat zal de Nederlandse inzet van deze presentatie behelzen? Kan de Minister daarnaast toelichten wat de inspanningen van het kabinet zijn geweest en in de toekomst zullen zijn om andere lidstaten te laten aansluiten bij het Europees Openbaar Ministerie?

De leden van de D66-fractie zijn verder benieuwd naar de invulling van het Nederlandse kabinet wat betreft de aangenomen resolutie van het Europees parlement dat als norm stelt dat twee procent van het Europees herstelfonds naar de cultuursector moet gaan. Op welke manier denkt de Minister invulling te geven aan deze resolutie? Wat zijn de overwegingen achter deze invulling? Om hoeveel geld gaat het precies? Hoe kunnen cultuurinstellingen aanspraak maken op hun twee procent uit het herstelfonds? Moeten zij hiervoor subsidie aanvragen doen? Of zal het kabinet het geld verdelen onder bestaande projecten? De leden van de D66-fractie hechten er waarde aan dat de cultuursector, die zwaar geraakt is door de corona pandemie, alle steun krijgt die er beschikbaar is. De leden van de D66-fractie verzoeken de Minister dan ook om met een concrete invulling te komen van de twee procent die naar cultuur moet gaan.

De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling naar de Nederlandse inzet om het Nederlandse absorptievermogen van de Europese structuur-en investeringsfondsen te verbeteren. Volgens de Europese Rekenkamer blijft er namelijk veel geld op de plank liggen. Hoeveel van het beschikbare geld van al deze fondsen blijft er in het Nederlandse geval op de plank liggen? Kan de Minister een gedetailleerd overzicht geven per Europees subsidiefonds, waar nog Europees geld ligt voor Nederland? Wat is de Nederlandse inzet om het absorptievermogen van Nederland te verbeteren? Hoe kunnen Nederlandse organisaties en instanties aan dit geld komen? Is er in dit proces genoeg kennis op gemeentelijk en regionaal niveau om toegang te krijgen tot deze fondsen? En zo nee, kan de Minister toezeggen om zich actief in te zullen zetten om deze hulp alsnog te realiseren? Wat voor stappen zal de Minister hierbij nemen? Wat is verder de Nederlandse inzet om de bewustwording tot de mogelijke aanwending van Europese structuur-en herstelfondsen in Nederland te bevorderen? Zou het openstellen van de deuren van het ministerie om ideeën vanuit bedrijven, onderwijs, onderzoek en de Kamer te betrekken in het opstellen van de Nederlandse herstelpannen hierbij een goed idee zijn?

De leden van D66-fractie delen verder de mening dat de potentiele mogelijkheden tot multilaterale samenwerking bij de aanwending van deze Europese structuur- en investeringsfondsen groot zijn. Is de Minister het met deze leden eens dat er meer aandacht moet komen naar grotere hervormingsprojecten op Europees gebied, als bijvoorbeeld verduurzamingsprojecten met betrekking tot de transitie naar de nieuwe waterstofeconomie, om het geld van de Europese structuur- en herstelfondsen effectiever te besteden? Wat is verder de Nederlandse inzet om de synergie tussen het cohesiebeleid en de verschillende EU-instrumenten verder te kunnen verbeteren? En wat is de Nederlandse bijdrage om de ontwikkelingsverschillen binnen de EU te verkleinen? Hoe kan het kabinet deze onderwerpen het beste aankaarten bij de aankomende Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid en wat zal de precieze inzet behelzen?

De leden van de CDA-fractie lezen bij het tweede punt op de agenda van deze Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid dat de discussie is over de uitdagingen en kansen van de cohesiebeleidsprogramma’s de komende jaren. De inzet van de Minister voor wat betreft het cohesiebeleid is gericht op innovatie, klimaat, menselijk kapitaal en sociale inclusie. Dit beleid dient ook sterk bij te dragen aan hervormingen en de groene en digitale transitie. De Minister verwelkomt dan ook complementariteit en synergie tussen (de fondsen onder) het cohesiebeleid en overige Europese fondsen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister hoe rechtsstatelijkheid en het waarborgen van Europese waarden hierbij in acht wordt genomen. Deze leden vragen bijvoorbeeld op welke manier lidstaten onthouden of gekort kunnen worden in de uitkering van cohesiegelden wanneer ze in strijd handelen met Europese rechtsstaat of andere waarden.

De leden van de CDA-fractie weten dat Eurocommissaris Ferreira tijdens de vorige Cohesieraad een «do-no-harm»-principe introduceerde, waarbij lidstaten volgens haar altijd moeten bekijken of maatregelen uit de herstelplannen de regionale verschillen in de EU niet vergroten. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of het «do-no-harm»-principe door alle lidstaten toegepast wordt en/of hij aanwijzingen heeft dat regionale verschillen door de ingediende en goedgekeurde herstelplannen (gaan) worden vergroot, en zo ja waar(door)?

De leden van de SP-fractie lezen dat er een beleidsdebat zal plaatsvinden over de cohesie-programma’s de komende jaren. Hierbij is er ook tijdens het debat specifiek aandacht voor het verkleinen van de ontwikkelingsverschillen en het doel om het zo effectief mogelijk bij de mensen te brengen. De leden van de SP-fractie zijn positief over deze insteek omdat het verkleinen van de welvaartsverschillen een van de belangrijkste doelen is onder de cohesiemiddelen. Wat vindt de Minister van deze insteek voor het debat? Wat gaat de inzet van de Minister worden voor dit beleidsdebat, aangezien de agenda nog niet duidelijk was bij de verspreiding van de geannoteerde agenda? Zijn de welvaartsverschillen binnen de Europese Unie de afgelopen tien jaar afgenomen of juist toegenomen? Zegt dit volgens de Minister ook iets over de effectiviteit van de cohesie-uitgaven? Kan de Minister aangeven wat de samenhang is tussen de cohesiegelden en de gelden die worden uitgegeven onder het herstelfonds? Wanneer verwacht de Minister de partnerschapsovereenkomst voor het cohesiebeleid 2021–2027 af te ronden?

De leden van de SP-fractie vragen wat de Minister vindt van het feit dat Polen maar liefst 75 miljard euro ontvangt vanuit de cohesiegelden gezien de recentelijke ontwikkelingen omtrent Polen? Schendt Polen op dit moment dan ook niet de conditionaliteiten omtrent de rechtsstaat?

Overig

De leden van de VVD-fractie bedanken de Minister en in het bijzonder de betreffende ambtenaren voor het verzorgen van een technische briefing die erg nuttig was. De Europese structuur- en investeringsfondsen hebben een impuls gegeven aan de regionale economie en arbeidsmarkt. Kan de Minister in het verlengde van de technische briefing nader ingaan op welke wijze hij zich inspant om de middelen die voor Nederland beschikbaar zijn ook daadwerkelijk ten gelde te maken en hoe de ondersteuning en betrokkenheid van gemeenten en provincies is vormgegeven in het voortraject? Hoe weegt de Minister de bijdrage van deze fondsen en kan de Minister aangeven welke projecten succesvol zijn gebleken en welke lessen te trekken zijn? Kan de Minister al inzicht geven in de effectiviteit van de fondsen in relatie tot de gestelde doelen als bijdragen aan verduurzaming, herstel en digitalisering? Zijn er regio’s aan te merken als voortrekkers op een bepaald gebied om de effectiviteit van de fondsen te vergroten? Voorts vragen de leden of het feit dat drie Nederlandse provincies de transitiestatus hebben gekregen nog effect heeft gehad en hoe aan deze status nadere invulling is gegeven, zij vragen hierbij ook het ESF+ te betrekken. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister tenslotte of hij inzicht kan geven hoe hij de implementatie van deze vier fondsen combineert met de andere Europese financiële instrumenten, onder andere Next Generation EU, Meerjarig Financiële Kader? Is de Minister verder voornemens om meer projecten op te starten en bijvoorbeeld regio’s verder te ondersteunen bij de energietransitie en te stimuleren dat Nederland koploper wordt in Europa op dit punt?

De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister van Economische Zaken en Klimaat het niet hypocriet vindt dat de Europese Commissie, bij monde van de heer Timmermans, de burger dicteert minder te vliegen maar dat de voorzitter van de Europese Commissie geen moeite heeft met het gebruik van een privéjet voor een vlucht van vijftig kilometer?

De leden van de PVV-fractie vragen hoe vaak er sinds het aantreden van de huidige Europese Commissie gebruik wordt gemaakt van een lijnvlucht dan wel een privévlucht? Wat kost dit?

De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister het te verantwoorden vindt, dat de gewone Nederlander het vliegtuig wordt uitgepest omwille van «klimaat» maar vervolgens de EU-bobo’s zelf privéjets – soms wel meerdere keren per dag – als pendeldienst gebruiken?

De leden van de PVV-fractie vragen of het klopt dat het nieuwe contract van de Europese Commissie ten aanzien van het gebruik van privévliegtuigen 13,5 miljoen euro voor vier jaar bedraagt en het vorige vijf-jaarcontract 10,71 miljoen euro? De leden van de PVV-fractie vragen hoe dit nieuwe contract zich tot de uitspraak van Eurocommissaris Timmermans verhoudt dat je voor reizen tót 800 kilometer best de trein kunt nemen? Waarom meent de Europese Commissie dat dit standpunt voor iedereen geldt behalve voor hen zelf?

De leden van de PVV-fractie vragen hoe vaak heeft de Europese Commissie gebruikgemaakt van de trein ten opzichte van het vliegtuig? En voor welke afstanden was dit? Kan hier een overzicht van verstrekt worden door het kabinet?