Datalek aanvullend onderzoek inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg
Brief regering
Nummer: 2021D42767, datum: 2021-11-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32805-124).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 32805 -124 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg.
Onderdeel van zaak 2021Z20005:
- Indiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-11-16 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-11-16 15:01: Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus (Plenair debat (overig)), TK
- 2021-11-18 11:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-05-12 19:47: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg
Nr. 124 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2021
Op 25 oktober jl.1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van het aanvullend forensisch onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) door Deloitte Forensic & Dispute Services B.V. (hierna: het onderzoeksbureau). Uw Kamer heb ik laten weten uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal van 2022 te berichten over de voortgang van dit onderzoek. Helaas moet ik u hierbij over het volgende informeren.
Het onderzoeksbureau heeft mij geïnformeerd dat op 19 oktober jl. een notitieboek met persoonlijke aantekeningen over het onderzoek van een van de onderzoekers van het onderzoeksbureau vermist is geraakt. Als eigenaar van dit notitieboek is het onderzoeksbureau zelf verantwoordelijk om actie te ondernemen. Op 5 november jl. heeft het onderzoeksbureau mij nadere informatie gegeven. Hieruit kwam naar voren dat een anoniem persoon een schriftelijke melding bij het onderzoeksbureau heeft gedaan waaruit blijkt dat deze persoon het vermiste notitieboek in bezit heeft. Deze persoon heeft het notitieboek niet teruggegeven. Uit de nadere informatie bleek ook dat in het notitieboek persoonsnamen staan.
Op initiatief van mijn ministerie heeft het onderzoeksbureau mij – na intensief overleg – op 9 november jl. duidelijkheid gegeven over de ernst van dit lek en de volledige omvang en mogelijke gevolgen van deze vermissing. Daarbij heb ik ook vernomen dat het onderzoeksbureau de afweging heeft gemaakt om pas op 7 november jl. een melding van dit datalek te doen bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Deze gang van zaken betreur ik ten zeerste. Ik bekijk welke gevolgen dit datalek heeft voor het vervolg van het onderzoek.
Op 10 november jl. heb ik een brief van het onderzoeksbureau over de genoemde situatie ontvangen. Deze brief zal ik van een reactie voorzien en zodra dit heeft plaatsgevonden zal ik uw Kamer hierover informeren.
Ik ben in overleg met het onderzoeksbureau om te borgen dat alle betrokken belanghebbenden zo snel mogelijk over de ontstane situatie worden geïnformeerd.
Tot slot wil ik benadrukken dat ik mij onverkort blijf inzetten om op zo kort mogelijke termijn de onderste steen boven te krijgen bij het onderzoek naar de inkoop van PBM.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Kamerstuk 32 805, nr. 122↩︎