Amendement van het lid Nijboer over het toevoegen van een wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek over het afschaffen van de termijn voor toetsing van de aanvangshuur
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
Amendement
Nummer: 2021D43475, datum: 2021-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VII-53).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Nijboer, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VII-53 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z20328:
- Indiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
Nr. 53 AMENDEMENT VAN HET LID NIJBOER
Ontvangen 15 november 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan het opschrift wordt toegevoegd «en wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het schrappen van de bezwaartermijn bij te hoge huren».
II
In de beweegredenen wordt na «behoren» ingevoegd «en dat het tevens gewenst is om Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen om de termijn waarbinnen bij de huurcommissie in bezwaar kan worden gegaan tegen een te hoge huur te schrappen»
III
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3a
In artikel 249 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek vervalt «tot uiterlijk zes maanden na het tijdstip waarop een door hem met betrekking tot die woonruimte voor de eerste maal aangegane huurovereenkomst is ingegaan,».
Toelichting
Dit amendement schaft de termijn van zes maanden voor de toetsing van aanvangshuur af. In de huidige situatie is het zo dat wanneer huurders vermoeden dat ze volgens het woningwaarderingsstelsel te veel huur betalen dit kunnen laten toetsen door de huurcommissie. Wanneer de huurder in het gelijk wordt gesteld heeft het recht op teruggaaf van de te veel betaalde huur. Huurders moeten dit nu binnen zes maanden na de start van de huurperiode aanhangig maken bij de huurcommissie om de te veel betaalde huur terug te krijgen. Dit vindt indiener onrechtvaardig. Als een huurder te veel geld betaalt en dit pas na die periode van zes maanden duidelijk wordt, dan moet het ook mogelijk zijn om de te veel betaalde huur terug te krijgen. Verhuurders kunnen nu straffeloos te hoge huren vragen aangezien er geen boete op staat en het loont als de huurder niet op tijd aan de bel trekt. Deze prikkel om te hoge huren te vragen moet uit de huidige wetgeving gehaald worden.
Nijboer