Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest - Derde kwartaal 2021
Problematiek rondom stikstof en PFAS
Brief regering
Nummer: 2021D43604, datum: 2021-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-168).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -168 Problematiek rondom stikstof en PFAS.
Onderdeel van zaak 2021Z20388:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-11-17 15:45: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-02 10:00: Procedurevergadering LNV (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-03-14 12:00: Voorbereiding commissiedebat Mestbeleid (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-09-13 18:00: Mestbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-09-15 13:05: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 168 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2021
Met deze brief wil ik uw Kamer informeren dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op 15 november 2021 de derde kwartaalrapportage 2021 over de fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest gepubliceerd heeft. Op mijn verzoek stelt het CBS aan het einde van ieder kwartaal deze rapportage op om zo zicht te houden op de ontwikkeling van de fosfaat- en stikstofexcretie door de Nederlandse veestapel.
In de kwartaalrapportage maakt het CBS steeds gebruik van de meest recente gegevens over de omvang van de veestapel, de melkproductie per koe en over de beschikbaarheid en samenstelling van ruwvoer en krachtvoer. De nu gepubliceerde kwartaalrapportage betreft een momentopname op basis van de situatie op 1 oktober 2021. De fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel is weergegeven in respectievelijk tabel 1 en tabel 2.
Melkvee | 84,9 | 75,8 | 73,6 | 73,8 |
Varkens | 39,7 | 35,7 | 35,3 | 35,0 |
Pluimvee | 27,4 | 24,4 | 23,6 | 23,7 |
Overig | 20,9 | 17,0 | 16,7 | 17,0 |
Totaal | 172,9 | 153,0 | 149,2 | 149,5 |
Melkvee | 281,8 | 287,1 | 283,7 | 284,5 |
Varkens | 99,1 | 90,5 | 88,6 | 87,7 |
Pluimvee | 60,3 | 55,7 | 52,6 | 52,8 |
Overig | 63,2 | 56,9 | 56,6 | 57,6 |
Totaal | 504,4 | 490,2 | 481,5 | 482,5 |
N.B. Door afrondingen kan de som van de afgeronde cijfers afwijken van het totaal. |
Uit beide tabellen blijkt dat de fosfaatexcretie en de stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel in het derde kwartaal licht gestegen is ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Maar beide excreties liggen nog steeds (ruim) onder het nationale fosfaat- en stikstofplafond.
Op sectorniveau bezien is in het afgelopen kwartaal – ten opzichte van het voorgaande kwartaal – alleen de fosfaat- en stikstofexcretie door varkens verder afgenomen. Voor de categorieën melkvee, pluimvee en overig is er juist sprake van een lichte stijging. Overigens zonder dat dit resulteert in een overschrijding van de sectorale fosfaat- en stikstofplafonds, met uitzondering van het stikstofplafond voor melkvee. Hiermee is dit al het derde kwartaal in 2021 op een rij dat de stikstofexcretie van de Nederlandse melkveestapel boven het sectorale stikstofplafond ligt. Ik roep de melkveesector dan ook op om serieus werk te maken van het terugdringen van de excretie van stikstof door het ruw eiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen te verlagen, conform de afspraken die ik hierover met de sector gemaakt heb (zie Kamerstuk 35 334, nr. 159).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten