Antwoord op vragen van het lid Beckerman over vervuild slib in de Kaliwaal
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D43680, datum: 2021-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-689).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z17143:
- Gericht aan: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
689
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over vervuild slib in de Kaliwaal (ingezonden 5 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 15 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 450.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht over het storten van vuiler slib in de Kaliwaal door K3-Delta, waar meer giftig PFAS in zit? Wat is daarop uw reactie?1
Antwoord 1
Ja. De Kaliwaal is een (particulier) baggerdepot (stortplaats) waarin baggerspecie die niet meer nuttig kan worden toegepast, onder voorwaarden kan worden gestort. Dit depot moet beschikken over een vergunning van de provincie op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en een vergunning van Rijkswaterstaat namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat op grond van de Waterwet. De bevoegde gezagen zullen beoordelen of het storten van baggerspecie verontreinigd met PFAS milieuhygiënisch verantwoord is. De vergunningen hiervoor zijn nu nog in behandeling.
Vraag 2
Ligt de hoeveelheid PFAS in het slib, waarvoor deze vergunning wordt afgegeven, onder de normen die in het tijdelijke handelingskader PFAS zijn opgenomen? Wanneer komt het definitieve handelingskader PFAS? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
De baggerdepots zijn bedoeld voor baggerspecie die niet meer nuttig kan worden toegepast. Baggerspecie met PFAS-gehalten onder de toepassingswaarden van het Tijdelijk Handelingskader kan in de regel wel nuttig worden toegepast. Juist voor hogere PFAS-gehalten is er behoefte aan alternatieve oplossingen, waaronder storten. Op grond hiervan komt baggerspecie met PFAS-gehalten boven het herverontreinigingsniveau in de regel voor storten in aanmerking. Uiteraard moet dit ter plaatse milieuhygiënisch verantwoord zijn, wat aan de bevoegde gezagen is om te beoordelen.
Zowel de provincie als Rijkswaterstaat geven aan dat hogere PFAS-gehalten in dit geval inderdaad verantwoord zijn. Daarbij is zorgvuldig gekeken naar de effecten op de oppervlaktewaterkwaliteit, het grondwater en de drinkwaterwinning in dit concrete geval. Voor de beoordeling van de effecten op de oppervlaktewaterkwaliteit en de drinkwaterwinning uit oppervlaktewater, die in de watervergunning aan bod komt, wordt de methodiek gevolgd van het op grond van de wetgeving voorgeschreven Handboek Immissietoets. De beoordeling van de effecten op het grondwater is beoordeeld aan de hand van de Richtlijnen voor baggerspeciestortplaatsen zoals opgenomen in het Beleidsstandpunt verwijdering baggerspecie. Dit is de gangbare benadering die in het verleden ook is toegepast voor de beoordeling van het storten van baggerspecie verontreinigd met andere stoffen in dit en vergelijkbare baggerdepots.
Zoals mijn voorganger uw Kamer in juli jl. heeft laten weten, wordt het Handelingskader na het zomerreces gepubliceerd (30 015, nr. 101). Op dit moment ben ik bezig om de reacties van de stakeholders op het concept-handelingskader van een antwoord te voorzien en waar nodig het handelingskader aan te passen. Wanneer dit gereed is, stuur ik uw Kamer het handelingskader toe.
Vraag 3
Hoe zijn de afgelopen jaren de normen geformuleerd en aangepast? Op basis waarvan worden de normen aangepast?
Antwoord 3
Er zijn geen specifieke wettelijke normen voor de beoordeling van het storten van PFAS-houdend materiaal. Er bestaat alleen een norm voor de aanwezigheid van PFOS in oppervlaktewater. Deze norm is Europeesrechtelijk bepaald en wordt door de bevoegde gezagen betrokken bij vergunningverlening.
Het handelingskader stelt geen normen. Wel zijn hier toepassingswaarden opgenomen ter invulling van de wettelijke zorgplichten voor het toepassen van grond en baggerspecie. De toepassingscategorieën en -waarden zijn sinds de publicatie van het handelingskader in juli 2019 steeds op basis van wetenschappelijk onderzoek aangepast.
Vraag 4
Kan helder worden uiteengezet of de vergunning die de provincie hier heeft verleend, verleend moest worden binnen de bestaande regelgeving? Had de provincie de vergunning kunnen weigeren? Zo ja, op grond waarvan?
Antwoord 4
De provincie kan als bevoegd gezag voor de vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een aanvraag alleen weigeren als deze in strijd is met het beoordelingskader van die wet. De provincie heeft aangegeven dat de betreffende aanvraag daarmee niet in strijd is en er dus geen grond is de vergunning te weigeren.
Vraag 5
Tegen welke landelijke regelgeving loopt het provinciebestuur aan, waardoor de stort niet geweigerd kan worden?2
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Welke risico’s voor het drinkwater dat daar vlakbij wordt opgepompt zijn er te bedenken?
Antwoord 6
Het is aan de initiatiefnemer om risico’s voor de leefomgeving, waaronder een eventuele invloed op de drinkwatervoorziening, bij een voorgenomen activiteit in beeld te brengen, samen met passende beheersmaatregelen. Het is vervolgens aan het bevoegd gezag om daar in het vergunningenproces een oordeel over te vellen. Ten aanzien van de winningslocaties Druten en Kerk Avezaath, ligt de Kaliwaal buiten een grondwaterbeschermingsgebied. Desondanks is getoetst aan de extra strenge eisen voor grondwaterbeschermingsgebieden. Dit om na te gaan of er ook op de lange termijn geen risico’s aanwezig zijn voor de volksgezondheid en milieu. Uit berekeningen blijkt het invloedsgebied voor het grondwater waar in de verre toekomst (pas na honderden generaties) de normen voor drinkwater mogelijk worden overschreden, zeer klein blijft. Daarmee zal er ook geen risico zijn voor mens of milieu via het grondwater.
Zowel de provincie als Rijkswaterstaat komen tot de conclusie dat hogere PFAS-gehalten in dit geval inderdaad verantwoord zijn. Daarbij is zorgvuldig gekeken naar geval specifieke informatie omtrent de effecten op de oppervlaktewaterkwaliteit, de bodem, het grondwater en de drinkwaterwinning
Vraag 7
Hoe vaak en door wie wordt de bron van het drinkwater gemonitord? Wanneer is dat voor het laatst gebeurd?
Antwoord 7
Conform de drinkwaterwet is het drinkwaterbedrijf verplicht om het ongezuiverde grondwater «ruwwater» en het gezuiverde drinkwater te monitoren. Het waterbedrijf Vitens voert dit uit conform deze voorschriften. De meetfrequentie en moment van monitoring is daarbij afhankelijk van meerdere factoren zoals de omvang van de winning, eventuele omgevingsrisico’s en de parameter die gemonitord wordt.
Vraag 8
Zijn er (inter-)nationale voorbeelden bekend waarbij giftige stoffen uit vuil slib toch door de ondoordringbare laag schone klei zijn gedrongen en zo in de bodem terecht zijn gekomen? Zo ja, waar? Wat waren de gevolgen?
Antwoord 8
Er zijn mij geen voorbeelden bekend waarbij dit het geval is.
Vraag 9
Klopt het dat K3-Delta zelf de aard van de lading slib controleert? Zo ja, wie controleert dan K3-Delta?
Antwoord 9
K3-Delta heeft de verplichting om bagger die bij Kaliwaal wordt aangeboden te voorzien van een kwaliteitsverklaring. Daarin staan per stof de gehalten die zich in die bagger bevinden. Het onderliggend onderzoek wordt uitgevoerd door een daartoe erkend laboratorium. Provincie en Rijkswaterstaat zijn als bevoegd gezag verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 10
Waar kunnen omwonenden terecht met hun vragen en zorgen? Wat gaat u doen om te zorgen dat omwonenden actief worden geïnformeerd?
Antwoord 10
Op de ontwerp vergunningen is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing. Onderdeel daarvan is dat omwonenden zienswijzen kunnen indienen. Ook kunnen omwonenden met vragen terecht bij het provincieloket.
Daarnaast heeft de initiatiefnemer een brief gestuurd aan B&W en de gemeenteraadsleden van Druten en West Maas en Waal en bewoners in de directe omgeving van de Kaliwaal. Daarin wordt uitleg gegeven en worden contactgegevens gedeeld als aanvullende informatie gewenst is.