Het strafproces tegen een Nederlander voor zijn hulp aan vluchtelingen op Lesbos
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D43823, datum: 2021-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z20525).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2021Z20525:
- Gericht aan: H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z20525
Vragen van de leden Van der Lee en Kröger (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het strafproces tegen een Nederlander voor zijn hulp aan vluchtelingen op Lesbos (ingezonden 16 november 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht1 dat een 73-jarige Nederlander aanstaande donderdag voor de Griekse strafrechter terecht staat omdat hij vijf jaar geleden mensen heeft gered van de verdrinkingsdood en vanwege zijn humanitaire hulpverlening aan vluchtelingen op Lesbos? Zo ja, wat vindt u van dit bericht en wat vindt u van deze aanklacht? Deelt u de mening dat hier eerder sprake is van lovenswaardige menslievendheid dan van strafbare feiten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 2
Kunt u aangeven of, en zo ja hoe, deze controversiële strafprocedure namens Nederland onder de aandacht van de Griekse autoriteiten is gebracht?
Vraag 3
Kunt u aangeven of, en zo ja hoe, de verdachte consulaire bijstand heeft ontvangen? Wat heeft u bijvoorbeeld ondernomen om in dit geval het recht op een eerlijk strafproces te operationaliseren?
Vraag 4
Klopt het dat wat de verdachte ten laste wordt gelegd naar Europees recht helemaal niet strafbaar mag worden gesteld, aangezien richtlijn 2002/90 alleen de strafbaarstelling regelt van hulp aan mensen zonder verblijfsdocumenten wanneer sprake is van financieel gewin? Klopt het bovendien dat de Europese Commissie in haar richtsnoeren van september 2020 heeft bepaald dat het faciliteren van illegale binnenkomst niet strafbaar mag worden gesteld als er sprake is van internationale verplichtingen of humanitaire hulp? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om de Griekse autoriteiten via Europese kanalen aan te spreken op deze gang van zaken om, voor zover dat mogelijk is, deze strafzaak en in elk geval daadwerkelijke strafoplegging te voorkomen?
Vraag 5
Bent u bereid om deze vragen zo snel mogelijk, liefst vóór aanvang van de bedoelde strafzitting, te beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
«Nederlandse vrijwilliger (73) riskeert lange gevangenisstraf voor hulp aan vluchtelingen op Lesbos», AD 14 november 2021, https://www.ad.nl/buitenland/nederlandse-vrijwilliger-73-riskeert-lange-gevangenisstraf-voor-hulp-aan-vluchtelingen-op-lesbos~a96ae74d/↩︎