[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda Formele Energieraad 2 december 2021

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Brief regering

Nummer: 2021D43872, datum: 2021-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-883).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-883 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.

Onderdeel van zaak 2021Z20567:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 883 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2021

Hierbij stuur ik u de geannoteerde agenda van de formele Energieraad die op 2 december a.s. onder Sloveens voorzitterschap plaatsvindt. Deze zal fysiek in Brussel plaatsvinden.

Op de agenda staan twee beleidsdebatten: over de stijgende energieprijzen en over de herzieningen van de richtlijn hernieuwbare energie (RED) en van de richtlijn energie-efficiëntie (EED).

Het kabinet zal deelnemen aan deze formele Energieraad.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
D. Yeşilgöz-Zegerius

GEANNOTEERDE AGENDA ENERGIERAAD 2 DECEMBER 2021

De formele energieraad van 2 december 2021 zal plaatsvinden in Brussel. Er zullen twee beleidsdebatten plaatsvinden: over de hoge energieprijzen en over de herzieningen van de richtlijn hernieuwbare energie (RED) en van de richtlijn energie-efficiëntie (EED). Tevens staan er een aantal diversenpunten op de agenda. Tijdens de Raad is geen besluitvorming voorzien.

Hoge energieprijzen

De Raad zal van gedachten wisselen over de hoge energieprijzen aan de hand van de inventarisatie van de Commissie over de stand van zaken op gebied van gasleveringszekerheid en de eerste resultaten van onderzoeken naar het functioneren van de elektriciteitsmarkt en naar financiële speculatie op de markt van het emissiehandelssysteem (ETS). De onderzoeken worden gedaan door het Europees Agentschap voor Samenwerking tussen Energieregulators (Agency for the Cooperation of Energy Regulators, ACER) en de Europese Autoriteit van Effecten en Markten (European Securities and Markets Authority, ESMA), respectievelijk. De Commissie heeft deze onderzoeken aangekondigd in de toolbox met maatregelen die lidstaten en de Commissie kunnen nemen in het kader van de hoge energieprijzen.1 Daarnaast hadden de lidstaten hiertoe opgeroepen tijdens de Europese Raad van 21-22 oktober jl.2 en de Energieraad van 26 oktober jl.3 waar eerdere gedachtewisselingen over de hoge energieprijzen plaatsvonden. De gedachtewisseling tijdens de Energieraad van 2 december a.s. dient ter voorbereiding voor de bespreking over de energieprijzen op de Europese Raad van 16 en 17 december a.s.

Inzet kabinet

Zoals in eerdere geannoteerde agenda’s beschreven,4 worden de hoge energieprijzen veroorzaakt door een combinatie van factoren zoals snel economisch herstel in o.a. Azië en Europa na de corona lock down (met hogere vraag naar gas tot gevolg), weersomstandigheden, waaronder een koud voorjaar en achterblijvend aanbod door o.a. onderhoud. Het kabinet ziet het versterken van de Europese interne energiemarkt en verdere diversificatie van energiebronnen en -routes als belangrijke oplossingen voor gasleveringszekerheid en voor de betaalbaarheid van de energietransitie. Daarnaast ziet het kabinet een belangrijke rol voor het Europees klimaatbeleid, zoals het «Fit-for-55» pakket, en de energietransitie om op de langere termijn afhankelijkheden van fossiele energiebronnen te verminderen.

De toolbox is grotendeels in lijn met de inzet van het kabinet op de situatie rondom de hoge energieprijzen. Het kabinet is voorstander van ruimte voor lidstaten om op nationaal niveau maatregelen te nemen om de gevolgen van de hoge energieprijzen tegen te gaan. Het kabinet verwelkomt de aangekondigde onderzoeken door ACER en ESMA. Het huidige marktdesign is ontworpen om een stevige verduurzamingsprikkel te geven, leveringszekerheid te garanderen en tegelijk ervoor te zorgen dat de kosten van het energiesysteem en daarmee de kosten voor de burger zo laag mogelijk zijn. Radicale ingrepen of aanpassingen van het beleid zijn wat het kabinet betreft op korte termijn niet constructief aangezien dit mogelijk negatief kan uitpakken voor investeringen in de energietransitie, de leveringszekerheid en voor de integratie van de Europese energiemarkten. Eventuele additionele maatregelen dienen dan ook niet vooruit te lopen op de resultaten van bovengenoemde onderzoeken. Zoals beschreven in de gezamenlijke verklaring met acht andere lidstaten,5 ziet het kabinet geen aanwijzingen dat de interne energiemarkt niet goed functioneert en de oorzaak is van de hoge energieprijzen. Ook ziet het kabinet geen noodzaak om op de ETS-markt in te grijpen aangezien de hoge energieprijzen slechts in beperkte mate worden beïnvloed door het ETS-systeem. Het kabinet verwelkomt de aandacht voor het verbeteren van de verbondenheid van de Europese energiemarkt en voor de verduurzaming van het energiesysteem, om de weerbaarheid van het systeem te vergroten en de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen te verminderen. Zoals eerder beschreven is dat in lijn met de visie van het kabinet. Een meer gedetailleerde positiebepaling over de toolbox energieprijzen komt u binnen de gebruikelijke termijn van zes weken tegemoet in een BNC-fiche.

Indicatie krachtenveld

Tijdens de Europese Raad van 21-22 oktober jl.6 en de Energieraad van 26 oktober jl.7 is er meer duidelijk geworden over het krachtenveld tussen de lidstaten. Een groot aantal (voornamelijk Noord-Europese) lidstaten is, net als het kabinet, voorstander van marktwerking in de elektriciteits- en gassectoren en integratie van markten en pleit ervoor niet in te grijpen op de interne markt, maar eerst onderzoek te doen. Daar tegenover staat een aantal (hoofdzakelijk Zuid- en Oost-Europese) lidstaten die onder meer pleiten voor gezamenlijke gasinkoop en aanpassing van ETS. Volgens deze lidstaten zou dit de leveringszekerheid waarborgen. Ook pleiten een paar (Zuid-Europese) lidstaten voor het loskoppelen van de elektriciteits- en gasprijs. Volgens deze lidstaten zou dit lidstaten meer ruimte geven om op basis van hun energiemix een (maximum-)prijs in te stellen. Tot slot is er een groep lidstaten die graag onmiddellijk meer toezicht op de markt van het emissiehandelssysteem zou zien omdat volgens hen speculatie al op grote schaal plaatsvindt. Andere lidstaten, zoals Nederland, willen het onderzoek van ESMA afwachten.

Hernieuwbare energie en energie efficiëntie

De Raad zal een beleidsdebat houden over de herzieningen van de richtlijn hernieuwbare energie (RED) en de richtlijn energie-efficiëntie (EED). Beide voorstellen zijn onderdeel van het brede pakket Commissievoorstellen gericht op het behalen van het EU-doel van ten minste 55% broeikasgasemissiereductie in 2030 t.o.v. 1990 (het zogenoemde «Fit for 55%»-pakket). Dit gehele pakket is op 14 juli 2021 door de Europese Commissie gepresenteerd ter uitwerking van de EU Green Deal. Uw Kamer heeft de beoordeling van het kabinet hierover op 17 september jl. ontvangen via de BNC-fiches.8

Tijdens het beleidsdebat wordt ten eerste gesproken over de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie. Het huidige EU-doel van ten minste 32% hernieuwbare energie in 2030 is volgens de Commissie ontoereikend om het EU-doel van ten minste 55% broeikasgasemissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990 te bereiken. De Commissie stelt daarom een ophoging voor van dit EU-doel naar ten minste 40% in 2030, en daarbij aanvullende maatregelen en subdoelen voor diverse sectoren (zoals gebouwde omgeving, industrie en vervoer) om dit doel te behalen. Naast deze aangescherpte en nieuwe sectordoelen, die ook de inzet van waterstof betreffen, stelt de Commissie een aantal aanvullende maatregelen voor. De duurzaamheidscriteria voor biogrondstoffen worden uitgebreid en aangescherpt. Daarnaast geeft de Commissie met haar voorstel invulling aan eerder uitgebrachte EU-strategieën, zoals de waterstofstrategie en de strategie voor een geïntegreerd energiesysteem (zie BNC-fiches respectievelijk Kamerstuk 22 112, nrs. 2919 en 2918).

Ten tweede zal de Raad tijdens hetzelfde beleidsdebat spreken over de herschikking van de richtlijn energie-efficiëntie (EED). Het EU-energie-efficiëntiedoel (primair verbruik) wordt in het voorstel verhoogd van 32,5% naar 39% in 2030 (ten opzichte van geprojecteerd energiegebruik in 2030). Dit komt overeen 36% reductie van finaal verbruik. Het EU-doel wordt bindend en de nationale bijdragen blijven indicatief. Daarbij stelt de Commissie aanvullende (bindende) sectordoelen voor om dit doel te behalen in sectoren, zoals de industrie en gebouwde omgeving, waarbij de publieke sector een «voorbeeldrol» heeft en verplicht wordt tot energiebesparingen en jaarlijkse renovatieverplichtingen. Ook wordt de algemene nationale energiebesparingsverplichting verhoogd (van 0,8% naar 1,5% per jaar). Het voorstel introduceert daarnaast een verplichting om bij nieuw beleid en investeringsmaatregelen het Energy Efficiency First-principe (hierna: EEF) te hanteren. Tot slot wordt in het voorstel de aandacht gevestigd op energiearmoede en kwetsbare consumenten en huishoudens. Met de herschikking geeft de Commissie invulling aan de eerder uitgebrachte EU-strategie voor een geïntegreerd energiesysteem.

Inzet Nederland

Het kabinet is van mening dat een hoger aandeel hernieuwbare energie een belangrijke bijdrage levert aan het behalen van het EU-doel voor ten minste 55% emissiereductie in 2030. Het bindende doel op EU-niveau, met indicatieve nationale bijdragen, sluit aan bij het uitgangspunt van het kabinet dat lidstaten in staat moeten blijven om CO2 reductiedoelstellingen op de meest kostenefficiënte wijze te behalen. De inzet op de diverse onderdelen van Commissievoorstel, waaronder voor de subdoelen voor diverse sectoren en andere aanvullende maatregelen, zal langs de lijnen zijn van het BNC-fiche over de RED dat uw Kamer in september heeft ontvangen.

Het kabinet is van mening dat energie-efficiëntie een belangrijke bijdrage levert aan het behalen van het EU-doel voor ten minste 55% emissiereductie in 2030. Voor het kabinet is het belangrijk dat lidstaten de mogelijkheid behouden om hun CO2-reductiedoelstellingen op kostenefficiënte wijze te behalen. Het principe van technologie-neutraliteit is daarin leidend. Het bindende doel op EU-niveau, met een indicatieve nationale bijdrage, sluit aan bij het uitgangspunt van het kabinet. De inzet op de diverse onderdelen van het Commissievoorstel zal langs de lijnen zijn van het BNC-fiche over de EED dat uw Kamer in september heeft ontvangen.

Indicatie krachtenveld

In september zijn de onderhandelingen in de Raad van start gegaan voor zowel de herziening van de RED als de herschikking van de EED. EU-lidstaten hebben daarbij hun voorlopige posities op onderdelen van het voorstel kenbaar gemaakt. Voor veel lidstaten geldt dat zij daarbij nog geen gedetailleerde of definitieve positie konden innemen omdat zij de voorstellen nog analyseren.

Het commissievoorstel voor de RED is ook op hoofdlijnen besproken tijdens de informele energieraad op 22 september jl.9 Daarbij bleek dat er in veel lidstaten draagvlak is voor het gestelde ambitieniveau in het Commissievoorstel voor herziening van de RED. Een aantal lidstaten uitten wel hun zorgen over haalbaarheid en betaalbaarheid van de diverse (vaak bindende) subdoelen die worden voorgesteld. Een grote groep lidstaten heeft tijdens de informele energieraad gepleit voor meer flexibiliteit en maatwerk om lidstaten ruimte te geven om op een kosteneffectieve invulling te geven aan deze subdoelen. Wat betreft specifieke onderwerpen is vooral aandacht voor de voorgestelde subdoelen voor transport en industrie, het doel voor de inzet van groene waterstof en de doelen voor inzet van hernieuwbare energie in de warmte-en koude sector en bij warmtenetten. Daarnaast is er discussie over de strengere duurzaamheidcriteria voor biogrondstoffen en de eisen voor hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (zogeheten Renewable Fuels of Non-biological Origin, RFNBO’s), waaronder waterstof.

Het commissievoorstel voor de EED is ook op hoofdlijnen besproken tijdens de informele energieraad op 22 september jl.10 Daarbij bleek dat er in veel lidstaten draagvlak is voor het gestelde ambitieniveau in het Commissievoorstel voor herziening van de EED. Sommige lidstaten hebben wel hun zorgen geuit over haalbaarheid en betaalbaarheid van de diverse (vaak bindende) subdoelen die worden voorgesteld. Een grote groep lidstaten heeft tijdens de informele energieraad gepleit voor meer flexibiliteit en maatwerk om lidstaten ruimte te geven om op een kosteneffectieve invulling te geven aan deze subdoelen. Wat betreft specifieke onderdelen van het EED-voorstel is er vooral aandacht voor het nationale energiebesparingsdoel, de voorbeeldrol en renovatieplicht voor publieke gebouwen, de concrete toepassing van het EEF-principe en de relatie tussen energiebesparingsdoelen en bescherming van kwetsbare consumenten.

Diversenpunten

Verder zal de Europese Commissie de Raad informatie geven over de voortgang rondom externe energierelaties en rondom de State of the Energy Union. Daarnaast zal de Franse delegatie de Energieraad informeren over het werkprogramma voor haar aankomend voorzitterschap. Tevens zal de Deense delegatie een toelichting geven op het Deense positie paper omtrent het spanningsveld tussen ecologie en verdere uitrol van windenergie op zee en zal andere lidstaten oproepen deze te steunen. De Litouwse delegatie zal een toelichting geven op de stand van zaken rond de aanbevelingen aan de Wit-Russische Ostrovets kerncentrale.


  1. «Tackling rising energy prices: a toolbox for action and support», COM(2021) 660↩︎

  2. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1742↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-33, nr. 881↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1727, en Kamerstuk 21 501-33, nr. 879↩︎

  5. Bijlage bij Kamerstuk 21 501-33, nr. 881↩︎

  6. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1742↩︎

  7. Kamerstuk 21 501-33, nr. 881↩︎

  8. Kamerstukken 22 112, nrs. 3185 t/m 3198↩︎

  9. 2021Z17454↩︎

  10. 2021Z17454↩︎