Reactie op verzoek commissie over monopolie op de schoolboekenmarkt
Evaluatie Wet gratis schoolboeken
Brief regering
Nummer: 2021D43909, datum: 2021-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33088-7).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 33088 -7 Evaluatie Wet gratis schoolboeken.
Onderdeel van zaak 2021Z20585:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-11-25 10:15: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-11-25 14:04: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
33 088 Evaluatie Wet gratis schoolboeken
Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2021
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in de procedurevergadering van 23 september 2021 gesproken over de brief van de heer M. met betrekking tot monopolie op de schoolboekenmarkt. De commissie heeft mij verzocht om deze brief van een reactie te voorzien.
In zijn brief vraagt de heer M. aandacht voor het gebrek aan concurrentie en gespecialiseerde aanbieders op de leermiddelenmarkt. Daarnaast roept de heer M. op om scholen toe te staan boeken verkaveld in te kopen, bijvoorbeeld per vakgebied, en het daarmee mogelijk te maken dat de aanschaf van boeken buiten de verplichte Europese aanbestedingen vallen. Deze zaken zijn met de heer M. besproken in een persoonlijk gesprek. Met deze brief ga ik nader in op de constateringen van de briefschrijver, op de initiatieven die reeds lopen en de mogelijke aanvullingen die nog nodig zijn.
De ontwikkelingen op de leermiddelenmarkt hebben mijn aandacht. Recent is de derde evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS) gepubliceerd (Kamerstuk 33 088, nr. 6) Deze evaluatie bevestigt het beeld van een geconsolideerde markt. Binnen deze markt zijn scholen vrij in hun inhoudelijke keuzes voor lesmethoden en lesmateriaal. Dit vloeit voort uit het recht op de «vrijheid van onderwijs» dat als grondrecht is vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Scholen hebben de mogelijkheid om hun lesmateriaal per product, productgroep of als totaalpakket (all-in-one) in te kopen.Dit kunnen zij ook doen bij kleinere gespecialiseerde aanbieders. Als publiekrechtelijke instelling zijn scholen bij de inkoop van producten en diensten die boven de aanbestedingsnorm vallen echter wel gebonden aan aanbestedingsregels. Scholen mogen dus niet verkavelen om aanbestedingsregels te omzeilen.
Ik onderschrijf het belang van een situatie waarbij meer competitie op prijs en kwaliteit plaatsvindt op de leermiddelenmarkt. De wijze waarop scholen aanbesteden heeft gevolgen voor de diversiteit in de markt. De evaluatie van de WGS laat een positieve ontwikkeling zien: scholen gaan professioneler inkopen en trekken steeds vaker gezamenlijk op naar de marktpartijen. Door gezamenlijk aanbesteden kunnen scholen hun behoeften duidelijker kenbaar maken aan marktpartijen en daardoor meer invloed uitoefenen. De coöperatie SIVON past aanbestedingswijzen toe waarin de schoolbesturen hun vraag scherp articuleren zodat grote en kleine marktpartijen hun aanbod goed kunnen afstemmen op wat het onderwijs nodig heeft. SIVON streeft daarbij naar keuzevrijheid voor scholen en houdt pluriformiteit van het aanbod in het oog. Tevens behartigt SIVON de belangen van scholen naar individuele leveranciers en voert contract- en leveranciersmanagement namens en met scholen. Dit zijn belangrijke stappen in de professionalisering van scholen en hun positie aan de vraagzijde van de markt.
Het is primair aan uitgevers, schoolbesturen, scholen en leraren om de professionele dialoog over de pluriformiteit, inhoud, vorm, kwaliteit en prijs van leermiddelen te voeren. Ik ben in gesprek met de GEU (de vereniging waarbij zo’n 35 educatieve uitgevers zijn aangesloten, die samen 95 procent van de markt bedienen), SIVON, de PO-Raad en de VO-raad en SLO om deze professionele dialoog op een constructieve en weloverwogen manier te stimuleren. Daarbij kijk ik met deze partijen onder meer naar de beschikbare inzichten over de effectiviteit van lesmethoden en de wijze waarop deze kennis verankerd kan worden in het aanbod van lesmateriaal. Ook expertise van leraren wil ik daarbij benutten. Op deze wijze ondersteun ik, conform de motie van de leden Kwint en Peters, de scholen bij het gebruik van evidence-informed lesmethoden (Kamerstuk 28 760, nr. 110).
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob